1,1 miljard verdachte euro's

Ruim 25 duizend financiële transacties hebben in 2013 het stempel 'verdacht' gekregen van de Financial Intelligence Unit. De opkomst van prepaidbetaalkaarten is één van de grote zorgen van het meldpunt. 'Met een plastic kaartje kun je makkelijker de grens over dan met een koffer geld.’

Degenen die cash een horloge van 15 duizend euro afrekenen bij een juwelier; of in het bezit zijn van een Oekraïens paspoort en een Nederlandse doorstroomvennootschap willen laten leiden door een trustkantoor, lopen de kans om aangemeld te worden bij FIU-Nederland, het meldpunt van ongebruikelijke transacties. Uit het nieuwe jaarverslag 2013 blijkt dat het aantal meldingen van ongebruikelijke transacties in 2013 weliswaar licht is gedaald, maar dat er steeds meer transacties verdácht worden verklaard. In 2013 vonden er ruim 202 duizend meldingen plaats van ongebruikelijke transacties waarvan er vervolgens ruim 25 duizend het stempel ‘verdacht’ kregen. Het is een lichte stijging ten opzichte van 2012 (23.834 verdachte transacties). De verdachtverklaring vindt plaats zodra er een match is met de database van personen die onderdeel uitmaken van lopende politieonderzoeken verzameld in het zogeheten VROS-bestand van de Nationale Politie. Daarnaast kan informatie van buitenlandse meldpunten – met het Belgische meldpunt in 2013 aan kop – leiden tot een verdachtverklaring. En het vindt plaats zodra er een ‘namencheck’ wordt gedaan door een (opsporings)instantie zoals de Fiod bij pakweg een fraudeonderzoek naar Aysel Erbudak van het Slotervaartziekenhuis, de Rijksrecherche in bijvoorbeeld een zaak als Ton Hooijmaijers en de ontnemingsspecialisten van BOOM die een witwasser a la Jan Dirk Paarlberg willen plukken en benieuwd zijn óf en hoe royaal hij nog geld uitgeeft in de Franse Rivièra.

1,1 miljard verdachte euro's

‘We zijn redelijk tevreden over 2013,’ zegt Hennie Verbeek, hoofd van FIU Nederland desgevraagd. ‘Het contact met de meldende instellingen verloopt steeds beter en ook de samenwerking met opsporingsinstanties zoals de Fiod is goed.’ Verbeek en haar team bestempelden in 2013 ruim 25 duizend transacties als ‘verdacht’ met een bijbehorende transactiewaarde van ruim 1,1 miljard euro. Meer dan de helft daarvan kan op conto geschreven worden van 10 grote, ongebruikelijke transacties die de 10 miljoen euro overstegen. Het grootste deel, 90 procent, van de verdachte transacties gaat om ‘kruimelwerk’ bestaande uit ongebruikelijke transacties onder de 10 duizend euro. Het grootste aantal meldingen is afkomstig van wisselkantoren zoals Western Union en MoneyGram die verplicht zijn om alle money transfers boven de 2000 euro te melden als ongebruikelijke transactie. Het aantal money transfers bedraagt daardoor dan ook het gross (82%) van alle meldingen.

Trustsector

Een punt van aandacht blijft de trustsector, zeker gezien de discussie rond de (besmette) Oekrainse tegoeden onder beheer van Nederlandse trustkantoren en Jeroen Dijsselbloem die recent nog verwees naar een DNB-richtlijn met betrekking tot het hoog-risico karakter van Oekrainse tegoeden. Het trackrecord van de trustsector is niet goed en belandde de afgelopen jaren in de laagste regionen qua meldingen van ongebruikelijke transacties. In 2013 is er enige progressie geboekt vanwege de 88 meldingen die gedaan werden door 22 verschillende trustkantoren. Daarvan zijn maar liefst 55 meldingen ook daadwerkelijk als ‘verdacht’ verklaard en doorgespeeld naar opsporingsinstanties. Desondanks lijken 22 meldende kantoren niet veel op basis van het totale aantal van 289 die een vergunning van De Nederlandsche Bank hebben. ‘Maar waar kom je vandaan?’ vraagt Verbeek, die niet doelt op een dorp in Zuid-Holland, maar op het schamele aantal van 6 trustkantoren dat in 2012 een melding deed.
Een punt van aandacht blijft de trustsector. Slechts 6 trustkantoren deden in 2012 een melding .
Verbeek verwacht dat de trend zich in 2014 doorzet door onder meer de Relatiedag die eind vorig jaar werd gegeven om de trustsector beter voor te lichten over de invulling van hun meldplicht. ‘En we zitten met het project Niet-Melders de kantoren achterna die bewust niet-melden,’ aldus Verbeek, die vorig jaar in een interview met Follow The Money vooral de trustsector nog aansprak op de eigen verantwoordelijkheid: ‘Van professionals mag je verwachten dat zij het onderscheid kunnen maken tussen gebruikelijk en ongebruikelijk.’ Desondanks werd twee weken geleden de koevoet aan het instrumentarium toegevoegd op het moment dat er bij drie trustkantoren een inval plaatsvond. De kantoren hielden zich mogelijk niet aan het verplichte cliëntenonderzoek en konden zodoende de financiële verhandelingen voor hun klanten niet kwalificeren als gebruikelijke danwel ongebruikelijk. Verbeek blijft constructief. ‘Invallen zijn niet het middel waar we in eerste instantie naar grijpen, maar stel dat er willens en weten níet gemeld wordt dan hanteren we een repressieve aanpak in samenwerking met het openbaar ministerie en toezichthouders.’

Prepaid-kaarten

Een opvallend verschijnsel in het jaarverslag 2013 vormen de prepaidcards waar 4549 ongebruikelijke transacties uit voortkwamen. Prepaidcards zijn betaalkaarten waar vanaf een gescheiden rekening geld op kan worden gestort waarna er wereldwijd gepind en betaald kan worden. Het is een relatief anoniem betaalmiddel met dubieuze voordelen bij dreigende beslaglegging: ‘Zolang u het bestaan van uw kaartrekening niet vrijgeeft aan schuldeisers buiten England, is een beslaglegging op uw kaartrekening zeer onwaarschijnlijk.’ In 2010 werden er bij FIU-Nederland voor het eerst meldingen ontvangen over prepaidkaarten en dat is volgens de opeenvolgende rapporten jaarlijks gestegen. Het FIU geeft nu aan dat het een black spot is en dat het gewenst is om op Europees niveau een totaalbeeld te krijgen van de wijdverbreidheid ervan. Verbeek: ‘We zien dat daar steeds meer gebruik van wordt gemaakt. Het is een ideaal middel om geld te transporteren, want met een plastic kaartje kun je makkelijker de grens over dan met een koffer geld.’   resultaten opsporing Uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer bleek eerder dit jaar dat in 2012 slechts een fractie van het aantal ongebruikelijke transacties leidde tot een daadwerkelijke veroordeling voor witwassen. (bron: Algemene Rekenkamer, rapport Bestrijden Witwassen: stand van zaken 2013)