2015: <em>doom or bloom</em>?

7 Connecties

Relaties

Europa Eurocrisis Draghi Geopolitiek Grexit

Organisaties

Eurozone

Werkvelden

Economie
28 Bijdragen

Veel experts verwachten in 2015 een wereldwijde financieel-economische chaos. Krijgen deze doemdenkers gelijk of valt de schade uiteindelijk wel mee?

We leven in onzekere, bange tijden. Er is onrust op de internationale valutamarkten: de koers van de roebel is gekelderd en ook de euro is ten opzichte van de Amerikaanse dollar flink gezakt. De prijs van een vat olie is het afgelopen jaar gehalveerd en een 'Grexit' van Griekenland dreigt. De eurocrisis is weer terug van nooit helemaal weggeweest.

Wacht ons in 2015 een doemscenario?

De Amerikaanse econoom Martin Armstrong voorspelde met zijn supercomputer 'Socrates' dat in oktober van dit jaar het begin van het einde van de euro begint. En hij staat daarin niet alleen: een hele schare economische 'experts' en financieel deskundigen vrezen dat 2015 het jaar van de waarheid wordt. Zelfs de doorgaans voorzichtige financieel journalist van The Telegraph, Ambrose Pritchard-Evans, vreest een voortwoekerende crisis in de eurozone en verwacht grote gevolgen voor de wereldeconomie als de Amerikaanse centrale bank FED definitief stopt met haar geldverruimingsprogramma en de dollar verder aantrekt. Voor de gesloten economie van de VS zullen de gevolgen beperkt zijn, maar voor de rest van de grote economische blokken in de wereld niet. Evans-Pritchard: 'Tightening by the US Federal Reserve will have turbo-charged effects on a global financial system addicted to zero rates and dollar liquidity.' Evans verwacht dat de euro nog verder wegzakt tegenover de dollar, misschien wel tot $ 1,08 tegen het eind van het jaar en sommigen vrezen zelfs tot par (1 dollar = 1 euro, red.). En er is inderdaad meer dan voldoende reden om die verwachting aannemelijk te maken. Weliswaar pakt de lage olieprijs voor de energie importerende EU goed uit en voor de Amerikanen niet, voor de rest zijn er slechts tekenen die wijzen op een verder in waarde toenemen van de dollar. FED-president Yellen gaat verder met de reeds ingezette tapering, het verminderen van de hoeveelheid dollars die in de Amerikaanse economie wordt gepompt. Veel analisten verwachten dat de VS de rente mogelijk zal verhogen in de loop van dit jaar. De economische groei in de VS ligt beduidend boven die van de EU, laat staan van de eurozone; en hetzelfde kan gezegd worden over de werkgelegenheid, die in Europa op historisch lage niveau's blijft. Er worden simpelweg onvoldoende banen gecreëerd.
De opkomende markten zullen een zware tol betalen
Daar komt bij dat met name de opkomende markten een zware tol dreigen te zullen betalen van de tapering door Yellen: er zullen minder dollars beschikbaar komen om hun economieën te voeden met vers geld. De grootste economie ter wereld – de Chinese – groeit minder en Rusland stevent af op een heuse recessie. Datzelfde geldt overigens ook voor de eurozone, waar de groei maar niet wil komen. Sterker, er dreigt een door ernstige vraaguitval veroorzaakte deflatie. De druk op de ECB om de geldkraan open te zetten neemt vanuit Zuid-Europa stevig toe, ofschoon veel economen verwachten dat dit geen enkel soelaas biedt. En dat vrees ik ook. De instrumentenkist van de ECB is leeg: de depositorente staat al vrijwel op nul, maar de inflatie trekt niet aan. Er wordt onvoldoende geïnvesteerd en onvoldoende geconsumeerd: het geld bij veel huishoudens is op of men pot het op in afwachting van betere tijden. De eurozone zit muurvast en de ECB kan niets meer doen: de bal ligt nu bij de politiek. En daar wringt nu juist de schoen. De éne helft van de eurozone wil linksaf, de andere rechtsaf. Het noorden, met Merkel's Duitsland voorop, wil voortgaan op de ingeslagen weg van stringente hervormingen, bezuinigingen en vasthouden aan het opgestelde Stabiliteitspact. Het zuiden, onder aanvoering van Frankrijk en Italië, willen meer 'begrotingslucht' en een einde aan de bezuinigingen.

Politieke problemen kunnen niet monetair worden opgelost

We hebben dus te maken met een heus politiek probleem. Maar politieke problemen kunnen niet monetair worden opgelost. Dat vindt ook de Zwitserse economie professor Ernst Baltensperger, die in een artikel in de Neue Züricher Zeitung korte metten maakt met het beleid van de ECB. Baltensperger wijst er op, dat de inflatie door de lage olieprijs voorlopig niet stijgt, maar de toch al onder druk staande koopkracht van veel burgers juist verlicht.
Een nauwkeurige sturing van de inflatie is helemaal niet nodig
Bovendien is een nauwkeurige sturing van de inflatie ook helemaal niet nodig, aldus de professor. Integendeel, een te ruime geldpolitiek door de ECB zou juist de noodzakelijke hervormingsmaatregelen, die met name in Italië en Frankrijk broodnodig zijn, verder kunnen vertragen. Met andere woorden: de beoogde QE van de ECB, zogenaamd om de inflatie aan te wakkeren, werkt uiteindelijk juist contraproductief.

Het Griekse drama

En dan hebben we nog Griekenland. Vlak na de eerstvolgende ECB bijeenkomst op 22 januari van deze maand gaan de Grieken op 25 januari naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen. Gevreesd wordt dat de extreem-linkse partij SYRIZA met de verkiezingswinst gaat lopen, die een heronderhandeling wil over de uitstaande schulden, de opgelegde bezuinigingen deels wil terugdraaien en het aantal overheidsdienaren fors wil laten toenemen. Zoals ik al eerder heb geschreven is en blijft Griekenland een drama. Niet alleen financieel-economisch, maar vooral ook sociaal. Zelfs de Duitse regering leek aanvankelijk een Grexit (een vertrek van Griekenland uit de eurozone, red.) niet langer uit te sluiten, al werd dat later weer met klem ontkend. Persoonlijk denk ik dat het niet tot een Grexit komt, ofschoon je dat nooit helemaal kunt uitsluiten. Temeer niet als men zich rekenschap geeft waar de honderden miljarden 'reddingsgeld' allemaal in is gaan zitten. De site Macropolis informeert ons dat de geldstromen vooral naar de bankensector inclusief het IMF gegaan zijn. De grootste post (ruim tachtig miljard euro) ging naar herfinanciering van de schulden van buitenlandse banken. De tweede grootste, bijna vijftig miljard euro, is gegaan naar de redding van de Griekse commerciële banken en ruim veertig miljard euro ging op aan rentebetalingen. Is er dan niets aan de gewone Griek tegemoet gekomen? Neen. Een klein deel is benut om het primaire begrotingstekort te dichten en er is 34,6 miljard euro naar diverse privatiseringsprojecten gegaan om de schuld van de overheid te verminderen, maar vrijwel geen cent naar de gewone Griek. Zie onderstaande grafiek: wheredidmoneygo-large Een tijdelijke 'euro-holiday', zoals bepleit door de Duitse topeconoom Hans-Werner Sinn, is een mogelijkheid, maar ik verwacht dat de Grieken zullen aansturen op een (forse) schuldreductie. Iedereen weet dat de Grieken met een staatsschuld van bijna 180 procent van hun BBP dat nooit en te nimmer zullen kunnen terugbetalen, ook al zijn de looptijden tot 50 jaar opgerekt. Feit is dat Griekenland zo failliet is als wat. Die schuldenberg kan het landje niet dragen en de rek is ook uit de uitgemergelde burgerbevolking. En ook al heeft de leider van de politieke partij Syriza, Alexis Tsipras, aangegeven niet uit de euro te willen stappen, met dergelijke eisen van zijn partij zal Merkel niet kunnen instemmen. Dat zou haar laatste restje geloofwaardigheid bij het thuisfront doen verdampen en haar politieke tegenstander AfD alleen maar in de kaart spelen. Dat wordt straks dus politiek tobben voor Merkel en Brussel.

Conclusie

Men weet het gewoon niet meer. De monetaire lapmiddelen zijn uitgeput, de politieke tegenstellingen levensgroot, en er is nog geen begin van economisch herstel in zicht. Sterker, een mondiale valutacrisis dreigt en daarmee een mondiale recessie. Als het aan de experts ligt kunnen we komend jaar nog wat gaan verwachten. De één voorspelt een crash van de aandelenmarkten tot wel 60 procent; de ander een verlies van vertrouwen in de werkwijze van de centrale banken, waarmee een bom onder het huidige financiële stelsel wordt gelegd. Derivatenexpert Rob Kirby maakt het het bontst van allemaal door te stellen dat het spaargeld en de pensioenen in gevaar zijn door een ineenstorting van de derivatenmarkten, waardoor staten toch weer een beroep moeten doen op de belastingbetaler, spaarder en pensioenbelegger om het financiële stelsel overeind te houden. Of zijn doemscenario uit zal komen durf ik niet te voorspellen. Maar een ding weet ik zeker: we gaan een spannend jaar tegemoet.