Verkorte geschiedenis der loonmatiging in grafieken

3 Connecties

Relaties

Loonmatiging Exportland

Werkvelden

Economie
14 Bijdragen

Columnist Robin Fransman ageert al jaren tegen de doorgeschoten loonmatiging in Nederland, maar krijgt sinds kort bijval van DNB-president Klaas Knot. Aan de hand van het beeldverhaal “Verkorte Geschiedenis der Loonmatiging in Grafieken” onderbouwt Fransman zijn stelling.

De afgelopen twee jaar heb ik vaak geschreven over de schade die doorgeschoten loonmatiging oplevert voor de Nederlandse economie. Een relatief eenzame bezigheid totdat vorige week  Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank, een speech in Washington gaf met een vergelijkbare boodschap. Dat momentum moeten we natuurlijk vasthouden, dus daarom bij deze de “Verkorte Geschiedenis der Loonmatiging in Grafieken”.   In de jaren '70 stegen de lonen in Nederland harder dan de inflatie plus de stijging van de arbeidsproductiviteit:   fransman1   Dat leidde tot een handelstekort, lagere winsten, hogere werkloosheid en een stijgende arbeidsinkomensquote:     fransman2   Met het Akkoord van Wassenaar keert die trend. Sociale Partners en Overheid besluiten tot loonmatiging, in ruil voor arbeidstijdverkorting en lastenverlichting. Men spreekt af dat er voor loonstijgingen ook naar de ontwikkeling van de exportprijzen wordt gekeken. Daarnaast streeft men naar een arbeidsinkomensquote van rond de 80%. Dat doet men omdat een investeringsquote van 20% in die jaren normaal is. Maar daar stopt het niet bij. Er volgen nog 3 akkoorden waar loonmatiging wordt afgesproken. “Een nieuwe Koers” in 1993. Het “najaarsakkoord” in 2003. En het “Loonmatigingsakkoord” in 2009. Van de 34 jaar sinds 1980 zijn er 24 jaar waarin de lonen gematigd zijn. Dat resulteert in het volgende plaatje:     fransman3   De concurrentiepositie van Nederland wordt dan ook steeds sterker. Nederlandse fabrikanten kunnen hun verkoopprijzen laag houden ten opzichte van het buitenland:     fransman4   Ook als je corrigeert voor de wederuitvoer zie je dat de concurrentiepositie steeds sterker wordt. Omdat vakbonden kijken naar exportprijzen voor de looneisen, in plaats van naar de concurrentenprijzen worden bijna elk jaar de lonen gematigd:     fransman5   De beloning van werknemers als % van het BBP vertoont dan ook logischerwijs een lange neerwaartse trend:     fransman6   En de bestedingen van huishoudens volgen die trend en dat gaat ten koste van het binnenlands bedrijfsleven:     fransman7   Het Handelsoverschot bereikt steeds nieuwe recordhoogten, ver boven wat volgens de Europese afspraken als ‘excessief’ wordt beschouwd:     fransman8   En terwijl de arbeidsinkomensquote is gedaald, dalen de bedrijfsinvesteringen nog veel verder:     fransman9   En omdat de winsten van bedrijven sterk zijn gestegen en de investeringen structureel sterk zijn gedaald, hebben de bedrijven een enorm spaaroverschot en sparen huishoudens nauwelijks. Iets wat Knot dus ook noemt in zijn speech. Een arbeidsinkomensquote van rond de 80 is dan ook niet meer nodig. Die kan fors hoger zonder de bedrijven in moeilijkheden te brengen.     fransman10 En dat huishoudens niets meer sparen is logisch, want hun besteedbaar inkomen daalt sinds 2001. Ja, al 13 jaar…   fransman11     En dat alles leidt dus tot een herverdeling van welvaart, het aandeel van bedrijven neemt toe, en dat van huishoudens daalt: fransman12   Nederland doet niet aan loonmatiging omdat wij een exportland zijn, wij zijn een exportland omdat we al 30 jaar aan loonmatiging doen. Daardoor is onze export hyperconcurrerend en staan de binnenlandse bestedingen onder druk. En daar kun je te ver in gaan. Zodanig te ver dat het banen kost. In de retail, de bouw, de dienstverlening. En dat geldt extra als je zoals nu een situatie hebt waar huishoudens hoge private schulden hebben. En ook de bedrijfsinvesteringen leiden onder de zwakke binnenlandse vraag. Zonder stijgende lonen en bestedingen hebben bedrijven minder prikkel om te investeren in productiviteitsverhogende kapitaalgoederen, of in groei van de binnenlandse markt. Klaas, ga door op deze weg. En Sociale Partners, het is dus hoog tijd om naar de concurrentieprijzen te kijken en de absolute concurrentieverhoudingen. Het is hoog tijd om opnieuw te kijken naar welke arbeidsinkomensquote door de cyclus heen optimaal is. We verarmen op deze manier niet alleen de huishoudens, maar ook het op het binnenland gerichte bedrijfsleven en alle banen die daar mee gemoeid zijn.   Robin Fransman is bereikbaar op Twitter, @RF_HFC Note: Alle grafieken gebaseerd op cijfers van CPB, Bijlages MEV