Beeldbewerking door Luuk van der Sterren

Over de winnaars en verliezers van globalisering. Lees meer

Internationale handels- en investeringsverdragen als TTIP en CETA bevorderen de vrije handel tussen burgers, landen en continenten, leveren nieuwe banen op en geven het bedrijfsleven een impuls. Althans, dat is het idee. In werkelijkheid vinden de onderhandelingen achter gesloten deuren plaats en werken lobbygroepen hard om hun belangen veilig te stellen.

Er bestaan dan ook grote zorgen dat de verdragen niet de belangen van (EU-)burgers dienen, maar vooral die van grote ondernemingen. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen voor de kwaliteit van ons voedsel? Ons energiebeleid? Gaat de belastingbetaler straks opdraaien voor claims van Amerikaanse multinationals als we chloorkippen en -eieren uit onze schappen weren? Of als we kerncentrales sluiten? Follow the Money zoekt het antwoord op die vragen.

79 artikelen

Beeldbewerking door Luuk van der Sterren © CC BY-SA 4.0

5 Vragen over het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Japan

Het kreeg bij lange na niet de aandacht die TTIP en CETA ontvingen, maar het vrijhandelsverdrag tussen de Europese Unie en Japan moet nog dit jaar klaar zijn. Waar gaat het eigenlijk over? Tijd voor 5 vragen en antwoorden over dit verdrag.

Wie Japan zegt, denkt aan het land van de rijzende zon, tempels, lotusbloemen en misschien aan automerken als Toyota en Honda of de consumentenelektronica van Sony en Nintendo. Waar weinig mensen aan zullen denken zijn handelsverdragen zoals het inmiddels beruchte TTIP en CETA. Maar dat is niet terecht: ook met Japan onderhandelt de EU sinds maart 2013 namelijk over een vrijhandels- en investeringsverdrag. Vorige maand werd de 18e onderhandelingsronde gehouden in Tokio. De onderhandelende partijen hebben daarna aangegeven het verdrag nog dit jaar te willen afronden.

Waar handelsverdragen als TTIP en CETA heftige reacties oproepen in de vorm van tientallen Kamervragen, petities, demonstraties, blijft het rondom het EU-Japanverdrag vrijwel stil; we weten er dus weinig van. Nu de afrondingsfase nadert, wordt het tijd het verdrag eens nader te bekijken. Waar gaat het eigenlijk over? Follow the Money vroeg het aan twee partijen: Milieudefensie en de Europese Commissie.

1. Waarom moeten we iets weten over het EU-Japan handelsverdrag?

‘Dit verdrag is vergelijkbaar met TTIP en het moet dit jaar nog uit onderhandeld worden,’ zegt Freek Bersch namens Milieudefensie. ‘Dit wordt een handelsverdrag met een land waar de afhankelijkheid van fossiele energie groeit. 45 nieuwe kolencentrales worden er op het moment gepland. Net als bij TTIP en CETA zal dit verdrag meer macht en bescherming geven aan multinationals, ten koste van de nationale democratie. Dat kan bijvoorbeeld de transitie naar duurzame energie vertragen, omdat ook de investeringen van fossiele bedrijven extra beschermd zullen worden.’

2. Wat houdt het EU-Japan handelsverdrag precies in?

‘De lidstaten van de Europese Unie vroegen de Commissie unaniem om met Japan te onderhandelen om economische en strategische redenen,’ vertelt een woordvoerder van afdeling Buitenlandse Handel van de Europese Commissie. De Commissie onderhandelt namens de Europese lidstaten met Japan; landen als Nederland en België doen dit dus niet op eigen houtje. ‘Het voornaamste doel van deze deal is om het gemakkelijker te maken voor Europese exporteurs om hun producten en diensten bij de welvarende Japanse markt — met bijna 130 miljoen mensen — te krijgen. De London School of Economics heeft een Sustainability Impact Assessment verricht naar een mogelijk EU-Japan verdrag en kwam tot de conclusie dat de export naar Japan met eenderde kan toenemen.’

Net als bij TTIP en CETA zal dit verdrag meer macht en bescherming geven aan multinationals

Er wordt op dit moment natuurlijk al geëxporteerd naar Japan. Volgens de Commissie gaat het om 80 miljard euro per jaar en zijn er zo'n 600.000 banen gelinkt aan die export. Daarbij komen nog de Japanse bedrijven, die met hun vestigingen in Europa zo’n half miljoen mensen aan het werk houden. Toch is er volgens de Commissie nog alle ruimte voor verbetering. Zo wil de Commissie dat de zogenaamde handelsbelemmeringen — zoals de invoertarieven op Europese landbouwproducten en de regels omtrent het invoeren van bepaalde fruitsoorten, cosmetica en auto’s — worden weggenomen.

Er zijn volgens de Commissie ook strategische redenen om het verdrag af te sluiten. ‘Een ambitieus EU-Japan handelsverdrag stuurt een krachtig signaal naar de rest van de wereld, eentje waarmee wordt aangegeven dat twee van ’s werelds grootste economieën protectionisme weerstaan en dat openstaan voor handel en investeringen een van de beste tools blijft om globalisering vorm te geven en meer economische groei en banen te krijgen.’

3. Hoe staat het met de transparantie bij het verdrag tussen EU-Japan?

Bersch: ‘De onderhandelaars maken dezelfde fout als bij TTIP: te weinig transparantie, alles gebeurt in beslotenheid. Er is minder transparantie dan bij TTIP. Er zijn bijvoorbeeld geen leeskamers waar parlementariërs documenten kunnen inzien.’ De Commissie noemt de opmerking van Bersch ‘simpelweg belachelijk’: ‘De gesprekken met Japan worden gehouden op een transparante en inclusieve manier. We publiceren samenvattingen over de onderhandelingsrondes meteen nadat ze afgelopen zijn. Eurocommissaris Cecilia Malmström [van Buitenlandse Handel, red.] praat vaak met ngo’s en andere belangengroepen over het onderwerp. Er zijn maar liefst 13 overlegrondes geweest met de lidstaten om onderhandelingsrondes voor te bereiden. Bovendien staan we constant in contact met afgevaardigden van de EU-lidstaten. We delen de Europese onderhandelingsteksten met hen en er zijn geen leeskamers. De teksten worden simpelweg gedeeld via e-mail.’

Er zijn geen leeskamers; de teksten worden simpelweg gedeeld via e-mail

Eén cruciaal document is echter niet in te zien voor burgers: het onderhandelingsmandaat. Bersch: ‘Het mandaat is niet openbaar. Dit betekent dat we niet precies weten met welke voorwaarden en doelen Europa en Japan zijn begonnen met de onderhandelingen. Bij TTIP was het onderhandelingsmandaat eveneens lange tijd geheim. Nadat het uitlekte werd het document ook officieel openbaar gemaakt. Het kan trouwens wel zo zijn dat dit een formele reden heeft, dat dit eenmaal zo is afgesproken. Maar als de Europese Commissie en Raad transparantie belangrijk zouden vinden, is er niks dat ze tegenhoudt om het alsnog openbaar te maken.’

Dat beaamt de Commissie gedeeltelijk: ‘Het onderhandelingsmandaat is een Raadsdocument, deze Raad – met andere woorden, de lidstaten – kan besluiten het openbaar te maken. Dit gezegd hebbende wil de Commissie graag opmerken dat ze sterk gelooft dat alle onderhandelingsmandaten openbaar moeten worden gemaakt; ze heeft al meerdere malen de Raad verzocht dit te doen.’

4. Hoe zit het met investeerdersbescherming in het EU-Japan verdrag?

Een veel bekritiseerd onderdeel van handelsverdragen is de clausule die gaat over investeerdersbescherming. Daarmee krijgen bedrijven de mogelijkheid rechtszaken te voeren tegen landen. Deze praktijk heet Investor-state dispute settlement (ISDS) en Nederland is een van de voornaamste landen via waar die zaken worden gevoerd.

'Japanse bedrijven hebben tot nu toe weinig investeringsclaims aangespannen, maar dat zou best kunnen veranderen'

Dat investeerdersbescherming een plek heeft in het verdrag met Japan, heeft volgens de Commissie een goede reden: ‘De Europese investeerders zijn de grootste buitenlandse investeerders ter wereld. Het voornaamste doel van investeringsbescherming is om ervoor te zorgen dat zij eerlijk en zonder discriminatie worden behandeld. In 2016 is er afgesproken dat het oude (ISDS) model wordt herzien en is er een nieuw transparant rechtbank-achtig systeem voorgesteld (ICS genaamd). Er zijn echter nog 1400 van die oude ISDS-overeenkomsten tussen Europese landen en andere landen. De Commissie wil dit veranderen. Dus ja, we hebben investeringsbescherming nodig met Japan. Niet alleen om Europese investeerders te kunnen helpen als er sprake is van discriminatie, maar ook om het hele systeem te hervormen.’

Volgens Bersch schuilt er wel degelijk een gevaar in het opnemen van investeringsbescherming in het verdrag: ‘Japanse bedrijven hebben tot nu toe weinig investeringsclaims aangespannen, maar dat zou met dit verdrag best kunnen veranderen. Gebieden waar Europa claims zou kunnen verwachten van Japanse bedrijven zijn bijvoorbeeld de auto-industrie bij strengere uitstootwetgeving, aanscherping van wetgeving over herkomst van grondstoffen in consumentenelektronica en wetgeving over de circulaire economie.’

5. Milieudefensie heeft een aantal uitgelekte documenten in handen. Welke opvallende zaken staan hierin?

Bersch: ‘Uit de gelekte documenten die wij hebben ingezien blijkt dat Japan graag het ‘oude’ ISDS wil, terwijl Europa het nieuwe ICS wil afsluiten. ICS is beter dan ISDS, maar het voornaamste probleem blijft bestaan: grote bedrijven krijgen door de mogelijkheid van het indienen van claims tegen landen extra macht. Het kan zijn dat alleen al de dreiging van zo’n claim zorgt voor soepelere of zwakkere wetgeving. En er is nog iets anders: we zien dat de afspraken over harmonisering en wederzijdse erkenning van regels – in het hoofdstuk Regulatory Cooperation – lijken op die uit het TTIP-verdrag. Dat gaat een stuk verder dan de afspraken in CETA, waar dit nog op vrijwilligheid gebaseerd is. Japanse ambtenaren en mogelijk ook Japanse bedrijven krijgen nieuwe EU-regels dan eerder te zien dan onze eigen parlementariërs. Zeer zorgelijk voor de democratie.’

'Japanse ambtenaren krijgen nieuwe EU-regels eerder te zien dan onze eigen parlementariërs'

De Commissie ontkent dit ten stelligste: ‘Er zullen geen enkele mogelijkheden komen voor bedrijven om bepaalde wetgeving te beïnvloeden. De wetgeving van de EU zal op geen enkele manier worden ondermijnd, in onze verdragen zitten geen geheime bepalingen waardoor dit omzeild kan worden. Het samenwerken op gebied van regelgeving kan juist grote voordelen opleveren, zo kan het kosten schelen en kan de uitwisseling van informatie de voedselveiligheid alleen maar verder vergroten.’

We hoeven evenmin te vrezen, aldus de Commissie, dat we alsnog het opgescheept raken met het oude ISDS: ‘Voor de Europese Unie is het duidelijk: er is geen weg meer terug naar het “oude ISDS”. We zijn nog altijd met Japan aan het onderhandelen over onze nieuwe aanpak, we hopen Japan de voordelen hiervan te laten inzien en binnenkort een overeenkomst te bereiken.’

De kans lijkt groot dat dit jaar het handelsverdrag tussen de Europese Unie en Japan wordt uitonderhandeld. Dat zal echter niet betekenen dat het verdrag ook meteen in werking treedt: hier moeten eerst het Europees Parlement en waarschijnlijk iedere lidstaat afzonderlijk akkoord geven. Zo zal een EU-Japan verdrag uiteindelijk waarschijnlijk nog vele jaren op zich laten wachten.