
We onderzoeken de banden tussen Shell en de Nederlandse overheid. Help je mee? Lees meer
We onderzoeken de banden tussen Shell en de Nederlandse overheid. Help je mee?
Zo kun jij bijdragen:
Wij willen weten welke documenten belangrijk zijn. Hoe meer mensen naar de documenten kijken, hoe sneller dat gaat. Dit kun jij doen:
- Ga naar de documenten en toets in onze zoekmachine een term in waarvan jij denkt dat het resultaat oplevert.
- Neem zoveel documenten door als je wil.
- Kom je iets tegen waarvan je vindt dat de redactie ernaar moet kijken? Klik dan op het duimpje omhoog bij ‘is dit document belangrijk?’. Laat eventueel ook weten waarom je het document relevant vindt voor het onderzoek.
Bekijk deze video voor meer uitleg:
We verwachten niet dat je alle documenten voor ons doorneemt. Je helpt ons al enorm als je één document leest.
Waarom dit onderzoek?
Sinds zijn oprichting eind 19e eeuw onderhoudt Shell nauwe banden met de Nederlandse overheid. Al eerder dook de naam van de olie- en gasgigant op rond economisch, fiscaal, internationaal, milieu- en zelfs onderwijsbeleid.
Dat roept vragen op. Hoe — en door wie — vindt de afweging van de verschillende belangen plaats? Hoe steekt de relatie tussen Shell en de overheid in elkaar? En wat zijn de gevolgen?
Hoe onderzoeken we dit?
In april 2019 stuurde Platform Authentieke Journalistiek (PAJ) zeventien Wob-verzoeken naar evenzoveel overheidsorganen. In die verzoeken vraagt PAJ om alle documenten – denk aan e-mails, memo’s, beleidsstukken en zelfs WhatsAppjes – sinds 2005 die afkomstig zijn van, gericht zijn aan, of gaan over Shell.
Inmiddels hebben we duizenden documenten binnen. Een team van journalisten is hard aan het werk om de documenten door te nemen. Daarbij kunnen we alle hulp gebruiken.
Als volger van dit dossier blijf je op de hoogte van alle ontwikkelingen rond de Wob-procedure, ontvang je vrijgegeven documenten en kun je daar zelf mee aan de slag. Bovendien draag je bij aan het succes van dit project: hoe meer volgers, hoe zichtbaarder de interesse in de documenten.
Wil je meer weten over de redenen en mensen achter deze Wob? Kijk dan bij onze veelgestelde vragen.
Hoe Shell het draagvlak terugwon in Noord-Nederland
Shell gebruikt de parlementaire enquête om de eigen toekomst in Groningen veilig te stellen
Winstbejag, achterkamertjesgedoe en afleidingsmanoeuvres tekenen de gaswinning in Groningen
Podcast | De grootste schat van Nederland
Groningse waterstoflobby helpt Shell aan nieuw verdienmodel
NAM, Shell en overheid verdoezelden de risico’s van lucratieve gaswinning
Kabinetsplan voor verplichte afname van waterstof verzekert Shell van een afzetmarkt
Verlies van Drentse banen laat opportunistische NAM koud
Shell-topman Van der Veer drukte een Rusland-vriendelijk stempel op het NAVO-beleid
Amsterdam bepaalt zelf wel wat ze openbaar maakt over Shell
Wie betaalt? En wie bepaalt? FTM zoekt uit hoe de politieke worst écht gedraaid wordt. Lees meer
Leven we in een lobbycratie of is lobbyen een wezenlijk element van een gezonde democratie? Zeker is dat de lobbywereld wordt gezien als een zeer invloedrijke factor in ons politiek bestel, maar beschrijvingen van die wereld komen doorgaans niet verder dan het woord ‘schimmig’. Follow the Money wil daar verandering in brengen en duikt de lobbywereld in om te zien hoe de worst écht gedraaid wordt.
Dry January? Niet nodig, volgens de alcoholindustrie
EU-parlementslid combineert aandelen Apple met meeschrijven aan techwet (en vindt dat geen probleem)
Cash uit Qatar: hoe kon dit gebeuren in het Europees Parlement?
Strafrechtelijk onderzoek naar hotelstrand richt zich ook op de bestuurders van Bonaire
De gaslobby maakte ons afhankelijk van Rusland en bepaalt nu wéér het beleid
Toezichthouder advocatuur verdient aan het kantoor dat zij moet controleren
Adviesbureaus verdienen riant aan het EU-coronaherstelfonds
Hoogste bestuurder Bonaire twee weken geschorst na onderzoek van FTM
Niet minister Weerwind is de baas, maar de belangenclub van advocaten
Door Den Haag aangestelde gezaghebber van Bonaire laat illegaal de kust volbouwen
© CC0 (publiek domein)
Lobby van multinationals blijkt kind aan huis bij ministeries
Vorige maand publiceerde FTM over ABDUP, een van Nederlands oudste lobbyclubs, bestaande uit AkzoNobel, Shell, DSM, Unilever en Philips. De club onderhoudt al bijna 75 jaar korte lijntjes met Den Haag, zo valt af te leiden uit de schaarse openbare bronnen. Nu blijkt, op basis van een intern verspreid boek geschreven door Philips-archivarissen, dat ABDUP al decennia een klein leger subcommissies en werkgroepen aanstuurt. Zij helpen brede politieke agenda’s te formuleren en zijn soms vaste gesprekspartner van topambtenaren.
- Via via kreeg PAJ een kopie van een boekje waarnaar ze al langer op zoek waren: de geschiedenis van ABDUP, een van de oudste lobby's in Nederland. Het boek is gebaseerd op de oorspronkelijke notulen van de vergaderingen uit de archieven van Philips, dat volgens het voorwoord ‘bijna de gehele periode het secretariaat voerde’.
- Over de club bestaat opmerkelijk weinig openbare informatie en op persvragen aan de deelnemende bedrijven over ABDUP wordt afhoudend gereageerd. Dat maakt dit boekje extra interessant.
- Uit het boek blijkt dat ABDUP sinds de jaren tachtig een groeiend leger van subcommissies en tijdelijke werkgroepen heeft, die zelfstandig ministeries benaderen, of topambtenaren verwelkomen bij hun eigen vergaderingen. In het midden van de jaren tachtig had de lobbyclub minstens negen van zulke subcommissies.
- Zij mengden zich op de achtergrond in het ontwerp van langetermijnvisies en de bijbehorende politieke agenda’s, en leverden vaak de voorzitters van adviescommissies van de overheid, zoals bijvoorbeeld de Commissie Wagner, geleid door de directeur van Shell, die een brede, liberale hervormingsagenda voorstond.
De zoektocht duurde enkele weken, maar het boekje is gevonden, en we mogen het kopiëren van een academicus die het in bezit bleek te hebben. 121 pagina’s rollen uit het kopieerapparaat. ‘Heel spannend is het niet hoor,’ laat de gulle academicus (die geen behoefte aan naamsvermelding heeft) nog weten. ‘Maar het geeft wel een hoop stof voor nieuwe vragen.’
De titel:Samenwerking tusschen Nederlandsche industrieën met groote internationale belangen; 70 jaar Contactcommissie (1934–2004), geschreven door Philips-archivarissen Jan Paulussen en Ivo Blanken. Het behandelt de geschiedenis van de Contactcommissie, beter bekend als ABUP en later ABDUP, een van de oudste Nederlandse lobbyclubs waar FTM vorige maand over publiceerde. De leden van dit gezelschap: AkzoNobel, Shell (de ‘Bataafse’), DSM (dat pas later toetrad), Unilever en Philips. Het boek is gebaseerd op de oorspronkelijke notulen van ABUP-vergaderingen uit de archieven van Philips, dat volgens het voorwoord ‘bijna de gehele periode het secretariaat voerde’.
Zelfs als het boek niets nieuws over deze lobbyclub zou bevatten (wat het wel doet), was de zoektocht ernaar al spannend genoeg. Het werkje is nergens te koop: het werd in 2004 door Philips verspreid onder een select publiek, ter gelegenheid van het zeventigjarig jubileum van ABUP. Dat laat de inmiddels opgeheven uitgever van het boekje, Aprilis uit Zaltbommel, telefonisch weten. Het boek komt geregeld voor op de bronnenlijsten van academische publicaties van bedrijfshistorici, die wel eens toegang krijgen tot private bedrijfsarchieven. Zo kwamen we er op.
Dat dit boek nooit in de verkoop is geweest, zal geen verbazing wekken. ABDUP is niet bepaald een open boek. Over de club bestaat opmerkelijk weinig openbare informatie en op persvragen aan de deelnemende bedrijven werd afhoudend gereageerd. In een recent Wob-verzoek naar overheidsdocumenten over de club waren veel passages weggelakt. ‘Zulke clubs onttrekken zich aan de waarneming, en willen dat graag zo houden,’ zegt Eelke Heemskerk, politicoloog aan de Universiteit van Amsterdam en kenner van Nederlandse bedrijfselite-netwerken.
Maar toch, op basis van een handvol academische studies, oude krantenberichten en onlangs vrijgegeven overheidsdocumenten, rees al een intrigerend beeld van ABDUP/ABUP op. De club probeerde in 2007 de afschaffing van de dividendbelasting geruisloos door het parlement ‘geloodst’ te krijgen. Een omstreden en betwist onderzoeksrapport van de Rotterdam School of Management, die de afschaffing moest legitimeren, bleek een ABDUP-project. Het gezelschap lobbyde meermaals voor fiscaal aantrekkelijke regelingen in belastingverdragen. En in 1994 klapte een ex-topmanager van Unilever uit de school tegenover de NRC: ABUP zou volgens hem een sleutelrol spelen in het grootschalige misbruik van de wao door Nederlandse bedrijven.
Het bleef echter een verhaal met gaten, gezien het magere aantal bronnen. Een paar lacunes zijn nu op te vullen, dankzij het gekopieerde boekje. Daarom, bij deze, nieuwe bevindingen over ABUP – over de periode dat de D van DSM nog ontbrak.

Een groeiend leger van subcommissies
Hoe ABDUP intern opereert, bleef in het vorige artikel een beetje in het midden. De club overlegt in ieder geval twee keer per jaar, zo bleek uit onlangs openbaar gemaakte overheidsdocumenten. Eens per jaar komen de landendirecteuren en bedrijfsjuristen van de multinationals bijeen. En eens per jaar vindt het grotere ‘Presidentenoverleg’ plaats, in luxe hotels zoals Hotel Des Indes, met diner achteraf, waarbij ook de ceo’s plus genodigden aanschuiven. Mark Rutte, Maxime Verhagen, Frans Timmermans en Jeroen Dijsselbloem zijn er allemaal te gast geweest.
Er waren ook aanwijzingen dat de club regelmatig met hoge ambtenaren overlegt. Een verslag van het ministerie van Financiën uit 2007 spreekt van ‘een periodieke bijeenkomst’ tussen ABUP en ambtenaren van het ministerie. Het boek van Paulussen en Blanken bevestigt dat de verwevenheid van ABUP met de hoge ambtenarij vrij extensief is, in elk geval voor 2004.
Vooral sinds de jaren tachtig kent ABUP een groeiend leger van subcommissies en tijdelijke werkgroepen die zelfstandig ministeries benaderen, of topambtenaren verwelkomen bij hun eigen vergaderingen. In het midden van de jaren tachtig waren het er maar liefst negen, melden de auteurs: de juridische, sociale, fiscale, financiële, research-, pensioen-, milieu-, subsidie-, en MNO-subcommissie. Daarnaast had ABUP ‘een aantal ad hoc werkgroepen’.
De subcommissies mengden zich op de achtergrond in het ontwerp van langetermijnvisies en de bijbehorende politieke agenda’s
Dat die subcommissies in de jaren tachtig een ‘zwaarder gewicht’ kregen, hangt samen met ‘de sterk wijzigende omgevingsfactoren’, schrijven Paulussen en Blanken. Hoe anders was het immers in de jaren zeventig, toen de ABUP-partijen en de overheid lijnrecht tegenover elkaar stonden. Zo wenste het linkse kabinet van PvdA’er Joop den Uyl (1973-1977) meer democratische controle van werknemers en regering over grote bedrijven, tot grote ergernis van die laatsten. De open brief aan het kabinet-Den Uyl, die in januari 1976 werd ondertekend door negen grootbedrijven – waaronder alle ABUP-leden – was de climax van de onderlinge vijandigheid. Maar met de diepe economische crisis aan het begin van de jaren tachtig trad een ‘trendbreuk’ op, aldus Paulussen en Blanken. ‘In algemene zin werd het vertrouwen in staatsbemoeienis als economisch fundament vervangen door het vertrouwen in de markten.’
In deze nieuwe context van de jaren tachtig hoefde er geen ideologische strijd meer gestreden te worden over ‘grote ordeningsvraagstukken’, maar kon ABUP zich meer richten op ‘gedetailleerde, inhoudelijke beleidsvraagstukken’. Daar lag een taak voor de subcommissies, schrijven Paulussen en Blanken.
Ten eerste mengden de subcommissies zich op de achtergrond in het ontwerp van langetermijnvisies en de bijbehorende politieke agenda’s. Denk bijvoorbeeld aan het rapport Een nieuw industrieel elan, in 1981 op verzoek van de regering door de commissie-Wagner geschreven. Onder leiding van Gerrit Wagner, directeur van Shell van 1971 tot 1977, werd een brede, liberale hervormingsagenda gepresenteerd; loonmatiging, bezuinigingen, en een betere afstemming van onderwijs op de wensen van de arbeidsmarkt. Het rapport had invloed, schrijven Paulussen en Blanken: de overheid gebruikte ‘deze en andere aanbevelingen’ om ‘met horten en stoten’ allerlei hervormingen door te voeren.
De subcommissies van ABUP hadden ‘in de jaren tachtig een belangrijke inbreng in de rapportages’ van dergelijke externe adviescommissies van de overheid. Dat lag ook ‘voor de hand’, aldus Paulussen en Blanken, aangezien deze adviescommissies vaak werden voorgezeten door captains of industry uit de ABUP-gelederen, zoals Wagner en Wisse Dekker (directeur van Philips van 1982 tot 1986).
Dossier
Volg de Shell Papers
Dat bedrijven elkaar achter gesloten deuren treffen, is niet per se opzienbarend. Maar wanneer dit soort onzichtbare clubs zich zich mengen met de ambtelijke en politieke wereld, wordt het een ander verhaal. Op welke manier beïnvloeden lobby’s als ABDUP het openbaar bestuur in Nederland? Denk aan de totstandkoming van economisch, fiscaal, internationaal, of klimaatbeleid. Dat is één van de vragen waarmee Follow the Money en Platform Authentieke Journalistiek (PAJ) het onderzoeksproject de Shell Papers zijn gestart.
ABDUP staat in een van de bijlagen die alle overheidsorganen als ‘zoekhulp’ kregen meegestuurd met de Wob-verzoeken die PAJ voor dit journalistieke dossier heeft ingediend. Als Wob-ambtenaren hun archieven doorzoeken naar ‘alle documenten sinds 2005 die afkomstig zijn van Shell, gericht waren aan Shell, of gaan over Shell,’ vragen we hen ook ‘ABDUP’ door hun zoeksystemen te halen. In afwachting van die documenten werpen we hier een blik op de schaarse bronnen over ABDUP die er wél al zijn.
Wil je een seintje ontvangen als er een nieuw artikel in dit dossier verschijnt? Volg dan dit dossier.
Dossier
Dossier: Shell Papers
Dat bedrijven elkaar achter gesloten deuren treffen, is niet per se opzienbarend. Maar wanneer dit soort onzichtbare clubs zich zich mengen met de ambtelijke en politieke wereld, wordt het een ander verhaal. Op welke manier beïnvloeden lobby’s als ABDUP het openbaar bestuur in Nederland? Denk aan de totstandkoming van economisch, fiscaal, internationaal, of klimaatbeleid. Dat is één van de vragen waarmee Follow the Money en Platform Authentieke Journalistiek (PAJ) het onderzoeksproject de Shell Papers zijn gestart.
ABDUP staat in een van de bijlagen die alle overheidsorganen als ‘zoekhulp’ kregen meegestuurd met de Wob-verzoeken die PAJ voor dit journalistieke dossier heeft ingediend. Als Wob-ambtenaren hun archieven doorzoeken naar ‘alle documenten sinds 2005 die afkomstig zijn van Shell, gericht waren aan Shell, of gaan over Shell,’ vragen we hen ook ‘ABDUP’ door hun zoeksystemen te halen. In afwachting van die documenten werpen we hier een blik op de schaarse bronnen over ABDUP die er wél al zijn.
Ten tweede is minstens één subcommissie tot vaste gesprekspartner van de overheid gepromoveerd: de ‘fiscale subcommissie’. ‘Hier werd heel precies geëvalueerd waar bijvoorbeeld de knelpunten lagen in belastingverdragen,’ schrijven Paulussen en Blanken. Het contact liep zo soepel dat ‘topambtenaren in de jaren tachtig vaak aanwezig waren bij het reguliere maandelijkse overleg van de fiscale subcommissie’. Zo’n ‘intensieve interactie’ was wel een uitzondering, melden Paulussen en Blanken; de fiscale subcommissie was uniek, ‘omdat er op fiscaal gebied maar zelden onderwerpen waren waar de belangen van de vier ondernemingen van elkaar afweken’.
De passage vult een aantal hiaten in van het vorige artikel over de lobbygroep. Daaruit bleek al dat ABUP zich mengde in het Nederlandse belastingverdragenstelsel, waar ons land zijn reputatie van belastingparadijs of doorsluisland aan dankt. ABUP was bijvoorbeeld nauw betrokken bij de herziening van het Nederlandse belastingverdrag met de VS in 1993, schreef NRC-journalist Cees Banning indertijd. Nu weten we hoe dat gebeurde: via de fiscale subcommissie. En met de kennis van nu lijkt de ‘periodieke bijeenkomst’ tussen ABUP en ambtenaren – Financiën vermeldt die in de ambtelijke notulen uit 2007 – een voortzetting van de ‘intensieve interactie’ die al sinds de jaren tachtig plaatsvindt. Dat Financiën slechts twee documenten leverde aan de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) in antwoord op een Wob-verzoek naar alle ABDUP-documenten vanaf 2010, is daarom des te opmerkelijker.
PHAUSD
Een andere commissie die als vaste gesprekspartner werd beschouwd, was het in 1978 opgerichte PHAUSD, dat ‘de ontwikkelingen op het gebied van milieuwetgeving volgde’, aldus Paulussen en Blanken. Deze commissie was weliswaar buiten ABUP-verband ontstaan en had met staalfabriek Hoogovens en chemiebedrijf DSM een bredere samenstelling, maar onderhield korte lijntjes met ABUP. Het was een ‘geslaagder voorbeeld’ van bredere samenwerking, aldus Paulussen en Blanken: ‘De groep ontplooide een grote activiteit en werd door het ministerie [van Economische Zaken, red.] als gesprekspartner erkend.’
PHAUSD kwam regelmatig in opstand wanneer er bindende milieuwetgeving werd voorgesteld
Over het karakter van PHAUSD verschillen Paulussen en Blanken overigens van mening met andere bronnen. Volgens hen is de commissie een ‘constructieve gesprekspartner’, vooral dankzij diens ‘kennis van het krachtenveld tussen economie en ecologie’. Anderen typeren de lobbypraktijken van PHAUSD als ‘sabotage’ van milieu- en klimaatwetgeving. Dat laatste is het oordeel van klimaatwetenschapper Pier Vellinga, sprekend vanuit zijn ervaring als ambtenaar binnen het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in de jaren negentig. Onderzoeker Gijs A. Diercks (Universiteit Utrecht) citeerde hem en anderen voor zijn onderzoek uit 2012 naar het Duitse en Nederlandse beleid rond duurzaamheid. Een ambtenaar van EZ, Erik von Meijerfeldt, erkent in Diercks’ studie dat PHAUSD regelmatig in opstand kwam – via directe druk op ministers en parlementsleden – wanneer er bindende milieuwetgeving werd voorgesteld in plaats van vrijwillige convenanten.
Overigens groeien de activiteiten van de ABUP-subcommissies vanaf de jaren tachtig zó sterk, dat ook ABUP zelf het overzicht soms verliest, schrijven Paulussen en Blanken. ‘Het meest extreme voorbeeld was de Controllers Commissie, die functioneerde al twee jaar voordat de Contactcommissie [ABUP] op de hoogte werd gebracht van haar bestaan.’ En van de bekende subcommissies was niet altijd duidelijk waarmee ze zich bezighielden.
De groei van de subcommissies was karakteristiek voor het informele karakter van ABUP, maar tevens een bron van zorg, schrijven Blanken en Paulussen. ABUP hield immers ‘vast aan het principe dat noch zijzelf, noch de subcommissies verondersteld werden naar buiten te treden’. Die terughoudendheid had volgens de auteurs een goede reden: voorkomen dat (leden van) subcommissies namens de vier bedrijven verplichtingen aangingen. Dat principe kwam onder druk te staan ‘door de vele contacten van de subcommissies met het VNO-NCW en de diverse overheidsorganen’.
Van Europese integratie tot Jet-Net
Het boek bevat een langere lijst beleidskwesties die in het zeventigjarige bestaan van ABUP op de agenda hebben gestaan: Europese integratie, de arbeidsparticipatie van gehuwde vrouwen, de machtsverhouding tussen aandeelhouders en bedrijfsdirecties, de aansluiting van onderwijs en wetenschap op de behoeften van het bedrijfsleven, het subsidiebeleid van de vier bedrijven rond studieverenigingen, maatschappelijke organisaties en universiteiten, en de Nederlandse pensioenfondsen. Een volledig hoofdstuk is gewijd aan de poging van ABUP om rond 1968 een liberaal, voorlichtend ‘studiecentrum’ op te zetten als verweer tegen ‘de bemoeienis van de overheid’ en ‘de vaak kritische houding tegenover het bedrijfsleven’ vanuit pressiegroepen.
Daarnaast blijken een aantal bekende politieke projecten direct of indirect uit de koker van ABUP te komen. Het Innovatieplatform bijvoorbeeld, het publiek-private platform dat tussen 2003 en 2010 de innovatie in het bedrijfsleven probeerde te stimuleren (maar, volgens meerdere economen, ‘nauwelijks iets bereikt’ heeft). Ook Jet-Net (Jongeren en Technologie Netwerk Nederland), een project waarmee de overheid de interesse onder de jeugd voor technisch onderwijs wilde aanwakkeren, kwam voort uit ABUP – het Presidentenoverleg van eind 2001, om precies te zijn.
De auteurs reppen met geen woord over het vermeende misbruik van de wao door ABDUP-bedrijven in de jaren tachtig
Het is overigens de vraag of het boek volledig is. Vrij Nederland-redacteur en publicist Wim Wennekes (1948-2001) schreef ooit een felle kritiek op ‘bedrijfshistorici-in-loondienst’ en beschuldigde hen, en Philips-archivaris Ivo Blanken in het bijzonder, ervan dat zij ‘zowel uit eigen vrije wil als op last van hun broodheer of opdrachtgever dingen achterhouden’. Het is op zijn minst opmerkelijk dat Paulussen en Blanken in hun boek over ABUP met geen woord reppen over het vermeende misbruik van de wao door bedrijven in de jaren tachtig. In 1993 meldde een ex-topmanager van Unilever in de NRC immers dat ABUP daarbij betrokken was; de zaak kwam aan de orde in een parlementaire enquête over de wao. Vrijwel zeker is deze kwestie destijds in ABUP besproken, maar het boek zwijgt erover.
Hoe dan ook, het boek maakt veel wél duidelijk. Vooral dat het ABUP-apparaat groter, en via subcommissies meer verweven is met de Nederlandse overheid, dan we eerder konden bevroeden. In elk geval tot 2004, het jaar waarmee het boek afsluit. Maar het boek vermeldt tevens dat ABUP zijn werk hierna in dezelfde geest zou vervolgen. Zoals Arie Westelaken (1955-2017), destijds algemeen secretaris van Philips, in zijn voorwoord meldt: ‘Door de jaren heen is de Contactcommissie erin geslaagd de veranderende omgevingsfactoren doorgaans in een vroeg stadium te signaleren. Het is aan ons om voor de toekomst die alertheid te behouden.’
Dit artikel van het Platform Authentieke Journalistiek (PAJ) is geschreven door Bas van Beek, Alexander Beunder en Merel de Buck.
40 Bijdragen
MaartenH 10
Brent Huisman
MaartenHsquarejaw 5
Ferry de Boer 7
squarejawNiek Jansen 9
Lobbyisme is vooral ook een EU-probleem, zoals beeldend in een animatievideo wordt weergegeven in bovenstaande link (na even scrollen) 'the corporate lobbytour', waaruit blijkt dat niet de EU-burgers beleid en wetten maken maar de 30.000 lobbyisten buiten elke politieke controle om dat in Brussel doen. Daar dient ook het mes in gezet te worden.
MaartenH 10
Ik krijg eigenlijk steeds meer waardering voor Den Uyl. Niet alleen bovenstaande. Wiegel werd legendarisch door zijn uitspraak wijzend op Den Uyl: "Sinterklaas bestaat. Daar zit 'ie, achter de tafel." Terwijl het de werkgevers waren die het sociale stelsel onbetaalbaar maakten. Dat deden ze door misbruik te maken van de WAO, zoals goed omschreven in bovenstaand artikel. Maar ook door gastarbeiders naar Nederland te halen en ook die na korte tijd in de WAO, WW en uiteindelijk Bijstand te dumpen.
Het was juist Den Uyl die het werven van gastarbeiders in 1973 stop zette (bron: Wikipedia).
Ook het vrij verkeer van personen binnen de EU is een zaak die vooral werkgevers in de kaart speelt. Zij krijgen daardoor aanbod van goedkope arbeidskrachten en een neerwaartse druk op de loonontwikkeling. Om dezelfde redenen wordt nu asielmigratie bevorderd. Voor werkgevers gunstig, voor de maatschappij een zware belasting. Het schijnheilige is dat hier linkse idealen voor worden misbruikt en het gevolg weerstand vanuit de maatschappij is, dus een verrechtsing.
Samenvattend, de (lobbyisten voor) multinationals en grote werkgevers in het algemeen zijn egoïstisch, asociaal en kortzichtig. Het is schandalig dat overheid en politiek hier zo kritiekloos in meegaan.
Lydia Lembeck 12
MaartenHVanuit de linkse partijen kwam waarschuwingen dat dit niet goed zou gaan. De PvdA en de SP waren hier helemaal niet voor. Ze voorzagen de problemen die zouden ontstaan, als deze mensen niet meer terug zouden keren. Maar ook, vanwege de manier waarop de gehuisvest werden. Per bed huur betaalden. Een bed, 3 x huur voor de ploegendiensten van 8 uur. Vanaf dag 1 hebben VVD en KVP e.d. hier misbruik van gemaakt en geroepen dat het de linkse partijen waren die de fout in gingen. Dat was niet zo. Maar tot vandaag de dag wordt dat geloofd. Tijd: eind jaren 50 en de jaren 60 en 70 tot ca. 1974.
Rikkie 7
Lydia LembeckNederlanders willen geen zwaar en ongeschoold werk doen. Vandaar dat er ook heden ten dagen 750000 werkenden uit de EU hier werken en elk jaar komen er 50000 bij, voornamelijk uit Polen.
Naar mijn mening zat er niet veel anders op dan te werven. Hoe had jij dit dan aangepakt?
Het beeld dat jij schetst ten aanzien van het massaal recruteren berust op een mythe. Het klopt van geen kant. Er zijn maximaal 4000 arbeiders geworven en die waren niet ongeschoold. Voor deze mensen werd van alles geregeld, vervoer huisvesting etc. De meeste ongeschoolde gastarbeiders zijn hier spontaan naar toe gekomen en helemaal niet geworven. In Marokko waren destijds 3 miljoen mensen zonder werk. Die ongevraagde groep moest dus Inderdaad zelf voor een woning zoeken etc en werden inderdaad soms uitgebuit.
Het echte probleem ontstond echter pas vanaf 1973 bij de start van het toelaten van de gezinsherenigingen in combinatie met hoge werkloosheid. Drie keer raden welk kabinet er toen aan de macht was in nederland.
Niet de werving op zich was het probleem, maar de slappe houding van het kabinet ten aanzien van het toestaan van hereniging. De bekende medemenselijkheid en het gedoogbeleid van links denkend Nederland, die maar niet willen snappen dat empathie geen goede raadgever is voor lange termijn denken en het algemeen belang. Daar waar de eerste gastarbeiders als een koning werden vereerd bij vakanties in Marokko (en vriendinnetjes in Nederland hadden ), bleek de angst om terug te keren en daaruit voortvloeiende gezinshereniging in combinatie met werkloosheid een desillusie en oorzaak van veel problemen.
Zie ook het onderstaande artikel van historica Nadia Bouras.
https://www.trouw.nl/nieuws/vijf-mythes-over-de-komst-van-marokkaanse-gastarbeiders-naar-nederland
Teunis J. Dekker 2
RikkieUit een onderzoek uit 2015 blijkt iets heel anders.
Zie het onderstaande artikel uit de Groene Amsterdammer, trouwens dit verhaal heeft ook in de Volkskrant gestaan en is op Nieuwsuur te zien geweest https://www.groene.nl/artikel/europa-doe-open-de-poort
Rikkie 7
Teunis J. DekkerKunt u toelichten hoe het artikel onder uw link de strekking van mijn reactie weerlegt?
Ik baseer mijn mening op wat een onafhankelijke historica met een Marokkaanse achtergrond hier van vindt op basis van uitvoerig wetenschappelijk onderzoek.
U verwijst naar journalistiek van de MSM .
Gelooft u altijd wat nieuwsuur, de VK en de groene amsterdammer u proberen wijs te maken?
Platform voor onafhankelijke journalistiek is er echt niet voor niets, laat u toch niet zo in de luren leggen.
Teunis J. Dekker 2
RikkieRikkie 7
Teunis J. DekkerEchter de spontane immigratie startte al vanaf 1960, bijna 10 jaar eerder. Dat zou u zich gezien uw leeftijd toch nog moeten kunnen herinneren. Waarom het onderzoek uit 2015 een veel recenter onderzoek zou weerleggen, is mij niet duidelijk.
Hooguit zou je kunnen stellen dat de onderzoeken elkaar tegenspreken. Daarom vind ik uw klok en klepel opmerking ook nogal misplaatst.
Willem86 4
RikkieWe kunnen de pagina die u zoekt niet weergeven!
Rikkie 7
Willem86De pagina die ik zoek, kunnen we niet weergeven. Ik heb geen flauw idee wat u daar mee bedoelt.
Willem86 4
RikkieWillem86 4
RikkieHier is de juiste link Rikkie, wel bij de les blijven Rikkie.
Willem86 4
Rikkiehttps://www.trouw.nl/nieuws/vijf-mythes-over-de-komst-van-marokkaanse-gastarbeiders-naar-nederland-ontkracht~be74d721/
philippe 10
Lydia LembeckLydia Lembeck 12
philippe 10Rob Klerks 4
MaartenHDe overheden en politiek zijn mislukte managers díe politici spelen, staats-personen met een echte visie ontbreken momenteel in de politiek.
En dus is de bevolking overgeleverd aan de multinationals en hun inhumane ideeën. 😤
Niek Jansen 9
CEO heeft de hand kunnen leggen op een intern document van de tabakgigant Philip Morris , waarin te lezen is hoe nauwgezet men de mogelijkheden van lobbyen bestudeert en welke Euro-parlementariërs daar het best bij passen.
Als U wat door scrolt verschijnt er een lijst van de 10 meest tabak- vriendelijke MEP's , waar ook 'onze' CDA vertegenwoordiger in de EPP Wim van de Camp op prijkt met de aantekening: " good and ongoing contact; pro-Tobacco on 4 issues; described as receptive to industry arguments".
Wim was zelf een stevige roker en van 2013-2019 Euro-parlementariër. In 2014 heeft Esther de Lange het lijsttrekkerschap van de CDA in de EPP van hem overgenomen. Ik vraag me af of zij ook zijn 'tabaksvriendelijkheid' voor PM heeft overgenomen, wat overigens wel een specialiteit schijnt te zijn van christenen in deze dodelijke nicotine industrie, aangezien van de 10 meest toegankelijke MEP's voor de Philip Morris lobby in het EP er 5 van de EPP zijn en daarbij 3 liberalen van de ALDE-partij.
Egbert 8
Bas van Beek 5
Egbert 8Lydia Lembeck 12
Bas van BeekRikkie 7
Lydia Lembeckhttps://nl.m.wikipedia.org/wiki/Auteursrecht
philippe 10
RikkieBas van Beek 5
Lydia LembeckLydia Lembeck 12
Bas van BeekBas van Beek 5
Lydia Lembeck[Verwijderd]
Bas van BeekLydia Lembeck 12
Bas van BeekNiek Jansen 9
Lydia LembeckLydia Lembeck 12
Niek JansenPieter Jongejan 7
Gesproken wordt over een gebrek aan transparantie. Maar dat is het niet alleen. Het is ook een gebrek aan kennis en inzicht bij politici en een gebrek aan toezicht en ethisch besef bij politici. Die kun je afbranden vanwege hun egoïstisch en onethisch gedrag. Maar iedere leraar weet dat als er geen controle is op het huiswerk er geen huiswerk wordt gemaakt. En iedere leraar weet ook dat er gespiekt wordt als je niet voldoende oplet.
Kortom hoe gaan we het tekort aan kennis, inzicht en toezicht bij onze politici oplossen zodat er een evenwichtige besluitvorming kan plaatsvinden? Het algemeen belang vraagt om onafhankelijke instituties.
We hebben daarom een zgn onafhankelijke DNB en een onafhankelijk CPB, maar deze instituties zijn inmiddels gekaapt middels politieke benoemingen. Dus hoe komen we weer aan onafhankelijke instituties met voldoende financiële middelen om het algemeen belang te dienen?
Co Pater 7
Tijd om de macht weer terug te veroveren.
Rikkie 7
Co PaterKan er geen filter door FTM worden geplaatst om taal en stijlfouten te weren? Of een toelatingsexamen beheersing Nederlandse taal? Terug te veroveren is een contaminatie. En allang al is ook een stijlfout.
Tasco Alblas 1
Mijn meest primaire reactie zou zijn: 'waarom wordt dit niet verboden'. Maar dan zouden politici dus zichzelf een verbod opleggen (om innige contacten met hierboven genoemde clubs te onderhouden). Gaat het ook niet worden dus.
Dan toch maar aandelen gaan kopen in plaats van naar het stemhokje gaan om iets te bewerkstelligen in NL/Europa ?
Elmar Otter 6
Tasco AlblasIk zie meer in transparantie op dit vlak.
Sanne te Meerman 1
Elmar OtterZo zullen bedrijven willen weten wat voor soort opleidingen er zijn om goed personeel te vinden, en zullen ze hier invloed op uit willen oefenen. Begrijpelijk, maar het waardeconflict is of die vaardigheden die, bijvoorbeeld een Microsoft, zoekt in lijn zijn met andere en grotere belangen. Dus als Microsoft veel juristen wil omdat ze hun intellectueel eigendom effectief willen beschermen, staat dat op gespannen voet met bijvoorbeeld het investeren in software-ontwikkelaars die juist met open-source software een alternatief voor kantoorsoftware van Microsoft willen bouwen om te veel afdracht van de NL-overheid aan Intellectueel eigendom voor Microsoft producten te voorkomen.
Dit sluit aan bij een punt dat ik vaker probeer te maken in mijn opmerkingen: als FTM z'n eigen (ik schat voornamelijk linkse) uitgangspunten teveel laat doorschemeren of er niet boven staat, dan wordt het lastiger om steeds de waardeconflicten boven tafel te krijgen. Door je eigen vooringenomenheid over de juistheid van je eigen waarden zie je niet helder de achterliggende waarden van de 'opponent'.
Timo Slinger 2