Wie betaalt? En wie bepaalt? FTM zoekt uit hoe de politieke worst écht gedraaid wordt. Lees meer

Leven we in een lobbycratie of is lobbyen een wezenlijk element van een gezonde democratie? Zeker is dat de lobbywereld wordt gezien als een zeer invloedrijke factor in ons politiek bestel, maar beschrijvingen van die wereld komen doorgaans niet verder dan het woord ‘schimmig’. Follow the Money wil daar verandering in brengen en duikt de lobbywereld in om te zien hoe de worst écht gedraaid wordt.

160 artikelen

Belastingontwijking: leuker kunnen ze het op de Zuidas niet maken. Wel makkelijker. Lees meer

Er bestaat een wereld waarin iedereen die iets te verbergen heeft, geld kan oppotten en ongestoord kan uitgeven, zonder ooit gepakt te worden.

 

Schrijver en journalist Oliver Bullough doopte deze wereld ‘Moneyland’ en schonk ons daarmee een fantastisch concept om de schimmige offshore-wereld beter te begrijpen. Follow the Money zoekt uit welke rol Nederland speelt bij het doorgeleiden van schimmige en ongeoorloofde geldstromen. Welke bankiers, fiscalisten en advocaten steken corrupte regimes, fraudeurs en oligarchen de helpende hand toe?

68 artikelen

© Follow the Money

Zuidas-advocaten kunnen doorgaan met hun omstreden maar lucratieve fraudeonderzoeken

Op fraudeonderzoek door advocatenkantoren is felle kritiek. Toch mogen ze zulke interne bedrijfsonderzoeken blijven doen, blijkt uit een uitspraak van de tuchtrechter. Er gelden nieuwe voorwaarden, maar die effenen voor de grote Zuidaskantoren het pad om hun lucratieve onderzoekspraktijk voort te zetten – nu met het stempel ‘onafhankelijk’.

0:00
Dit stuk in 1 minuut
  • Interne bedrijfsonderzoeken door advocatenkantoren zijn omstreden. Keer op keer blijken onderzoeken naar misstanden bij ondernemingen – ondanks pretenties – niet onafhankelijk te zijn. Bovendien zijn de onderzoeksresultaten vaak vooral gericht op het uit de wind houden van de opdrachtgever: het frauderende bedrijf.
  • Justitie juichte zulke onderzoeken toe, want een ‘zelfmelding’ van de fraude op basis van een intern bedrijfsonderzoek bespaart het Openbaar Ministerie veel werk.
  • Toch heeft de tuchtrechter eind vorige maand de regels aangescherpt voor bedrijfsonderzoeken door advocatenkantoren. Maar dat is geen aderlating voor hun lucratieve onderzoekspraktijk. De Zuidas kan met nieuw elan aan de slag.
  • Kamerlid Michiel van Nispen (SP): ‘We moeten dat zelfonderzoek verbieden. Advocaten zijn hier niet geschikt voor.’
Lees verder

‘Tuchtrechter legt advocaten met lucratieve onderzoekspraktijk aan banden,’ kopte Het Financieele Dagblad vorige week. NRC duidde een uitspraak van de tuchtrechter met woorden van gelijke strekking.

Op de Amsterdamse Zuidas – thuisbasis van de grote advocatenkantoren – was het groot nieuws. Want voor De Brauw, NautaDutilh, Houthoff, Stibbe, Allen & Overy en Van Doorne zijn ‘onafhankelijke’ feitenonderzoeken naar misstanden bij bedrijven big business.

Een van de meest in het oog springende zaken is het onderzoek van Van Doorne naar seksueel misbruik bij de producent van het televisieprogramma The Voice of Holland. Dat leidde begin dit jaar tot een storm van kritiek: hoe kan zo’n onderzoek onafhankelijk zijn als de televisieproducent de rekening van het advocatenkantoor betaalt?

Nieuw elan

Vraag is of de tuchtrechter nu inderdaad de bodem onder het verdienmodel heeft weggeslagen. Het lijkt er niet op dat de betrokken partners veel nachtrust verliezen vanwege het nieuws. Sterker nog, de Zuidas kan de praktijk met nieuw elan voorzetten.

Maar eerst: Waarom is er zoveel kritiek op zulke onderzoeken? De publieke aandacht voor witteboordencriminaliteit is toegenomen, en bestuurders en commissarissen willen niet het risico lopen van een onverwachte inval door justitie. Of hoge straffen. Daarom worden advocaten de laatste jaren vaker ingehuurd door een bedrijf waar mogelijk is gefraudeerd, in sommige gevallen zelfs door de bestuurders die er persoonlijk bij betrokken zijn. Met de zogenaamd onafhankelijke onderzoeksresultaten doen de bedrijven vervolgens een ‘zelfmelding’, met het oog op het beperken van de schade.

Partijdige advocaten hebben invloed op de reikwijdte van een onderzoek, en dat is onwenselijk

Het belangrijkste bezwaar: advocaten zijn in beginsel niet onafhankelijk. In de eerste plaats dienen zij de belangen van hun cliënt. Daartoe zijn ze verplicht volgens hun eigen beroepsregels

Bovendien bestaat het risico dat advocaten hun verschoningsrecht misbruiken om misstanden onder het tapijt te vegen, en dat ze het OM een vertekend (lees: gunstig) beeld geven van strafbare gedragingen van hun cliënten. Partijdige advocaten hebben zo flink wat invloed op de reikwijdte van een strafrechtelijk onderzoek. En dat is onwenselijk, stellen veel critici, waaronder de Kamerfracties van D66 en de SP

Dubbele petten

Daar komt bij dat advocaten bij interne onderzoeken vaak een dubbele pet op hebben: ze staan het bedrijf gelijktijdig bij in andere kwesties. Hoe kun je dan nog ‘onafhankelijk’ opereren?

Justitie zag jarenlang het probleem niet van deze vorm van privatisering van de opsporing. Dat duurbetaalde juristen het Openbaar Ministerie (OM) werk uit handen nemen, juichte justitie zelfs toe.

Controversiële onderzoeken

The Voice of Holland

Advocatenkantoor Van Doorne doet in opdracht van ITV, producent van The Voice of Holland, onderzoek naar mogelijke misstanden bij dat programma. Na aankondiging van dat onderzoek, barstte begin dit jaar een storm van kritiek los. Van Doorne zou niet onafhankelijk zijn en bovendien zouden de advocaten niet geëquipeerd zijn voor zo’n gevoelige zedenzaak. Vervolgens kwam de advocaat die het onderzoek leidde ook onder vuur. Tijdens een onderzoek dat ze deed voor adviesfirma EY zou ze gedragsregels voor advocaten hebben geschonden. Deze advocaat onderzocht in 2020 een interne klokkenluidersmelding over een schending van de Mededingingswet door een partner van EY. Niet de partner, maar de klokkenluider is daarna ontslagen. De klokkenluider heeft advocatenkantoor Van Doorne inmiddels aansprakelijk gesteld voor zijn schade. 

Keolis

In mei 2020 onthulde Follow the Money op basis van interne bronnen bij het ov-bedrijf Keolis dat er fraude is gepleegd bij de aanbesteding van de vervoersconcessie IJssel-Vecht. Keolis had side letters ingezet om heimelijke afspraken te maken met de leveranciers van elektrische bussen, met als doel om de concessie ter waarde van 900 miljoen euro binnen te halen. Toen de topman van Keolis daar lucht van kreeg, schakelde hij het advocatenkantoor Kennedy Van der Laan in om onderzoek te doen. Keolis was nog geen klant van het kantoor. Ook lichtte de topman het Openbaar Ministerie mondeling in over het onderzoek. Hoewel de side letters frauduleus zijn, deed het bedrijf geen aangifte. Het rapport dat gedeeld werd met de drie betrokken provincies legde de schuld bij een laaggeplaatste manager. De top kwam ermee weg en strafrechtelijk onderzoek bleef uit.

SBM Offshore

Begin 2014 kwam naar buiten dat het Schiedamse miljardenconcern SBM Offshore op grote schaal buitenlandse officials had omgekocht, in ruil voor opdrachten. De bedrijfstop zou van de omkoping hebben geweten. De Brauw kreeg opdracht voor een bedrijfsonderzoek dat de basis vormde voor een latere schikking van 240 miljoen dollar tussen SBM en het Openbaar Ministerie. Volgens de klokkenluider in de affaire bleef juist vanwege het onderzoek door De Brauw allerlei belastende informatie onder de pet. Alle bevindingen die SBM deelde met zijn huisadvocaat bleven namelijk geheim dankzij het verschoningsrecht, dat bepaalt dat alles wat zich afspeelt tussen cliënt en advocaat in beginsel vertrouwelijk is. Dat SBM sprak van ‘onafhankelijk, extern onderzoek’ is ‘op z’n minst in potentie misleidend en daarom ongewenst’, zo bepaalde het Gerechtshof in 2021. ‘Het grote (niet juridisch geschoolde) publiek zal bij een [...] onafhankelijk onderzoek niet bepaald denken aan een onderzoek dat (mede) wordt uitgevoerd door iemand die als advocaat door de betrokkene is ingeschakeld om dat onderzoek te verrichten.’

Imtech

In 2013 dreigde installatiebedrijf Imtech failliet te gaan. Het concern had tientallen miljoenen moeten afboeken op frauduleuze bouwprojecten. Onduidelijk was hoe groot de problemen waren. Om overeind te blijven moest het bedrijf 500 miljoen euro ophalen bij beleggers. Daarom huurde Imtech het advocatenkantoor De Brauw in en deelde dienst onderzoeksrapport om 'publiekelijk verantwoording af te leggen'. Dat was doeltreffend: de markt was gerustgesteld en de claimemissie een succes. Twee jaar later ging Imtech alsnog failliet. Curatoren van Imtech hebben het rapport als 'inhoudelijk onjuist, onvolledig en te rooskleurig' bestempeld. Zij stelden dat de advocaten van De Brauw, dat bij Imtech ook nog eens miljoenen verdiende als adviseur, ervoor kozen 'de werkelijke problemen bij Royal Imtech niet te onthullen'. De kwestie is uitgemond in een tuchtprocedure tegen twee voormalige advocaten van De Brauw.

NS

De Brauw kwam ook in opspraak door het onderzoek naar fraude bij een dochterbedrijf van NS, dat in 2015 openbaar werd. De Brauw concludeerde dat NS-topman Timo Huges van niets wist – een claim die later twijfelachtig bleek. Huges moest alsnog opstappen. De betrokken advocaat werd door de tuchtrechter berispt wegens nalatigheid. Zo was er geen hoor- en wederhoor toegepast. Later deed de NS-directie opnieuw een beroep op De Brauw toen mededingingsautoriteit ACM een onderzoek instelde naar deze affaire. Ook stond De Brauw NS bij in de ontslagzaken als gevolg van het onderzoek, onder dat van de voormalig topman.

Lees verder Inklappen

Een (zoveelste) wake up call was een illegale fiscale Cyprus-constructie die accountants- en belastingadvieskantoor Baker Tilly aan behangondernemer Coen Klawer had verkocht. Deze kwestie leidde eind juli tot de uitspraak van de tuchtrechter en nieuwe spelregels voor ‘advocaat-onderzoekers’. 

Toen de Belastingdienst de belastingontwijking op advies van Baker Tilly op het spoor was gekomen, schakelde het accountantskantoor advocaten in van NautaDutilh voor een ‘onafhankelijk’ onderzoek. Maar de Nauta-onderzoekers namen niet de moeite wederhoor toe te passen bij Klawer en lieten feiten weg die voor hun opdrachtgever Baker Tilly onwelgevallig waren. Hun onderzoek was er vooral op gericht geweest om Klawer, de klant van Baker Tilly, onder de bus te gooien. Baker Tilly beweerde dat het de behangondernemer zelf was die met het initiatief kwam voor de belastingconstructie via Cyprus.

Dat werkte. 

De nieuwe uitspraak betekent dat een malverserend bedrijf niet meer bij zijn vaste ‘huisadvocaat’ terechtkan

Eind 2014 kwam hun gemankeerde onderzoeksrapport terecht bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Fiod. Klawer kreeg een navordering van 800.000 euro en Baker Tilly wist te schikken voor 20.000 euro. Volgens het OM was die schikking passend omdat het kantoor ‘zichzelf heeft gemeld bij het OM, de feiten erkent en maatregelen genomen heeft’. 

De zaken tegen de betrokken adviseurs van Baker Tilly werden snel geseponeerd, de verdenking jegens Klawer hield nog jaren aan, totdat het OM de zaak in 2020 liet varen. Het OM deed zelf geen onderzoek, maar maakte gebruik van de resultaten van NautaDutilh. 

Klawer klaagde bij de Amsterdamse deken (lokale toezichthouder) Evert-Jan Henrichs over de advocaten van Nauta. Eind 2021 diende Henrichs vervolgens een tuchtklacht in bij de Raad van Discipline. Het onderzoek was volgens hem niet onafhankelijk geweest. Immers: NautaDutilh stond Baker Tilly tegelijkertijd ook bij met juridisch advies over de afhandeling van de kwestie. Bovendien was het onderzoek volgens Henrichs onzorgvuldig uitgevoerd. 

Meer shoppen op de Zuidas 

De Raad van Discipline bepaalde eind juli dat advocaten die onderzoek doen voor ‘extern gebruik’ niet ook ander werk in een 'gerelateerde kwestie' voor dezelfde opdrachtgever mogen verrichten. Extern gebruik betekent dat de resultaten worden gedeeld met bijvoorbeeld het OM en dat het onderzoek moet worden uitgevoerd volgens zorgvuldigheidsnormen als het toepassen van hoor- en wederhoor, en het vermelden van alle ‘relevante feiten’. Dan pas is er ruimte voor een ‘onafhankelijkheidsclaim’, zoals de Raad het noemt.

Het gevolg is dat een malverserend bedrijf niet meer bij zijn vaste ‘huisadvocaat’ terechtkan voor een onderzoek voor extern gebruik, zegt hoogleraar advocatuur Diana de Wolff (UvA). 'Het moet op zoek naar een ander kantoor. Er komt dus geen einde aan deze praktijk.’

Bedrijven moeten wat meer shoppen, tenminste: als de huisadvocaat ook adviseert of adviseerde in de kwestie die onderzocht moet worden. Maar dan kan het onderzoek wel het stempel ‘onafhankelijk’ dragen. In principe blijft de markt voor bedrijfsonderzoek even groot. De Wolff concludeert dan ook: 'Dit is geen aderlating voor de advocatuur.'

Volgens de hoogleraar is de uitspraak van de tuchtrechter ‘logisch’. Zij vindt dat advocaten kunnen opereren in verschillende rollen: ‘Als een klant wil dat een advocaat objectief onderzoek doet, dan kan dat. Dat moet je dan vastleggen.’

Kernwaarden

Dat stelt ook Evert-Jan Henrichs, de Amsterdamse deken die de tuchtzaak aanspande. Desgevraagd zegt hij: ‘De opdrachtverlening zal de rol van de advocaat afdoende moeten vastleggen. Je kan dan denken aan vrijheid voor de advocaat-onderzoeker als het gaat om de inrichting en uitvoering van het onderzoek, geen instructies van de opdrachtgever, opdrachtgever “schrijft niet mee” met het rapport, en dergelijke.’ 

De uitspraak zegt niets over het verschoningsrecht, terwijl advocaten juist dat privilege in stelling brengen om lastige feiten te verhullen. Henrichs zegt dat ook deze kwestie in de opdrachtverlening thuishoort: ‘Bij onderzoek voor extern gebruik zal de advocaat in beginsel – maar steeds in overleg met zijn cliënt – uitzonderingen maken op zijn geheimhoudingsplicht.’

In de praktijk zullen de nieuwe spelregels nauwelijks een hindernis vormen

Helemaal afstappen van partijdigheid kan volgens de deken niet. ‘Maar het gaat ook niet om (volledig) afstand doen, het gaat erom hoe de twee kernwaarden partijdigheid/onafhankelijkheid zich verhouden en dat verschilt per zaak: bij de klassieke procesadvocaat staat partijdigheid voorop en speelt onafhankelijk een veel minder grote rol, als (‘onafhankelijk’) advocaat-onderzoeker is dat omgekeerd.’ 

De deken vindt dat ‘advocaat-onderzoekers’ er daarom verstandig aan doen het stempel ‘onafhankelijk’ niet, of alleen voorzien van de nodige kanttekeningen, te gebruiken. ‘Je ziet in ieder geval dat het “stempel” in de discussie over dit soort onderzoeken door advocaten, een grote (misschien wel te grote) rol speelt.’ 

Piketpalen voor de Zuidas

Deken Evert-Jan Henrichs is afkomstig van Zuidaskantoor De Brauw, dat zelf ook goed verdient aan onderzoeken ‘voor extern gebruik’ (zie kader hierboven). Op het eerste gezicht lijkt de tuchtzaak tegen NautaDutilh daarom een dapper schot in eigen voet – de uitspraak heeft immers ook gevolgen voor De Brauw. 

In de praktijk zullen de nieuwe spelregels hoogstwaarschijnlijk nauwelijks een hindernis vormen voor de onderzoekspraktijk: de controverse over corporate investigations kan erdoor verdwijnen en de onderzoeker-advocaat mag zich tooien met de veren van ‘onafhankelijkheid’. Dat de frauderende opdrachtgever de rekening betaalt, blijft evenwel een probleem.

Follow the Money vroeg aan Henrichs waarom hij vindt dat bedrijfsonderzoeken bij advocaten thuishoren. Hij ontkent dat hij deze opvatting heeft: ‘Het zijn de cliënten die kiezen voor de een of de ander (of een combinatie). Er zijn nu eenmaal onderwerpen die zich meer lenen voor onderzoek door (forensisch) accountants, en onderwerpen die zich meer lenen voor onderzoek door advocaten, bijvoorbeeld als de uitkomst van feitenonderzoek ook juridisch moeten worden geduid. Je ziet overigens vaak dat dit soort onderzoeken gezamenlijk (bijvoorbeeld door accountants én advocaten) wordt gedaan.’

‘We moeten dat zelfonderzoek verbieden’

Op verzoek van de Kamer doet het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) onderzoek naar ‘zelfmelding’ van witteboordencriminaliteit door bedrijven. Centraal daarin staat de ‘betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de resultaten van dergelijk zelfonderzoek voor opsporingsinstanties’. Deze WODC-studie vormt mogelijk een opmaat naar extra regels voor de advocatuur.

Kamerlid Michiel van Nispen (SP) houdt zich al jaren met de materie bezig. Vooruitlopend op conclusies van het WODC vindt hij dat de nu nieuw ingevoerde spelregels onvoldoende zijn. ‘We moeten dat zelfonderzoek verbieden. Advocaten zijn hier niet geschikt voor.’