Algemene Politieke Beschouwingen: de bedrieglijke retoriek van Rutte
Afgelopen week waren de Algemene Politieke Beschouwingen in de Eerste Kamer. Senator Kees de Lange legt uit dat minister-president Rutte daar retoriek bedreef over de pensioenproblematiek.
Op dinsdag 14 oktober hield de Eerste Kamer de jaarlijkse Algemene Politieke Beschouwingen. Nu zijn algemene beschouwingen zelden echt verhelderend of stimulerend, maar het huidige kabinet maakt het wel erg bont. Omdat Mark Rutte zich verzekerd weet van steun van zijn coalitie die veel te verliezen heeft bij een kabinetscrisis, en van de kruimelvegers van de gemankeerde oppositie die hun eigen beperkte idee over parlementaire controle hebben, was van een echt debat geen sprake. De resterende oppositie kon evenmin een vuist maken, en zo werd de tijd tot laat in de avond gedood.
Dansen op de vulkaan
Doordat de spreektijd werd toegemeten volgens de grootte van de fractie, was voor mijn bijdrage acht minuten beschikbaar. Niet veel, maar genoeg om twee zaken aan de orde te stellen. Allereerst de enorme zorgen rond de financieel-economische en monetaire situatie in de eurozone. Mijn recente column “De euro: een historisch drama in tien bedrijven”, was hiervoor een prima uitgangspunt. In eerste termijn verkoos Rutte mijn vraag te negeren. In tweede termijn, toen zwijgen niet langer kon, verwees hij het hele zaakje zonder ook maar ergens op in te gaan naar een toekomstig debat met Jeroen Dijsselbloem.Rutte negeert kritische vragen over de financieel-economische en monetaire situatie eurozoneIn de tussentijd is het “dansen op de vulkaan” en voelen we de uiterst onaangename hitte al door onze voetzolen. De beurspaniek van de dag na het debat kon niet op een veelzeggender moment komen. Maar het kabinet zwelgt in onbegrijpelijke zelfverheerlijking, waarbij elk serieus probleem tot welkome uitdaging gebombardeerd wordt. De tweede kwestie waar ik mijn pijlen op gericht heb, waren uitspraken gedaan door de minister-president op 17 en 18 september 2014 bij de Algemene Politieke Beschouwingen in de Tweede Kamer. Dat onder dit kabinet de positie van onder meer ouderen –maar van hen niet alleen- ieder jaar zorgwekkender wordt, is velen niet ontgaan, maar wordt door het kabinet bestreden. De minister-president deed dat op de volgende onnavolgbare wijze: “Werknemers raakten hun baan kwijt, zzp'ers verloren opdrachten, jongeren kwamen niet aan de slag en, inderdaad, ouderen werden gekort op hun pensioen. Dat deelden we in Nederland. Tegelijkertijd is de inkomenspositie van ouderen in de afgelopen twee decennia verbeterd ten opzichte van die van huishoudens van personen onder de 65 jaar. Tussen 1990 en 2012 is het inkomen van ouderen gestegen met 25%, terwijl het inkomen van huishoudens van personen tussen de 45 en 65 jaar is gestegen met 14%. Het is dus 25% versus 14%.”
Retoriek
Dit is Rutte-retoriek en dat zal ik u duidelijk maken. De bedoeling van deze opmerking van Rutte is overduidelijk de zaken mooier voor te stellen dan ze zijn.Rutte stelt de zaken mooier voor dan ze zijnDe minister-president suggereert hiermee namelijk dat alle ouderen, dus ook alle individuele ouderen, er per 2012 beter op geworden zijn, omdat het gemiddelde inkomen tussen 1990 en 2012 met 25 % gestegen zou zijn. Nog los van de geldontwaarding gedurende deze ruim 20 jaar zal ik aantonen dat aan deze redenering een ernstige denkfout ten grondslag ligt, en wel de volgende. Stel het is 1990 en we hebben twee even grote groepen gepensioneerden. De ene groep heeft een pensioeninkomen van 8000 euro, de andere groep van 12000 euro. Het gemiddelde pensioeninkomen voor de gehele groep is dus 10000 euro. In die tijd was er nog een relatief grote groep gepensioneerden die nauwelijks voor het pensioen gespaard had, en dus een betrekkelijk laag pensioeninkomen had. We gaan nu richting 2012. De oudste groep gepensioneerden met het laagste pensioeninkomen sterft langzamerhand uit, en nieuwe cohorten treden toe tot de rangen van de gepensioneerden. Echter, een pensioen van 12000 euro is in 2012 niet langer haalbaar, door het jarenlang ontbreken van indexering en door kortingen op de nominale pensioenen. Het pensioen voor deze nieuwe cohorten wordt nu zeg 11000 euro. Ook de cohorten uit 1990 die in 2012 nog leven hebben niet langer een pensioen van 12000 euro, maar dat is teruggelopen, zeg ook tot 11000 euro.
Rutte maakt denkfout door onjuiste aannameGemiddeld is in 2012 het pensioen voor de hele groep dus 11000 euro. We zien derhalve aan de hand van dit eenvoudige maar niet onrealistische rekenvoorbeeld dat het zeer goed mogelijk is dat gepensioneerden er als groep GEMIDDELD op vooruitgaan (van 10000 naar 11000 euro in dit voorbeeld), maar er INDIVIDUEEL toch aanzienlijk op achteruitgaan (van 12000 naar 11000 euro). De denkfout zit natuurlijk in de onjuiste aanname van de minister-president dat de gemiddelden in 1990 en 2012 berekend zouden zijn over dezelfde groep individuele gepensioneerden. In feite zijn oude cohorten uitgestorven en vervangen door nieuwe. Als ik kennis neem van een dergelijke gebrekkige en misleidende voorstelling van zaken, begin ik de toenemende roep om investeringen in beter onderwijs te begrijpen.
5 Bijdragen
Apekool
Het sloopbeleid van de huidige coalitie mag dan ook niet meer verrassen - pensioenregels gesloopt, huizenmarkt (nog verder) gesloopt, arbeidsmarktpositie van werknemers gesloopt, oliedom energiebeleid, status quo in de te dure gezondheidszorg. Defensie, politie en justitie waren al stuk dus daar viel geen eer meer te behalen.
In Brabant kan ik helaas niet stemmen zodat ik bij de OSF uitkom...
bps
De Staten Generaal telt in totaal 225 “controlerende parlementariërs”.
Dat zijn 1800 manuren per dag, 9000 manuren per week en 360.000 manuren per jaar.
Jonger
Boer breekt klomp
Dennis Groenendijk
Uit u artikel blijkt dat er kennelijk iemand in Nederland nog slechter is in rekenen dan Rutte en dat bent u. Investeringen in het onderwijs zijn kennelijk al heel veel langer hard nodig. De minister maakt een vergelijk tussen de gemiddelde inkomensstijging van 14% voor mensen tussen 45-65 jaar en 25% voor mensen van 65 jaar en ouder tussen 1979 en 2012. Hij rekent hier niet, maar herhaalt gegevens.
Gegevens die u overigens niet in twijfel trekt. Ja dit zijn gemiddelde hetgeen betekent dat ze niet voor een ieder in dezelfde mate gelden. Het zijn leeftijdscategorieën en het gaat daarom niet over dezelfde
individuen bij het begin, als bij het eind van de reeks, maar dat
geldt voor beide categorieën. Hetzelfde geld voor inflatie, ook die
is voor beide leeftijdscategorieën in dezelfde periode gelijk.
Uw arbitraire opdeling in twee groepen gepensioneerde waarover dan een gemiddelde berekend wordt voegt niets toe. Het gemiddelde over de gehele groep werkt prima en is nog steeds een gemiddelde. Wat er kennelijk wel in verstopt zit is uw claim dat in het laatste deel van de periode 1979-2012 gepensioneerden zijn toegetreden die slechter af zijn. Dat zou goed kunnen. In 2008 was er een wereldwijde economische crisis. Echter wat u niet aantoont is dat deze groep slechter af was dan de mensen in de leeftijdscategorie 45-65 in dezelfde periode. Dan had u simpel kunnen zeggen dat de premier een verkeerde of te lange periode probeert te vergelijken met betrekking tot de huidige problemen. Of met wat meer humor dat de premier voor zijn geboorte uit probeert te regeren. Echter de cijfers van deze periode geven u ook geen soelaas. Ook in de beperktere perioden waren gepensioneerden niet slechter af
dan mensen in de leeftijdscategorie 45-65.
Wat er overblijft is uw standpunt dat het een schande is dat gepensioneerde er op achteruit kunnen gaan, kennelijk ongeacht of deze achteruitgang ook geldt voor de rest van de populatie, of zelfs groter is in de re