
Jan Kuitenbrouwer kapt een pad door de online jungle. Lees meer
2018 was het jaar van de Grote Internet Ontnuchtering. Voor het eerst zagen we de techindustrie met haar datahonger als een Godzilla, die dreunend onze privacy vermorzelt. Jan Kuitenbrouwer signaleert een kentering en kapt tweewekelijks een pad door de online jungle.
Voor wie de klok tikt: Trumps handelsoorlog tegen Chinese tech-bedrijven
De comeback van de corona-app
Zuckerberg moet kiezen uit twee kwaden
Trumps brandweerwagen
In het beloofde land doen we alles op afstand
Hippe Hugo en de appathon
Technoangst is een slechte raadgever
Gezondheid in ruil voor vrijheid
Staatsgreep in cyberspace
De liegrobots komen!
Als de vos de passie preekt
Vorige week vond in het parlement een hoorzitting plaats over de vraag hoe wij het internet kunnen reguleren, of beter gezegd: hoe we Big Tech kunnen reguleren. Er werd veel gezegd, maar er kwam weinig uit. Jan Kuitenbrouwer was erbij.
9 maart 2000. Bill Clinton, president van de VS, houdt een toespraak over Amerika’s verhouding met China. De vrijheid van meningsuiting kan niet ontbreken als thema. Daarmee is het slecht gesteld in China, maar, voorspelt Clinton, dat zal snel veranderen: dankzij internet. ‘Het staat buiten kijf dat China pogingen doet om het internet onder de duim te krijgen,’ zegt Clinton. ‘Nou, ik wens ze veel succes – je kunt nog beter proberen om drilpudding aan de muur te spijkeren!’ Iedereen lacht, applaus, en Clintons claim, dat het internet niet gereguleerd kan worden, wordt een opinion chic.
29 juni 2016: Foreign Policy brengt een portret van Lu Wei, de internet-tsaar van China (Head of the Central Leading Group for Cyberspace Affairs), die het internet in vijf jaar volledig onder de controle van het Centraal Comité had gebracht. Kop: ‘De man die drilpudding aan de muur spijkerde’.
Woensdag 15 mei 2019: In het Nederlandse parlement vindt een hoorzitting plaats, ‘Datasamenleving en democratie’, over de vraag: hoe reguleren wij het internet? Want zoals Lu Wei had bewezen, was Clintons claim onzin. Het internet is weliswaar een decentraal netwerk, eerder een spinnenweb dan een wiel, maar het blijft een weefsel van lijnen, en lijnen kun je doorknippen. Daar kon bij ons in het westen natuurlijk geen sprake van zijn, dus in zekere zin leverde China het ongerijmde bewijs van Clintons claim: het reguleren van internet staat gelijk aan het inperken van burgerrechten – zie China. Dus wij lieten het met rust. Maar toen kwam het moment dat het internet zelf onze burgerrechten bleek te schenden. Niet die neoliberaal gedemoniseerde, innovatie fnuikende, vooruitgangsvijandige overheid, maar de tech-sector zelf, inmiddels uitgegroeid tot een corporate big brother met extreem veel macht en extreem weinig transparantie en rekenschap. En het denken kantelde: tijd dat de echte overheid zich ermee gaat bemoeien. Maar hoe?
De hoorzitting was het initiatief van Lodewijk Asscher (PvdA) en Nevin Özütok (GroenLinks); van de overige partijen waren alleen CU, VVD en D66 vertegenwoordigd. Genodigden waren experts uit overheid, ngo’s, wetenschap, bedrijfsleven en media. Het was een boeiende middag. De vraag: hoe kan de politiek een democratische datasamenleving waarborgen?
Sommige gemeenten kunnen door een vendor lock-in niet eens over hun eigen data beschikken
Er waren verzoeken: voor het standaardiseren van datasystemen voor alle gemeenten, bijvoorbeeld. Het geschetste beeld van de huidige situatie – nul standaardisering – doet het ergste vrezen voor een toekomstig ict-debacle zoals bij de politie of de rechtbanken. (Sommige gemeenten kunnen door een vendor lock-in niet eens over hun eigen data beschikken!) Anderen pleitten voor duidelijke regels. Een vertegenwoordiger van de gemeente Eindhoven sprak van een ‘machteloos gevoel’: ‘Wij hebben de digitalisering van de publieke ruimte niet onder controle. Wij kunnen de rechten van de digitale burger niet waarborgen, zoals van de analoge.’ ‘De nieuwe Mark Zuckerberg zit nu op de campus iets uit te vinden en over tien jaar krijgt hij 5 miljard boete, omdat er geen regels waren.’ ‘Nu lijkt niemand zich verantwoordelijk te voelen voor het geheel,’ zei iemand van de VNG. ‘We hebben de taal en de governance nog niet voor deze materie. Dit zijn echt politieke vraagstukken.’
Er waren boeiende bespiegelingen. Van Anna Gerbrandy, hoogleraar mededingingsrecht, over wat ‘marktmacht’ in het geval van de grote tech-platforms eigenlijk betekent. Zij hebben niet alleen macht over het productaanbod, zij hebben ook macht over je leven, over je identiteit. Dat overstijgt het ‘vertrouwde mededingingsrecht, en is lastig om te zetten in wetgeving. Sander Klous, hoogleraar big data ecosystems for business and society, wees op de toenemende macht van het algoritme, en vroeg zich af hoe het gebruik van algoritmen te reguleren en controleren is. Als partner van KPMG denkt hij aan een regime vergelijkbaar met de accountancy. Accountants mogen niet alleen financieel onder de motorkap van een bedrijf kijken, maar ook naar de onderliggende technologie. José van Dijck, hoogleraar media en digitale samenleving, waarschuwde voor de uitholling van het publieke karakter van onze instituties, scholen, ziekenhuizen, de civic society, naarmate zij meer afhankelijk worden van technologie die in handen is van de particuliere sector.
Er waren waarschuwingen. Als geografische data gecombineerd worden met kunstmatige intelligentie, beide vrijwel geheel in handen van private partijen, ontstaat een krachtig en gevaarlijk instrument voor manipulatie, legde een geodata-expert uit. Daar moet beleid voor komen, maar er is niet eens debat over. Het midden- en kleinbedrijf waarschuwde tegen ‘bazooka’-regulering, brede, zware regels die voor de mega-platforms geen probleem zijn, die hebben immers geld genoeg, maar voor startups en kleine bedrijven een te zware last vormen.
Na die laatste opmerking knikten vertegenwoordigers van Facebook en Google instemmend: ziet u wel, regulering is een slecht idee. Zo haalde het kleinbedrijf voor Big Tech de kastanjes uit het vuur. Zij zeggen graag dat regulering voor hén eigenlijk geen probleem is, en zelfs wenselijk. Maar achter de schermen ageren ze er fel tegen, bij monde van een immer groeiend leger lobbyisten, vaak afkomstig uit de politiek (zoals de afgevaardigde van Google, Arjan El Fassed, die eerder Kamerlid voor GroenLinks was).
En er waren beschuldigingen. In de gespreksronde ‘Samenleving’ met name, toen de toon grimmiger werd. Betogen van Marleen Stikker van De Waag, over het borgen van publieke waarden bij technologische vernieuwing, en Hans de Zwart van Bits of Freedom, over het vormen van een tegenmacht tegen de dominantie van Big Tech (waarom waren er geen mensen uit de open source-wereld?). Maurits Martijn van De Correspondent vroeg zich af waarom Facebook en Google überhaupt waren uitgenodigd. Bedrijven die het publieke belang aan hun laars lappen en rijk worden door de verkoop van onze persoonlijke data? (Eh… dacht ik, omdat ook zij deel uitmaken van de samenleving? En je als politicus ook hen wel eens aan de tand wil voelen?)
Is de aandachtsspanne van de politiek lang genoeg om degelijk beleid te kunnen ontwikkelen?
‘Verkoopt Facebook in Nederland nu wel of geen data,’ wilde Lodewijk Asscher weten.
‘Nee,’ zei Facebook-vertegenwoordiger Haveman. En trouwens, dat de techbedrijven van kwade wil zijn, wilde hij met klem tegenspreken.
‘Dat zijn ze wel,’ zei Marleen Stikker. ‘Niet voor niets noemde Mark Zuckerberg de eerste Facebook-gebruikers ‘dumb fucks’.
De toon is duidelijk veranderd, constateerde Kamerlid Tobias van Gendt (VVD) geamuseerd.
Toen mijn spreekbeurt kwam was het meeste al gezegd.
Het is goed dat de politiek nu beseft dat we de datasamenleving niet op zijn beloop kunnen laten, was mijn boodschap, maar er is 25 jaar achterstallig onderhoud, dat werk je niet een-twee-drie weg. Daar is een lange adem en een grote mate van politieke staying power voor nodig. Is de aandachtsspanne van de politiek daar lang genoeg voor? Kunnen wij nu alvast de komende tien jaar afspreken een jaarlijkse reprise van dit gesprek te houden?
Tot slot waarschuwde ik: wees op uw hoede als een vos uit Silicon Valley de passie preekt. Het behoort tot de communicatiestrategie van bijvoorbeeld Facebook om te zeggen wat het publiek wil horen, en in de praktijk iets anders te doen. Wat Zuck zegt, is meestal niet wat Zuck doet. Een goed voorbeeld, die middag, was Havemans antwoord op de vraag van Asscher: ‘Nee, Facebook verkoopt geen data.’ Het is een semantisch handigheidje: als je persoonlijke data hebt die interessant zijn, en je zegt tegen een adverteerder: koop bij mij advertentieruimte, dan gebruik ik die data om voor jou precies de juiste mensen te bereiken, wat doe je dan? Strikt genomen verkoop je een advertentie, geen data. Het is de caféhouder zonder vergunning, die zegt: nee wij verkopen geen drank, wij verkopen bakjes pinda's, en daar krijg je gratis een drankje bij. Hij ‘verkoopt’ geen drank, maar hij stelt het beschikbaar en verdient daaraan.
Na de hoorzitting nam Bits of Freedom een andere uitspraak van Haveman onder de loep. Bij de Amerikaanse verkiezingen van 2016, het Brexit-referendum in Engeland en het abortusreferendum in Ierland werden op Facebook politieke advertenties geplaatst vanuit andere landen, onder andere Rusland. Dat kan nu niet meer, verklaarde Haveman. Bits of Freedom nam de proef op de som en plaatste moeiteloos vanuit Nederland advertenties voor de Duitse markt en vanuit Duitsland voor de Nederlandse.
Vandaar dus, beste Tweede Kamer, hier is een handzame vuistregel voor bij de bouw van een democratische datasamenleving: zolang Big Tech knikt en grijnst, zit u op de verkeerde weg.
19 Bijdragen
Jan Ooms 10
Reden temeer om ze goed in de gaten maar liever nog heel ‘kort’ te houden.
The devil in disguise en de wolf in schaapskleren zijn bijpassende termen.
paul Hoogendijk 8
Annemiek van Moorst 11
paul Hoogendijk"Het midden- en kleinbedrijf waarschuwde tegen ‘bazooka’-regulering, brede, zware regels die voor de mega-platforms geen probleem zijn, die hebben immers geld genoeg, maar voor startups en kleine bedrijven een te zware last vormen."
Als voormalig eigenaar en manager van een MKB kan ik dit bevestigen. Het wordt steeds duurder, is niet te betalen. Wat je kunt doen en zinnig vind, doe je ook. Ik heb toch ook het idee dat hier wat anders achter steekt.
"Na die laatste opmerking knikten vertegenwoordigers van Facebook en Google instemmend: ziet u wel, regulering is een slecht idee. Zo haalde het kleinbedrijf voor Big Tech de kastanjes uit het vuur."
Nu ja. Maurits Marijn heeft volstrekt gelijk.
Mz59 7
Dat is een zinloze vraag, want “algoritme” impliceert niets. Als ik schrijf z=x+y dan is dat ook een algoritme.
j.a. karman 5
Mz59De hoogleraar is tevens partner bij KPMG. een interessant financieel verband. https://www.accountant.nl/nieuws/2018/12/kpmg-ontwikkelt-tool-om-gebruik-algoritmen-te-toetsen/. Welk persoonlijk financieel algoritme bezigt hij?
nick 4
Mz59Het 'gebruik' van iets laat zich wel reguleren.
Wat onderscheidt een algoritme van een fiets op zodanige manier dat nu juist het gebruik van algoritmes niet te reguleren zou zijn.
(Mag ik mij een grapje permitteren? Mij dunkt de mensheid staat voor niets: Ontwikkel een algoritme die het gebruik van algoritmes reguleert.)
Peter Zwitser 9
Prima column. Als het over de grote lijnen gaat, kunt u die best goed en duidelijk weergeven.
Voor mij stond er (weer) niet zoveel nieuws in, maar dat komt stomweg omdat dit een van de terreinen is die ik toevallig vrij intensief volg.
Hoewel, dat 'n GroenLinkser nu 97 lelijke vloeken voor Google loopt te lobbyen, dat was nieuw voor me. Flexibele gewetens zitten kennelijk niet alleen bij rechts.
Marco Roepers 6
De uitvaartondernemer kan voorbijgangers niet vertellen wie de overledene is uit het oogpunt van privacy. Volgens mij zijn de privacy van overledenen heel beperkt en zou dat uit het oogpunt van de privacywetgeving wel kunnen. Dat hij het niet wil geven omdat hij dat niet kies vindt is helemaal prima, maar dat is zijn eigen beslissing en heeft met de wet niets te maken.
Ook kleinere verenigingen en dergelijke hebben een behoorlijke dobber aan de wetgeving. Mijn indruk is idd dat Big Tech veel minder problemen ermee heeft en zo komt er door de wet een dynamiek die de positie van grote bedrijven bevordert en juist de kleinere clubs belemmert.
Jan Kuitenbrouwer 5
Marco RoepersLydia Lembeck 12
Jan KuitenbrouwerJan Kuitenbrouwer 5
Lydia LembeckLydia Lembeck 12
Jan KuitenbrouwerMarla Singer 7
We kennen wel een briefgeheim en een classificatie staatsgeheim wat wettelijk beschermd is. Maar soortgelijke alternatieven in de digitale context zijn er eigenlijk niet of worden niet gehandhaafd. Wel is er sprake van het tegenovergestelde zoals een verplichting om versleutelde gegevens te ontsleutelen of het verplicht opslaan van bepaald verkeer.
Ander voorbeeld is dat de overheid geen camera en microfoon in je huiskamer mag plaatsen. Maar als je een slimme TV hebt dan heb je wel een camera en microfoon in je huiskamer hangen (die op afstand aangezet kan worden en de gesprekken via AI geanalyseerd kunnen worden.) Dat staat dan ook netjes in de handleiding als je zo'n ding koopt dat je dan gedeeltelijk je privacy opgeeft.
Het grote punt is dat de tendens is dat je als burger/consument geen grip meer hebt op welke gegevens je deelt en welke gegevens je kan opvragen. Grote tech bedrijven willen daar ook niet in voorzien want ze hebben baat bij gecreëerde schaarste en zullen dus die informatie vermarkten.
Een overheid wil ook een rem op de informatie voorziening om zo schadelijke (of 'schadelijke') bij burgers en/of bedrijven weg te houden. Dat is op zich wel begrijpelijk maar zij gaan zelf niet over de implementatie van die wetten. Die moeten worden uitgevoerd door bedrijven waarbij naleving een lastig punt is. Je kunt het vergelijken met banken die aan allerlei strenge wetten moeten voldoen maar keer op keer tegen de lamp lopen en boetes moeten betalen. Wat dat betreft is het al vaker voorgesteld dat Big Tech 'databanken' zijn waarvan hun waarde is weergegeven in Big Data waarvan zij zelf bepalen wat er bij komt en wie er mag wroeten in die berg met gegevens.
Marla Singer 7
Je komt er dus niet onderuit dat je de informatie uitwisseling op het internet zeer strikt moet reguleren waarbij burgers zelf de regie mogen houden en gesteund worden door de overheid.
Aan de andere kant zul je de bedrijven moeten verplichten zich te committeren aan democratische regels waarbij naleving ook goed geregeld is omdat de verleiding tot misbruik eenvoudig weg te groot is.
Maar het afdwingen van die zaken is voor een gemiddelde overheid extreem lastig want zij zal daarvoor gerechtelijke procedures moeten beginnen die jaren lang kunnen duren en tegen bedrijven moet procederen die met alle gemak jarenlang kunnen procederen.
Als burger weet je dan eigenlijk al dat je de sjaak bent want de overheid pakt alleen het laaghangend fruit aan en laat de rest lopen met alle gevolgen van dien.
Als je dus weerbaar wilt maken en houden zul je dus extreem goed op moeten letten wat je op het internet uitspookt en welke technische middelen je daarvoor gebruikt. Je zal verzuipen in de grote massa en zult eigenzinnig met versleuteling en alternatieve technieken moeten inlaten om nog iets van een eigen stem en visie te houden.
Hierbij wil ik iedereen op het hart drukken dat dit op de lange termijn een zaak van leven en dood kan betekenen. Niet dat u paranoïde hoeft te zijn maar let ontzettend goed op hoe u online handelt.
Een recent boekje hierover is bijv:
https://winkel.fediversum.nl/product/eerlijk-nieuws-zonder-censuur/
Niek Jansen 9
Dit zal ongetwijfeld zijn repercussies hebben op een drastische beperking van menings- en persvrijheid in het westen.
De stilzwijgendheid van de media over dit belangrijke nieuwsitem, de verraderlijke demonisering van Assange door sommige journalisten en het ontbreken van enige solidariteit met hun collega is al een voorproefje van de uitwerking van deze aanslag op de vrije pers.
Jan Kuitenbrouwer 5
Niek JansenNiek Jansen 9
Jan KuitenbrouwerMijn reactie is ook deels geiinspireerd op de inhoud van uw verhaal toen op FTM over Assange, wat u niet zal ontgaan zijn gezien mijn bijdragen aan de discussie.
Russia Today heeft altijd veel ruimte gegeven aan de bevindingen van Wikileaks en is ook nu meer dan de westerse msm zich bewust van de aanslag op de persvrijheid door de vervolging van Assange en is solidair met Assange (zie bovenstaande link).Rusland is een toevluchtsoord voor Edward Snowdon, die in 2013 tal van geheimen onthulde over de afluisterpraktijken van de Amerikaanse inlichtingendiensten. In een tweet zegt hij, dat het ministerie van justitie van de VS niet de oorlog heeft verklaard aan Wikileaks maar aan de journalistiek zelf.
RT is een belangrijk westers kritisch nieuws medium in een land overigens waar het met de persvrijheid evenzeer slecht gesteld is, maar waarom ontbreekt die solidariteit bij de westerse msm als het gaat over Assange die vele malen gelauwerd is om zijn journalistieke moed en eerder de Nobelprijs verdient, waarvoor hij overigens verschillende malen genomineerd is. In plaats daarvan zit hij nu opgesloten in een Brits Gitmo, evenals overigens Chelsea Manning , zijn ‘partner in crime’, in een Amerikaanse gevangenis wegkwijnt vanwege haar weigering tegen Assange te getuigen. Wat een moedige mensen temidden van alle journalistieke lafheid in het westen.
Het westers journaille zal in het vervolg nog gehoorzamer luisteren naar de leugens van de Amerikaanse en Britse media, incl. CNN ,Fox News en BBC.
En derhalve zal ook het wantrouwen tav de berichtgeving in de westerse media nog meer toenemen.
https://thegrayzone.com/2019/05/24/trump-charges-assange-press-freedoms-media-obama/
[Verwijderd]
Elmar Otter 6
Het is alsof wij onze spoorwegen en wegen zouden laten aanleggen door private bedrijven die bepalen wie er wel en niet overheen mogen rijden.
Al zie ik het ook niet zitten dat een platform als Facebook onder beheersing van staten zou komen te liggen. De oplossing is strakke regulering en strakke handhaving hierop.
Dat zou dan moeten gaan over privacy van personen op deze platforms moeten gaan, regels over wat er met de data van die personen en de door deze personen geplaatste content.
Verder zou een gebruiker van een platform volledige zeggenschap moeten hebben welke content hij te zien krijgt en welke content boven komt te staan.
Aangezien de platforms reclamegelden als verdienmodel hebben zouden hierop strakke regels moeten komen over de wijze waarop deze reclames getoond worden.
Verder zou veel innovatie gestoken moeten worden over de vraag hoe intellectueel eigendom beschermt kan worden. Voor commerciële content is dit al lastig, maar in Nederland is dit helemaal lastig omdat er sprake is van auteursrecht. Dat is niet alleen een technische, maar ook een juridische vraag. Als ik een tekst plaats op zo'n platform, is die tekst dan beschermd door auteursrecht of niet?
Als laatst is het internet natuurlijk volstrekt gedateerd qua mogelijkheden met betrekking tot versleuteling. Daar is het internet niet op gebouwd. Wellicht een idee om protocollen als TCP/IP en anderen te vervangen door protocollen waar versleuteling ingebakken zit?