© Boomerang

Gemeentes paaien expats met subsidie op privaat onderwijs

3 Connecties

Relaties

Amstelveen

Organisaties

Amity

Werkvelden

Onderwijs
15 Bijdragen

Gemeentes doen er alles aan om buitenlandse bedrijven en hun werknemers naar Nederland te trekken: zo worden er miljoenen euro's subsidie uitgetrokken om de wachtlijsten in het internationale onderwijs tegen te gaan. Waar komt dat geld eigenlijk terecht? FTM ging op onderzoek uit.

Als ik binnenstap, is het net alsof ik de lobby van een vijfsterrenhotel betreed. Er is een receptie en een glimmende marmeren vloer; er zitten wat mensen te vergaderen. In de voortuin ligt een grote vijver, waar twee witte zwanen in ronddobberen. Rechts tegenover de receptie hangt een grote vlag.

Het moet gezegd: de ‘Amity International School Amsterdam’ in Amstelveen ziet er strak uit. De nieuwe school is gevestigd in het monumentale Van Leergebouw; het interieur is kleurig en speels en het ruikt er fris, naar nieuw meubilair. Het enige wat ontbreekt, zijn kinderen: het doel was om in september 2017 te openen, maar die datum is niet gehaald. De officiële opening laat vooralsnog op zich wachten.

Sinds juni 2017 mag Amity — een Indiase keten van internationale scholen en privé-universiteiten — zich de huurder van het indrukwekkende pand noemen. De onderwijsaanbieder werd met veel enthousiasme ontvangen: zo zei de inmiddels oud-burgemeester Mirjam van ’t Veld destijds tegen Het Parool er trots op te zijn ‘dat we deze vooraanstaande internationale school zo snel naar Amstelveen kunnen halen’.

Het enige wat ontbreekt, zijn kinderen

Van ’t Veld benadrukte de snelheid waarmee de school binnen is gehaald niet voor niets: de regio Amsterdam – waartoe ook de gemeente Amstelveen behoort – kampt met een groot tekort aan plaatsen op internationale scholen, met lange wachtlijsten als gevolg. Zodoende is de komst van Amity ‘belangrijk voor de economie,’ aldus D66-wethouder Maaike Veeningen (Economische Zaken en Onderwijs, Amstelveen). Dat economie-argument wordt vaker gegeven — zonder uitleg, alsof het vanzelf spreekt. Maar is dat terecht? Waarom is de komst van Amity zo belangrijk voor de economie? En is die komst miljoenen euro's waard?

Uitgenodigd door Nederland

Er komen steeds meer internationale leerlingen in Nederland. In totaal zijn er nu 48 internationale scholen; het aantal leerlingen steeg in de periode 2011-2016 met 47 procent, tot 18.427 in 2016. Oorzaak van de enorme stijging is dat steeds meer buitenlandse bedrijven zich in Nederland — en met name in de regio Amsterdam — hebben gevestigd. Onlangs nog werd bekend dat het Europees Medicijnagentschap (EMA) in onze hoofdstad zal neerstrijken. Met de Brexit op komst is er bovendien een strijd om bedrijven losgebarsten. Internationale scholen, koepelorganisaties en politici waarschuwen ondertussen dat de wachtlijsten het Nederlandse vestigingsklimaat minder aantrekkelijk maken.

Internationale scholen staan, kortom, hoog op de politieke agenda. Er wordt voor miljoenen euro’s aan publiek geld geïnvesteerd om de wachtlijsten weg te werken: zo stelden het kabinet en de regio’s Den Haag en Amsterdam in maart 2017 samen eenmalig 10,7 miljoen  euro extra beschikbaar om op korte termijn 1150 nieuwe plekken voor leerlingen te creëren. ‘Dat doen we door al geplande nieuwbouw- en uitbreidingsplannen naar voren te halen en waar dat nodig is tijdelijke lokalen te plaatsen,’ aldus oud-minister van Economische Zaken Henk Kamp. Bovendien probeert Amsterdam nieuwe aanbieders van internationaal onderwijs te interesseren naar de stad te komen, aldus Het Parool.

Dit is ook hoe de Amity Education Group in Amstelveen is beland: de directeur, Atul Chauhan — zoon van de niet onomstreden oprichter Ashok Chauhan — had aanvankelijk zijn twijfels om naar Nederland te komen. Maar, zegt professor Hari Sharma, de man die mij ontvangt: de onderwijsaanbieder werd door de overheid 'uitgenodigd'.

Hari Sharma, Senior Vice President Amity NL

Amity heeft campussen in de Verenigde Staten, Londen, Singapore, enzovoorts. Nederland lag niet erg voor de hand

Met zijn nette, donkerblauwe pak, stropdas en Amity-speldje ziet Sharma eruit als de schooldirecteur. Dat is hij niet: Hari Sharma is Senior Vice President voor de Nederlandse tak van de Amity Education Group. ‘I am in the shoes of the family,’ vult hij aan met Indiase tongval. Sharma kent de Chauhan-familie al zo’n dertig jaar en benadrukt maar al te graag de goedheid en passie van de familie. Hij zegt niet in dienst te zijn bij Amity; hij is er om te ‘zorgen dat alles in orde komt’.

5 miljoen subsidie

Het eerste contact tussen de Amsterdamse regio en de Amity-familie werd in maart 2015 gelegd tijdens een handelsmissie naar India, georganiseerd door Amsterdam Inbusiness en onder leiding van wijlen burgemeester Eberhard van der Laan en oud-burgemeester van Amstelveen Van ’t Veld. Vanwege zijn werk als biomedisch hoogleraar en onderzoeker bij het VUmc zat Sharma in de academische groep die deel uitmaakte van de Nederlandse delegatie.

De delegatie bracht een bezoek aan de campus van Amity University in Noida en was erg onder de indruk. Tijdens een feestelijk diner in de tuin van de Nederlandse ambassadeur Fons Stoelinga in New Delhi, waar volgens Sharma zo’n tweehonderd gasten — variërend van academici tot zakenlui en politici — aanwezig waren, kwam ter sprake of Amity niet naar Nederland wilde komen. Van 't Veld en Van der Laan — ‘an amazing personality to whom we all miss’ – waren voor. Ineens kijkt Sharma bedroefd: ‘Ik heb nog steeds het laatste WhatsApp-bericht van Van der Laan, van een week voordat hij overleed.’

De familievriend legt uit waarom Chauhan twijfelde: ‘Amity heeft campussen in de Verenigde Staten, Londen, Singapore, enzovoorts. Nederland lag niet erg voor de hand.' Sharma heeft naar eigen zeggen de familie ervan weten te overtuigen de uitdaging in Nederland aan te gaan. Wat wellicht ook heeft meegespeeld, is de 5 miljoen euro subsidie die Amity in het vooruitzicht is gesteld. Daarvan komt 2,5 miljoen vanuit de Rijksoverheid; de gemeenten Amstelveen en Amsterdam zorgen gezamenlijk voor de andere helft.

Wat hebben wij er nou precies aan?

Waar heeft Amity, met private scholen en universiteiten in twaalf landen, die subsidie voor nodig? En waarom krijgt zo’n partij die zomaar?

'Voor ons vestigingsklimaat is het belangrijk om te zorgen dat onze internationale scholen er goed voor staan'

Goed, de school krijgt de subsidie niet 'zomaar'. Petra Simonse, bestuursadviseur bij de gemeenten Amstelveen en Aalsmeer, legt uit: ‘Het totale subsidiebedrag van 5 miljoen euro wordt in 3 tranches uitbetaald.’ Een eerste deel, ter waarde van van 2,5 miljoen euro, wordt overgemaakt als aan drie voorwaarden wordt voldaan. Zo moet Amity toestemming hebben van het ministerie van Onderwijs om een internationale school te openen. Daarnaast dient de organisatie voor een zogenoemde International Baccalaureaat-accreditatie (IB) te zorgen, of althans een indicatie hebben van de IB-organisatie dat ze dergelijk onderwijs mogen geven. Tot slot moet Amity minimaal honderd leerlingenplekken faciliteren in het pand.

Maar dan blijft nog steeds de vraag: waarom? De gemeente Amsterdam laat via een woordvoerder weten dat het maatschappelijke belang van de subsidie zit in het creëren van voldoende en kwalitatief goed onderwijs voor kinderen van expats, evenals het creëren van een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Ook de overheid gebruikt dit laatste argument: ‘Voor ons vestigingsklimaat is het belangrijk om te zorgen dat onze internationale scholen er goed voor staan,’ zegt Michiel Bakhuizen, woordvoerder van Economische Zaken. ‘Buitenlandse bedrijven die overwegen naar Nederland te komen, kijken naar verschillende aspecten. Ook naar de woon- en leefomstandigheden voor hun werknemers. Onderdeel daarvan is dat de expat-kinderen naar een internationale school kunnen waar ze in hun moedertaal — vaak Engels — les krijgen.’

Vanuit de expats geredeneerd is dat logisch. Maar een ‘aantrekkelijk vestigingsklimaat’ klinkt nog steeds als een vrij abstracte reden voor een hoop publiek geld. Wat heeft de Nederlandse burger er precies aan dat buitenlandse multinationals hiernaartoe komen? Is er eigenlijk wel een goede kosten-batenanalyse gemaakt?

Ons land biedt expats een royaal belastingvoordeel

‘Expats betalen ook belasting aan de Nederlandse staat,’ aldus Bakhuizen. Dat is waar, maar niet de hele waarheid: ons land biedt deze groep immers een royaal belastingvoordeel: expats hoeven de eerste acht jaar dat ze in Nederland wonen over 30 procent van hun inkomen geen belasting te betalen. De reden voor dit voordeeltje, dat de overheid jaarlijks ongeveer 800 miljoen euro kost: goed voor het vestigingsklimaat. In 2015 maakten ruim 56 duizend buitenlandse werknemers gebruik van de regeling.

Vorig jaar juni concludeerde onderzoeksbureau Dialogic in een evaluatierapport naar deze 30-procentregeling, uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën, onder andere dat dit lokkertje wel wat minder genereus kan. Het fiscale voordeel is bedoeld om vestigingskosten — zoals kosten voor het aanvragen of omzetten van officiële documenten, taalcursussen en familiebezoeken — te compenseren. Maar in de praktijk liggen dergelijke kosten veel lager dan 30 procent van het expat-inkomen: 20 procent zou volgens het evaluatierapport een realistischere compensatie zijn.

EZ-woordvoerder Bakhuizen legt uit dat buitenlandse bedrijven zorgen voor banen en economische activiteiten. Daarbij verwijst hij naar cijfers van de Internationaliseringsmonitor van het CBS van december 2017. Hierin valt te lezen dat de ongeveer 15 duizend buitenlandse multinationals in ons land bijna 1,4 miljoen voltijdbanen leverden in 2014. Dat is circa 20 procent van alle voltijdbanen in Nederland, aldus het CBS. Maar dit gaat dus wel om banen die zowel door expats als Nederlanders worden opgevuld. Over de werkgelegenheid voor alleen Nederlandse burgers zijn geen cijfers bekend, zo laat het CBS desgevraagd weten.

Een rondleiding door een lege school

Al na enkele vragen wordt mijn gesprek met Sharma abrupt onderbroken door Amy, de onderwijs- en lerarencoördinator. Ze komt melden dat Sharma’s volgende twee afspraken zojuist zijn gearriveerd. ‘There is a bit confusion going on,’ zegt de familievriend verontschuldigend. Maar als ik wil, kan ik in de tussentijd een rondleiding van Amy krijgen.

Zo gezegd, zo gedaan: Amy toont mij wat klaslokalen, waaronder een speciale ‘model classroom’. Nog niet al het materiaal is binnen, dus dit voorbeeld-lokaal moet een beter idee geven van hoe de klassen er uiteindelijk uit zullen zien. Ook wijst ze me op een grote kantine, die kindvriendelijk moet worden gemaakt en pas volgend schooljaar zal worden gebruikt. Verder vertelt Amy tijdens de rondleiding over een speelplaats: Amity moet daar nog toestemming voor aanvragen, maar de plannen zijn gemaakt. Ten slotte komen we bij een grote, lege etage, waar buizen en bedradingen aan het plafond zichtbaar zijn en onze stemmen door de ruimte galmen.

De veertien leraren zijn zes maanden geleden al aangenomen

Al met al is er flink verbouwd en geïnvesteerd: het Van Leergebouw had vóór Amity’s komst een kantoorbestemming. Er zit ook nog een kantoor in: D&B The Facility Group, een facilitaire dienstverlener. Dat bedrijf spande een rechtszaak aan tegen de komst van Amity. De gemeente sprong tussenbeide en verleende Amity een omgevingsvergunning om zich in afwijking van het bestemmingsplan in het pand te kunnen huisvesten; desalniettemin werd D&B door de rechter in het gelijk gesteld. Één dag voor de uitspraak kreeg het bedrijf, geheel onverwacht, echter een voorstel van verhuurder Rijsterborgh, waar het mee instemde. D&B ontvangt een financiële compensatie en dient op uiterlijk 31 augustus 2018 te verhuizen.

Toen was het dus aan Amity om van het pand een school te maken. Klaslokalen moesten er komen, een bibliotheek, ruimtes voor de leraren, kleurrijk meubilair voor kinderen, een nieuwe vloerbedekking, speelgoed, lees- en schrijfmateriaal. Inmiddels is de helft van de zes verdiepingen – verspreid over twee vleugels – gereed. Ook liggen er uniformen klaar om gedragen te worden. Er is een website opgezet met onder andere een virtuele ‘campus tour’, die ouders een impressie van de school moet geven: elf afbeeldingen van het interieur met kinderen erin gefotoshopt – die zijn er immers nog niet.

Wel zijn er al docenten, veertien in totaal: ze zijn zes maanden geleden al aangenomen. In mediaberichten over de komst van de Amity-school zegt de organisatie bij wijze van aanprijzing ‘zeer ervaren leraren aan te trekken uit heel Europa, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië.’ Achter de schermen heerst echter onvrede: de leraren staan te popelen om les te geven en zijn niet blij met de gang van zaken. Enkele medewerkers van de school, die graag anoniem blijven, vertellen: ‘Ze zijn al op zoek naar een nieuwe baan.’

‘A lot of emotions and passion’

Als Sharma weer tijd heeft, zetten we ons gesprek voort. Net zoals in de eerste ronde, wijdt hij graag uit over zaken die de hoogwaardigheid van de school in Amstelveen moeten aantonen. Zo zijn er een speciaal luchtsysteem en supersnel wifi-netwerk. Bovendien vertelt hij meermaals dat Amity enorm veel geld heeft geïnvesteerd in het mooie gebouw.

Alle kosten bij elkaar genomen gaat het nu al om zo’n 6 miljoen euro

Amity has put up everything,’ zegt Sharma: geld, passie, arbeid. ‘We verdienen nog niets. De maandelijkse kosten bedragen alleen al voor salarissen meer dan 120.000 euro. But we don’t care about the money.’ Ook vertrouwt hij me toe dat de huur extreem hoog is: 1,6 à 1,7 miljoen euro per jaar. Alle kosten bij elkaar genomen – verbouwingskosten, inkoop van materiaal, salarissen, huur – gaat het nu al om zo’n 6 miljoen euro, schat Hari Sharma.

Ondertussen is de opening van de internationale school in Amstelveen uitgesteld. Dat is volgens Sharma niet de schuld van Amity: zo noemt hij de rechtszaak die D&B onverwachts tegen de verhuurder aanspande. Toch erkent Sharma dat Amity de duur van de verbouwing wat verkeerd heeft ingeschat. ‘Als je in Dubai bent, dan werken mensen dag en nacht voor je. Maar hier heb je strenge arbeidsregels. This was a little bit of miscalculation from our side.’ Verder wilde hij zelf niet starten, terwijl er nog werkzaamheden plaatsvonden.

De vertragingen rondom de opening van de school noemt hij een ware ‘rollercoaster ride’. Er was volgens Sharma vanuit de gemeentes veel druk om snel te beginnen: ‘Maar je moet je voorstellen: toen we hier in dit gebouw kwamen, was het een zootje.’ Er moest inderdaad een hoop gebeuren, maar Amity kreeg diverse locaties aangeboden. Waarom kiezen voor zo’n lastig gebouw dat hoge investeringen vereist? Sharma: ‘We bezochten verschillende panden, maar dat was allemaal niks. Amity heeft hoge standaarden. We hebben de beste campussen, in India, Dubai, overal.’

Maar die hoge kosten, die alleen maar zullen oplopen — vormen die dan geen probleem? Sharma: ‘A lot of emotions and passion comes here involved. Amity is a not for profit organisation.’ Desalniettemin vraagt Amity hoge  tuition fees en kiest ze een duur pand dat voor de hoofdprijs wordt verbouwd. De subsidie van de overheid lijkt in dat licht bezien een schijntje – en werpt opnieuw de vraag op: waar is ze voor nodig?

Gretigheid van de gemeente

'Het geld wordt volledig gebruikt voor schooldoeleinden,’ zegt Sharma. ‘Voor de salarissen van personeel, de meubels, lees- en schrijfmateriaal. Het geld wordt deel van de kosten die we nu maken. En het gaat ook naar het gebouw: we moeten de overige drie verdiepingen nog verbouwen.’

Het past bij het Nederlandse beleid dat expats in de watten legt

Met andere woorden: de miljoenen aan publiek geld, nodig voor het 'vestigingsklimaat van Nederland', gaan op aan salarissen van (buitenlandse) docenten die maandenlang in een nog niet afgebouwd pand zonder leerlingen rondlopen — en blijkbaar al op zoek zijn naar een andere baan. Het gaat op aan tijd om een kantoor weg te werken uit een pand dat oorspronkelijk helemaal geen schoolbestemming heeft, en dat bovendien peperduur is om te huren. Waar het vooralsnog niet naartoe gaat, is naar dat broodnodige internationale onderwijs.

Dat Amity zich met hulp van Amstelveen in een luxe, monumentaal pand heeft kunnen vestigen, laat zien dat gemeentes van alles uit de kast trekken om internationale scholen – en daarmee bedrijven – hiernaartoe te lokken. Het past bij het Nederlandse beleid dat expats in de watten legt en hun fiscale voordeeltjes gunt. Maar de gretigheid van de overheid en gemeenten lijkt ze blind te maken voor de werkelijke belangen van de eigen burgers.

Veel Amsterdammers hebben de — door de gemeente gesubsidieerde — campagne van Amsterdam Marketing in Londen nog scherp op het netvlies. Bij die campagne werden billboards door de stad geplaatst, die Londenaren wezen op de lage huurprijzen in Amsterdam: 'When you realise it is monthly rent, not weekly'. Voor veel Amsterdammers vormen de stijgende huurprijzen juist een serieus probleem: zij worden de stad uitgejaagd omdat het onbetaalbaar wordt door onder andere de komst van expats, terwijl die expats worden gelokt met fiscale voordelen, voordelige huurprijzen en gesubsidieerd particulier onderwijs.

Nog geen subsidie

Vanwege de vertraging in het faciliteren van minimaal honderd leerlingenplekken en het verkrijgen van de vereiste (kandidaat) IB-accreditatie, heeft Amity de subsidie nog niet ontvangen. Tegenover website Amstelveenz spreekt wethouder Maaike Veeningen de verwachting uit dat Amity begin 2018 aan alle subsidievoorwaarden zal voldoen, omdat het dan de kandidaat IB-accreditatie wél op orde kan hebben. Dat blijkt erg optimistisch: in ons gesprek heeft Sharma het over april — 'ongeveer'.

Er staan nu vijf kinderen ingeschreven; voor het volgende schooljaar zijn dat er zeven

Volgens Sharma staan er nu vijf kinderen ingeschreven; voor het volgende schooljaar 2018/2019 zijn dat er zeven. ‘Op 8 januari hebben we onze deuren voor ouders geopend,’ zegt hij. ‘We hopen dat we begin februari echt kunnen starten: bij twintig leerlingen beginnen we met lesgeven.’

Dan moet ik echt gaan: Sharma’s volgende afspraak staat al te wachten. ‘You have followed our money,’ zeg hij bij het afscheid, ‘just be careful.’

Inmiddels zijn we begin februari; op de Amity International School is nog niet één les begonnen. Sharma stuurt desgevraagd een update: ‘We hopen dat het aantal leerlingen zal toenemen als we beginnen met lesgeven na de voorjaarsvakantie. It is a matter of breaking the ice, once it starts, we would slowly grow.’