
Beeld door Flickr-gebruiker m01229 © CC BY 2.0
Amsterdam experimenteert met gezonder maken voedselomgeving
Ongezonde snacks en drankjes moeten het op scholen en sportkantines flink ontgelden. Maar over de directe omgeving van scholen, waar supermarkten, fastfoodketens en snackbars floreren, hoor je zelden iets — tot voor kort. De Gemeente Amsterdam experimenteert samen met inwoners en retailers, met als doel de voedselomgeving gezonder te maken.
Daar staan ze, in het holst van de nacht: puberende jongens en meisjes, geduldig wachtend voor een gesloten deur. Boven de deuropening prijken de neon-roze letters van de Amerikaanse fastfoodketen Dunkin’ Donuts. Nog even, en dan krijgen de eerste bezoekers van dit nieuwe filiaal een jaar lang elke week een gratis doos met de beruchte calorierijke snacks. Niet de meest gezonde beloning voor een kind in de groei, en dat in een stad waar overgewicht onder kinderen en jongeren een enorm probleem is.
‘Het gemiddelde van kinderen en jongeren met overgewicht ligt hier [in Amsterdam, red.] anderhalf keer zo hoog als landelijk,’ stelt Loek Leenen. Leenen is projectleider ‘Gezonde Omgeving’ bij de lokale GGD en zet zich in voor het terugdringen van overgewicht in hoofdstad. ‘We hebben in Amsterdam 132.000 jongeren; daarvan hebben er zo'n 24,500 overgewicht. Nog eens ruim 2000 hebben obesitas.’
Dunkin’ Donuts wil nog eens 160 extra nieuwe vestigingen in ons land openen
Voor Gemeente Amsterdam was het reden om vol in te zetten op het gezonder maken van de eigen ‘voedselomgeving’. Dat wil zeggen: het aanbod van eet-en drinkwaren waaraan bewoners dagelijks worden blootgesteld. Soms stimuleert deze omgeving tot gezonde keuzes en leidt deze daarmee tot gezond gedrag. Steeds vaker worden we echter ook geprikkeld tot het maken van ongezonde keuzes, die op hun beurt weer leiden tot ongezond gedrag. Dat geeft uiteindelijk weer meer kans op overgewicht en obesitas.
De aanbieders van ongezonde eet- en drinkwaren lijken echter juist hun zinnen op onze hoofdstad gezet te hebben. Zo gaf de Dunkin’ Donuts na de opening van het eerste filiaal aan de Amsterdamse Nieuwendijk op 23 maart jl. al aan nog eens 160 extra nieuwe vestigingen in ons land te willen openen.
Het anders zo terughoudende Voedingscentrum sprak zich openlijk uit tegen deze ‘zorgelijke ontwikkeling’. Samen met een aantal voedingswetenschappers stuurde het centrum een brief naar de opiniepagina van NRC. ‘Kwetsbare’ plekken als scholen en ziekenhuizen, zo valt er te lezen, kunnen niet ontkomen aan de fastfoodinvasie.
Mijlpaal
Die brief kan gerust een mijlpaal worden genoemd. Het betekent namelijk dat de voedselomgeving duidelijk een plek in het publieke debat aan het veroveren is. Dit was eerder ook al te merken toen de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en de Universiteit van Utrecht (UU) hun bevindingen over de voedselomgeving van Amsterdam naar buiten brachten.
In samenwerking met projectbureau Food Cabinet publiceerden onderzoekers van die universiteiten een artikelenreeks voor Het Parool. Aan de hand van Foodmapping lieten ze zien hoe in de directe omgeving van scholen in Amsterdam-Zuid en Zuidoost zich gemiddeld zo’n 11 aanbieders van ‘ongezonde’ eetwaren — zoals fastfoodketens en snackbars — bevinden.
Het was voor ons aanleiding om samen met LocalFocus de supermarkten in de omgeving van scholen in heel Nederland in beeld te brengen. En wat blijkt: met name scholen in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag springen eruit door een hoge supermarktdichtheid.
Natuurlijk verkopen supermarkten ook gezonde eet -en drinkwaren. Maar een groot deel van de middelbare scholieren, zo blijkt uit onderzoek van de Universiteit Gent, ‘beloont’ zichzelf in de pauze echter met ‘ongezonde verleidingen’. Wat te denken van jongeren die hun brood bij aankomst op school in de dichtstbijzijnde vuilnisbak gooien, waarna ze bij de plaatselijke supermarkt hun lunch — veelal frikandelbroodjes, chips, snoepgoed en frisdrank — halen?
Preventief ingrijpen
Jaap Seidell, wetenschapper volksgezondheid en hoogleraar aan de VU, pleit daarom al jaren voor een preventieve aanpak op het gebied van overgewicht en obesitas. En, zegt hij, ‘dat is precies wat we in Amsterdam gedaan hebben met de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG).’
Seidell, die in de jaren ’70 nog als activist de barricades opging om te protesteren tegen ‘de industrie’, is tegenwoordig nauw betrokken bij de ‘lokale gezondheid’ van Amsterdam. Samen met de gemeente, de lokale GGD, scholen en ouders probeert hij kinderen en jongeren te ‘bewegen’ naar een gezondere leefstijl. Daarnaast adviseert Seidell de overheid van Nederland, maar bijvoorbeeld ook die van Ierland. Het uiteindelijke doel is om ‘in samenspraak met ondernemingen en burgers de voedselomgeving gezonder maken.’
Zijn ervaring met politieke besluitvorming maakt Seidell echter ook een realist op strategisch gebied: hij is vóór regulering en overheidsmaatregelen om een gezonder voedselaanbod te stimuleren, maar wil ook in gesprek blijven met de verschillende aanbieders van voedsel. ‘Regulering kan namelijk nog wel even op zich laten wachten; er zijn vrijwel geen grote politieke partijen vóór,’ benadrukt hij.
Creatief ‘wet-houden’
Maar kan de gemeente Amsterdam überhaupt voorkomen dat aanbieders van ongezonde verleidingen of fastfoodketens zich vestigen in de nabijheid van scholen? Dat is volgens projectleider Loek Leenen van de GGD Amsterdam niet haalbaar. ‘Dunkin' Donuts houden we niet tegen, dit valt qua vergunningen namelijk onder detailhandel. Via het bestemmingsplan is geregeld waar die zich mag vestigen, maar dat plan biedt geen mogelijkheid om specifieke ketens te weigeren.’
In een grote stad is het namelijk onvermijdelijk dat veel scholen zich naast winkels en snackbars bevinden. Het verbieden van de ‘verleidingen’ in de directe nabijheid van scholen is dus praktisch onmogelijk. Seidell vindt het overigens ook onwenselijk: ‘Dan moet je hele winkelgebieden gaan sluiten en krijg je Amerikaanse situaties, waarbij de leefbaarheid van steden wordt aangetast doordat winkels naar de periferie van steden vertrekken.’
‘Als je Dunkin’ Donuts wilt verbieden, dan moet je alle bakkers in zo’n wijk verbieden’
Ook een algeheel verbod van fastfoodketens nabij scholen en ziekenhuizen zit er volgens Seidell niet in: ‘Als je Dunkin’ Donuts wilt verbieden, dan moet je alle bakkers in zo’n wijk verbieden. De fastfoodketen is tenslotte een bakkerij die donuts verkoopt. Ze verkopen ook koffie, maar dat doen tegenwoordig alle bakkerijen. Geloof me, ik heb inmiddels alle juristen van de tegenpartij al op bezoek gehad. Zo gaan ze het spelen.’
Omgevingswet
Volgens projectleider Leenen is er wel hoop: ‘Mogelijk gaat de nieuwe Omgevingswet die in 2019 in werking treedt ruimte bieden om in te grijpen bij ongezonde verleidingen in het straatbeeld van Amsterdam,’ zegt hij met een twinkeling in zijn ogen. ‘Decennia lang hebben we toegekeken hoe de voedingsmiddelenindustrie ongezonde voedselverleidingen inzette in de publieke ruimte om winst te maken. Slechts zelden namen deze partijen het initiatief om de publieke gezondheid te bevorderen.’
‘We waren veel te afwachtend,’ verzucht Leenen. ‘Dat gaat nu veranderen.’ Ook Seidell is hoopvol, aangezien de Omgevingswet gemeente Amsterdam mogelijkheden gaat bieden om meer te sturen op gezond gedrag.
‘Natuurlijk hopen we dat deze wet gaat helpen, maar ongezonde verleidingen zijn niet illegaal’
Maar gaat de nieuwe omgevingswet dan ook de voedingsmiddelenindustrie en ‘ongezonde’ ondernemingen aan banden leggen? ‘Kijk, het is een spel,’ zegt Leenen. ‘Natuurlijk hopen we dat deze wet gaat helpen, maar ‘ongezonde’ verleidingen zijn niet illegaal. Het zijn geen softdrugs. En we kunnen ze niet verbieden in een straal van 500 meter rondom scholen, want dan zouden we inderdaad ook alle lokale bakkers moeten verbieden — simpelweg omdat ze taartjes verkopen.’ Iets soortgelijks speelde in Ierland, waar belangenbehartigers in de strijd tegen kinderobesitas in een straal van 400 meter rondom scholen een no-fry zone wilden uitroepen.
‘No fry’-zones versus free-zones
Amsterdam heeft intussen alvast een eigen antwoord geformuleerd op de ‘no-fry zone: de free-zone. Seidell: ‘Ik geloof dat je mensen de vrijheid in een gebied moet geven. Je moet vooral investeren in een gezonde omgeving.’ En dat is precies waar gemeente Amsterdam om dit moment mee experimenteert: ‘We versoepelen in zo’n gebied de regelgeving, waarna bewoners en ondernemersorganisaties samen bepalen hoe zo’n gebied er beter uit komt te zien,’ aldus Leenen. Deze zogenaamde free-zones zijn goedgekeurd door de landelijke overheid.
Als voorbeeld noemt projectleider Leenen de Rijnstraat in Amsterdam, waar bewoners en ondernemers de komst van een derde pizzeria onwenselijk vinden. ‘Kijk, dat ze er geen Domino’s Pizza bij wilden hebben, kan zijn om concurrentieoverwegingen. Daar zitten namelijk al twee pizzeria’s. Of vanuit een gezondheidsbelang, maar dat maakt mij niet zoveel uit — zolang de voedselomgeving maar gezonder wordt.’
Stel je voor dat de overheid ons gaat vertellen wat we wel en niet mogen eten; dan krijg je pas een volksopstand!
Seidell gaat nog een stap verder en legt uit dat het wat hem betreft ook gaat om het terugdringen van het aanbod van ongezond voedsel. ‘We zijn nu aan het onderzoeken wat wel en niet werkt in zo’n free-zone, maar ook hoe we kunnen werken aan intrinsieke motivatie, in plaats van een systeem van ‘straffen en belonen’ op te leggen — want dat werkt in geen geval.’
Daarmee lijkt Amsterdam een eigen antwoord te formuleren op de recente ontwikkelingen rondom no-fry zones in Ierland. Eerder was het Seidell die de Ierse overheid adviseerde over ‘no-fry zones’ in Wicklow County, maar de hoogleraar vindt deze aanpak geen goede optie voor Amsterdam: ‘De ruimtelijke ordening hier laat dat niet toe, want dan moeten je zo’n beetje alles gaan verbieden. In Ierland is het ook lastig, maar hun uitgangssituatie is slechter en hun voedselomgeving veel ongezonder.’
Vraag blijft of de ‘ongezonde’ voedselomgeving in de directe omgeving van scholen ook daadwerkelijk gezonder gaat worden van experimenten als de ‘free-zones’. Voorlopig lijkt het in ieder geval de moeite van het proberen waard, al blijft een kritische noot wenselijk: tot op heden winnen marktbelangen en winstdenken het nog altijd van het denken in bijvoorbeeld gezondheidswinst. Maar, stelt Seidell, ‘stel je voor dat de overheid ons gaat vertellen wat we wel en niet mogen eten; dan krijg je pas een volksopstand! En terecht, want wie denkt die overheid wel niet dat ze is?’
21 Bijdragen
Lydia Lembeck 12
De implicaties van te dikke kinderen zijn misschien wel ernstiger dan die van wiet. Zelf obees zijnd kan ik dat onderschrijven. En als je eenmaal ouder bent dan 60 wordt het lastig om het gewicht te verminderen. Zeker, als je ook nog eens niet veel kunt bewegen ivm artrose. Die niet geholpen wordt door de obesitas.
M.i. gaat het dan niet meer om het recht alles te eten dat lekker is, maar om de gezondheid van m.n. de kinderen en de toekomst van ons land m.b.t. zorgkosten. De enigen die naast de fast food ketens profiteren zijn verzekeringen die de premies zullen verhogen ben ik bang.
Floor Verkerke 2
Lydia LembeckLydia Lembeck 12
Floor VerkerkeBewustheid creëren werkt op de duur veel goedkoper uit. Mensen zijn langer gezond en productief en gebruiken minder zorg. Dus wat let ze daar in Den Haag? Wachten tot iedereen zelfstandig verstandig wordt? Dan kunnen we lang wachten, vrees ik.
We geven ook vaccinaties als preventie, dus waarom niet goede lessen over voeding op scholen en in wijkgebouwen en misschien verplicht, als mensen een uitkering moeten aanvragen. Het zal helpen gezond te eten, maar wel zeer betaalbaar.
Edward 2 4
Bob Fleumer 5
Matthijs2 5
Bob FleumerDaarbij is het vaak een reflex om maatschappelijke problemen in het onderwijs op te willen lossen. Ik betwijfel of je dat echt moet willen, ook gezien bovenstaande. Jonge kinderen zijn dan wel weer extreem goed in imiteren, dus als ouders nou eens het goede voorbeeld geven...
Lydia Lembeck 12
Matthijs2Kinderen die meer leren daarover nemen die kennis mee naar huis. In veel gezinnen zullen ouders op zijn minst een paar keer proberen wat hun kinderen geleerd hebben.
Je kunt de lessen leuk maken door de kinderen te leren koken. De basale kennis daarvan zal al helpen, denk ik.
Floor Verkerke 2
Lydia LembeckLydia Lembeck 12
Floor VerkerkeDat wordt dan wel een kwestie van proberen te appelleren aan hun liefde voor het vak en kinderen. Rudolf van Veen werkt al met kinderen in zijn eigen programma.
Maar wat te denken van jonge koks in spe die nu nog opgeleid worden? Kinderen nemen vaak meer aan van jongeren dan van volwassenen.
Daarbij hoort natuurlijk een uitje met de leerkracht naar de winkels. Elke week een groepje van 4 tot 6. Zo'n aantal is te behappen als je in een supermarkt probeert uit te leggen, waarom verse voedingsmiddelen belangrijk zijn.
Het geld valt wellicht te halen bij sponsors, zonder dat de kinderen reclame hoeven te maken. En anders crowd funding?
En zijn er misschien ouders die leuke kinderverhaaltjes kunnen schrijven over gezond eten? Van die korte verhaaltjes. Ik schreef ze vroeger zelf over dieren, zoals 'Doortje Duif' waarin kinderen veel te weten komen over wilde duiven en Henriëtte Hommel die ik na een regenbui van het balkon haalde en in huis op temperatuur liet komen. In een glas met wat honing. Zo kan je een hommel heel goed bekijken van dichtbij en de mooie roltong zien. Verhaaltje eromheen breien en zeker 6 kinderen vonden het leuk en waren minder bang voor hommels daarna. Er zijn vast meer ouders die dit kunnen. En dan kijken wie er aardig kan tekenen. Dan kan je per school, zelfs per klas verschillende methoden gebruiken, maar is het niet het eindresultaat dat telt?
Floor Verkerke 2
Lydia LembeckLydia Lembeck 12
Floor VerkerkeEdward 2 4
Floor VerkerkeWim 69 6
Lydia LembeckLydia Lembeck 12
Wim 69Wim 69 6
Lydia LembeckAl moet ik zeggen dat ik over politiek sinds mijn 18tiende qua denken stabiel ben gebleven. Altijd al een afschuw van de VVD,CDA gehad.
Jacob 5
Ik pleit voor meer voorlichting aan ouders zodat er een beter besef is van wat er elke dag aan pauzehapjes en drankjes wordt meegegeven. Dit betreft dan vooral de kinderen op de basisschool waar het de ouders zijn die de inkopen doen en het rugzakje vullen.
In het voortgezet onderwijs gaan kinderen zelf op ontdekkingstocht. Daarbij komen ze buiten school heel veel verleidingen tegen, en niet alleen eten en drinken. Ondoenlijk om deze allemaal op afstand van de school te houden. Het is zinvoller wanneer opvoeders hun kinderen proberen een kritische blik mee te geven om zich zo te wapenen tegen alle verleidingen in de soms boze, soms mooie buitenwereld.
Lydia Lembeck 12
JacobOndoenlijk? Misschien. Maar ik ga ervan uit dat het wel kan. Als we maar willen. Want als we op voorhand al zeggen dat iets niet kan, moet je later niet klagen dat het in de soep loopt. We moeten het tenminste een aantal malen proberen. M.a.w. het glas moet je wel halfvol houden.
Buurkinderen hier weten via mij bv al een beetje over kruiden. Dat de paardenbloem goed is voor je lever en gal bv. Dat rode klaver goed is voor je bloed. Maar dat het helpt tegen overgangsklachten vertel ik de kinderen niet. Witte klaver is prima voor vrouwenkwaaltjes m.n. in het reproductiesysteem. Maar brandnetel weer wel. De thee is niet lekker, maar helpt je wel om te plassen. Het is leuk te zien dat kinderen zo open staan. De wil om te leren is er gewoon.
Floor Verkerke 2
Lydia LembeckLydia Lembeck 12
Floor VerkerkeEn wat echt een idee zou zijn, maar dat weer wel geld kost, is een schooltuin! Waar kinderen o.l.v. de leerkrachten leren hoe ze groenten en fruit kunnen kweken. Soort volkstuin idee dus. Ze zijn opgedoekt, omdat de gemeente de grond wil hebben of verkopen, maar ze zouden moeten terugkomen. In New York zijn ze enkele jaren geleden begonnen met kleine stukjes grond (braak en eigendom) om te vorm tot gemeenschappelijke tuinen: https://foodtank.com/news/2015/07/urban-farms-and-gardens-are-feeding-cities-around-the-world/
Jacob 5
http://www.parool.nl/amsterdam/leerlingen-dapperschool-oost-drinken-alleen-nog-water~a3605086/
Dit is een relatief snelle en gemakkelijke winst die door alle scholen in Nederland behaald zou kunnen worden.
Omdat het artikel uit 2014 is zou het interessant zijn om na te gaan hoe dit zich de afgelopen 3 jaar heeft ontwikkeld.
Floor Verkerke 2
Jacob