
Nederland doet het goed op de lijstjes van welvarendste en gelukkigste landen ter wereld. Maar deze scores geven slechts een deel van de werkelijkheid weer: die van mensen met geld. Wat als je geen geld hebt? In een vijfdelige serie gaat Tonie Broekhuijsen in op wat armoede is en wat het betekent om arm te zijn. Vandaag deel 3: ‘Als je een bijstandsuitkering ontvangt, moet je altijd vriendelijk blijven.’
Wat betekent arm zijn in Nederland voor mensen in de bijstand, mensen die door pech en ziekten zonder geld komen te zitten, en even niet zo weerbaar zijn als ze waren? Arm zijn betekent vooral veel in de rij staan, uitgenodigd worden op tijden die anderen bepalen, op je beurt wachten, van loket naar loket gestuurd worden en oneindig veel formulieren invullen.
Journalist Jesse Frederik, die een jaar lang onderzoek deed naar schulden en de instanties die zich professioneel bezighouden met armoede, hekelde in de Den Uyl-lezing van 2017 deze ambtelijke cultuur. ‘In een recent rapport van de Sociaal Economische Raad over armoede in Nederland werd voorgesteld om een ‘armoederegisseur’ aan te stellen. Fijn, een armoederegisseur, nog een hulpverlener die kan aanschuiven tijdens het ‘netwerkoverleg’ met de bewindvoerder, veldregisseur, jeugdregisseur, wijkregisseur, gezinsregisseur, participatieregisseur, maatschappelijk werkster, consulent jeugd, re-integratieconsulent, verslavingsarts, wijkcoach, gezinscoach, jobcoach en schuldhulpverlener.’ Een prijzig kopje koffie, aldus Frederik. ‘Al die hulpverleners willen mensen blijkbaar ‘zelfredzaam’ maken, zodat hun werk overbodig wordt. Maar dan heb ik een simpele vraag voor u: hoe kan het dat steeds méér mensen bezig zijn zichzelf overbodig te maken?’
Een rondgang langs de loketten maakt duidelijk hoe de overheid mensen in armoede gevangen houdt. Er wordt veel vergaderd, er worden veel rapporten geschreven, maar de armoede blijft bestaan. Zoals Arjan Kaaks, lid van de Eerste Kamerfractie van het CDA, begin januari op dit platform in een analyse over het falend openbaar bestuur schreef: ‘We hebben afscheid genomen van de welvaartsmaatschappij toen de participatiemaatschappij werd geïntroduceerd. Maar er is niet veel van die participatie terechtgekomen. Het lijkt te zijn geïnterpreteerd als: je moet vooral voor jezelf zorgen.’
Auteur
Serie: armoede in Nederland
Nederland scoort steevast hoog op de lijstjes van de welvarendste en gelukkigste landen ter wereld. Maar deze scores geven slechts een deel van de werkelijkheid weer: die van mensen met geld. In een vijfdelige serie onderzoekt Tonie Broekhuijsen wat armoede is, en wat het betekent om arm te zijn.
Loket Bijstand
De periode voordat je in de bijstand terecht komt, is voor velen stressvol. Scheiding, een langdurige ziekte of werkloosheid gaan de meeste mensen niet in de koude kleren zitten.
Sinds 2019 is de duur van de WW en de ziektewet in Nederland verkort van 38 maanden naar maximaal 24 maanden. Na twee jaar wordt verondersteld dat je óf weer aan het werk bent, of dat je van de ziektewet in de regeling voor arbeidsongeschiktheid terecht bent gekomen. Als je geen enkele bron van inkomsten hebt, rest de bijstand.
Op de website van de Rijksoverheid wordt het zo omschreven: ‘U heeft recht op een algemene bijstandsuitkering als u voldoet aan de voorwaarden. En niet genoeg inkomen of vermogen heeft om in uw levensonderhoud te voorzien. En ook niet in aanmerking komt voor een andere voorziening of uitkering.’
Voordat de bijstand wordt toegekend, kijkt de gemeente met wie de aanvrager samenwoont. ‘De kostendelersnorm betekent dat als u samenwoont met meer volwassenen, de gemeente uw bijstandsuitkering daarop aanpast. Hoe meer volwassen personen in uw huis wonen, hoe lager uw uitkering.’

In de praktijk betekent deze kostendelersnorm dat kinderen die 21 jaar zijn geworden tot kostwinners in het huishouden worden gerekend. De kostendelersnorm zorgt, met name bij jongeren, voor dakloosheid, zo constateert de vereniging van leidinggevenden in het sociaal domein, Divosa, al enkele jaren: ‘Bijstandsgerechtigden die hun woning delen, krijgen een lagere uitkering door de ‘kostendelersnorm’. Hierdoor zijn ze vaak minder geneigd om hun woning te delen, terwijl er een schreeuwend tekort aan woonruimte is. Hoe kunnen we voorkomen dat mensen, vooral jongeren, dak- of thuisloos raken en tegelijk een 'stapeling van bijstandsuitkeringen' op één adres vermijden?’ Daar wordt nog over vergaderd.
Belangrijk bij de toelating tot de bijstand is ook de vermogenstoets. Voor wie een gezamenlijke huishouding voert, gehuwd is of samenwoont, telt het vermogen en het inkomen van de partner mee bij de beoordeling om in aanmerking te komen voor de bijstand. De Belastingdienst bepaalt jaarlijks hoeveel vermogen bijstandsgerechtigden mogen hebben.
Tot het eigen vermogen worden bedragen gerekend op de spaarrekening en betaalrekening, beleggingen en obligaties, de waarde van een eventuele koopwoning, auto, caravan en/of boot, kunst en de afkoopwaarde van verzekeringen. De regels kunnen per gemeente verschillen. Zo rekenen sommige gemeenten auto’s met een lage waarde niet tot het eigen vermogen.
Vermogensgrens
De jaarlijkse vermogensgrens geldt voor de gehele periode dat iemand in de bijstand zit. Alleenstaanden mogen maximaal 6.295 euro vermogen hebben om in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering; alleenstaanden en stellen met kinderen 12.590 euro (deze bedragen gelden voor 2021, TB).
Stel: iemand heeft bij het aanvragen van de bijstand een bedrag van 5.000 euro op zijn of haar bankrekening staan. Dat mag. Maar in de eerste drie jaar bijstand wordt er een fiets gestolen, gaat de wasmachine kapot en hebben de dure decembermaanden dat vermogen behoorlijk verminderd. Er staat na 3 jaar nog 2.500 euro op de spaarrekening. Nu overlijdt een familielid en dat laat 3.000 euro na. Opgeteld is dat 5.500 euro en blijft het bedrag nog steeds onder de vermogensgrens van 6.295 euro.
Een eigen huis is voor veel mensen een groot deel van hun vermogen
Maar, zoals gezegd, geldt de vermogensgrens voor de gehele periode in de bijstand. De gemeente rekent die 3.000 euro bovenop de oorspronkelijke 5.000 euro. Dan komt het vermogen dus 1.705 euro boven de vermogensgrens. Dat bedrag moet eerst worden opgemaakt voordat de bijstand weer wordt uitgekeerd.
Eigen huis opeten
Een eigen huis is voor veel mensen een groot deel van hun vermogen. Moet iemand zijn huis eerst verkopen en vervolgens ‘opeten’ voordat hij of zij in aanmerking komt voor de bijstand? Dat hangt af van de overwaarde van het huis: het verschil tussen de waarde van het huis en de hypotheekschuld bij de bank.
Gemeenten kijken bij de beoordeling ook naar de woonkosten. Als de aanvrager zelf in het huis woont en de overwaarde van dat huis is minder dan 52.500 euro, dan komt diegene in aanmerking voor de bijstand. Is de overwaarde hoger dan 52.500 euro, dan moet diegene inderdaad óf het huis verkopen óf een extra hypotheek nemen om van dat geld te gaan leven.
Wanneer een geschikte huurwoning evenveel kost als de hypotheeklasten voor de eigen woning, óf als deze woning zelfs duurder is, mag de aanvrager in het eigen huis blijven wonen en komt diegene toch in aanmerking voor de bijstand. Gemeenten hebben daar hun eigen regels voor.
De hulp voor bijstandsgerechtigden verschilt per gemeente. Welke hulp en de hoeveelheid hulp die een bijstandsgerechtigde krijgt, hangt dus af van zijn of haar woonplaats. De vier grote steden hebben elk hun eigen armoedebeleid en elk hun eigen voorzieningen. Dat geldt voor volwassenen en kinderen. Er zijn weinig gemeenten die weten hoeveel kinderen in hun gemeente in armoede opgroeien. Of het beleid om armoede onder kinderen tegen te gaan effectief is, meet slechts 17 procent van alle gemeenten. De rest weet het niet en gaat het ook niet onderzoeken.
In oktober 2016 heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Gelijke Kansen Alliantie opgericht: een samenwerkingsverband van het ministerie met gemeenten, scholen en maatschappelijke organisaties om de scholing van arme kinderen te verbeteren. Of zoals dat officieel heet: om de segregatie in het onderwijs tegen te gaan. Het idee is dat kinderen met een goede scholing zichzelf ontworstelen aan de armoede, en dat ze tenminste dezelfde kansen krijgen als kinderen met wat ‘rijkere’ ouders.
Kinderombudsman Margrite Kalverboer is duidelijk in haar advies hoe arme kinderen het best geholpen kunnen worden, namelijk met een stabiele thuissituatie. En die stabiele thuissituatie wordt alleen bereikt als ‘de bestaanszekerheid van gezinnen gewaarborgd wordt’. Ze laat er geen misverstand over bestaan: armoedebestrijding onder kinderen begint ‘…bij het verbeteren van de inkomenssituatie en het oplossen van schulden, zodat er minder stress is, ouders meer ruimte hebben voor hun kinderen en het gezin weer vertrouwen krijgt in de toekomst.’
Inkomen of bijdrage in de kosten
Alimentatie is een bron van inkomsten. In de uitleg over de Participatiewet staat duidelijk beschreven dat alimentatie wordt verrekend met de bijstand: ‘Heeft u bijstand en krijgt u partneralimentatie en/of kinderalimentatie? Dan geldt deze alimentatie als inkomen. Uw gemeente trekt de alimentatie af van uw bijstandsuitkering.’
In het informatieblad Alimentatie van het ministerie voor Justitie en Veiligheid wordt alimentatie gezien als ‘een bijdrage in de kosten’ die iemand heeft om te kunnen leven. De Raad voor Rechtsbijstand omschrijft kinderalimentatie als volgt: ‘Als ouders blijft u ook na de scheiding samen financieel verantwoordelijk voor uw kinderen. En dus moet u samen afspreken hoe u deze kosten verdeelt. Van belang daarbij is ook hoe u de zorg en opvoeding onderling verdeeld hebt. En wat de draagkracht is van beide partners. De afspraken over kinderalimentatie legt u vast in een ouderschapsplan.’
Als kinderalimentatie een bijdrage in de kosten van de opvoeding behoort te zijn, zou het niet van de bijstand mogen worden afgetrokken. De overheid meet hier met twee maten. Kinderalimentatie wordt enerzijds gezien als een bijdrage van de ene ouder aan de andere ouder in de kosten en opvoeding van het kind; dit wordt afgesproken in het belang van het kind. Anderzijds ziet de overheid deze alimentatie als inkomen ten behoeve van het gezin. Dit is in het belang van de gemeente, die op deze wijze minder hoeft te betalen aan het gezin. Dat is dus niet in het belang van het kind.
In de bijstand leef je op het minimuminkomen; in de praktijk zal de partner die niet in de bijstand zit doorgaans de kosten voor de zorg en opvoeding van de kinderen op zich nemen. Het bedrag dat hij of zij de ex-partner betaalt, wordt door de gemeente afgetrokken van de bijstandsuitkering. De Participatiewet werkt hier dus in het nadeel van de kinderen in een eenoudergezin.
Een bloemetje op tafel
Mensen in de bijstand mogen niet zomaar cadeautjes ontvangen. Giften en cadeautjes boven een bepaald bedrag moeten worden opgegeven aan de Dienst Werk & Inkomen. Grote gemeenten als Amsterdam en Rotterdam verrekenen giften boven de 1.200 euro per jaar met de bijstandsuitkering. Giften worden bij elkaar opgeteld. Ook giften in natura moeten worden aangemeld. Mensen die dit nalaten, kunnen rekenen op een boete of zogenaamde strafkorting op hun uitkering.
Een bijstandsuitkering is weliswaar een recht, maar tegenover dat recht staan verplichtingen. Bijstandsgerechtigden moeten alles doen om weer aan het werk te komen. Onbetaald werk uitvoeren als de gemeente dat vraagt. De gemeente inlichten over een studie die je wilt volgen. Plannen om samen te wonen, voor vakantie en vrijwilligerswerk moet je aan de gemeente opgeven. Je moet meewerken aan huisbezoeken en jezelf kunnen identificeren. Mensen in de bijstand moeten de Nederlandse taal spreken en het inburgeringsexamen hebben behaald, mochten ze niet in Nederland zijn geboren. Wie niet aan deze eisen voldoet, kan rekenen op strafkortingen. Na een jaar kan de gemeente besluiten de uitkering te stoppen.
Als je een bijstandsuitkering ontvangt, moet je altijd vriendelijk blijven
Gemeenten hanteren bij de uitvoering van de bijstandswet niet allemaal dezelfde regels. Wel heeft de overheid gemeenten verplicht in lokale verordeningen ‘een tegenprestatie’ te eisen. Maar wat die tegenprestatie inhoudt, verschilt dus per gemeente. Amsterdam staat bijvoorbeeld bekend als ‘sociaal’, Rotterdam daarentegen als ‘streng’. De toeslagen die bijstandsgerechtigden kunnen aanvragen, verschillen eveneens per gemeente. En die verschillen kunnen behoorlijk oplopen, tot wel 500 euro per jaar.
En tot slot: als je een bijstandsuitkering ontvangt, moet je altijd vriendelijk blijven. ‘U mag zich niet slecht gedragen tegen een gemeentelijke ambtenaar. Doet u dit toch? Dan kan uw gemeente uw bijstandsuitkering verlagen,’ zo meldt de Rijksoverheid onder het kopje ‘Wat zijn mijn rechten en plichten in de bijstand’.
De bijstand is allang niet meer die uitkering met ‘een bloemetje op tafel’ van Marga Klompé die als eerste vrouwelijke minister van Nederland op 1 januari 1965 de Algemene Bijstandswet invoerde.
Kinderen kunnen er niets aan doen dat hun ouders weinig verdienen of van een uitkering moeten rondkomen
Loket Kinderen
Sinds de eeuwwisseling blijkt grofweg 10 procent van de kinderen in Nederland in armoede op te groeien. De absolute cijfers veranderen per jaar, maar het gaat om ruim 271.000 kinderen. In elke lagere schoolklas zitten twee tot drie kinderen die opgroeien in armoede, berekende de Sociaal Economische Raad (SER) in het rapport Opgroeien zonder armoede. Een derde van het aantal kinderen dat opgroeit in armoede, is afkomstig uit eenoudergezinnen. Hoe meer kinderen een ouder alleen moet opvoeden, hoe groter de kans op armoede. Nog een opvallend feit, aldus het SER-rapport, is dat ruim een kwart van de kinderen die in armoede opgroeien, werkende ouders heeft.
Kinderen kunnen er niets aan doen dat hun ouders weinig verdienen of van een uitkering moeten rondkomen. Maar kinderen ervaren wel dagelijks de gevolgen van armoede. Ze maken zich zorgen of er eten op tafel komt, of er wel geld is voor nieuwe kleding of schoolspullen. Ze eten minder gezond dan leeftijdsgenootjes waar thuis wel genoeg geld is. Ze zitten niet op een sportvereniging. Soms durven ze geen vriendjes of vriendinnetjes mee naar huis te nemen omdat hun ouders ziek zijn of verslaafd – of zoveel andere problemen hebben dat ze nauwelijks aanspreekbaar zijn. Kinderen voelen bijvoorbeeld haarfijn aan dat aan het eind van de maand hun ouders stress hebben omdat er rekeningen betaald moeten worden. Die onzekerheid en angst van hun ouders nemen de kinderen mee naar school.
Dat heeft ook consequenties op cognitief vlak. Zoals Kinderombudsman Margrite Kalverboer constateert in het rapport Alle kinderen kansrijk: ‘Uit gedragsonderzoek blijkt dat mensen door geldgebrek een soort tunnelvisie krijgen. Hun focus op acute problemen beperkt hun denken en handelen. Het maakt mensen minder goed in staat aandacht te hebben voor iets buiten de dringende problemen en vooruit te kijken of te plannen.’
Een derde van het aantal kinderen dat opgroeit in armoede, is afkomstig uit eenoudergezinnen
Geduld, zelfbeheersing, tolerantie, aandacht en toewijding lijden onder de stress die gerelateerd is aan armoede en schulden, aldus Kalverboer. ‘Ouders in armoede staan zodanig onder druk dat zij minder oog hebben voor hun kinderen. Stress gerelateerd aan armoede wordt in verband gebracht met een hardere opvoedstijl. Ouders zijn bijvoorbeeld afstandelijker en bestraffend naar hun kind, reageren met minder inlevingsvermogen op hun kind en kunnen hun kind minder goed aanmoedigen.’
Er zijn in de afgelopen decennia talloze onderzoeken gedaan naar de effecten van armoede op kinderen. Concluderend sommen ze allemaal dezelfde treurige feiten op. Kinderen die in armoede worden geboren, hebben een lager gewicht dan andere kinderen. De sterfte onder baby’s die in armoede worden geboren, is hoger dan onder baby’s uit gezinnen met een gemiddeld inkomen. De gezondheid van arme kinderen is over het algemeen zwakker; ze hebben vaker chronische klachten, zoals bijvoorbeeld astma. De klachten komen voort uit slechte(re) woonomstandigheden: weinig ruimte en geluidsoverlast zijn slecht voor de gezondheid en ontwikkeling van kinderen. Het feit dat de ouders lange tijd stress ervaren, beïnvloedt uiteraard ook de band tussen kinderen en hun ouders. Zij voelen zich thuis veel minder veilig dan kinderen die in betere omstandigheden opgroeien.
Extra geld
De rapporten van de SER en de Kinderombudsman uit 2017 hebben veel publiciteit gekregen. Ook de Tweede en Eerste Kamer besteedden er de nodige aandacht aan. Er werden bijvoorbeeld vragen gesteld in de Tweede Kamer, met name over de kwantitatieve doelstellingen om kinderarmoede te bestrijden. Er wordt jaarlijks 100 miljoen extra subsidie verleend aan gemeenten om arme kinderen mee te laten doen op school, op sport- en muziekverenigingen, voor vakantieactiviteiten en abonnementen op de bibliotheek. Ook is er extra geld gekomen voor de Stichting Leergeld, het Jeugdfonds Sport & Cultuur, Nationaal Fonds Kinderhulp, Stichting Jarige Job en de Stichting Samen voor Alle Kinderen.
Om kinderen met andere kinderen mee te laten doen op school, kunnen ouders aankloppen bij de gemeente en allerlei stichtingen. Die stichtingen geven hulp aan kinderen in armoede, maar liefst in natura. Dat betekent dat er geen geld wordt overgemaakt, maar dat een kind dat bijvoorbeeld een laptop nodig heeft die meteen krijgt. De stichting betaalt de leverancier of de school het liefst zelf.
Divosa, de vereniging van gemeentelijke directeuren van de Sociale Dienst, becijferde in 2018 dat een gemeente gemiddeld 293 euro per jaar uitgeeft aan een kind in armoede. Daarvan gaat 139 euro, bijna de helft, naar gemeentelijke fondsen, zoals Stichting Leergeld, Jeugdfonds Sport & Cultuur, het Nationaal Jeugdfonds en de Stichting Jarige Job, verenigd in het samenwerkingsverband Samen voor alle kinderen (afgekort: Sam&). Van die 293 euro ontvangt de stadspas 68 euro. Met stadspassen krijgen gezinnen met lage inkomens gratis toegang tot de bibliotheek en korting op allerlei culturele evenementen in de gemeente. De overblijvende 86 euro wordt direct uitgegeven aan de behoeften van kinderen in armoede in de gemeente – denk aan kleding of een fiets.
Opvallend is het bereik van deze gemeentelijke fondsen voor kinderen in armoede: 53 procent. Bijna de helft van de kinderen krijgt deze hulp dus niet. De stadspassen scoren beter: 90 procent van de kinderen in armoede wordt daarmee bereikt.
Dat veel ouders geen aanvraag doen voor hun kinderen bij bijvoorbeeld de Stichting Leergeld of het Jeugdfonds Sport & Cultuur, is niet zo verwonderlijk. Elke stichting heeft een eigen loket. En die aanvragen worden gecontroleerd. Er komt iemand langs om te kijken of de aanvrager wel aan de voorwaarden voldoet. Dankzij het samenwerkingsverband Sam& is dat sinds 2016 iets eenvoudiger geworden. Maar nog steeds moet er bij verschillende loketten worden aangeklopt om in aanmerking te komen voor bijvoorbeeld de laptop die kinderen nodig hebben op de middelbare school, het lidmaatschap voor de voetbalvereniging en de voetbalschoenen en het schoolreisje. Ook moeten veel aanvragen via een website worden ingediend.
Dat is voor laaggeletterden een probleem – om van schaamte nog maar te zwijgen.
In 2018 toonde de CDA-fractie zich tegenover het kabinet verontwaardigd over de armoede onder kinderen: ‘De leden van de CDA-fractie vragen of u met deze leden van mening bent dat het onaanvaardbaar is dat in een beschaafd en rijk land 1 op de 9 kinderen, in totaal zo’n 400.000, in armoede opgroeien.’
Het kabinet reageerde zeer voorzichtig. Vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werden er drie vragen gesteld aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het SCP en het Centraal Planbureau (CPB): wat is armoede, hoe kan je meten dat het armoedebeleid effectief is en wat zijn de oorzaken? De notitie van de drie ambtelijke bureaus zoomt vooral in op de complexiteit van de oorzaken van armoede en de onderzoeksmethode. Een onderzoekstechnisch verhaal met veel jargon. Het antwoord is uiteindelijk: ja, je kunt armoede meten, maar dat vereist weer nader onderzoek om nieuwe meetmethoden te ontwikkelen die langdurige armoede kunnen monitoren.
Mensen in de bijstand mogen niet zomaar cadeautjes ontvangen
Armoede is een complexe materie, echode de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Tamara van Ark weer een jaar later, in 2019. Deze materie zou niet in één cijfer te vangen zijn. De ambities om kinderarmoede tegen te gaan formuleerde Van Ark daarom als volgt:
(1) Ieder kind dat in een gezin met een laag inkomen opgroeit kan meedoen. In 2021 wordt 100 procent van de gezinnen in de bijstand bereikt en 70 procent van de werkende gezinnen met een laag inkomen.
(2) Het aantal huishoudens met kinderen dat een laag inkomen heeft gaat omlaag. De periodieke armoedecijfers van het SCP en CBS laten een structurele afname zien;
(3) Er komt periodiek kwalitatief inzicht in de samenhang van armoede onder kinderen met problemen op de verschillende levensdomeinen zoals zorg, onderwijs en veiligheid, en
(4) Periodiek wordt er een kwalitatief overzicht geboden van goede voorbeelden en initiatieven van gemeenten en andere lokale en nationale organisaties gericht op het voorkomen van armoede onder kinderen en de negatieve gevolgen daarvan voor kinderen.
De vraag hoeveel kinderen er in 2021 in het welvarende Nederland nog in armoede moeten opgroeien, wordt met die uitgesproken ambities niet beantwoord.
Goochelen met percentages
Ondanks het feit dat meer dan de helft van de kinderen die opgroeien in armoede werkende ouders heeft, besloot het kabinet-Rutte III in januari 2020 dat het minimumloon niet verhoogd hoefde te worden. Alweer werd er onderzoek gedaan. Daaruit bleek dat de stijging van het minimumloon tussen 2011 en 2018 procentueel iets groter was dan de gemiddelde loonontwikkeling, en wel 1 procent.
Niet voor niets verdienen sommige minima liever minder dan meer, omdat ze bij een hoger loon minder toeslagen ontvangen
In koopkrachtontwikkeling gaat het de verdieners van het minimumloon schijnbaar voor de wind: waar modaal er tussen 2011 en 2018 slechts 4,9 procent op vooruit is gegaan, is de koopkracht van het minimumloon met 9,9 procent toegenomen. Alleenstaande ouders zijn er zelfs 15,7 procent op vooruit gegaan vanwege verhogingen van het kindgebonden budget en belastingverlagingen. Dat klinkt mooi, maar feitelijk betekent het dat ontvangers van het minimumloon afhankelijk blijven van alle toeslagen. Die toeslagen verdwijnen als ze iets meer gaan verdienen. Niet voor niets verdienen sommige minima liever minder dan meer, omdat ze bij een hoger loon minder toeslagen ontvangen. Uiteindelijk heft alleen een fatsoenlijk loon deze perverse situatie op.
Bijstandsgerechtigden zijn er in de periode 2011-2018 wel op achteruit gegaan, met name de alleenstaanden en de alleenstaande ouders. Maar dat is bewust beleid, meldt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het rapport Evaluatie Wettelijk Minimumloon: ‘De gedachte hierbij is dat de prikkel om vanuit de bijstand aan het werk te gaan hiermee wordt versterkt.’
Niemand kan zich natuurlijk ongevoelig tonen voor kinderen in armoede, daarom wordt er zo moeizaam over geschreven en gesproken. Maar uiteindelijk is er in de afgelopen jaren niets ondernomen om de daadwerkelijke oorzaken van kinderen in armoede aan te pakken. Want als je de kinderen écht wilt helpen, moet je bij de ouders beginnen.
Rijke en geslaagde mensen roepen graag dat ze het ‘zelf’ hebben gemaakt. Fantastisch natuurlijk, maar zonder hulp en steun van thuis en de maatschappij was het ook hen niet gelukt. Zo zijn mensen die in armoede terechtkomen ook niet ‘vanzelf’ schuldig aan hun situatie. In veel gevallen zijn ziekte, scheiding en stomme pech de oorzaak. Maar zo wordt dat niet gezien. Schuldenaren zijn schuldig en een prooi voor de schuldenindustrie. ‘Per saldo komen dus steeds minder burgers in aanmerking voor een schuldenvrije toekomst. Daar maakt de Nationale ombudsman zich ernstig zorgen over.’
43 Bijdragen
Martien van Dongen 4
De lijsttrekker van de VVD beweerde ijskoud dat succes een keuze is in dit land en dat je dit zelf in de hand hebt.
Volgens mij was hij ook al naar de kapper geweest.
Pieter Jongejan 7
Martien van DongenDe linkse partijen lijken niet in de gaten te hebben dat hun voorkeur voor de euro en goedkoop geld tot gevolg heeft dat kernenergie een haalbaar alternatief wordt. Kernenergie vraagt om miljarden investeringen. Niet alleen voor de bouw van de kerncentrales , maar ook in de toekomst als de verouderde kerncentrales gesloopt moeten worden. Om deze kosten te betalen zullen de lonen en pensioenen fors omlaag moeten via een goedkopere euro ofwe va lagere lonen, lagere pensioenen en meer armoede.
Degenen die profiteren van de zogenaamd goedkope kernenergie en lage rente zijn de grote bedrijven, die een lagere energierekening krijgen en de vervuilingskosten voor rekening van de overheid laten en doorschuiven naar toekomstige generaties.
Beniewd wanneer het kwartje bij links gaat vallen.
Peter Matla
Pieter JongejanKlaver noemde Rutte zelfs een leugenaar, omdat Rutte suggereerde dat kerncentrales het probleem van de luchtvervuiling op kunnen lossen!
Pieter Jongejan 7
Peter MatlaOnze pensioenreserves dreigen nu via een steeds goedkopere euro gebruikt te worden om Nederlandse, Belgische en Franse kerncentrales te ontmantelen en te vernieuwen. Dat gaat zowel op korte als lange termijn tot grote armoede leiden. Het meest vooruitziend lijkt om het laag gelegen Nederland onder water te zetten en daar woonboten neer te leggen. Maar dan moeten we eerst van de euro af. De onhoudbare euro kwam uiteraard niet aan bod in het debat. De muziek op de Titanic speelt gewoon door.
Rik van Dongen 4
Pieter JongejanTedje van Asseldonk, IEZ 9
Rik van Dongen[Verwijderd]
Rik van DongenLos daarvan zal kernenergie de grootste ramp voor het klimaat gaan betekenen. Maar dan doen mijn tanden geen zeer meer.
Martien van Dongen 4
Pieter JongejanEveline Bernard 6
Pieter JongejanMinke Hoelen 1
Martien van DongenGerard van Dijk 6
Minke HoelenAndré de Heer 1
Gerard van DijkAdosh van der Heijden 4
André de HeerMinke Hoelen 1
Adosh van der HeijdenMinke Hoelen 1
Gerard van DijkMichiel Nijhuis 1
Minke HoelenGigi Bakker 3
Paul te Stroete 2
Halfgeschoolde onbeschoftelingen bij de SD terroriseerden je. Door de 'verbetering' van de ICT bij de overheid is de behandeling in deze eeuw niet alleen door deze mensen maar ook door systemen veel hardvochtiger geworden.
Bij mij hielp dat ik 1997 werk vond en tot mijn AOW hield.
Ruimhartige bijstandvergroting (meer geld, in vrijheid te besteden) is het enige wat helpt.
Al die cursussen en verantwoordingsverplichtingen die Tonie Broekhuijsen in het artikel schetst helpen alleen de ambtenaren en bureaucratie.
Tedje van Asseldonk, IEZ 9
Paul te StroeteMartine Groenendijk 5
Lienke Tegelberg
Martine GroenendijkRoland Horvath 7
Martine GroenendijkEn geen belastingmaatregels vanwege Rutte3 omdat meerdere mensen in één huis wonen.
j.a. karman 5
Roland HorvathMichiel Nijhuis 1
Roland HorvathJan Ooms 10
Vanuit mijn werk kan ik de voorbeelden en conclusies alleen maar voor de volle honderd procent onderschrijven.
De schier eindeloze opsomming van alle soorten ‘hulpverleners’ die betrokken kunnen zijn bij een gezin laat pijnlijk zien hoe versnipperd deze hulpverlening is en hoeveel tijd mensen kwijt zijn aan deze ‘hulpverlening’.
Je hebt geen tijd om te werken, al zou je kúnnen.
En dan nog de politiek: In verkiezingstijd staan de armen soms een beetje in de schijnwerpers om ze, zodra de stembussen gesloten zijn, snel weer te vergeten tot de volgende verkiezingen. In de tussenliggende periode doen ze onderzoek na onderzoek óp onderzoek om het probleem voor zich uit te schuiven en maar niets te hoeven doen. Men houdt zich liever bezig met belastingvoordelen voor de GMO, afschaffing van dividendbelasting voor degenen die neerkijken op de armen en de eigen carrière.
Welkom in de moderne neoliberale middeleeuwen!
Niek Jansen 9
Jan OomsAnita Sanders
En wat mij het aller allerergste raakt is dat kids gewoon mee willen doen, en mee willen doen met trots op hun huis. Op hun ouders.
Mijn kind voelde mijn financiële stress, ook al deed ik telefoontjes naar de hypotheker, of de sociale loketten (Kafka gesprekken!) als zij naar school was, ze merkte haarfijn wat er speelde. En ik kon het zien in haar 'gezellig babbeltje' en de oplettend zoekende ogen. Gaat alles goed met mam? Bij haar vader was er ruimte, en was alles goed,
ik heb heel veel steun ondervonden. Nooit kon ik mensen uitnodigen zonder dat ze met extra's kwamen aandragen, en altijd die angst om 'gepakt' te worden. Want de nood was vaak heel heel erg hoog.
2x gedwongen huis in de verkoop gehad, met bijbehorende verschrikkelijke telefoontjes, want eerst dreigt afsluiting van telefoon en electra.
Verschrikkelijk verschrikkelijk verschrikkelijk. Het dak boven ons hoofd.
Stress is een raar woord, zo'n klein woord voor zo'n reusachtige ervaring, die zich opgeslagen heeft in mijn systeem. Als ondernemer nu in de Tozo, en geloof me ik ben een keiharde werker, multi getalenteerd als coach, als ondernemer, als moeder, vriendin en zangeres.
En ik ben bewust alleengaand, ook omdat ik de ruimte nodig heb om te incasseren en daar weer van te herstellen. Er zelf weer overheen te komen, op naar weer positief adem te halen. Zonder goedbedoelde tips. In dat kleine stukje zelfbeschikking.. zelf te bepalen dat ik de telefoon betaal van mijn zorgtoeslag, of toch iets lekkers haal voor bij de thee om het leven te vieren met mijn kind als de stress het hoogst is, daar wilde ik geen andere ogen bij. En dat leven bevalt mij uiteindelijk nu nog prima.
Het wordt hoog tijd voor een socialer beleid. Gelukkig mogen we naar de stembus!
Tedje van Asseldonk, IEZ 9
Anita SandersVincent Huijbers 9
Tedje van Asseldonk, IEZArmoede is wel degelijk een probleem omdat ondanks die welvaart in Nederland er een groep is die daar kennelijk geen toegang toe heeft of die kansen niet kan benutten. In Nederland lijkt er daarbij ook een soort voorwaardelijkheid te zijn op dat recht om die kansen te benutten: hard werken. De omgekeerde impuls lijkt dan vooral karigheid en zuinigheid als stimulans om vooral weer snel hard te gaan werken. Tegen andere redenen waardoor iemand (tijdelijk) niet mee kan komen staan we vooral wantrouwend. De hele toeslagenaffaire is een resultaat van een opgetuigd systeem voor een schadepost van 0,006 procent van de toen 68 miljard uitgekeerde toeslagen! Dat die kramp in dergelijk beleid resulteert maakt armoede een politieke keuze.
Die politieke keuze ontkent volgens mij ook dat het leven voor veel mensen duurder is geworden doordat de lonen achter zijn gebleven. Een schriftje is vervangen door een laptop, een steeds groter deel van een salaris gaat naar kosten voor wonen en vaste lasten. Daardoor ontstaat armoede in Nederland.
Roland Horvath 7
Tedje van Asseldonk, IEZArmoede ontstaat o.a. door de vijandigheid en de achtervolgingswaanzin van de superijken, de miljardairs en hun knechten de politici en de MSM tegenover de 99%. Miljardair wordt men uitsluitend door grootschalige gelegaliseerde diefstal.
Armoede bestrijding heeft twee doeleinden, ten eerste moeten de armen hun armoede zelf oplossen.
Ten tweede moet volgens die strategie iedere arme, werkloze of immigrant gecompromitteerd worden en gestigmatiseerd. De genoemde groepen willen volgens die neoliberale propaganda zonder iets bij te dragen aan de maatschappij profiteren van de inspanningen van de miljardairs. Over de arbeiders wordt in dat verhaal niet gesproken. Een totale omschakeling in het denken: Miljardairs, die geld verzameld hebben via gelegaliseerde diefstal, uitbuiting, misleiding en grootschalige moord alias oorlog zijn in dat verhaal de heiligen.
Het kapitalisme is in staat te produceren als er, tegen de wil van de superkapitalisten, koopkracht is bij de 99%. Het is niet in staat nog verder aan iedereen geld uit te delen om de 99% toe te laten de door hen geproduceerde goederen te kopen. Dat is iets wat alleen de overheid kan. En die wordt van tijd tot tijd gedomineerd door de GMO, de Grote Multinationale Ondernemingen, zoals nu in NL/BE/EU/VS, kortom in de meeste -westerse- landen.
Er zal niet veel veranderen als er geen Derde Kamer van 17 miljoen leden in het NL staatsbestel bijkomt, met bindende referenda en een jaarlijkse vertrouwensstemming.
Tedje van Asseldonk, IEZ 9
Rene Vroemen 2
1. Meer verdienen moet impliciet leiden tot meer inkomen. De toeslagen zullen dus niet zwart-wit afgebouwd moeten worden maar percentueel, zodat iedere euro die iemand meer verdient daadwerkelijk leidt tot een hoger netto inkomen;
2. Kinderen mogen niet de dupe worden van armoede. Er zou een norm moeten komen voor het minimale bedrag dat nodig is om een kind goed en gezond op te kunnen voeden. Zou het Nibud hier uitkomst bieden? Overigens ben ik dan voorstander van vergoeding in natura i.p.v. een financiële bijdrage.
Misschien toch maar eens gaan denken over een basis-inkomen voor iedereen, afschaffen van (alle) toeslagen, etc.?
[Verwijderd]
In plaats van mensen die daarna de bibbers krijgen van de verantwoordelijkheid die ze op hun nek laden.
Darlene 2
Tonie Broekhuijsen 2
DarleneR. Eman 8
'...hoe arme kinderen het best geholpen kunnen worden, namelijk met een stabiele thuissituatie. En die stabiele thuissituatie wordt alleen bereikt als "de bestaanszekerheid van gezinnen gewaarborgd wordt".'
in combinatie met
'..In een recent rapport van de Sociaal Economische Raad over armoede in Nederland werd voorgesteld om een "armoederegisseur" aan te stellen. Fijn, een armoederegisseur, nog een hulpverlener die kan aanschuiven tijdens het "netwerkoverleg" met de bewindvoerder, veldregisseur, jeugdregisseur, wijkregisseur, gezinsregisseur, participatieregisseur, maatschappelijk werkster, consulent jeugd, re-integratieconsulent, verslavingsarts, wijkcoach, gezinscoach, jobcoach en schuldhulpverlener. '
brengt bij mij de vraag naar boven "wie worden hier nu eigenlijk gesubsidieerd?".
Gerbrand van Dieijen 1
R. EmanJan Sinke 10
Marcel Renard 3
Darlene 2
Petrus Harts 3
Pieter
Willem de Vroomen 4