
De Nederlandsche Bank bevestigt alle negatieve clichés over bankdirecteuren: ze zijn dominant, luisteren slecht en hebben weinig oog voor de risico’s.
De ambtenaren aan de Amsterdamse Stadhouderskade komen met een vernietigend rapport over de werkwijze van de krijtstrepen aan de Zuidas. DNB, de eerste toezichthouder ter wereld die zich bezighoudt met gedrag en cultuur, heeft de afgelopen twee jaar onderzoek gedaan naar de cultuur in de bestuurskamers van in totaal dertig Nederlandse banken, verzekeraars en pensioenfondsen. Directeuren moeten nog een hoop leren, zo is de conclusie.
De eerste zin van het rapport Leading by Expamle zet al gelijk de toon: ‘Bestuurders van financiële instellingen hebben te weinig aandacht voor het eigen gedrag en zijn zich ook te weinig bewust van hun gedragingen.’ Collegabestuurders spreken elkaar ook nauwelijks aan op ongewenst of ineffectief gedrag en er is weinig goed overleg in de bestuurskamer.
Dominant
De voorzitter van de Raad van Bestuur en de voorzitter van de Raad van Commissarissen hebben volgens het onderzoek een harde en dominante communicatiestijl. Het draait vooral om de mening van meneer de voorzitter. DNB spreekt van schijnfaciliteren: ‘De voorzitter laat weliswaar iedereen aan het woord, maar eindigt met sterk bepalende (afwijkende) eigen visie en laat de inbreng van anderen daarmee alsnog buiten beschouwing.’
Naast het haantjesgedrag, wordt er in de besluitvorming onvoldoende diepgaand stilgestaan bij de risico’s. ‘In een aantal gevallen heeft dit tot concrete financiële verliezen geleid’, aldus de centrale bank.
Het andere kamp
Ook werken de raden van bestuur en de raden van commissarissen niet goed samen. Er is sprake van een conflictmodel. DNB komt met een geanonimiseerd praktijkvoorbeeld van een bestuur dat aangaf dat hun commissarissen een houding zou hebben ‘om hen te grillen’. De commissarissen typeerden reacties van het bestuur op hun beurt als defensief. Dat zorgt voor irritatie. ‘Bestuursleden en commissarissen spraken met weinig vertrouwen over de bestuurlijke bijdrage van ‘ het andere kamp.’
Kortom, er is sinds de kredietcrisis weinig veranderd in de cultuur van topbankiers.
Lees ook:
Bankiers in spé krijgen les in ethiek
DNB pakt cultuur trustkantoren aan
2 Bijdragen
Peter van der Slikke
Frank Wijn
"Mijn vader is kok". "De mijne is loodgieter". "Ik heb een vader die vrachtwagenchauffeur is".
Waarna Jantje antwoordt: "Mijn vader is paaldanser en dat is sociaal gezien niet handig. Als mijn moeder thuiskomt, moet hij gaan werken. Hij heeft altijd andere vrouwen om zich heen en dat vindt mama maar niks. Bovendien is hij niet meer zo piepjong en heeft ie steeds vaker last van zijn gewrichten".
De kids verlaten de klas aan het einde van de middag. Toch spreekt de juffrouw Jantje nog even aan. "Jantje, jouw vader heeft wel een heeeel bijzonder beroep. Dat hoor je niet vaak... een mannelijke paaldanser. Is hij dat al lang?"
Jantje: "Nee, natuurlijk is mijn vader geen paaldanser. Hij is bankdirecteur. Maar dat zég je toch niet!"