
Wie betaalt? En wie bepaalt? FTM zoekt uit hoe de politieke worst écht gedraaid wordt. Lees meer
Leven we in een lobbycratie of is lobbyen een wezenlijk element van een gezonde democratie? Zeker is dat de lobbywereld wordt gezien als een zeer invloedrijke factor in ons politiek bestel, maar beschrijvingen van die wereld komen doorgaans niet verder dan het woord ‘schimmig’. Follow the Money wil daar verandering in brengen en duikt de lobbywereld in om te zien hoe de worst écht gedraaid wordt.
Filantropie geeft de rijken invloed op de Europese beleidsagenda
Farma-industrie lobbyt in Brussel vermomd als het ‘goede doel’
Veerkracht en een lange adem
Amerika blijkt groot-financier van de lobby van Europa’s maatschappelijke organisaties
Van Huawei tot Shell: lobby bedrijfsleven rekruteert ongehinderd oud-medewerkers Europarlement
Cora van Nieuwenhuizen heeft een lobbyverbod maar bemoeit zich met het werk van klimaatminister Jetten
Omstreden bestuurder Bonaire ‘weggepromoveerd’ naar diplomatieke topfunctie
Podcast | Vrijwillige diplomaten maken het bont
Nederlandse diplomaten verdacht van fraude, witwassen en afpersing
Boeren blokkeren via het waterschap opnieuw een belasting op vervuiling met mest en landbouwgif
Samen met journalisten uit heel Europa controleren we de macht in Brussel. Lees meer
Steeds meer ingrijpende besluiten worden op Europees niveau genomen. Maar zolang burgers niet weten wat er gaande is in Brussel, kunnen politici er verborgen agenda’s op nahouden en hebben lobbyisten vrij spel. Om hier verandering in te brengen lanceert Follow the Money ‘Bureau Brussel’. Een team EU-specialisten controleert, in samenwerking met collega’s uit heel Europa, structureel de macht.
Filantropie geeft de rijken invloed op de Europese beleidsagenda
Farma-industrie lobbyt in Brussel vermomd als het ‘goede doel’
Europa’s machthebbers wissen op grote schaal hun sms'jes en e-mails
Amerika blijkt groot-financier van de lobby van Europa’s maatschappelijke organisaties
Corrupte EU-ambtenaren na tien jaar nog steeds niet gestraft
Van Huawei tot Shell: lobby bedrijfsleven rekruteert ongehinderd oud-medewerkers Europarlement
EU-landen smijten met miljarden om stroomverslindende industrie te behouden
Europa’s plan voor een groene toekomst is ingefluisterd door het old boys network
Europese Commissie wil parlementen buitenspel zetten om export te beschermen
Europa wil economisch onafhankelijker zijn – tegen welke prijs?
© Afonso Gonsalves
Van Huawei tot Shell: lobby bedrijfsleven rekruteert ongehinderd oud-medewerkers Europarlement
Het Europees Parlement legt voormalig assistenten van Europarlementariërs die lobbyist willen worden, geen strobreed in de weg. Zelfs wie gaat lobbyen op wetgeving waarbij ze als politiek medewerker betrokken waren, krijgt vaak zonder probleem een lobbypas en daarmee (opnieuw) toegang.
- Europarlementariërs beschikken over assistenten die veel van het wetgevende handwerk opknappen. Veel wijzigingen aan EU-wetten die volksvertegenwoordigers in Brussel voorstellen, komen uit de pen van assistenten, die soms bij de onderhandelingstafel aanschuiven.
- Deze functionarissen kunnen behoorlijk invloedrijk worden in de Brusselse beleidswereld. Ze zijn dan ook populair bij lobbyorganisaties om hun netwerk en kennis.
- Assistenten met vijf jaar ervaring of meer moeten tot twee jaar na hun vertrek het Parlement inlichten over nieuwe werkzaamheden. Follow the Money heeft echter ontdekt dat lang niet iedereen zich aan deze regel houdt en dat het Parlement naleving ervan slecht controleert.
- Het Parlement heeft de mogelijkheid een tijdelijk lobbyverbod op te leggen, maar doet dit nauwelijks. In een zeldzaam geval waarin een oud-assistent wel zo’n verbod kreeg opgelegd, betrof het iemand die lobbyist was geworden voor een milieuorganisatie.
Eventjes waren de deuren van het Europees Parlement in Brussel voor haar gesloten. In de herfst van 2021 nam Despina Manousos Laurent afscheid van haar functie als beleidsadviseur voor een Spaanse Europarlementariër en moest ze haar toegangspas inleveren.
Maar nog geen twee maanden later kon ze alweer vrij door de vergaderzalen en wandelgangen van het glazen gebouw lopen. Nu niet als werknemer van het Europarlement, maar als lobbyist voor Huawei.
Manousos is daarmee de derde oud-assistent van een Europarlementariër die het Chinese techbedrijf de afgelopen vijf jaar heeft binnengehaald.
De overstap van het Europees Parlement naar een lobbykantoor is niet ongebruikelijk voor politiek medewerkers. Met name lobbykantoren van bedrijven zijn een gewilde werkplek, zo blijkt uit onderzoek van Follow the Money op basis van gegevens van de websites LobbyFacts en ParlTrack.
De afgelopen tien jaar werden 166 oud-assistenten van Europarlementariërs binnen twee jaar na hun vertrek bij het Parlement actief als lobbyist in Brussel. De overgrote meerderheid ging lobbyen voor een bedrijf.
Een deel van hen brak hierbij straffeloos de regels voor oud-medewerkers van het Parlement. Die stellen dat assistenten van Europarlementariërs die langer dan vijf jaar werkzaam zijn geweest, tot twee jaar na hun vertrek toestemming moeten vragen voor nieuwe werkzaamheden.
Onderzoek naar Huawei
In Brussel staan bedrijven te springen om werknemers met goede contacten binnen de Europese instellingen. Een oud-werknemer van Huawei, die met Follow the Money sprak op voorwaarde van anonimiteit, zegt dat het bedrijf de afgelopen jaren zocht naar manieren om zijn belangen beter over te brengen bij Brusselse beleidsmakers.
Om die reden werd bijvoorbeeld Valerio Ottati in dienst genomen. Sinds de zomer van 2019 lobbyt hij voor Huawei, na bijna een decennium als beleidsadviseur in het Europees Parlement te hebben gewerkt. ‘Hij was geen technische man, maar werd aangenomen vanwege de vele connecties die hij in Brussel had. Hij regelde veel afspraken met Europarlementariërs en uitnodigingen voor Huawei-evenementen.’
Ook zijn collega Manousos verstaat de kunst van het netwerken, bleek onlangs nog. Als alumna van de London School of Economics and Political Science (LSE) mocht de Grieks-Finse in maart 2023 met collega-alumni op bezoek komen voor een ‘gesprek’ met de Griekse Eurocommissaris Margaritis Schinas, die ook aan de LSE studeerde.
‘Assistenten van Europarlementariërs zijn een onderbestudeerde groep in de Brusselse bubbel’
De Commissie zegt dat ze vooraf niet was geïnformeerd of er tussen de alumni ook lobbyisten zaten, en dat de bijeenkomst puur was bedoeld om burgers te informeren over de activiteiten van de Commissie. Schinas had volgens de Commissie met niemand een individueel gesprek.
Huawei’s wervingsstrategie in Brussel is volgens nieuwswebsite Politico Europe onderwerp van een onderzoek door de Belgische inlichtingendienst VSSE. De dienst zou met name willen weten of Huawei-lobbyisten die eerder bij EU-instellingen hebben gewerkt, banden hebben met de Chinese staat.
De inlichtingendienst bevestigt noch ontkent dit verhaal. Een woordvoerder van Huawei zegt: ‘Er zijn ons geen zogenaamde onderzoeken bekend naar ons personeel in Brussel.’
Van onschatbare waarde voor bedrijfslobby
Na het losbarsten van Qatargate, dat draait om vermeende omkoping door Qatar en Marokko, is in Brussel veel aandacht voor de integriteitsregels voor Europarlementariërs en de omgang met lobbyisten. De rol van assistenten van Europarlementariërs is echter onderbelicht.
Dit terwijl een van de verdachten in de zaak, Francesco Giorgi, zo’n voormalig assistent is – van de verdachte oud-Europarlementariër Pier Antonio Panzeri. NRC Handelsblad beschreef onlangs hoe Giorgi waarschijnlijk Marokkaanse activisten om de tuin leidde. De activisten waren in Brussel voor de nominatie van een mensenrechtenprijs, vermoedelijk tot onvrede van Rabat. Giorgi probeerde hen te overtuigen de nominatie in te trekken en hielp ‘onbekende mannen’ de activisten uit te horen over hun contacten.
Het toont dat de invloed van assistenten verder reikt dan hun functietitel suggereert – het werk behelst voor de meesten meer dan alleen de agenda bijhouden en koffie halen. Veel assistenten spelen een belangrijke rol bij het ontwerpen van Europese wetgeving. Ze schrijven de voorstellen voor wetswijzigingen die hun Europarlementariërs indienen en hebben soms zelfs een rol in de onderhandelingen met de lidstaten en de Commissie.
‘In mijn optiek zijn assistenten de belangrijkste gesprekspartners voor lobbyisten in het Europees Parlement,’ schrijft lobbyist Milos Labovic in het boek EU superlobby: winnen in Brussel (2017).
Vicky Cann, campagnevoerder bij lobbywaakhond Corporate Europe Observatory vult aan: ‘Assistenten van Europarlementariërs zijn een onderbestudeerde groep in de Brusselse bubbel, terwijl ze zeer gedetailleerde kennis hebben over EU-dossiers, wat van onschatbare waarde is voor een bedrijfslobby.’
Ook Mark MacGann bevestigt in een gesprek met Follow the Money dat bedrijven graag oud-assistenten aantrekken. MacGann vergaarde bekendheid als de Uber-lobbyist die klokkenluider werd. Hij deelde vorig jaar ruim 100.000 documenten met journalisten over zijn tijd bij Uber: de Uber Files.
In zijn tijd bij Uber nam het bedrijf Fabian Ladda aan, die zes maanden in het Parlement had gewerkt. ‘Ladda was een zeer goede lobbyist, maar het was ook zijn netwerk in Brussel als voormalig assistent voor een prominente Europarlementariër, Elmar Brok, dat hem een waardevolle toevoeging aan het team maakte,’ zegt MacGann.
Wie een ervaren oud-assistent binnenhaalt als lobbyist, haalt naast een netwerk ook dossierkennis binnen én een begrip van de complexe machinerie die EU-regels produceert. ‘Het gaat niet alleen om wie je kent. Natuurlijk: hoe groter je netwerk, hoe waardevoller je bent voor de private sector,’ zegt MacGann.
Maar het is net zo belangrijk dat je alle ingewikkelde procedures in de vingers hebt. MacGann: ‘Als je net die assistent weet te vinden die bijvoorbeeld in de commissie Juridische Zaken of Interne Markt heeft gewerkt, dan zou je goed geld betalen om zo iemand in je team te krijgen.’
Join me on the dark side
Dat weet ook oud-assistent Quentin Deschandelliers. ‘Het hangt wel af van of je het vertrouwen hebt van je Europarlementariër, en hoeveel die Europarlementariër zelf wil doen, maar in bepaalde gevallen kun je echt veel invloed hebben op wetgeving. Dat vond ik ook een van de meest interessante aspecten van het werk, dat je impact kan hebben.’
Deschandelliers geniet in de Brusselse bubbel enige bekendheid – althans zijn alter ego MEP Assistant (MEP staat voor Member of European Parliament). Met 29.000 volgers op Twitter probeert hij met humor mensen te informeren over hoe de EU werkt.
‘Lobbyen is eigenlijk een behoorlijk essentieel onderdeel van de democratie’
Deschandelliers begon tien jaar geleden met een blog op het platform Tumblr, waarop hij met name gifjes publiceerde. Eind 2013 gebruikte de zelfverklaarde Star Wars-fan een gifje van Darth Vader. Onder het bekende filmbeeld van Darth Vader, die met gebalde vuist ‘If only you knew the power of the Dark Side’ zegt, plaatste Deschandelliers de tekst: ‘When I tell my lobbyist friend that I don’t want to become a lobbyist once I’ll leave the Parliament.’
Inmiddels is Deschandelliers zelf lobbyist voor de Federatie van Europese Uitgevers. De negatieve connotaties rond het lobbyvak, zijn volgens hem onterecht. ‘Lobbyen is eigenlijk een behoorlijk essentieel onderdeel van de democratie. Wie lobbyist wordt, gaat zeker niet over naar the dark side,’ vertelt hij Follow the Money.
Dat assistenten – veelal twintigers of dertigers – op enig moment op zoek gaan naar een nieuwe stap in hun carrière, mag niet verbazen. Korte contracten van een jaar zijn niet ongebruikelijk voor politiek medewerkers. Daarnaast brengt een baan waarvan het bestaan afhankelijk is van een politicus sowieso de nodige onzekerheden met zich mee. Deschandelliers: ‘Als een Europarlementariër na de verkiezingen niet terugkeert, heb je geen baan meer.’
Follow the Money vond inderdaad 45 gevallen van oud-assistenten die het Parlement verlieten in de maand of enkele maanden na verkiezingen. Maar de meeste overstappen (121) naar een lobbybaan hadden juist plaats midden in de lopende ambtstermijn van vijf jaar.
Andere factoren die een rol kunnen spelen in het voortijdig vertrek, zijn de werkdruk, of het klikt met de Europarlementariër voor wie je werkt en hoe die zich gedraagt. ‘Sommige Europarlementariërs vallen hun assistenten midden in de nacht lastig met sms’jes, waarin ze opdracht geven iets voor zes uur de volgende ochtend af te hebben,’ vertelt een oud-assistent op voorwaarde van anonimiteit.
Wie wil vertrekken bij het Parlement maar Brussel niet wil verlaten, kan proberen om bij een van de andere EU-instellingen een baan te vinden. Een andere optie is om lobbyist te worden.
Belangenconflicten
Hoe begrijpelijk ook de individuele keuze, toch kan een overstap naar de private sector ervoor zorgen dat de belangen van het Europees Parlement en de Europese burger in het geding komen. Er is het gevaar dat de lobbyclubs met het meeste geld de mensen met het grootste netwerk en de meeste kennis wegkapen. Ook is er het risico op (de schijn van) belangenconflicten: is iemand in haar oude publieke functie al bezig met voorrang geven aan de private belangen van een toekomstig werkgever?
De EU erkent deze risico’s en heeft regels opgesteld voor vertrekkend personeel.
Zo moeten oud-ambtenaren van de Europese Commissie tot twee jaar na hun vertrek toestemming vragen voor nieuwe werkzaamheden. De Commissie kan de nieuwe baan verbieden of toestaan onder de voorwaarde van een tijdelijk lobbyverbod, bijvoorbeeld als iemand lobbyist wordt op hetzelfde beleidsterrein als waar ze als ambtenaar op werkte.
Voor assistenten in het Europees Parlement geldt deze regel alleen als ze er vijf jaar of langer werken. Die minimumperiode is volgens een woordvoerder gekozen omdat een parlementstermijn ook vijf jaar is, maar een duidelijke argumentatie daarvoor ontbreekt. Gevolg is dat de regel van toepassing is op een kwart van de ruim tweeduizend assistenten die het Parlement momenteel in dienst heeft.
Wie vier jaar en elf maanden ervaring heeft, hoeft een nieuwe lobbybaan dus niet te melden. Maar ook wie er korter dan vijf jaar werkt kan een goed netwerk opbouwen of op een belangrijke positie terechtkomen.
Vijf jaar ervaring is ideaal, zegt klokkenluider en oud-Uberlobbyist MacGann. ‘Maar het hóeft geen vijf jaar te zijn. Als iemand tweeënhalf tot drie jaar assistent was van een Europarlementariër, maar op een sleutelpositie, dan kan dat ervaring opleveren die vijftien jaar waard is.’ Hij vindt dat het Parlement zou moeten overwegen om de regels zo aan te passen dat die ook voor oud-personeel met meer dan tweeënhalf jaar ervaring geldt. ‘Dan kun je meer zwaargewichten vangen.’
Follow the Money vond tal van voorbeelden van assistenten die na minder dan vijf jaar in het Parlement overstapten naar een lobbyfunctie met inhoudelijke overlap.
Zo was Tsjerk Terpstra als assistent van Jan Huitema (VVD) betrokken bij de landbouwcommissie en werd hij een maand na zijn vertrek lobbyist in Brussel voor de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO). Ook de Griekse Kleopatra Sidiropoulou werkte met name op landbouw, als beleidsadviseur voor een Britse Europarlementariër. Vervolgens werd ze secretaris-generaal van de Europese Raad voor Jonge Boeren (CEJA).
Johannes Weber was tot eind 2017 actief in de parlementscommissie voor voedselveiligheid en werd een maand later lobbyist voor voedselgigant Nestlé. Ute Schmaltz was de ene maand nog actief in de Commissie economische en monetaire zaken en de volgende maand als lobbyist voor Commerzbank.
Geen van deze mensen hoefde het Parlement om toestemming te vragen. Maar er zijn er ook die dat wel hadden moeten doen en niet deden, naar eigen zeggen omdat ze het niet wisten (zie kader).
Assistenten van Europarlementariërs met meer dan vijf jaar ervaring moeten in de twee jaar na hun vertrek nieuwe functies melden. Acht oud-assistenten in die categorie zeggen tegen Follow the Money dat ze dit nooit hebben geweten.
Zo ook oud-assistent en Star Wars-fan Deschandelliers. Hij werkte zes jaar bij het Parlement, onder meer aan nieuwe Europese auteursrechtregels. Een halfjaar na zijn vertrek ging hij begin 2020 aan de slag als lobbyist voor de koepelorganisatie van uitgevers. Hij heeft die nieuwe baan nooit gemeld bij het Parlement.
‘Normaal hou ik me altijd aan alle regels,’ zegt Deschandelliers. ‘Maar nu heb ik een regel gebroken waarvan ik het bestaan niet wist. Ik geef het Parlement hier de schuld van, dat heeft mij niet geïnformeerd.’
De Duitse Vereniging van de Chemische Industrie (VCI) nam in 2022 Anna Lena Bergmann in dienst, die hiervoor toestemming had moeten vragen aan het Parlement. VCI laat weten dat dit ‘abusievelijk’ niet is gebeurd, ‘hetgeen wij betreuren’.
Umberto Gambini ging datzelfde jaar na vijftien jaar in het Parlement zonder toestemming te vragen aan de slag als lobbyist bij het bureau Avisa Partners. ‘Ik heb nog nooit van deze regel gehoord. Voormalige collega's die ik hiernaar heb gevraagd, ook niet.’ Gambini stuurt een intranetpagina met algemene informatie voor assistenten en een welkomstbrochure waarop de regel inderdaad niet is te vinden.
Tegelijk hééft het Parlement op zijn publieke website een speciale pagina over gedragsregels waar wél brochures zijn te vinden waarin de regel wordt vermeld.
Ook worden vertrekkende assistenten volgens het Parlement herinnerd aan hun meldplicht. Wel is er in november 2022 iets veranderd: sindsdien gaat zo’n herinnering er automatisch uit wanneer het HR-systeem ‘ziet’ dat het contract van een assistent afloopt. Maar ook daarvoor, toen een dergelijke herinnering door parlementspersoneel werd verstuurd, gebeurde dat volgens het Parlement ‘systematisch’.
Hoe het ook zij, het is vrijwel zeker dat er meer oud-assistenten zijn die verzuimen hun nieuwe baan te laten controleren op belangenconflicten. Volgens het Parlement kreeg het in de afgelopen tien jaar 69 verzoeken van oud-assistenten om toestemming voor nieuw werk. Maar Follow the Money vond al 71 voorbeelden van situaties waarvoor toestemming was vereist. Dat is nog gerekend buiten al de mensen die werk hebben gezocht waar geen lobbypas voor nodig is, maar wel toestemming.
Het Parlement legt in een reactie de verantwoordelijkheid voor naleving van de meldplicht volledig bij het voormalig personeel en de organisaties die de EU-instellingen belobbyen. Die laatste zijn verplicht ervoor te zorgen dat als ze EU-veteranen in dienst nemen, deze zich aan de regels houden.
Toch zou het Parlement kunnen voorkomen dat mensen die de regel zijn vergeten, zonder toestemming gaan lobbyen. Toen Deschandelliers zich een halfjaar na zijn vertrek weer bij het Europees Parlement meldde voor een toegangspas om zijn nieuwe lobbywerk uit te voeren, kreeg hij die zonder problemen. Deschandelliers: ‘Ze hadden kunnen zeggen: “oh, je was vroeger assistent, heb je toestemming gevraagd voor je nieuwe baan?” Maar dat gebeurde niet.’
Bij de aanvraag van die lobbypas wordt niet gecontroleerd of iemand oud-medewerker is van het Parlement of een andere EU-instelling. Zo kon het gebeuren dat Karl Ryan in de zomer van 2015 als kersverse Google-lobbyist een toegangspas kreeg van het Europees Parlement, terwijl hij nog geen toestemming had voor die baan van zijn oud-werkgever, de Europese Ombudsman.
Draaideur op volle toeren
Wanneer de werkzaamheden van een oud-werknemer ‘verband houden’ met wat iemand in de laatste drie jaar van het dienstverband deed, kunnen EU-instellingen die nieuwe baan verbieden. De afgelopen tien jaar heeft het Europees Parlement dat geen enkele keer gedaan.
En zo kon het gebeuren dat een parlementair beleidsadviseur voor handels- en duurzaamheidsdossiers lobbyist werd voor Facebook, een jaar later weer terugkeerde naar het Parlement als beleidsadviseur voor digitale zaken, en twee jaar daarop aan de slag ging als lobbyist voor Twitter.
Of dat een parlementair adviseur op het gebied van lucht- en ruimtevaart na acht jaar dienstverband vrijwel direct een lobbypas ontving om te lobbyen voor ASD Europe, een brancheorganisatie van de lucht- en ruimtevaartindustrie.
‘Buitenproportioneel in vergelijking met andere gevallen’
Of dat de assistent van het centrumrechtse Bulgaarse parlementslid Eva Maydell de ene maand nog werkt aan nieuwe regels voor cybersecurity, en de maand daarop van het Parlement een lobbypas krijgt voor haar nieuwe werk als adviseur digitale economie bij BusinessEurope, de Europese lobbyclub van werkgevers.
Ook de ervaren oud-assistent Judit Baumholczer kreeg een lobbypas van het Europees Parlement. Zij speelde als beleidsadviseur van EU-parlementslid Miriam Dalli naar eigen zeggen ‘een centrale rol’ bij het opstellen van het standpunt van de sociaaldemocratische fractie ten aanzien van de Europese Green Deal en hogere klimaatambities voor 2030.
Een jaar na haar vertrek bij het Parlement werd Baumholczer lobbyist voor Shell.
Volgens een woordvoerder van het olie- en gasbedrijf heeft Baumholczer netjes haar nieuwe baan bij het Parlement gemeld en kreeg ook zij toestemming. Het Parlement doet over individuele gevallen geen uitspraken.
Tijdelijk lobbyverbod
Naast toestemming geven of weigeren, heeft het Parlement nog een tussenoplossing. Het kan een nieuwe baan ook toestaan onder voorwaarde van een tijdelijk lobbyverbod.
Het Parlement laat desgevraagd weten dat de afgelopen tien jaar zes oud-assistenten zo’n tijdelijk verbod hebben gekregen. Deze zes mogen of mochten gedurende 12 tot 24 maanden de belangen van hun nieuwe werkgever niet vertegenwoordigen in het Europees Parlement.
Om wie het gaat, wil het Parlement niet zeggen. Via bronnen heeft Follow the Money echter een van de zes personen gevonden.
Het gaat om een oud-assistent van een sociaaldemocratische Europarlementariër die – net als Baumholczers baas Miriam Dalli – actief was in de milieucommissie van het Parlement. De oud-assistent, die anoniem wil blijven, wil het opgelegde lobbyverbod mogelijk aanvechten. ‘Ik vind het goed dat er regels zijn voor oud-assistenten van Europarlementariërs. Maar de beperkingen die mij zijn opgelegd, zijn buitenproportioneel in vergelijking met andere gevallen.’
De oud-assistent kreeg, zonder verdere uitleg, te horen dat hij 18 maanden lang het Europees Parlement niet in mag om namens zijn nieuwe werkgever te lobbyen.
Om deze periode van anderhalf jaar in context te plaatsen: na Qatargate hebben Europarlementariërs voor zichzelf een afkoelperiode van zes maanden ingesteld.
Ook als je bedenkt dat Shell-lobbyist Baumholczer gewoon een lobbypas kreeg, dan lijkt 18 maanden op een zwarte lijst staan inderdaad wel extreem. Zeker wanneer je weet dat deze oud-assistent niet eens in Brussel blijft wonen. Extra saillant is dat zijn nieuwe werkgever geen commercieel bedrijf is, maar een milieuorganisatie.
Voor dit artikel heeft Follow the Money twee datasets gecombineerd. De eerste is een set namen van mensen die op enig moment de afgelopen tien jaar op de website van het Europees Parlement stonden geregistreerd als assistent van een Europarlementariër. Het Parlement zelf verwijdert namen van assistenten als zij van baan wisselen. Die gegevens worden echter veiliggesteld door de website ParlTrack.
De tweede set gegevens is een lijst van namen van mensen die op enig moment geregistreerd stonden in het EU-lobbyregister als houder van een lobbypas. Die gegevens zijn beschikbaar gesteld door de website LobbyFacts, die op hun beurt de data van het officiële transparantieregister kopiëren. Het zijn de lobbyorganisaties zelf die deze gegevens aan het register beschikbaar stellen.
Door te kijken welke namen in beide datasets voorkwamen, ontstond een lijst van 492 namen van mensen die vermoedelijk zowel (oud)assistent als lobbyist zijn (geweest). Daar zaten echter ook dubbelingen in: die werden verwijderd. Vervolgens is handmatig per naam gecontroleerd of het om dezelfde persoon ging. Soms bleek bij navraag dat het om twee verschillende mensen met toevallig dezelfde naam ging.
Bevestigingen van identiteit gebeurde bijna altijd na het vinden van een cv op netwerksite LinkedIn. Bij twijfel werd een naam afgeserveerd. Ook namen van mensen die alleen trainee of stagiair zijn geweest in het Europees Parlement werden verwijderd.
Tot slot nam ik het criterium alleen te kijken naar oud-assistenten die binnen twee jaar een nieuwe baan hadden als lobbyist. Die twee jaar is gekozen vanwege de periode waarin bepaalde oud-assistenten hun nieuwe werk aan het Parlement moeten voorleggen. Af en toe stuitte ik op een naam van een oud-assistent die wel aan die voorwaarden voldeed, maar niet in de oorspronkelijke dataset stond. Die werd dan toegevoegd.
Alle bedrijven en mensen die in dit artikel met naam zijn genoemd zijn benaderd met een verzoek om commentaar.
Veel dank aan LobbyFacts en ParlTrack voor het beschikbaar stellen van de gegevens. Dank ook aan FTM-collega’s Ada Homolová, Johan Schuijt en vooral Tom Claessens voor het ontsluiten van de data.
14 Bijdragen
Roland Horvath 7
Het lijkt er op dat er te veel assistenten zijn, gemiddeld zo'n 3 per EU Parlementslid.
Is één assistent niet genoeg. Dat zou men dan kunnen compenseren met het verdubbelen van het aantal Parlementsleden. Het doel daarvan is niet alleen de draaideur tussen GMO en politiek indien mogelijk te sluiten. Maar vooral om meer diverse kennis te brengen bij de beleidspersonen.
Relatief te veel alfa wetenschappen en te weinig bèta / natuurkunde e.a. en gamma / maatschappij wetenschappen o.a. economie.
Ook in de uitvoerende en in de rechterlijke macht is de kennis niet divers genoeg. De maatschappij wordt steeds globaler en ingewikkelder. Tal van adviseurs en assistenten is niet goed genoeg. Veel zaken zijn -te- ingewikkeld. Dergelijke maatregels hoeven de democratie niet te benadelen. Iedereen moet in principe kunnen gekozen worden in het EU Parlement.
Martin Slabbekoorn 1
Roland HorvathWil iemand serieus werken als Europarlementariër, dan zij twee assistenten absoluut geen luxe. Zie ook de debatten over de Tweede Kamerleden in Nederland zelf. Wie zijn of haar vak als politicus/-ca serieus neemt, heeft goede assistenten nodig.
Peter Teffer 3
Martin SlabbekoornRoland Horvath 7
Martin SlabbekoornIn NL hebben de ministers geen kabinet van tientallen medewerkers, alle van hun eigen politieke partij zoals in BE. Dat heeft o.a. als naar gevolg -in BE- dat kabinetsmedewerkers wetsontwerpen schrijven zonder dat de ter zake deskundige ambtenaren daaraan -mogen- meewerken. Afgezien nog van de salaris kosten van al de kabinetsmedewerkers.
Een NL minister moet samen werken met de ambtenaren. Dat ook een euro parlementslid assistenten nodig heeft, is aannemelijk. Het aantal moet m.i. niet meer worden dan 3.
Iets anders is dat er meer euro parlementsleden moeten zijn. Allerlei vakkennis moet ook aanwezig zijn in zo'n vergadering. En een confederale samenwerking, zoals in de tijd van kolen en staal en nog later, was in die tijd voldoende. Nu de EU overheid meer bevoegdheden heeft, is een federale staatstructuur een noodzaak.
Op voorwaarde dat de federatie er -bijna- uitsluitend is om problemen van de Unie op te lossen. Zoals in de VS. Nu is het EU bestuur een onverantwoordelijke moloch, die weegt op de staten. En die achter gesloten deuren functioneert.
John Janssen 4
Roland HorvathGerard van Dijk 6
Het blijkt maar weer hoe corrupt het hele systeem is. Wel zeggen dat we als Europa democratische waarden uitdragen maar in de praktijk blijkt er niet of nauwelijks prikkels te zijn om de belangen van Europese burgers te vertegenwoordigen.
Die prikkel blijkt ook bij de lidstaten te ontbreken. Wanneer je geld als belangrijkste prikkel ziet voor een glanzende carrière dan delft de burgerbelangen als eerste het onderspit.
Het ontbreken van de juiste prikkels om wel iets voor de burgerbelangen te doen. Lijkt het dus om een bolwerk van macht en geld te gaan.
Echter het geld dat we nu kennen heeft gelukkig ook een eigen dynamiek waar we als burgers onze vrijheden aan kunnen ontleden. Wij kunnen nu nog zelf bepalen waar we ons geld aan willen uitgeven. Straks met de CBDC is de programmeerbaarheid van het geld oneindig.
Bij de CBDC is er bewust voor gekozen dat deze digitale munt geen open source mag zijn. Stel je voor dat we als democratie transparant zouden zijn? Dan zou er veel ophef kunnen ontstaan wanneer in de broncode opgemerkt kan worden dat op basis van data ons gedrag gestuurd kan worden. Dat zou een hele akelige gedachten zijn. Wat je niet ziet is er ook niet, als het vermoeden er wel is of ontstaat dan doen de journalisten dit al gelijk af als “complottheorieën”, zoals EenVandaag dat vorige week ook deed over de CBDC.
Roland Horvath 7
Gerard van DijkJohn Janssen 4
Gerard van DijkJohn Janssen 4
Om dat te bereiken stel je als organisatie, in dit geval de dames en heren regenten in Brussel, een geheel gedetailleerd 'Code of Conduct' op die vastlegt waaraan men zich dient te houden binnen de organisatie. Naleving, c.q. Handhaving, van diezelfde COC dient ook daarin gewaarborgd te zijn.
Het is vrijwel algemeen bekend dat een COC vaak wordt gezien als 'Papieren Tijger', en dat naleving niet altijd een prioriteit heeft bij organisaties.
Alleen al gezien de extravaganza in het reisgedrag van sommige leden van het EU instituut geeft dat prachtig weer dat de 'Papieren Tijger' hier aardig wat welpjes heeft geworpen!
Goed dat bovenstaand artikel aandacht besteed aan de mogelijke hiaten in de Brusselse Code of Conduct, maar het geheel komt natuurlijk niet als bliksemschicht bij heldere hemel binnen.
Gerard van Dijk 6
Daarmee word gelijk journalistiek de toon gezet dat zodra je een journalist zich negatief of kritisch uitlaat over de CBDC zich buiten spel plaatst omdat die dan zichtbaar een complottheorie zou aanhangen.
In mijn beleving is het ook voor FTM een NO-GO item omdat het hun eigen bestaan ermee riskeert. Kritiek op de CBDC is in die zin vanuit die maatschappelijk moraal onverantwoord.
Hoe Bert Slagter, schrijver van het boek “ons geld is stuk”. Hij de goede kanten die de CBDC kan hebben beschrijft. Geeft die ook aan dat alles afhangt van het ontwerp. Welke keuzes zou je moeten maken wanneer je een transparante , democratische CBDC zou willen maken? En welke keuzes maken ze? In het huidige geldsysteem zijn de Centrale bankiers gehandicapt, beperkt in hun mogelijkheden. Het is logisch dat ze in een nieuw systeem daar meer mogelijkheden in willen hebben. Aangezien zij een onafhankelijke instelling zijn nemen zij ook die ruimte. Ook overheden hebben er baat bij wanneer er meer maatschappelijke sturing gegeven kan worden.
Persoonlijk vind ik dat dit journalistiek veel meer helderder in beeld gebracht word. Er is namelijk geen weg terug. Maar zoals gezegd is dat journalistiek een NO-GO.
Bert Slagter is in gesprek geweest met Arno Wellens. Waar Bert de positieve kant benoemde van de CBDC, benoemde Arno Wellens de keuzes die de Centrale bank neemt. Zoals Arno Wellens aangeeft kan hij alle keuzes die de Centrale Bank neemt onderbouwen met verwijzingen naar documenten die bij de centrale bank online staan.
Gerhard de Jonge 3
Gerard van DijkGerard van Dijk 6
Het bewijst dat de journalistiek zodra het dystopische trekjes krijgt de samenleving tegen ongeloof oploopt en als onbetrouwbaar opgevat moet worden. Niemand die dat wil en kan geloven. Maar daarmee geven we wel de vrije hand aan de centrale bank om bijvoorbeeld 5% negatieve rente te hebben. Met het huidige geld kan dat niet omdat dan iedereen zijn geld van de bank haalt. Of dat je geld een beperkt houdbaarheidsdatum heeft, of zoals Barbara Baardsma geopperd heeft om CO2 koppeling te kunnen maken.
Bekijk de video en ontdek de tegenstellingen. Ik nodig je uit om ook Arno Wellens te checken of waar hij naar documenten verwijst te checken. Dat is zijn werk wel waard.
https://m.youtube.com/watch?v=vDJDDrJyQWY&pp=ygUZYXJubyB3ZWxsZW5zIGJlcnQgc2xhZ3Rlcg%3D%3D
Sorry, beetje of topic gegaan.
Gerard van Dijk 6
Yvonne Bakker