Begrotingsbeleid politieke partijen totaal inconsequent

4 Connecties
51 Bijdragen

De Nederlandse economie zit in de lift. Maar net nu de overheidsbegroting na jaren van bittere bezuinigingen op orde is, willen politieke partijen de teugels weer laten vieren. Een gotspe, vindt Bas Jacobs, want de noodzaak voor zulk beleid is nu veel minder groot dan in voorgaande jaren.

Vorige week publiceerde het CPB de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s. In het tijdperk van ‘factless’ en ‘post-truth’ politiek is het prachtig dat dit in Nederland nog altijd gebeurt. Partijen die hier niet aan meedoen, zoals de PVV en de Partij voor de Dieren, verkopen de kiezers knollen voor citroenen.

Iedereen die wil weten welke economische effecten de partijprogramma’s hebben, moet de doorrekening maar eens lezen. Voor iedereen die niet weet wat hij/zij wil stemmen: kijk naar de opsomming van de maatregelen die elke partij voorstelt. Die is een heel stuk concreter dan de wollige teksten die in de verkiezingsprogramma’s staan.

Synchroon met conjunctuur

Voor mij is het meest opvallende nieuws dat partijen eindelijk de Nederlandse budgettaire orthodoxie hebben verlaten — eigenlijk een jaar of zes te laat. Alle politieke partijen, behalve DENK, gaan de begroting verruimen door middel van hogere uitgaven of lagere belastingen: van ongeveer 0,5 procent van het bbp bij de ChristenUnie tot 1,5 procent bij de SP. Daarmee lopen de partijen eindelijk synchroon met de economische conjunctuur.

Partijen hebben eindelijk de Nederlandse budgettaire orthodoxie verlaten

Het gaat onmiskenbaar beter in Nederland, maar we hebben nog altijd wat onderbesteding. De werkloosheid ligt iets boven de schatting voor de natuurlijke werkloosheidsvoet. Bovendien is Nederland tijdens de crisis zo’n 15 procent aan bbp-groei verloren en kan het waarschijnlijk iets aan gemiste groei inlopen. De internationale macro-economische omgeving is nog altijd fragiel. De ECB heeft de rentes op nul staan, terwijl ze aan kwantitatieve verruiming doet. De inflatie is veel te laag en Noord-Europa zou wat oververhitting kunnen gebruiken om de onbalans in Europa te herstellen. Tegelijkertijd zijn de private schulden nog steeds hoog, wat de bestedingen afremt. Het is daarom economisch verstandig om nog een enigszins expansief begrotingsbeleid te voeren, en dat is wat de meeste Nederlandse politieke partijen willen doen.

Teugels vieren

Toch vind ik het politiek bizar dat vrijwel alle politieke partijen, inclusief de budgettaire haviken van VVD, CDA, D66, en PvdA de begroting laten verslechteren, ook op de lange termijn. Sterker, het met zeer pijnlijke ingrepen opgebouwde houdbaarheidsoverschot in de overheidsfinanciën slaat weer om in een houdbaarheidstekort bij CDA (-0,4 procent), PvdA (-0,7 procent) en SP (-2,7 procent).

Waar zijn al die bezuinigingen en lastenverzwaringen van de afgelopen jaren, tijdens de grootste crisis in 80 jaar tijd, dan voor nodig geweest? Om — nu we eindelijk weer de weg naar boven hebben gevonden — de boel weer terug te kunnen draaien?

Mark Rutte heeft jarenlang, overal waar hij maar kon, geroepen dat de staatsfinanciën weer op orde zouden en moesten komen. Hij heeft de onderhandelingen in 2010 over Paars-plus laten stranden op de bezuinigingen: die gingen niet ver genoeg. Hij heeft met Jan Kees de Jager in de Financial Times geschreven dat landen uit de eurozone moeten worden gegooid als ze zich niet aan de begrotingsregels houden. Hij heeft zijn eerste kabinet — na het mislukte Catshuisoverleg — laten vallen op de onbereidwilligheid van Geert Wilders om nog meer te bezuinigen. Wilders was een ‘wegloper’. En nu laat Rutte als aanvoerder van de VVD ineens de budgettaire teugels vieren in de verkiezingen van 2017?

Ook CDA, PvdA, D66, ChristenUnie en GroenLinks hebben gedurende de jaren 2010-2017 meegetekend voor een megapakket aan bezuinigingen en lastenverzwaringen in diverse regeerakkoorden en aanvullende beleidspakketten. Al deze partijen zijn plotseling veel minder streng in de leer.

Economisch onzinnig

Daar is, zoals gezegd, best een economisch pleidooi voor te houden. Maar dat pleidooi — onderbesteding, nulondergrens op de rente, hysterese, schuldafbouw — heb ik in al die jaren maar bij bar weinig politici mogen vernemen. En de noodzaak van een ruimer begrotingsbeleid is onmiskenbaar minder groot dan in 2010, 2012 of 2014. Sterker, die noodzaak werd toen door een grote politieke meerderheid in Nederland totaal afgewezen, tegen een meerderheid van academische economen, het CPB (onder Teulings), het IMF en de OESO in.

Waar zijn al die bezuinigingen en lastenverzwaringen dan voor nodig geweest?

Er moest bezuinigd worden om de staatsfinanciën op orde te krijgen? Ook toen ze dat allang waren? De begroting moest op orde om stijgende rentelasten te voorkomen? Ook toen die rentelasten historische laagterecords bereikten? De kredietwaardigheid van de overheid stond op het spel? Terwijl zowel de overheid als Nederland al die jaren een groot positief netto vermogen had? Deze argumenten waren toen en zijn nog steeds economisch onzinnig. En ik hoor ze nergens meer.

Het merendeel van de Nederlandse politieke partijen — VVD, CDA, PvdA, D66, GroenLinks, ChristenUnie — heeft de budgettaire orthodoxie van de Nederlandse overheid gedurende de afgelopen jaren met hand en tand verdedigd. En die partijen vallen tijdens de verkiezingen in 2017 ineens allemaal van hun geloof? Daar is maar één woord voor: het is een gotspe.