
Spaargeld: risicoloos bezit is verworden tot verliespost © ANP / Robin Utrecht
Belasting betalen is nog steeds voor dommen (en pechvogels)
Verschillende fiscalisten en juristen hebben het Nederlandse belastingssysteem als onrechtvaardig getypeerd. Met name box 3, de vermogensbox, moet het ontgelden. Volgens Hans Baaij betalen spaarders met nul rendement evenveel belasting over hun vermogen in box 3 als bezitters van aandelen en vastgoed die forse winsten boeken. Wie spaart is de sigaar. Dat moet en kan anders.
Willem Vermeend, voormalig staatssecretaris van Financiën namens de PvdA, voerde in 2001 een nieuw belastingstelsel in. Dat stelsel bestaat nog steeds. Kenmerkend daarin zijn drie zogenaamde boxen. Box 1 bestaat onder andere uit inkomsten uit (vroegere) arbeid en het eigen huis. Box 2 is bestemd voor de directeur/aandeelhouder. En in Box 3 bevindt zich het vermogen van particulieren, zoals spaargeld, aandelen, obligaties en vastgoed. Om de zaak simpel te maken werd in Box 3 een fictief rendement van 4 procent (de zogeheten vermogensrendementheffing) aangehouden. Dat was in 2001 een rendement dat volgens de politiek iedereen makkelijk moest kunnen realiseren.
Sinds 2001 is de rente op spaargeld evenwel steeds lager geworden. Inmiddels is de spaarrente nihil of zelfs negatief en is het rendement op staatsobligaties verwaarloosbaar. Maar aandelen zijn enorm in waarde gestegen en onroerend goed nog meer. Desalniettemin betalen spaarders met nul rendement evenveel belasting over hun vermogen in box 3 als bezitters van aandelen en vastgoed die forse winsten behalen.
De uitgangspunten van de wet deugden vanaf het begin van geen kant en blijken in de praktijk hoogst onrechtvaardig. Hoogleraren in fiscaal recht, diverse commissies en zelfs de Hoge Raad hebben talloze malen beargumenteerd dat de wet onrechtvaardig is, in strijd met Europese wetgeving en dat er ruimschoots alternatieven voorhanden zijn. Maar de overheid wil een vaste opbrengst en vooral eenvoud in de uitvoering.
In het vakblad Weekblad Fiscaal Recht (WFR) stelt Sybren Cnossen, emeritus hoogleraar Belastingrecht aan Erasmus School of Economics en emeritus hoogleraar Algemene Economie aan de Universiteit van Maastricht, dat de wetgever het gelijkheidsbeginsel met voeten treedt. Fiscalist M. Romyn, voormalig partner bij Ernst & Young, schrijft in WFR dat de onderbouwing van box 3 door voormalig staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes (VVD) bij elkaar gefantaseerd is. Koos Boer en Henk Vording, beiden hoogleraar Algemeen Belastingrecht aan de Universiteit Leiden, stellen in een artikel in hetzelfde vakblad dat de relatie tussen inkomsten uit vermogen en de hoogte van de belasting volkomen is losgelaten.
De hooggeleerde fiscalisten zijn het er kortom over eens dat er betere systemen bestaan: systemen die uitgaan van werkelijke vermogenswinst en die door vrijwel alle andere EU landen worden toegepast. Nederland is een curieuze uitzondering, samen met Bulgarije, Cyprus, Luxemburg en Malta. Honderdduizenden spaarders en beleggers in obligaties zijn de dupe.
Een plan voor de 21e eeuw
Het nieuwe belastingstelsel zou in de woorden van toenmalig staatssecretaris Willem Vermeend ons belastingstelsel gereed maken voor de 21e eeuw, belastingconstructies overbodig maken en de belastingdruk van arbeid verplaatsen naar consumptie en milieuvervuiling. Ons stelsel zou een voorbeeld zijn voor andere landen.
De vermogensrendementsheffing (ook wel box 3 genoemd) was een onderdeel van het plan van Vermeend. Peter Kavelaars, hoogleraar Fiscale Economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, schrijft in WFR: ‘De robuuste heffing van de 21e eeuw: dat was bij de invoering van Box 3 de kernachtige duiding van toenmalig staatssecretaris Vermeend, die daarmee in de kern aangaf dat die heffing het wel een eeuw zou moeten kunnen uithouden. Dat leek me toentertijd niet alleen onrealistisch maar zeker onwenselijk: een onrechtvaardiger heffing is in een naar draagkracht geheven inkomstenbelasting nauwelijks denkbaar.’
Ons stelsel zou een voorbeeld zijn voor andere landen
Voor het gehele vermogen (minus een belastingvrij bedrag van circa 25.000 euro) werd in 2001 een vast, fictief rendement van 4 procent vastgesteld. Toen het belastingstelsel werd ingevoerd, was er al een aantal jaren sprake van grote winsten op de beurs. Ook bedroeg de rente op spaargeld nog bijna 4 procent. ‘Elke sukkel haalt meer dan 4 procent,’ stelde toenmalig minister van Financiën Gerrit Zalm. Om te vervolgen: ‘Wie dat niet lukt kan bij mij staatsobligaties krijgen, met een procent of 6 rendement.’
Het lachen verging spaarders en beleggers ondertussen en er kwam steeds meer kritiek. In een poging de kritiek te weerleggen fantaseerde staatssecretaris Wiebes in 2015 er volgens Ernst & Young-fiscalist Romyn zoals gezegd stevig op los. Specifieker: volgens Wiebes kon iemand met een vermogen tussen een ton en een miljoen euro die 4 procent zeker halen, en wel door 42 procent in Nederlandse koopwoningen te investeren, 26 procent in Europese aandelen, 11 procent in tienjarige staatsobligaties en 21 procent in kortlopende deposito’s. Romyn stelde in WFR (2015/1528) dat Wiebes met zijn manier van rekenen de verkopers van woekerpolissen respectabel maakte.
Om de onredelijke gevolgen van de heffing op spaargeld te verminderen, werden in 2017 en 2020 aanpassingen doorgevoerd. Het systeem met twee fictieve percentages werd vervangen door een veel complexer systeem met fictieve (vaste) percentages die particulieren geacht worden aan te houden. Zo denkt de overheid dat mensen met weinig vermogen vooral spaargeld hebben en dat mensen met veel vermogen alleen maar beleggingen hebben. Er wordt dus wederom niet aangesloten bij wat individuele belastingplichtigen werkelijk bezitten. Hieronder een tabel met een overzicht van wat de staatssecretaris voor ons bedacht heeft.

Uit deze tabel valt op te maken dat iemand met een vermogen van meer dan één miljoen euro geacht wordt geen spaargeld te hebben. Mensen met een klein vermogen hebben daarvan fictief tweederde spaargeld en een derde is belegd. De rendementen zijn ook fictief. Alleen het belastingpercentage is echt.
Uiteindelijk is dus de hoogte van de belasting die men moet afdragen alleen gebaseerd op uitgangspunten. Vanzelfsprekend was er de behoefte bij fiscalisten om de ratio achter de uitgangspunten van de percentages, schijven en berekeningen te weten.
Nevelen
Cor Overduin, belastingadviseur bij accountants- en adviesbureau Grant Thornton stelt in WFR (2020/188) dat de gegevens, die in 2015 volgens de wetgever empirisch waren vastgesteld, in 2017 en 2020 zonder enige motivering of toelichting werden ‘herijkt’. Het waarom en hoe van percentages en schijven blijft in nevelen gehuld, aldus Overduin. Vragen aan de staatssecretaris worden niet beantwoord. Het blijft bij gissen naar de antwoorden en het lijkt erop dat men iets verborgen wil houden. Dat vermoeden wordt versterkt als pas na een rechterlijk vonnis en na verloop van bijna 22 maanden een WOB-verzoek openbaar wordt gemaakt. Hieruit blijkt dat de aanpassingen van de wet door staatssecretaris Wiebes zo georganiseerd zijn dat vragen vanuit het parlement omzeild worden.
‘Buiten de Staatssecretaris van Financiën is er niemand die enig begrip kan opbrengen voor de box 3-heffing’
In een lang artikel in WFR (2021/12) met als titel ‘Box 3: een fiscale Fyra’ maken Overduin en Romyn gehakt van de berekeningen en uitgangspunten van Wiebes en zijn ambtenaren. Volgens hen is bijvoorbeeld de benchmark voor aandelenrendement onrealistisch en begrijpt de staatssecretaris zelf niet hoe deze precies in elkaar steekt. De evaluatie van box 3 door staatssecretaris en ambtenaren is een enorme trukendoos om de verlangde belastinginkomsten binnen te halen. Daarbij zorgen de ingewikkelde berekeningen en argumenten voor een mistgordijn. Zoals Edwin Heithuis, hoogleraar Fiscale Economie aan de Universiteit van Amsterdam, schrijft in WFR (2019/63): ‘Volgens mij is er, buiten de Staatssecretaris van Financiën, niemand die enig begrip kan opbrengen voor de box 3-heffing. Dat geldt wat mij betreft a fortiori voor de box 3-heffing, zoals die sinds 2017 tot stand is gebracht, want toen is het box 3-systeem naar mijn mening eerder verslechterd dan verbeterd.’
Staatssecretaris van Financiën Hans Vijlbrief (D66) presenteerde in mei 2020 het plan Bouwstenen voor een beter belastingstelsel. In een bij tijd en wijle uiterst cynisch commentaar schrijft de eerdere aangehaalde Cnossen in WFR (2020/135): ‘Als iets opvalt in het syntheserapport, Bouwstenen voor een beter belastingstelsel, dan is het wel dat het gelijkheidsbeginsel — gelijke economische situaties dienen fiscaal gelijk te worden behandeld — door de fiscale wetgever met voeten wordt getreden. De inbreuken op het gelijkheidsbeginsel lopen als twee rode draden door het rapport.’
Cnossen maakt gehakt van de heffing in box 3, alsook van de argumentatie van staatssecretaris Vijlbrief dat het administreren van het eigen vermogen door belastingplichtigen ‘structureel problematisch’ is. ‘Mensen zouden zelf hun rendementen en kosten moeten bijhouden en invullen in de belastingaangifte waardoor de huidige vooraf ingevulde aangifte niet meer voldoet voor mensen met vermogen.’
Vijlbrief en zijn ministerie zijn duidelijk niet van plan om hun prachtige uitvinding – een reeds ingevuld aangiftebiljet waarnaar geen ambtenaar meer hoeft te kijken – te laten verrommelen door domme belastingplichtigen die maar wat invullen. Dit is een onnodige vrees, zoals ik hieronder zal uitleggen. Door het vastgoed van box 3 naar box 1 te verhuizen, kan namelijk vrij exact bijgehouden worden wat individuele belastingplichtigen exact aan vermogenswinst behalen.
Uitgangspunten box 3 in strijd met het EVRM
Bij de invoering van box 3 in 2001 heeft de wetgever als uitgangspunt genomen dat het forfait gebaseerd is op ‘het rendement dat iedereen in staat is om, zeker indien dit over een wat langere periode wordt bezien, zonder risico te kunnen behalen.’ Met andere woorden: voor iedereen was volgens Vermeend en Zalm een rendement van 4 procent haalbaar. Volgens de ‘Commissie ficties en forfaits van de Vereniging van Belastingwetenschap’ vormde dit systeem evenwel een inbreuk op de rechten van de individuele belastingplichtige: het verlies aan rechtvaardigheid wordt niet gecompenseerd door de winst aan doelmatigheid bij de Belastingdienst. Ook deze commissie constateert dat het systeem niet deugt en stelt dat er aangesloten moet worden bij een systeem dat belasting heft over het werkelijke rendement en niet over een fictief rendement. Dat het systeem van box 3 niet deugt, bevestigt voormalig raadsheer in de Hoge Raad mr. Bernard Bavinck. Hij concludeert in WFR (2019/22) dat de heffing in box 3 weliswaar uniek is in de wereld, maar dat daar redenen voor zijn.
Het kabinet greep de kans om, ondanks de spijkerharde conclusies, het arrest naast zich neer te leggen
Dat de Hoge Raad het forfaitaire stelsel van box 3 op 14 juni 2019 beoordeelde als in strijd met het eigendomsrecht in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM), kwam dan ook niet als een verrassing. De heffing kent geen ‘fair balance’ tussen het belang van de individuele belastingplichtige en het algemeen belang. Het rendement van 4 procent was volgens de Hoge Raad vanaf 2001 niet realistisch meer voor spaarrekeningen, vanaf 2009 niet meer voor staatsobligaties en vanaf 2010 niet meer voor deposito’s. Maar de Hoge Raad voegde daar meteen aan toe dat bij een ‘dergelijke schending op stelselniveau de rechter in beginsel niet kan ingrijpen’. Omdat de Hoge Raad weigerde in te grijpen, kreeg het kabinet de kans om, ondanks de spijkerharde conclusies, het arrest naast zich neer te leggen. Weer veranderde er niets.
Gevolgen voor belastingplichtigen
Stel: iemand heeft lang gespaard en bezit 350.000 euro spaargeld als aanvulling op de AOW. Dit is een netto bedrag. Om dit geld netto te kunnen sparen heeft de spaarder in de loop der jaren over zijn bruto inkomen (meestal inkomsten uit arbeid) al iets van 200.000 euro aan inkomstenbelasting afgedragen. Het is dus om te beginnen al discutabel dat er in box 3 over het vermogen betaald moet worden. Het is namelijk in box 1 al een keer progressief belast met inkomstenbelasting – en wat er netto resteerde, is gespaard. Dat er in box 1 al belasting betaald werd, is een goede reden om het opgebouwde vermogen niet nogmaals te belasten, maar te kiezen voor het rendement op dat vermogen.
De spaarder in dit voorbeeld heeft nooit belegd – bijvoorbeeld omdat hij geen verstand heeft van beleggingen en de risico’s niet overziet. Bovendien denkt hij dat de rente te zijner tijd wel weer omhoog zal gaan en de waarde van aandelen en onroerend goed zal dalen. Tot 2017 was er nog een klein beetje rente, nauwelijks genoeg om de inflatie bij te houden. Reeds in tien jaar is een flink deel van het vermogen door inflatie, belastingen en zeer lage rente verdampt. Saillant is verder dat de lage rente voor een belangrijk deel te wijten is aan de overheid c.q. de centrale banken die de gelddrukpersen maximaal laten draaien. En een lage rente is omgekeerd evenredig met waardestijgingen van aandelen en onroerend goed. Wat slecht is voor de spaarder, is goed voor de belegger.

Onze spaarder heeft te maken met een waardevermindering van meer dan 80.000 euro. Wordt bij de inflatie rekening gehouden met de sterke stijging van woonlasten, dan verliest spaargeld in tien jaar zelfs meer dan 120.000 euro aan waarde. Spaargeld is van een risicoloos bezit verworden tot een geweldige verliespost. En dat is zuur, zeker voor mensen die deels van hun spaargeld moeten leven.
Had onze spaarder indertijd zijn spaargeld van 350.000 euro in aandelen of in vastgoed gestoken, dan was box 3 juist heel gunstig geweest. Afhankelijk van het soort aandelen (Europese hadden een gemiddeld rendement van 8 procent en Amerikaanse van 16 procent) en de locatie van het vastgoed, zijn rendementen uit dividend en verhuur en waardestijging van 10 procent per jaar goed mogelijk. Over tien jaar betekent dit een waardevermeerdering met 122 procent. Dat betekent niet alleen dat voor deze geluksvogel het vermogen stijgt, maar ook dat de box 3 belasting slechts 9 procent bedraagt van de winst.
Indien de spaarder en belegger met hetzelfde bedrag van 350.000 euro beginnen, dan is het verschil in vermogen na tien jaar opgelopen tot een schrikbarend bedrag van een half miljoen euro.
De huidige heffing van box 3 is voor veel belastingbetalers uitermate nadelig, terwijl de heffing voor anderen juist onnodig en overdreven gunstig uitpakt
Alle hiervoor genoemde fiscaal deskundigen zijn het eens dat de huidige heffing van box 3 voor veel belastingbetalers uitermate nadelig is, terwijl de heffing voor anderen juist onnodig en overdreven gunstig uitpakt. De staatssecretaris van Financiën is wel tevreden, want per saldo haalt deze zonder veel moeite de beoogde belastingopbrengst.
Overigens is zelfs de oorspronkelijke opzet van voormalig staatssecretaris Vermeend om een einde te maken aan belastingconstructies niet geslaagd. De rijkere en fiscaal handige spaarder heeft voor de belastingheffing op spaargeld een oplossing gevonden door een Spaar BV op te richten. Het spaargeld wordt bij een speciaal opgerichte Besloten Vennootschap gestort als zogeheten agioreserve. Ook kan een combinatie van beleggers ter vermijding van box 3 een Open Fonds voor Gemene Rekening oprichten.
De rijke belastingontwijker krijgt evenmin rente, maar hij betaalt dan in ieder geval geen belasting. En bij twee miljoen scheelt dat zomaar rond de 30.000 euro per jaar. Zoals de titel van een boek van Flip de Kam uit 1979 luidde: Belasting betalen is voor de dommen. De constructie met een Spaar BV of Open Fonds is natuurlijk al lang bekend maar tot ingrijpen door het ministerie van financiën heeft dit niet geleid.
Scepsis fiscalisten bleek terecht
Achteraf kan geconcludeerd worden dat de scepsis vooraf van de fiscalisten volkomen terecht was. Het nieuwe belastingsysteem moest er vooral komen vanwege een combinatie van hobbyisme en ijdelheid bij Willem Vermeend. De drang om een historische figuur te worden, was kennelijk groot. Anders dan Vermeend voorspelde is ‘ons’ belastingstelsel niet door serieuze landen overgenomen en dus een teken aan de wand.
Sylvester Schenk, directeur bij het Register Belastingadviseurs, schreef in WFR (2020/229): ‘Als er — naast de kinderopvangtoeslagellende — nog een dossier is waarbij de overheid zich volstrekt ongeloofwaardig heeft gemaakt, dan is het dit wel.’ De overeenkomst met de toeslagenaffaire is inderdaad groot. Een politiek en ambtelijk apparaat dat naar binnen gericht is en dat het eigen belang boven het belang van individuele burgers stelt. Meer rechtvaardige (humane) oplossingen worden niet toegepast omdat ze niet passen in de voor de belastingdienst bedachte structuur c.q. het al vooraf ingevulde aangifteformulier. Niet het formulier wordt aangepast, maar de wetgeving. Uit gemakzucht, desinteresse en onkunde. Deskundigen en burgers die bezwaar maken, worden genegeerd. En als het negeren niet meer lukt, wordt hen het leven zo zuur mogelijk gemaakt. De rechterlijke macht ziet het gebeuren, maar laat het bij woorden en grijpt niet in. De Tweede Kamer wordt niet volledig geïnformeerd, is niet deskundig genoeg en de coalitie van regeringspartijen is dichtgetimmerd met afspraken. Fiscaal geschoolde parlementariërs zijn er (bijna) niet.
Deskundigen en burgers die bezwaar maken, worden genegeerd
Het gevolg van het beleid van de overheid is dat steeds meer groepen, zoals in dit geval te goede trouw zijnde spaarders, de overheid en politiek wantrouwen. De ‘burger voelt zich niet gehoord’ heet het dan. Sylvester Schenk, directeur fiscale zaken Register Belastingadviseurs begrijpt dat wantrouwen heel goed. Volgens hem is het uitgangspunt van staatssecretarissen als Wiebes de wet van Sutton. Sutton was een Amerikaanse bankrover, die op de vraag waarom hij banken beroofde, antwoordde: ‘Because that’s where the money is’. (WFR, 2020/229)
Oplossingen
Fiscale deskundigen zijn het hartgrondig eens dat een belastingsysteem gebaseerd op echte vermogenswinst zonder meer haalbaar is. Vrijwel alle EU-landen hebben zo’n systeem al jaren. Door het vastgoed van box 3 naar box 1 te verhuizen, resteren in box 3 spaargeld, aandelen en beleggingen. Dat maakt volgens Edwin Heithuis (WFR; 2019/63) de weg vrij om box 3 om te vormen tot een belasting naar het werkelijke rendement met nauwelijks extra werk voor de Belastingdienst. De belasting wordt dan betaald overeenkomstig het algemeen aanvaarde draagkrachtprincipe: de sterkste schouders en degenen die het meeste baat hebben, betalen procentueel de meeste belasting - en niet andersom, zoals nu het geval is. De geluksvogels gaan wat meer betalen, de pechvogels minder.
Ik bevind mij dan ook in goed gezelschap met de volgende aanbevelingen:
- Beoordeel mensen met vermogen individueel, op basis van hun werkelijke bezittingen en rendementen en niet via fictieve inkomsten en bezittingen.
- Bereken vermogenswinst over een periode van minstens vijf jaar, liefst langer, zodat grote winsten of verliezen geëlimineerd worden en de belastingopbrengsten voor de schatkist redelijk gelijkmatig verlopen.
- Veronderstel dat veel burgers geen verstand hebben van beleggingen of van het exploiteren van vastgoed en daarom risicoloos hun geld op een spaarrekening willen zetten of staatsobligaties kopen. Zoals ze dat geleerd is en zoals dat decennia goed gegaan is. Sparen is immers een deugd, zoals menigeen in de opvoeding heeft geleerd.
- Ga er daarentegen wel vanuit dat belastingplichtigen best in staat zijn hun vermogen en de winst op vermogen netjes in te vullen. Overigens worden deze gegevens vrijwel allemaal al door financiële instellingen geautomatiseerd aangeleverd.
- Zorg voor een begrijpelijke en rechtvaardige heffing. Dat bevordert het draagvlak, vermindert onvrede en fraude en draagt bij aan de vertrouwensrelatie tussen burger en overheid.
51 Bijdragen
Elmar Otter 6
Je zult dan wettelijk moeten vastleggen dat ook bij gewoon vermogensbeheer het inkomen uit bijvoorbeeld verhuur in box 1 valt.
Hoor graag hoe je dit ziet?
De tweede vraag is wat je doet met vastgoed waar in de jaarwinst geen inkomen wordt genoten. Bijvoorbeeld de eigen woning die niet onder de hypotheekrenteaftrek valt. Vraag is of en hoe je die wilt belasten in box 1? Een percentage van de WOZ-waarde of verschil tussen aankoop en verkoopprijs of andere oplossing?
Als laatst is een veelgenoemde oplossing voor de rest in box 3 om het daadwerkelijk rendement te belasten tegen het tarief van 31% (30% voor 2021). De staatssecretaris heeft aangegeven dat dit niet goed mogelijk is. Ik kan me echter voorstellen dat op spaargeld de banken dit makkelijk kunnen doorgeven. Ze geven ook al de standen van de tegoeden op bankrekeningen door. Dat geldt ook voor beleggingsinstellingen. Die houden dit ook allemaal bij. Ik lees hier niets over terug in jouw betoog. Hoe zie jij deze oplossing?
Hans Baaij 4
Elmar OtterJouw vragen en opmerkingen zijn mij niet allemaal even duidelijk, maar ik zal proberen zo goed mogelijk antwoord te geven.
Mijn artikel gaat over de extreem onrechtvaardige wijze waarop spaargeld (en obligaties) fiscaal behandeld worden. En dat dit anders kan, bewijzen de door mij aangehaalde artikelen van de diverse hoogleraren en de belastingstelsels van andere landen. Ik had niet de intentie om een nieuw belastingstelsel te ontwerpen, mede omdat hierdoor meteen het risico ontstaat dat het gaat over uitvoeringsdetails en niet over de hoofdlijn. En die hoofdlijn is, dat de geluksvogels relatief heel weinig belasting betalen en de pechvogels heel veel. En dat dat in 2001 al was voorzien. En dat hiervoor door de achtereenvolgende staatssecretarissen nauwelijks enige motivatie, behalve gemak voor de belastingdienst, werd gegeven.
Uitvoering:
Het onroerend goed dat nu in Box 3 zit, gaat naar Box 1. Anders gezegd, al het o.g. komt in Box 3. Het onderscheid tussen beheer van (particulier) vermogen, overige inkomsten uit arbeid en winst uit onderneming blijft bestaan. Sowieso viel de verhuur van een pand dat geheel verbouwd werd en aan studenten verhuurd al in Box 1, hetzij als overige inkomsten, hetzij als winst.
Bij de eigen woning kun je denken aan verschillende opties. Het huidige systeem met WOZ waarde en overdrachtsbelasting bij verkoop. Of, zoals dat in veel andere landen geldt, belasting op capital gains bij verkoop. Of een combinatie.
Het daadwerkelijk rendement moet m.i. over een aantal jaren berekend worden, hoe meer jaar, des te realistischer. Doch minimaal over vijf jaar. Beter is tien jaar. Bij de belastingheffing moeten we afstappen van het idee dat er over een kalanderjaar belasting geheven wordt. Dat idee is door de uitvinding van de computer achterhaald. Zo moeilijk is het niet om een berekening over meerdere jaren te maken.
De opbrengsten worden voor een groot deel al in detail door banken,
Elmar Otter 6
Hans BaaijPrecies: dat is het bronvereiste en het meer dan vermogensbeheer. Overigens verliest de Belastingdienst deze zaken vaak. Ik zie dat je me hier niet goed begrijpt. Box 1 gaat over inkomen. Dus als er geen inkomen is, of het inkomen is langdurig negatief, dan is er geen bron van inkomen. Maar goed, ik begrijp je overwegingen. En begrijp dat je het op hoofdlijnen wilt houden. Dus alles gaat naar Box 1 indien er sprake is van een bron van inkomen, zo niet dan wordt er niet belast. Duidelijk.
Als je dat doet is het logisch en eenvoudig om alleen het verschil tussen verkoop en aankoop te belasten minus eventuele afschrijvingen in dien het pand als ROW of WUO is geclassificeerd.
"Het daadwerkelijk rendement moet m.i. over een aantal jaren berekend worden, hoe meer jaar, des te realistischer. Doch minimaal over vijf jaar."
Je wilt dus afwijken van het jaarwinstbegrip. Lijkt me zeer bewerkelijk. Als je dat goed wilt spreiden kun je ook aansluiten op de verrekenbare verliezen uit de VPB en IH. Als je verhuur van panden naar box 1 verplaatst en wettelijk regelt dat het WUO is dan doe je dit automatisch. Voordeel is dat je er geen extra wetgeving voor hoeft invoeren. Ook is het voor de Belastingdienst / Rijksbegroting van belang om aan te sluiten op het jaarwinst begrip om een stabiele belastingopbrengst te garanderen.
Je hebt het vast al gelezen, maar zo niet: Geloofwaardig belasting heffen, van emeritus hoogleraar fiscale economie Leo Steven: https://www.bol.com/nl/f/geloofwaardig-belasting-heffen/9200000063121296/
Eveline Bernard 6
Hans BaaijHans Baaij 4
Eveline BernardEveline Bernard 6
Hans BaaijEveline Bernard 6
Hans BaaijHans Baaij 4
Eveline BernardMichel Fleur 6
Box 1: Al het rendement op vermogen telt gewoon mee als inkomen. Dus spaarrente, dividend, ontvangen huur, etc. Dit zijn bijna allemaal dingen die financiële instellingen aan kunnen leveren.
Box2: vervalt.
Box 3: Hier geldt een persoonlijke vrijstelling voor een gezonde buffer en de mogelijkheid een woning te bezitten, zeg 300.000.
Boven de vrijstelling geldt een zinnig tarief waar mensen met verstand over mogen nadenken.
Je kan bij een woning die met schuld gefinancierd is, nadenken of alleen het afgeloste bedrag meetelt.
Even buiten de context van dit artikel:
Bij alles geldt natuurlijk dat ontwijkingsconstructies niet meer kunnen.
Wat mij betreft vervallen ook aftrekposten en toeslagen en worden die verrekend via een gegarandeerd inkomen en gratis nutsvoorzieningen zoals onderwijs, zorg en deels kinderopvang. Die kosten worden reeds via de sociale premies en andere Boxen.
Hans Baaij 4
Michel FleurDe opbrengsten worden voor een groot deel al in detail door banken, verzekeringsmaatschappijen etc doorgegeven en worden door de belastingdienst al automatisch verwerkt. Bij beleggers die veel aan- en verkopen (een heel klein deel van belastingplichtigen) kan dit misschien tot enige uitvoeringsproblemen leiden. Er kan ook eenvoudigweg gekeken worden naar het vermogen (inclusief opbrengsten als renten en dividend) over een langere periode.
Elmar Otter 6
Hans BaaijKijk overigens nog een goed naar mijn naam.
Hans Baaij 4
Elmar OtterHans Baaij 4
Michel FleurHet is inderdaad logisch om vooral het rendement op vermogen te belasten. Het gevolg is evenwel dat er geen rendement meer uitgekeerd wordt, zodat vermogen onbelast groeit. Een voorbeeld kan dit duidelijk maken. Stel een bedrijf wil 5% dividend uitkeren. Dat wordt bij de ontvanger belast als inkomen. Stelt dat het niet wordt uitgekeerd, dan stijgen de aandelen 5% in waarde. En dat is onbelast bij verkoop. Dat was één van de redenen om het nieuwe belastingstelsel in te voeren. Er waren nog al wat beleggingsinstellingen die geen dividend of rente uitkeerden, maar vanwege de belastingen alleen onbelaste vermogenswinst behaalden.
De Boxen 2 en 3 zijn inderdaad anders in te delen. Het gaat buiten het bereik van mijn artikel, maar ik ben het met je eens (en dat geldt ook voor de vakliteratuur) dat Box 2 ongerechtvaardigde voordelen biedt voor grootverdieners. En inmiddels met regelingen voor pensioen in eigen beheer, allerlei stamrechten, etc. zo ingewikkeld dat vrijwel niemand er nog wijs uit kan worden.
Elmar Otter 6
Hans BaaijJe zult natuurlijk wel naar de grondslag moeten kijken. Tot een aantal jaren geleden werd goed gekeken dat het VPB en het box 2 tarief globaal overeen kwam met de Box 1 tarieven, plus dat digra's het gebruikelijk loon wordt opgelegd.
Ik zou me dan eerder zorgen maken over onzakelijke leningen en Rekening-couranten. Maar daarvoor is ook al wetgeving aangenomen.
Hiermee zeg ik zeker niet dat het fiscale stelsel perfect is en niet nog veel te vele belastingontwijkingsmogelijkheden heeft.
(en vergeef me mijn beroepsdeformatie. Ik kan ook begrijpen dat dit voor veel lezers veel te veel de diepte in gaat.)
Hans Baaij 4
Elmar OtterHans Baaij 4
Elmar OtterVolgens mij, maar dan komen we weer in de details terecht, betalen erkende beleggingsinstellingen geen vennootschapsbelasting.
Elmar Otter 6
Hans BaaijIk kan me helemaal vinden in het dichten van zoveel mogelijk belastingontwijkingsmogelijkheden. Want uiteindelijk gaat het om de vraag waar je je inkomsten weg wil halen. Dat kan door staatsobligatie, door belasting en door geld bij te drukken (MMT). Laten we het bij het belastingdeel houden. Dan is de vermogensinkomensquote qua belasting veel hoger bij inkomen uit arbeid dan inkomen uit vermogen.
Dan zou je kunnen denken dat ik tegen jouw voorstellen zou zijn, maar die box 3 heffing gaat voor een groot deel om middeninkomens die niet in staat zijn constructies te bedenken om het vermogen buiten box 3 te houden of in elk geval voldoende rendement te behalen.
En op de wijze waarop het nu gebeurde was het materieel geen vermogensrendementsheffing, maar gewoon een vermogensbelasting. Dus als je dat dan wilt kun je het beter ook gewoon weer vermogensbelasting noemen.
Ik zou dan eerder ervoor kiezen om de lat veel hoger te leggen. Zeg een vermogen boven de miljoen of iets dergelijks. En daarnaast consumptie hoger belasten. En natuurlijk werk maken dat de winstbelasting voor vennootschappen niet meer daar belast wordt waar ze gevestigd zijn, maar daar waar het product verkocht en/of de dienst verleend wordt. Een plaats van dienst zoals in de BTW bijvoorbeeld.
Dus ik kan me in grote lijnen er wel in vinden. Er blijven haken en ogen aan je verhaal. Maar het is fiscaal recht, dus dat neem ik je niet kwalijk. Dat is zeer complexe materie. En elk wetsartikel die je een centimeter verplaatst heeft onmens veel effecten op andere artikelen.
En inderdaad. Onder bepaalde voorwaarden hoef je als beleggingsinstelling geen vennootschapsbelasting te betalen. Op zich kan ik me daar iets bij voorstellen. Echter dan zullen de winsten bij de belegger (de klant) wel weer belast moeten worden.
Eveline Bernard 6
Elmar OtterMichel Fleur 6
Hans BaaijIn dat geval zou het mijns inziens als volgt moeten werken.
Je hebt voor een bepaald bedrag aandelen gekocht op de beurs: de inleg. De inleg is zowel voor de aankoop als na de aankoop al vermogen. Dat blijft zo: alleen is het vermogen verplaatst van je bankrekening naar een portefeuille op de beurs. De actuele waarde van je portefeuille op de beurs telt als vermogen en is belast in Box 3.
Met verkoop en dividend gaat het als volgt:
* Wat op de beurs gebeurt, blijft op de beurs. Alleen de actuele waarde van je portefeuille is interessant voor box 3.
* Dividend wordt altijd belast als inkomen in Box 1.
* Het opnemen van geld bij het verkopen van aandelen wordt belast als inkomen in Box 1. Tenzij hiermee de totale waarde van je portefeuille onder de inleg komt (met bedrag X). In dat geval verschuift er X vermogen van de beurs naar je bankrekening.
Volgens mij weten beursgerelateerde instanties precies de transacties die plaatsvinden. Bovenstaande kan dan gemakkelijk uitgevoerd worden. Ik denk dat middeling over een periode ook nog interessant kan zijn, maar ik zie daar al een levendige discussie over ;-)
Hans Baaij 4
Michel FleurMichel Fleur 6
Hans BaaijHans Baaij 4
Michel FleurMichel Fleur 6
Hans BaaijEn in het geval van de auto is heel misschien de fabrikant schuldig, maar toch ook de eigenaar die kiest voor een model dat te hard kan en en zelf uiteindelijk ook dat gaspedaal intrapt.
(misschien ben ik ook gewoon te moe en doorzie ik de ironie niet)
Guido van den Bos 1
Je kan voor spaargeld eenvoudig naar werkelijke rendement gaan. Probleem voor fiscus is waarschijnlijk dat je bij negatieve rente belastingvermindering/teruggave krijgt.
Co Stuifbergen 5
Ik begrijp wel dat mensen soms dan wat vermogen kwijtraken, maar is dat werkelijk een groot onrecht?
Mentor Palokaj 6
Co StuifbergenR. Eman 8
Co StuifbergenNee, wat mij betreft niet. Echter het huidige systeem is vooral ook een verkapte stimulans om mensen aan te zetten tot investeren in (tweede) huizen en beleggen in aandelen. Met als resultaat sky-rocketing huizenprijzen en aandelen. De uiteindelijke gevolgen daarvan worden we nu mee geconfronteerd. Onbetaalbare huizen en huren bijvoorbeeld.
Hans Becker
R. EmanR. Eman 8
Hans BeckerR. Eman 8
Het lijkt mij het meest logische dat de meest eerlijke manier om te heffen zou moeten gebeuren op basis van daadwerkelijk rendement. Echter als ik de bijdragen van de kenners (@hans baaij, @elmar otter) erop nalees valt het mij op hoe snel er toch alweer in detail naar constructies wordt gegaan. Begrijpelijk misschien, maar het vertelt mij ook dat een oplossing van dit probleem nog lang niet binnen bereik is. If ever?
Hans Baaij 4
R. EmanVolgens meerdere fiscalisten begrijpen de verantwoordelijke bewindslieden zelf niet waar ze mee bezig zijn. Enig begrip van belastingen is wel voorwaarde om dit stelsel te ontwikkelen of over te nemen van andere landen.
R. Eman 8
Hans BaaijEerlijk gezegd waag ik te betwijfelen of de verantwoordelijke bewindslieden zelf niet weten waar ze mee bezig zijn. Het huidige stelsel is een verkapte stimulans om mensen aan te zetten tot investeren (in vastgoed) en beleggen in aandelen. En alle mogelijke middelen zijn nodig en worden ingezet om het financiële systeem te blijven voeden. De angst dat het financiële systeem instort is groter dan drang om eerlijk en rechtvaardig te handelen, vrees ik. En dat verklaart wat mij betreft ook dat de mening van de mensen die er echt veel van weten terzijde wordt geschoven. Ik ben er ook van overtuigd dat de kennis er wel is, maar de wil ontbreekt.
Hans Baaij 4
R. EmanR. Eman 8
Hans BaaijDesalniettemin vind ik het een prima artikel met een onderwerp dat zeker aandacht verdient. :)
Hans van Swoll 5
Hans Baaijallard de Jaager 6
Hans Baaijin hoeverre is de minister echt verantwoordelijk* voor het beleid? verantwoordelijk is niet het juiste woord, In hoeverre heeft de minister of staatssecretaris invloed op het beleid van zijn ministerie.
marcel 7
allard de Jaagerallard de Jaager 6
marceldenk je dit, of weet je dit, over het rouleren van de top is hier al eens een ontluisterend artikel verschenen.
marcel 7
allard de JaagerSicco Kamminga 4
De meeste (beter gezegd, paar) huishoudens met een dergelijk banksaldo zullen beter af zijn door hun hypotheek af te betalen of voor een pensioen te sparen. Vermogen in een huis is onbelast. Als ze dat allemaal niet doen wordt het wat dommig, zonder belasting te betalen.
Hans Baaij 4
Sicco KammingaIn mijn praktijk had ik tegen de 100 ZZP-ers, vrijwel allemaal hoog opgeleid en desalniettemin niet erg bezig met belastingen. Die onwetendheid zal sterker zijn bij mensen met een lage opleiding.
De oplossing voor huishoudens om hun hypotheek af te betalen, is niet iedereen gegeven want veel huishoudens huren een woning.
Beleggen in een pensioen gebeurt natuurlijk al veel door werknemers. Maar bij individuele pensioenen of bij kleine werkgevers waren de kosten absurd hoog (woekerpolissen). Inmiddels is er wel banksparen, maar veel mensen kennen dat niet (de dommen) en bovendien is de fiscale aftrekbaarheid beperkt.
U heeft gelijk dat de inflatie een belangrijke rol speelt bij de achterstelling van de spaarder. En dat geldt zeker ten opzichte van de huiseigenaar die, geheel buiten zijn invloed om, want veroorzaakt door de overheid, de voordelen geniet van inflatie van prijzen op de huizenmarkt.
Uw getal dat de belegger 33 maal meer belasting betaalt, geldt alleen de winst op het rendement. Dat hoge getal is logisch, want de spaarder heeft geen winst. Over het gehele vermogen betaalt de spaarder circa 1,2% en de belegger 1,3% per jaar Maar de belegger maakt veel winst en de spaarder verlies.
Alle door mij geciteerde hoogleraren en de Hoge Raad achten het stelsel volkomen onrechtvaardig. Professor Kavelaars: “een onrechtvaardiger heffing is in een naar draagkracht geheven inkomstenbelasting nauwelijks denkbaar.”
Het verwijt dat mensen dan maar niet hadden moeten sparen, klinkt wel erg neoliberaal en doet geen recht aan de goed trouw van de dommen en pechvogels. En juist die mensen hoort een rechtvaardige maatschappij te beschermen en niet nog eens extra te benadelen.
marcel 7
Hans BaaijSicco Kamminga 4
Hans BaaijIk heb de parade van Pen van het CBS van 2018 er eens bij gehaald. De spaarder met spaargeld van euro 350.000 heeft vrijwel altijd ook een koophuis en huishoudens met een dergelijk vermogen (vanaf de 52e minuut van Pen) huren hun huis niet. Van hun vermogen worden nu het huis en hun pensioenvermogen niet belast en de eerste euro 100.000 vrij vermogen is voor een gezin ook niet belast. Al dan niet belasten van het overige spaargeld heeft niet veel meer met het beschermen van zwakkeren te maken maar met het eventueel zuiver willen belasten van rijken.
Dan kan ik me nog steeds voorstellen dat we vermogenswinst zuiver willen belasten zoals u voorstelt met als alternatief een belasting op het totale vermogen (pensioenvermogen eventueel uitgesloten). Daar ben ik niet perse op tegen; zo neo-liberaal ben ik nou ook weer niet.
Roxy TQ
Spaargeld helemaal niet belasten lijkt mij daarom geen goed idee.
Niet iedereen heeft de kennis en mogelijkheden om te investeren.
Een van de oplossingen in het rijtje zou (wat mij betreft) moeten zijn dat de overheid weer staatsobligaties gaat uitgeven.
Hans Baaij 4
Roxy TQOm spaargeld actief te maken, zou bijvoorbeeld de Tante Agaath regeling weer ingesteld kunnen worden (zie een eerder artikel van mij). Spaarders worden dan verleid om risicodragend te beleggen in met name het MKB. Waarom deze regeling is afgeschaft is mij niet duidelijk. Investeren in kleine ondernemingen is natuurlijk zeker in deze Corona tijden iets dat van links tot rechts aangemoedigd zou moeten worden. Maar waarschijnlijk is dat te creatief van mij gedacht.
Leo Coenders 2
Hans Baaij 4
Leo CoendersRobbert Boom
Hans Baaij 4
Robbert BoomRobbert Boom
Hans BaaijWietske 4
Belast alles wat hij heeft, want laat het hem weten dat je niet ophoudt,
totdat ‘ie geen geld meer heeft.
Als hij schreeuwt en brult, belast hem dan nog meer,
belast hem totdat ‘t hem goed zeer doet.
Belast in ieder geval zijn rente!
Belast dan zijn kist, belast zijn graf,
belast het gazon waar hij ondergestopt wordt.
Wanneer hij van ons heengegaan is,
ontspan je dan niet: het is tijd voor erfbelasting.
Debiteurenbelasting – luchtvaarttoeslagbelasting – belasting op vliegtuigbrandstof – luchthavenonderhoudsbelasting – bouwvergunningbelasting – tabaksaccijns – kookbelasting – ondernemersbelasting - belasting op goederen en diensten (BTW) – overlijdensbelasting – rijbewijsbelasting – milieubelasting (recyclingsbijdrage) – verbruiksbelasting – inkomstenbelasting – visvergunningbelasting – voedsellicentiebelasting – brandstofbelasting (teveel per liter) – gezondheidsbelasting – verwarmingsbelasting – erfbelasting – rentebelasting – verlichtingbelasting – sterke drankaccijns – luxe belastingen – huwelijkslicentiebelasting – medicare belasting – handelsbelasting – hypotheekbelasting – schenkbelasting - vermogensbelasting – armoedebelasting – belasting op geneesmiddelen op recept – onroerend goedbelasting – belasting op recreatievoertuigen – omzetbelasting in de detailhandel – belasting op servicekosten – schoolbelasting – telefoonbelasting – belasting toegevoegde waarde – voertuigregistratiebelasting – auto omzetbelasting – honde(n)belasting – waterbelasting – arbeidsongevallenbelasting voor werknemers – belasting op belastingen…..En nu willen ze ook nog een CO2-belasting! Vind u het ook niet na 100 jaar welletjes? 100 jaar geleden hadden we: geen staatsschuld – een grote middenklasse – een enorme produktiebasis – moeders die thuis bleven om de kinderen op te voeden. Wat is er verdomme gebeurd? Ligt het aan de liegende, parasitaire politici die onze gelden verspillen? Oh, en vergeet niet de relatief nieuwe bankkosten.