Op 21 maart stemt Nederland over de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, in de volksmond ook wel de Sleepwet genoemd. Moet ik voor of tegen zijn, vraagt Harry Lensink zich af in dit dossier. Aflevering 2: Wat is ‘onderzoeksopdrachtgerichte interceptie’ en hoe eng is het?

Bij twintigduizend Nederlanders viel vorig jaar op 4 november een brief van de Rijksveiligheidsdienst op de mat. ‘Ook in uw gemeente is het nog niet mogelijk om in alle wijken toegang te verkrijgen tot privénetwerken,’ stond erin. ‘In samenwerking met de gemeente en uw provider zullen wij een netwerk-relay plaatsen tussen het glasvezelnetwerk en uw woning.’ Een noodzakelijke ingreep, volgens de brief, want na inwerkingtreding van de nieuwe spionnenwet moeten de Nederlandse geheime diensten immers toegang kunnen krijgen ‘tot de communicatie die via uw thuisnetwerk verloopt’.

Zelf kreeg ik hem niet in de bus. Maar laat ik meteen maar opbiechten: toen ik de brief voorbij zag komen op social media, was ik zeker een moment verbijsterd. Waren ze in Den Haag helemaal gek geworden? Burgers vragen mee te werken aan spionage op henzelf? 

Natuurlijk niet. We waren gefopt. Het bleek te gaan om een prank, een ludieke actie van digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom. De makers hadden hun best gedaan. De brief zag er verdomd echt uit, met zelfs een eigen logo voor de niet-bestaande ‘Rijksveiligheidsdienst’. Sommige ontvangers waren zo verontrust dat ze de AIVD belden. Die zag zich genoodzaakt te waarschuwen dat het om ‘een verzinsel’ ging.

Fundamentele wijziging

Dat deed Bits of Freedom zelf ook. ‘De Rijksveiligheidsdienst bestaat niet’, meldde de organisatie op de site waarnaar in de brief werd verwezen. ‘En er is geen installatie van een relay nodig om het grootschalig onderscheppen van communicatie van burgers mogelijk te maken. Want met de huidige techniek kan dit allang. En met de nieuwe wet voor de geheime diensten is dit straks ook toegestaan.’

‘Waar de diensten nu een doelwit in het vizier moeten hebben, gaan ze straks grasduinen in informatie van een heel grote groep onschuldige burgers'

Precies dat laatste was de opzet van de actie: laten zien wat de impact is van de nieuwe Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv). ‘Als je het fysiek maakt, beseffen mensen pas: wow, dit gaat echt heel ver!’, zegt David Korteweg, die als jurist is verbonden aan Bits of Freedom. Hij verwoordt de kern van het protest tegen de nieuwe wet. Als straks per 1 mei de Wiv van kracht wordt, kunnen de AIVD en MIVD ook de kabel in om daar data te onderscheppen zonder dat ze expliciet een doel (‘target’) voor ogen hebben. Daarbij zullen ze onvermijdelijk ook gegevens verzamelen van onschuldige burgers. 

Over de omvang en wijze waarop dat dreigt te gebeuren gaat de maatschappelijke discussie rondom de ‘Sleepwet’. Ze zijn de belangrijkste reden waarom tegenstanders zich sterk hebben gemaakt voor het referendum van 21 maart. Volgens Korteweg vormt de nieuwe Wiv een fundamentele wijziging in de wetgeving. ‘Waar de diensten nu een doelwit in het vizier moeten hebben, gaan ze straks grasduinen in informatie van een heel grote groep onschuldige burgers. Stel, er wordt een serieuze, acute dreiging vermoed afkomstig uit een bepaalde buurt in Amsterdam en met een Turkse link, dan kan de AIVD straks voor langere tijd alle communicatie vanuit die wijk met Turkije onderscheppen.’

Slimme gadgets vol apps

De onschuldige burger, gevangen in de netten van de spionnendienst. Het is een krachtig schrikbeeld dat de opponenten opwerpen. Maar hoe terecht is het? Ik ga het eerst maar eens vragen aan de toekomstige gebruiker van de Wiv, de AIVD. Een jurist van de dienst is bereid met mij te praten, mits ik zijn naam niet noem. De AIVD wil medewerkers beschermen door ze anoniem te houden, legt een woordvoerder uit. 

Als ik op het hoofdkantoor in Zoetermeer voorbij de vuistdikke schuifdeur van de entreesluis ben, vraagt de bewaker of ik mijn telefoon wil inleveren. Die gaat in een kluisje waarvan ik de sleutel krijg. ‘Nee, niet omdat we denken dat je met je smartphone verkeerde dingen wilt doen,’ is de uitleg. ‘Maar omdat wij weten wat er allemaal met zo’n apparaat mogelijk is.’

Ook de bad guys chatten, WhatsAppen en mailen, helaas het liefst ook nog eens versleuteld

Die opmerking raakt aan de frustratie van de dienst. Communicatie gaat allang niet meer verbaal, via een klassiek telefoongesprek. We gebruiken allemaal slimme gadgets vol apps en vanuit onze broekzakken en handtassen zijn we 24/7 verbonden met het wereldwijde kabelnetwerk. Daar wil de AIVD graag bij meekijken. Want ook de bad guys chatten, WhatsAppen en mailen, helaas het liefst ook nog eens versleuteld. ‘Afluisteren levert steeds minder op,’ zegt de jurist. ‘Dus we moeten inspelen op de veranderende techniek.’ 

Voor de duidelijkheid: het gaat dan om bad guys die de AIVD of MIVD nog niet helder in beeld hebben. Daar is de nieuwe Wiv voor nodig. ‘Maar dat betekent niet dat de dienst straks massaal dataverkeer van grote groepen burgers binnenhaalt,’ benadrukt de AIVD’er. ‘Er is een duidelijk kader voor wat de dienst wel en niet mag. Dat begint al bij de opdracht die we krijgen vanuit het kabinet.’ Wat volgt is een schets die ook door de regering keer op keer wordt benadrukt bij de verdediging van de Wiv: de nieuwe wet werkt als een trechter, waarbij op verschillende momenten waarborgen zijn ingebouwd om misbruik, te veel ongerichtheid en onnodige privacy-schending te voorkomen. 

Fiat van minister Ollongren

Dat gaat als volgt: jaarlijks laat het kabinet in de zogenaamde geïntegreerde aanwijzing aan de AIVD weten op welke zaken de dienst zich zou moeten richten. Dat is een geheim stuk, maar het laat zich raden dat daarin zaken als cyberspionage, uitreizigers en radicaliserende moslims worden genoemd. Op basis daarvan gaat de geheime dienst op zoek naar informatie, aanwijzingen en tips. Veel data is afkomstig uit openbare bronnen (media, databases), wordt gedeeld door buitenlandse zusterorganisaties of is verkregen door human intelligence (HUMINT), waarbij medewerkers via ‘ouderwets spionnenwerk’ een netwerk van informanten onderhouden. 

Dat gebeurt allemaal onder toezicht van het diensthoofd, op dit moment AIVD-baas Rob Bertholee. Maar voor sommige ‘speciale bevoegdheden’ is toestemming van de minister van Binnenlandse Zaken nodig. Zo ook voor de nieuwe ‘onderzoeksopdrachtgerichte interceptie’ (OOG), zoals de vermeende sleepnetfunctie officieel heet. Als de AIVD straks een glasvezelkabel wil aftappen, is de handtekening van minister Ollongren vereist. Belangrijker nog, ook de onafhankelijke Toezichtscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) moet haar toestemming geven. Dat driemanschap kijkt of de gevraagde speciale bevoegdheid wel voldoet aan de criteria van noodzakelijkheid (moet het echt?), proportionaliteit (heiligt het doel de middelen?) en subsidiariteit (is er niet een beter, lichter alternatief?). Is het niet in de haak, dan betekent dat een nee voor de AIVD. 

Als je over langere tijd metadata verzamelt, blijk je heel goed in kaart te kunnen brengen wat iemand doet

Bij een fiat begint de dienst met het verzamelen van zogenaamde metadata: wie heeft met wie contact, wanneer en waar? Zolang er geen duidelijke targets zijn vastgesteld, zegt de dienst niet naar de inhoud van de communicatie te kijken. Het idee dat het verzamelen van metadata een veel minder grote impact op de privacy van burgers heeft dan de inhoud van de communicatie, is inmiddels echter achterhaald door onder meer Europese jurisprudentie. Als je over langere tijd metadata verzamelt en aan elkaar koppelt, blijk je heel goed in kaart te kunnen brengen wat iemand doet, hoe zijn huishouden in elkaar zit, met wie hij het bed deelt, enzovoort.

Nadat de Wiv op 1 mei in werking treedt, krijgen gaandeweg alle aanbieders van internetdiensten een ‘aftappunt’ waar apparatuur van de geheime dienst aan hangt. ‘De interceptie van data gebeurt op het niveau van fibers in internetkabels waarbij een minimaal deel van het internetverkeer wordt onderschept’, beweert de AIVD op zijn site. ‘Van een sleepnet is dan ook geen sprake. Gegevens die niet van belang zijn voor het onderzoek worden direct vernietigd.’ 

Als Raqqa belt met Lutjebroek

Op het Zoetermeerse hoofdkantoor loopt de AIVD-jurist vooruit op de mogelijke praktijk. ‘Stel dat we straks willen kijken naar een specifieke datastroom van Syrië naar Nederland. Dan gaan we eerst op zoek naar het specifieke access point, de betreffende fiber in de glasvezelkabel. Nee, we gaan echt geen tap zetten op de Amsterdam Internet Exchange. Dat willen we niet en dat kunnen we niet. En ook niet bij een deelgemeente of een wijk. Je moet het omdraaien. We willen weten wie er bijvoorbeeld vanuit een jihadistisch bolwerk, zoals Raqqa dat tot voor kort was, belt met Nederland. Met iemand in Gouda, Pijnacker of Lutjebroek. Of we zijn benieuwd welke online groepen vanuit Rusland proberen onze digitale infrastructuur binnen te dringen. Ik zie voor me dat je als het ware bij de virtuele landsgrens kijkt wat er binnenkomt, dat je die routing in de gaten houdt. En daar is OOG-interceptie voor nodig.’

Daar is-ie weer, de voormalige hoofdstad van Islamitische Staat. Wat me opvalt in de al bijna twee jaar durende discussie over de Wiv, is dat Raqqa te pas en te onpas wordt aangehaald. Het is inmiddels achterhaald, nu de Iraakse stad ‘IS-vrij’ is, maar blijkbaar is communicatie tussen terroristen en mogelijke medestanders een tot de verbeelding sprekend voorbeeld – zowel voor- als tegenstanders gebruiken het. Het is ook een krachtig beeld. De Wiv is voor AIVD-taken als de bestrijding van cybersabotage en -spionage net zo belangrijk als voor antiterrorisme, zeggen voorstanders van de wet. Alleen beklijft een terrorist vermoedelijk beter dan schimmige cyberspionnen die online rondsnuffelen.

 

Peter Koop, blogger van Electrospaces

Vroeger kon je een hele wijk afluisteren, door het centrale punt af te tappen van de PTT. Nu moet je bij alle internetaanbieders aankloppen om een tap te zetten

Ook Bits of Freedom gebruikt het in haar online kieswijzer. In een animatie schetst BoF hoe de inlichtingendiensten uit het buitenland aanwijzingen krijgen dat er een aanslag in Nederland wordt voorbereid. In Den Haag zou een onbekende worden aangespoord door mensen uit Frankrijk en Duitsland, die banden hebben met de terroristische organisatie Al Shabaab uit Somalië. Daarop besluit de AIVD om drie maanden lang het internetverkeer tussen Den Haag, Frankrijk, Engeland en Somalië te onderscheppen. Uit die ‘gigantische’ hoeveelheid informatie hoopt de dienst patronen te kunnen destilleren, die naar het doelwit leiden. De data worden drie jaar lang bewaard. ‘Wat vind jij?’, vraag BoF aan de bezoeker van de kieswijzer. ‘Is het acceptabel dat de AIVD de communicatie van tienduizenden burgers kan onderscheppen en drie jaar lang bewaren in een zoektocht naar een target in Nederland?’

Technisch razend ingewikkeld

Hoe realistisch is het terrorismevoorbeeld, waarbij de data van een grote groep burgers voor langere tijd wordt onderschept? Ik vraag het Peter Koop, een goed ingevoerde blogger die op zijn site Electrospaces uitvoerig publiceert over inlichtingen- en veiligheidsdiensten. ‘Ik probeer zo feitelijk mogelijk te kijken naar hoe het technisch en praktisch in zijn werk gaat. Vroeger kon je een hele wijk afluisteren, door simpelweg het centrale punt af te tappen van wat toen nog de PTT heette. Nu moet je bij alle aanbieders van mobiel en vast internet aankloppen om een tap te zetten op de fiber met het dataverkeer waarin je bent geïnteresseerd. Daarbij komt dat de routing steeds sneller verandert. Dus het ene moment gaat het door die kabel, het volgende door een andere. Bij de Engelse en Amerikaanse diensten hebben ze daarom zelfs aparte afdelingen om die routing continu in de gaten te houden.’ Complicerende factor voor de diensten is dat veel communicatie via social media gaat waarvan de communicatie via de Verenigde Staten loopt én ook nog vaak is versleuteld, zoals bij WhatsApp. 

Ergo, ook al zou het mogen, dan nog is de ‘mass surveillance’ waar tegenstanders voor waarschuwen weinig realistisch: het is technisch razend ingewikkeld en weinig opportuun om informatie op grote schaal – een hele wijk – te onderscheppen. Dat althans is de overtuiging van Koop. ‘Massaal is een nietszeggende term die afschrikt. Weinigen hebben een idee hoeveel data er over internet loopt. Zelfs als je een gerichte tap op iemand hebt, haal je al onnoemelijk veel data binnen. Je wilt dus zo gericht mogelijk zoeken, anders verzuip je.’ 

‘Een fictieve stad met 400.000 inwoners’

Maar wat is OOG dan wel? Hoe ziet dat er straks uit als de AIVD aan de minister vraagt om de kabel af te luisteren, zónder dat ze precies weet wie ze zoekt? De overheid zelf blijft vooralsnog steken in de Raqqa-achtige analogie. Maar als ik een veiligheidsexpert en tevens voormalig medewerker van de AIVD bel, wil deze anoniem best een casus schetsen. ‘Stel je vermoedt dat er een potentieel target landt op Schiphol en je hebt geen telefoonnummers of andere gegevens van die persoon. Maar je weet wel dat de organisatie waartoe hij behoort, communiceert via Telegram. Dan zou je voor die dag al het Telegram-verkeer vanaf Schiphol kunnen scannen en kijken of je daarin patronen ziet die wijzen naar andere mogelijke targets. Dat je daarbij ook communicatie van onschuldigen onderschept, is onvermijdelijk.’

Voormalig minister Plasterk gaf ook toe dat de kabel aftappen op grote schaal mogelijk is

Tja. Het zou kunnen. Ik ben bang dat de vraag naar concrete voorbeelden me niet meteen verder helpt. Ze kunnen me alles wijsmaken. In de ene fictieve casus ligt een hele stad voor drie maanden aan de tap, in de volgende zijn de diensten toch vooral verwoed bezig om de datastroom zo klein mogelijk te houden. Zelfs bij de protagonisten van de wet blijft de casuïstiek een verwarrend verhaal. Voormalig minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk bestreed de afgelopen jaren te vuur en te zwaard de Big Brother-vergelijking, maar gaf ook toe dat de kabel aftappen ‘op grote schaal en stelselmatig’ mogelijk is. De NOS kreeg in het voorjaar van 2016 een vertrouwelijke brief in handen die Plasterk had gestuurd naar de grote internetproviders en waarin de minister een ‘fictieve stad met 400.000 inwoners’ zou hebben genoemd als mogelijk af te tappen gebied. 

Eerst tegen, nu voor

Welk houvast biedt de wet zelf? Ik besluit D66-Tweede Kamerlid Kees Verhoeven te bellen; hij was de afgelopen jaren een van Plasterks felste tegenstanders in het debat. Verhoeven bekritiseerde de Wiv als geen ander, diende tevergeefs meerdere amendementen in en stemde uiteindelijk tegen de wet. Hij pleitte ervoor om de mogelijkheden voor OOG-interceptie wettelijk verder te beperken door heldere grenzen aan te geven van wat de diensten wel en niet mogen. Op de bovengenoemde onthulling van de NOS zei de parlementariër: ‘Ik vrees voor een sleepnet, en deze voorbeelden wijzen daar wel op.’

Kees Verhoeven, D66-Tweede Kamerlid en voormalig opponent van de Wiv

De vier partijen in de coalitie hebben nu gezegd dat massasurveillance niet mag gebeuren

Die vrees lijkt twee jaar later verdwenen als sneeuw voor de zon. Verhoeven raadt de burgers aan in maart voor te stemmen. Wat is er gebeurd? ‘Het regeerakkoord. Ik heb het voor elkaar gekregen dat daarin staat dat het geen sleepnet kan, mag en zal zijn.’ Nu D66 aan de coalitie meedoet en zijn partijgenoot Kajsa Ollongren minister van Binnenlandse Zaken is, heeft voormalige Wiv-opponent Verhoeven een reuzendraai gemaakt. ‘Ik heb nu de garantie die ik in het Kamerdebat maar steeds niet kreeg, namelijk dat er niet massaal en willekeurig zal worden afgetapt.’ 

Het parlementslid wijst onder meer naar de brief die Ollongren op 15 december vorig jaar naar de Kamer stuurde en waarin ze schrijft de privacy van burgers te waarborgen. Dat klinkt leuk, maar het is niet de wettelijke verankering waar de D66’er zo op hamerde in de eerdere discussies. Verhoeven wilde dat de wet expliciet zou verbieden dat de diensten ‘stelselmatig op grote schaal [gegevens] verwerven, verwerken of analyseren’, zo stelde hij voor in een van zijn amendementen. 

Waarom is hij nu wél content? Verhoeven: ‘De vier partijen in de coalitie hebben nu gezegd dat massasurveillance niet mag gebeuren. Er is ook gezegd dat het onafhankelijk na twee jaar wordt geëvalueerd. Als dan blijkt dat er toch dingen gebeuren die wij niet willen, dan passen we de wet aan.’

Vertrouwen en controle

De D66-politicus mag dan gerustgesteld zijn, de studenten die afgelopen najaar het referendum op poten zetten, zijn dat allerminst. Ik bel Nina Boelsums, de student Industrial Design die samen met vier anderen campagne voerde. ‘Deze wet in de vorm die er nu ligt beperkt privacy, gedachtevorming en vrijheid van meningsuiting,’ zegt Boelsums. ‘Dan kan Ollongren in zo’n zinnetje wel zeggen: “Joh, dit of dat gaan we echt niet doen”, maar over vijf jaar zit er een andere regering. Wij vinden dat je de geheime diensten aan de wet moet kunnen houden.’

De AIVD opereert in het geheim, dus het is belangrijk dat haar bevoegdheden begrensd zijn

Ook bij Bits of Freedom heeft het regeerakkoord de zorgen niet weggenomen. ‘We vinden het werk van de diensten noodzakelijk,’ zegt David Korteweg. ‘Maar ze opereren in het geheim, dus het is extra belangrijk dat hun bevoegdheden helder en begrensd zijn. Dat is niet het geval in deze nieuwe wet. Je zou criteria moeten opnemen om het specifieker te krijgen, zoals Verhoeven dat eerder ook wilde.’

Wat Korteweg hier zegt, raakt de essentie van de discussie over de Wiv. Die gaat namelijk over vertrouwen en controle. Hoeveel fiducie hebben we in onze geheime diensten? En zijn we in staat om te controleren of dat vertrouwen terecht is? Op die controle kom ik in een later artikel nog uitvoerig terug.

Met één hand op de rug

Eigenlijk gaat er aan de vertrouwenskwestie een belangrijke vraag vooraf, namelijk of de recente geschiedenis inderdaad aantoont dat we een nieuwe Wiv nodig hebben. In 2013 concludeerde de commissie Dessens dat de wet op de schop moest. De diensten hadden niet voldoende mogelijkheden om online hun werk te doen, dat kon pas als de AIVD en de MIVD ook de kabel in mochten. Nu, vijf jaar later, lijkt dat eindelijk mogelijk te worden. Hebben onze spionnen in de tussenliggende periode ‘met één hand op de rug’ gewerkt, zoals Plasterk het ooit omschreef? 

Feit is dat er geen aanslagen zijn gepleegd in Nederland. ‘Dat is deels een kwestie van geluk hebben,’ schreef Rob Bertholee onlangs in Het Nederlands Dagblad. ‘Maar het is ontegenzeggelijk ook te danken aan mijn mensen,’ stelde de AIVD-baas. Volgens hem is de Wiv hard nodig, omdat ‘je alleen op die manier tijdig aanwijzingen kunt oppikken in de brij aan data die dagelijks door de virtuele wereld gaan op webfora, VOIP-verbindingen en in de donkere krochten van internet.’ 

Cynisch gezegd zouden de diensten gebaat zijn bij een terroristische aanslag om het gelijk aan hun zijde te krijgen

In de zomer van 2016 concludeerden Britse onderzoekers dat 'bulk interception' de geheime dienst GCHQ wel degelijk heeft geholpen om aanslagen te voorkomen. In de Memorie van Toelichting bij de wet meldde de Nederlandse regering dan ook dat buitenlandse zusterdiensten aangeven ‘dat zij significant meer terroristische aanslagen en cyberaanvallen richting Europa hebben kunnen afwenden door gebruik van onderzoeksopdrachtgerichte interceptie’. Volgens het kabinet zijn de Nederlandse spionnen meer en meer afhankelijk van de goodwill van buitenlandse partners, omdat ze de directe dreiging voor Nederland ‘vanwege de beperkte bevoegdheden zelf niet konden onderkennen’. 

Bulk data kills people

Samengevat lopen de AIVD en MIVD achter de feiten aan en hebben we gezwijnd dat daardoor nog geen doden zijn gevallen. Cynisch gezegd zouden de diensten gebaat zijn bij een terroristische aanslag om het gelijk aan hun zijde te krijgen. 

Daartegenover staat een school die meent dat grote hoeveelheden informatie juist verstikkend kunnen werken voor inlichtingendiensten. ‘Bulk data kills people,’ zei oud-NSA-medewerker en klokkenluider Bill Binney ooit en Kees Verhoeven haalde dat citaat begin vorig jaar nog maar eens aan tijdens het plenaire Kamerdebat over de Wiv: ‘Oftewel, met het massaal surveilleren en het verzamelen en opslaan van allerlei data, red je geen mensenlevens.’ 

Wat dreigt is het gevaar van datahonger: een focus op het verzamelen van zoveel mogelijk gegevens

Wat dreigt is het gevaar van datahonger, menen critici: een volkomen focus op het verzamelen en verwerken van zoveel mogelijk gegevens. Als we het kunnen binnenhalen, gaan we het ook binnenhalen. Een moeilijk te onderdrukken neiging, zeker als de opslagcapaciteit voor data steeds groter wordt en algoritmen steeds slimmer. De diensten zouden in deze visie veel beter meer geld, tijd en energie kunnen steken in hun traditionele werkwijze: zoeken naar concrete informatie via mensen van vlees en bloed, wijkagenten, medewerkers van maatschappelijke organisaties. Ook daarom is het beter om datacollectie te beteugelen, menen tegenstanders van de Wiv. Ze wijzen daarbij graag naar onderzoeken die zouden aantonen dat de Britse diensten juist belangrijke informatie misten als gevolge van data overkill. In plaats van te zoeken naar de speld in de hooiberg, gooiden ze er meer hooi bij. 

Een nattevingerdiscussie

Ja, ik heb zo ongeveer door wat onderzoeksopdrachtegerichte interceptie betekent. En ik begrijp heus wel dat de Nederlandse geheime dienst niet ongebreideld alles wat haar belieft kan binnenharken – als ze dat al zou willen. Maar moeten we op zo’n precair gebied, waar de hang naar veiligheid wedijvert met het basale recht op privacy, de kaders niet juist minutieus vastleggen in de wet? Of is de controle op onze spionnen voor- en achteraf zo solide dat we niet bang hoeven zijn voor een disbalans? 

Het belooft wat voor de komende maanden. Bij gebrek aan praktijkvoorbeelden zal de discussie over de Wiv een theoretische en semantische zijn, die zomaar zou kunnen verzanden in slecht onderbouwde aannames. Wanneer is er sprake van een sleepnet? Bij welke omvang is er sprake van ‘massaal’ of ‘op grote schaal’ data onderscheppen? Zoals een van mijn gesprekspartners beaamde: ‘Het ís voor een deel ook gewoon een nattevingerdiscussie met een hoog onderbuikgehalte.’ 

Ik zoek ondertussen verder en kom binnenkort terug met artikelen over al die andere betwiste Wiv-opties van de geheime dienst, zoals hacken, bewaren, verwerken en delen van data. Ergens ligt hopelijk het antwoord verborgen op de vraag: ‘Wilt u de Wiv’?’. Gelukkig heb ik nog even.