Wie betaalt? En wie bepaalt? FTM zoekt uit hoe de politieke worst écht gedraaid wordt. Lees meer

Leven we in een lobbycratie of is lobbyen een wezenlijk element van een gezonde democratie? Zeker is dat de lobbywereld wordt gezien als een zeer invloedrijke factor in ons politiek bestel, maar beschrijvingen van die wereld komen doorgaans niet verder dan het woord ‘schimmig’. Follow the Money wil daar verandering in brengen en duikt de lobbywereld in om te zien hoe de worst écht gedraaid wordt.

160 artikelen

© Katja Fred

Bij het lobby-instituut AmCham is het altijd vijf voor twaalf

3 Connecties

Relaties

Dividendbelasting priority points

Organisaties

AmCham
26 Bijdragen

Jaarlijks presenteert de American Chamber of Commerce een document van pakweg acht pagina’s met ‘Priority Points’. Traditiegetrouw komt een minister of staatssecretaris dat wensenlijstje tijdens een luxe lunch in ontvangst nemen. Kenmerkend aan de aanbevelingen van AmCham is de alarmistische toon: als Nederland niet snel actie onderneemt, dreigt het achterop te raken in de fiscale strijd met enkele andere Europese landen.

Dit stuk in 1 minuut
  • De History of Advocacy geeft een opmerkelijk overzicht van de lobbysuccessen van de American Chamber of Commerce en onthult op welke gebieden de club zich mengt in het wetgevingsproces in Den Haag.    

  • Met de jaarlijkse Priority Points zet AmCham de regering onder druk om te blijven zorgen voor een zo gunstig mogelijk vestigingsklimaat in Nederland. In andere landen doen andere AmChams precies hetzelfde. Internationaal fungeert de lobbyorganisatie als een katalysator in een fiscale race naar de bodem. 

  • AmChams pleitbezorging beperkt zich niet alleen tot belastingzaken, ook op een aantal andere gebieden zoals werkgelegenheid en regelgeving heeft zij een duidelijke visie voor ogen. 

  • De meeste Amerikaanse multinationals die AmCham vertegenwoordigt, hebben dankzij hun hoofdkantoor in Nederland jarenlang gebruik kunnen maken van een bepaalde belastingstructuur op basis waarvan zij amper winstbelasting hoeven te betalen.

  • Tot AmChams spijt is er op Europees niveau besloten dat er aan deze structuur volgend jaar een einde komt, maar voor multinationals is er evenwel geen gebrek aan alternatieven om op de oude voet door te gaan. 

  • Volgens AmCham is de tijd van belastingontwijking inmiddels echt voorbij, onderzoekers bij Oxfam Novib, SOMO en andere organisaties denken daar echter heel anders over. 

Lees verder

Als je naar de website van de American Chamber of Commerce (AmCham) surft en klikt op History of Advocacy, dan is een breedbeeldbanner van het Binnenhof het eerste dat je ziet. Eronder staat een lange reeks uiteenlopende zaken die AmCham tot haar lobbysuccessen rekent. De opsomming leest als een milde vorm van borstklopperij:

Invloed op de uitkomst van verschillende verdragen tussen Nederland en de Verenigde Staten. Het afwenden van een amendement dat ondernemingsraden zeggenschap moest geven over het dividendbeleid van bedrijven. Het bevorderen van flexibele werktijden en het verruimen van de openingstijden van winkels. Fungeren als belangrijke speler in de hervorming van het belastingstelsel. Zorgen voor juridische en financiële tegemoetkomingen voor expats. Herhaaldelijk de vennootschapsbelasting naar beneden krijgen.   

Op diezelfde pagina somt AmCham nog meer aangelegenheden op waarbij zij naar eigen zeggen een vinger in de pap had. Hoewel AmCham hier al decennia een grote speler is, is haar invloed velen lange tijd ontgaan. Zelfs mensen bij ngo’s die zich beroepsmatig met bijvoorbeeld belastingzaken bezighouden, hadden deze lobbyclub niet direct in het vizier. Enkele verzoeken op de Wet openbaarheid van bestuur ten aanzien van belastingzaken brachten daar de afgelopen jaren verandering in.  

‘In 2015 deden we onderzoek naar belastingontwijking en zaten we vooral op het spoor van de belastingadvieskantoren,’ zegt Esmé Berkhout, belastingexpert bij ontwikkelingsorganisatie Oxfam Novib. ‘Toen we de uitslag van de Wob kregen, werd ons eigenlijk pas duidelijk hoe groot de rol was van AmCham, maar ook zeker die van VNO-NCW. Bij zowel politieke adviescommissies als bij het ministerie van Financiën bleek de deur wagenwijd voor hen open te staan. Dat die partijen ook nog eens worden gevraagd om mee te denken over beleid, vonden wij heel ver gaan.’ 

Dit privilege heeft AmCham te danken aan haar goede banden met de overheid en, daarmee nauw samenhangend, aan het gewicht dat hier door Amerikaanse multinationals in de schaal wordt gelegd. ‘Voor beleidsmakers is er sprake van een zeker prestige; zij zijn ervan overtuigd dat Amerikaanse bedrijven van groot economisch belang zijn voor Nederland, en dan gaan alle deuren open’, stelt Jasper van Teeffelen, belastingexpert bij Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) en coördinator bij LobbyWatch, een coalitie van vijf maatschappelijke organisaties die zich hard maakt voor meer transparantie ten aanzien van lobbyactiviteiten van het bedrijfsleven. 

‘Wij bij SOMO moeten alle moeite doen om een afspraak te fiksen met Menno Snel als we een rapport presenteren. Met Mark Rutte zou dat helemaal ondenkbaar zijn,’ lacht Van Teeffelen bij het zien van het lijstje met daarop de bewindspersonen die de afgelopen jaren op Kasteel De Wittenburg in Wassenaar de zogeheten Priority Points van AmCham in ontvangst zijn komen nemen. Ministers die het verlanglijstje van een lobbyclub hoogstpersoonlijk komen afhalen, daar kunnen de meeste organisaties alleen maar van dromen.

Priority points

AmChams lobby beperkt zich niet alleen tot belastingzaken. Ook over de volgende onderwerpen heeft AmCham zich door de jaren heen in de Priority Points uitgelaten. 

Rodeloperbehandeling buitenlandse investeerders
In 2009 pleit AmCham voor een zogenaamde ‘rodeloperbehandeling’ voor nieuwe buitenlandse investeerders. ‘Bedrijven die overwegen om substantieel te investeren in Nederland zouden onmiddellijk een ministerieel contact op hoog niveau aangewezen moeten krijgen die zijn/haar agenda leeg kan maken voor een ontmoeting met de potentiële investeerder. De aangewezen contactpersoon zou een mandaat moeten hebben om de nodige toestemmingen/procedures te versnellen en dient uitstekende contacten te hebben met nationale en lokale overheden.’ 

AmCham wil daarnaast graag dat er een ‘one-stop shop’ komt, beleid waarbij alle overheidsloketten gecoördineerd samenwerken om de komst van buitenlandse ondernemingen zoveel mogelijk te faciliteren. Met onder meer het ‘Invest in Holland Network’ van het Netherlands Foreign Investment Agency is het ministerie van Economische Zaken AmCham daarin tegemoet gekomen. Eerder al deed het ministerie dat met het Topteam Hoofdkantoren (onderdeel van het topsectorenbeleid), dat bestond van 2011 tot 2015.  

Om van Nederland een ‘voorkeurslocatie’ te maken moet het fiscale stelsel hier ‘consistent, voorspelbaar en eenvoudig’ zijn, benadrukt AmCham in 2011. In 2013 spreekt zij haar tevredenheid uit over het bestaan van het APA/ATR team van de Belastingdienst, waarmee buitenlandse bedrijven van tevoren geheime afspraken op maat (‘rulings’) kunnen maken over belastingafdracht en fiscale zekerheid. In 2015 vraagt AmCham nogmaals om  ‘ongelimiteerde toegang tot de Belastingdienst’ voor nieuwkomers op de Nederlandse markt. 

‘Het Nederlandse belastingontwijkingssysteem met al die rulings is voor een groot deel opgetuigd voor Amerikaanse multinationals,’ becommentarieert Jasper van Teeffelen van SOMO. ‘Van alle investeringen die via Nederland lopen, is het grootste deel afkomstig van het Amerikaanse bedrijfsleven. Ter vergelijking; Duitse bedrijven zitten hier niet om belasting te ontwijken, dat is niet hun businessmodel. Voor Amerikanen is het dat wel.’ 

Uit gewobde stukken van het ministerie van Financiën blijkt dat vroegere wetsvoorstellen over het rulingbeleid zijn aangepast op suggestie van AmCham, die voor de rulingpraktijk ook openlijk in de bres is gesprongen, bijvoorbeeld in de rechtszaak van de Europese Commissie tegen Nederland met betrekking tot Starbucks. De controverse rond de ruling van Starbucks in 2015, was een omslagpunt naar aanleiding waarvan Financiën haar riante beleid op dit gebied uiteindelijk heeft versoberd

Beperk regelgeving
In 2013 laakt AmCham de toenemende regeldruk voor industrieën op lokaal, nationaal en Europees niveau. Die regeldruk verhoogt de operationele kosten en zou negatieve gevolgen hebben voor het concurrentievermogen van Nederland. ‘Milieu- en klimaatwetgeving zijn een bijzonder punt van zorg,’ zo valt te lezen. ‘Beleid dient dusdanig te worden ingericht dat bedrijven kostenefficiënt doelstellingen kunnen behalen.’ Zo is het niet de bedoeling dat de overheid extra beleid ontwikkelt bij de omzetting van EU-richtlijnen (aan goldplating heeft AmCham een broertje dood) en ook het energieakkoord zou niet mogen leiden tot aanvullende eisen. Daarnaast pleit de lobbyclub welbeschouwd voor zelfregulering: ‘Erken dat productiebedrijven het best gepositioneerd zijn om tegen de laagste kosten optimale maatregelen te identificeren om veiligheidsdoelstellingen te halen,’ klinkt het stellig. ‘Geef de industrie doelen, geen gedetailleerde voorschriften.’ 

Klimaatcrisis
Een ingewijde bij AmCham meldt dat de lobbyclub zich niet mengt in het klimaatdebat. Hierover is in de Priority Points inderdaad niet veel terug te vinden. Het enige wat executive director Patrick Mikkelsen vorig jaar eens tegenover het FD heeft verklaard, is dat de groene ambities van het kabinet bedrijven wel eens het land uit zouden kunnen jagen. De klimaatcrisis moet hier volgens AmCham vooral niet ambitieuzer worden aangepakt dan in andere landen. Waar Nederland op fiscaal gebied dus alles in het werk moet stellen om voorop te blijven lopen, is het met betrekking tot de klimaatcrisis ongewenst dat Den Haag in Europa een voortrekkersrol vervult. In werkelijkheid is dat ook helemaal niet het geval, maar toch is AmCham er niet gerust op.   

Arbeidsmarkt
Over andere negatieve gevolgen van globalisering en het neoliberalisme (toenemende ongelijkheid, toenemende armoede, steeds minder bestaanszekerheid voor steeds meer mensen, enorme flexibilisering op de arbeidsmarkt enz.) is er weinig tot geen discussie bij AmCham, verklaart een medewerker. Per uitzondering en terloops waarschuwt de organisatie in de Priority Points van dit jaar voor een tweedeling op de arbeidsmarkt tussen mensen in vaste dienst en zzp’ers. Een rijkelijk late waarschuwing, aangezien die tweedeling al jaren geleden is ingezet, nota bene mede door beleid dat door AmCham zelf werd gepropageerd.

In 2017 constateert AmCham dat de Nederlandse arbeidsmarkt niet tot de ‘efficiëntste’ van de EU behoort. Boosdoener is de ‘strenge arbeidswetgeving’, die wordt gezien als een negative driver in de economie en als een obstakel bij het zakendoen. Versoepeling van de arbeidsbescherming kan voor bedrijven de kosten op arbeid naar beneden brengen en zorgen voor grotere mobiliteit op de arbeidsmarkt. Deze wens werd al in 2013 ingeleid met een aantal gerelateerde, specifieke beleidsaanbevelingen, waaronder het versneld verminderen van de duur van werkloosheidsuitkeringen om het zoeken naar een nieuwe baan te stimuleren. Onder Lodewijk Asscher, destijds minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, zijn dit soort ideeën inderdaad omgezet in beleid, hoewel ze een averechts effect bleken te hebben. AmCham zal echter tevreden zijn met het nieuwe pakket aan arbeidsregels dat onder de huidige minister, Wouter Koolmees, tot stand is gekomen en vanaf 2020 van toepassing zal zijn. 

Overheid moet voldoende investeren
Door de jaren heen vraagt AmCham de overheid bij herhaling om te zorgen voor goed onderwijs (inclusief de mogelijkheid tot permanente scholing) en voldoende investeringen in onder meer infrastructuur en in Research & Development. ‘Wij constateren dat de uitgaven aan R&D als percentage van het BBP achterlopen op die in andere landen. Daarom adviseren we dergelijke investeringen te blijven stimuleren,’ staat in de Priority Points van dit jaar. Impliciet gaat AmCham er bij al dit soort zaken van uit dat anderen (burgers) voor de kosten opdraaien. Voor de lobbyclub is het klaarblijkelijk vanzelfsprekend dat de bedrijven die zij vertegenwoordigt en waarvan er vele bovendien al jaren recordwinsten boeken, hier zelf via belastingen zo min mogelijk aan bijdragen, maar wel optimaal van kunnen profiteren. 

Als antwoord op vraag negen in de Frequently Asked Questions op AmChams website staat overigens dat AmCham ‘zich niet alleen door bedrijfsbelangen laat leiden, maar ook door de maatschappelijke context’, waarbij ‘het welzijn van burgers en hun leefomgeving’ als voorwaarden worden genoemd voor een gunstig investeringsklimaat. Er valt echter (bijna) niks te vinden waaruit blijkt dat AmCham zich daadwerkelijk om burgers en hun leefomgeving bekommert. De spaarzame keren dat het woord ‘burgers’ überhaupt voorkomt in de Priority Points (in de jaren 2011 tot en met 2014), is in zinnen waarin staat dat zij vaardigheden moeten verwerven ‘die nodig zijn voor innovatie en een volledig concurrerende first world economy.’ Ten aanzien van de burger redeneert AmCham eerst en vooral in termen van menselijk kapitaal.

Innovatiebox
AmCham noemt de introductie van de innovatiebox in de Priority Points van 2011 ‘een uitstekend initiatief,’ niet in de laatste plaats omdat zij daar eerder zelf voor had gepleit. De innovatiebox is (oorspronkelijk) bedoeld om investeringen in onderzoek en ontwikkeling fiscaal te stimuleren. Winsten behaald op basis van innovaties worden namelijk belast met een sterk verlaagd tarief van (thans) 7 procent. De realiteit wijst echter uit dat dit instrument niet zozeer innovatie bevordert, maar het moet hebben van zijn nevendoelstelling; het bevorderen van het fiscale vestigingsklimaat. Met name voor bedrijven met investeringen in mobiele activa, zoals patenten, is het volgens onder meer Europarlementariër Paul Tang en bijvoorbeeld een instantie als het Centraal Planbureau een effectief middel gebleken om legaal belasting te ontwijken door kortingen te vangen waar helemaal geen innovatie tegenover staat. 

‘Afwikkeling massaschade’
In 2015 geeft AmCham uiting aan haar bezorgdheid omtrent de Wet afwikkeling van massaschade in een collectieve actie, die in 2011 voortkwam uit een motie van Sharon Dijksma maar pas dit jaar door de Eerste en Tweede Kamer is gekomen. Deze wet maakt het voor gedupeerden (groepen burgers of consumenten) makkelijker om in een collectieve actie schade te verhalen (op bedrijven of de overheid) en voorkomt meerdere procedures door verschillende belangenorganisaties over dezelfde gebeurtenis. Met het oog op het vestigingsklimaat (wat anders?) is AmCham bevreesd dat Nederland in de toekomst een ‘hub’ zou kunnen worden voor wat in het Engels kortweg te boek staat als class action, waarbij het risico bestaat dat bedrijven hoge boetes krijgen opgelegd.

Brexit
De Brexit komt in de Priority Points nauwelijks ter sprake, vermoedelijk omdat het aanstaande vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU vanaf het begin is omringd door grote onzekerheid. Noemenswaardig is eigenlijk alleen dat in 2018 het binnenhengelen van Brexit-leavers wordt genoemd – en inderdaad, veel bedrijven die eerst gevestigd waren in het Verenigd Koninkrijk hebben inmiddels de oversteek gemaakt naar Nederland. Het belangrijkste voor AmCham is het afwenden van een No Deal-Brexit, omdat dit tal van Amerikaanse multinationals in het VK en de EU zou treffen en het overal grote schade aan de economie zou opleveren. In dat opzicht maakt AmCham zich eveneens zorgen over de handelsoorlog tussen de VS en China en de handelsoorlog die zich nu lijkt te ontspinnen tussen de VS en de EU. Allemaal bad for business. 

Lees verder Inklappen

Lachende gezichten, verontrustende boodschap

De Priority Points staan aan de basis van AmChams lobby. Een analyse van deze beleidsaanbevelingen uit de afgelopen tien jaar geeft een goed beeld van wat AmCham in Nederland voor ogen heeft. Wat daarbij het meest opvalt, is dat zij jaar in jaar uit hoofdzakelijk één en dezelfde boodschap herhaalt; namelijk dat Nederland er in fiscaal opzicht alles aan moet doen om competitief te blijven. Het gunstige belastingklimaat in Nederland zou immers aan sterke erosie onderhevig zijn, en als de regering niet vlug overgaat tot adequate maatregelen, staan er flink wat banen op de tocht. 

Op dit screenshot van de site van AmCham is te zien hoe Wouter Paardekooper de priority points van 2015 overhandigt aan minister-president Mark Rutte. Foto: screenshot Amcham

De feestelijke aangelegenheid in Wassenaar en de lachende gezichten bij het overhandigen van de Priority Points contrasteren met de verontrustende boodschap die het document doorgaans kenmerkt. Bij AmCham zijn de wijzers van de klok permanent op die omineuze vijf voor twaalf blijven steken, getuige deze passages uit de Priority Points:

‘Nederland heeft jarenlang de vruchten geplukt van een innovatief en concurrerend belastingsysteem,’ verkondigt AmCham in 2012. ‘Veel van de onderscheidende kenmerken die voorheen het Nederlandse belastingsysteem aantrekkelijk maakten (de deelnemingsvrijstelling, advance tax ruling (ATR), geen bronheffingen op rente en winstuitkeringen, breed netwerk van belastingverdragen) worden nu, in sommige gevallen nog royaler, gekopieerd en toegepast door andere landen. Deze convergentie onderstreept hoe belangrijk het is dat Nederland een aantrekkelijk belastingsysteem kan blijven aanbieden aan buitenlandse investeerders.’

In 2015 klinkt het onomwonden dat ‘het belastingstelsel het gewenste instrument is om de welvaart in Nederland te waarborgen’

In 2015 klinkt het onomwonden dat ‘het belastingstelsel het gewenste instrument is om de welvaart in Nederland te waarborgen.’ AmCham draagt de Nederlandse regering op een sterke, ambitieuze visie te formuleren voor het Nederlandse fiscale klimaat. ‘Een visie die een einde maakt aan de voortdurende afbraak van de pijlers van het Nederlandse belastingstelsel.’

In 2018 is de boodschap niet minder urgent: ‘Verschillende landen hebben hun belastingtarieven flink verlaagd en zich met speciale programma’s meer ingespannen om buitenlandse investeringen aan te trekken. Om zijn toppositie als bestemming voor directe buitenlandse investeringen te behouden, pleit AmCham ervoor dat Nederland alert blijft, verder werkt aan zijn sterke kanten en zich verbetert op de punten waarop het land achterloopt.’  

Fiscale ratrace naar de bodem

Kenmerkend aan deze noodkreten zijn de continue vergelijkingen met andere, ons omringende landen. In sommige Priority Points (bijvoorbeeld die uit 2015) staan zelfs grafieken en staafdiagrammen om te laten zien hoezeer bepaalde belastingen in andere landen zijn verlaagd. De boodschap is expliciet: er is werk aan de winkel voor Nederland. Van Teeffelen zucht: ‘Ze presenteren allemaal doemscenario’s; dat deden ze tien jaar geleden, vijf jaar geleden, nu. Het is in AmChams belang om landen tegen elkaar uit te spelen. En wat doe je dan als je Mark Rutte bent? Je wil niet dat er tijdens jouw regeerperiode gezichtsbepalende bedrijven vertrekken.’ Berkhout trekt precies dezelfde conclusie en stelt dat ‘de terms of debate volgens Oxfam zouden moeten veranderen. Wij vinden niet dat landen de concurrentie aan zouden moeten gaan op fiscaal gebied.’ 

Steven van Weyenberg, D66

Ik denk dat het buitengewoon stom is om als bedrijfsleven te denken dat je elke keer met dreigementen tot het putje kunt gaan

Toen AmChams lobby recent in de Tweede Kamer aan de orde kwam in een discussie over de belastingplicht van multinationals, spraken enkele politici hun afkeer uit, waaronder Steven van Weyenberg. ‘[...] ik denk dat het buitengewoon stom is om als bedrijfsleven te denken dat je elke keer met dreigementen tot het putje kunt gaan,’ sprak de D66’er. ‘Ik weet dat veel bedrijven dat ook niet willen. Want die willen onderdeel van Nederland zijn. [...] je hebt ook geen draagvlak als je de hele tijd denkt dat belastingregels voor iedereen gelden, maar dat die voor jou het beste nul kunnen zijn.’

Welbeschouwd komt het er dus op neer dat AmCham fungeert – of beter gezegd, AmChams fungeren – als een katalysator in een fiscale ratrace tussen landen die met elkaar concurreren om de komst van (regionale hoofdkantoren van) Amerikaanse bedrijven. Waar AmCham in Nederland waarschuwt voor fiscale ‘vooruitstrevendheid’ in bijvoorbeeld Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk en Ierland, wijzen de AmChams in Luxemburg, het VK en Ierland op hun beurt op het belang om Nederland op dit gebied niet uit het oog te verliezen. Een medewerker van AmCham geeft ruiterlijk toe dat dit de gang van zaken is, maar wijst erop dat iedere AmCham een afzonderlijke organisatie is die zelfstandig opereert. Dat mag zo zijn, maar AmChams weten dondersgoed van elkaar waar ze mee bezig zijn en wisselen hier ook continu actief informatie over uit.

Neem nu deze brief uit maart 2016, gezamenlijk ondertekend door AmCham Nederland, België en Luxemburg en gestuurd naar dertien ministers in deze drie landen. De ‘AmChams BeNeLux’ uiten hierin hun bezorgdheid over het voornemen van de Europese Commissie om met twee Europese anti-belastingontwijkingsrichtlijnen (Anti Tax Avoidance Directive, ATAD 1 & 2) verder te gaan dan is overeengekomen binnen de kaders van Base Erosion and Profit Shifting (BEPS), een in 2013 gestart project van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD) om belastingontwijking internationaal aan te pakken. Als gevolg van alle voorgestelde maatregelen zouden foreign direct investments in de Benelux volgens de AmChams ernstig in het geding komen.  

Hybride mismatches

Dit mag dan saai klinken, voor AmCham Nederland is het een halszaak. Zij heeft namelijk jarenlang proberen te voorkomen dat er via ATAD een einde werd gemaakt aan onder meer hybride mismatches. Deze ‘hybride mismatches kunnen ertoe leiden dat een vergoeding of betaling aftrekbaar is, maar de corresponderende opbrengst nergens wordt belast, of dat één en dezelfde vergoeding of betaling meerdere malen aftrekbaar is (dubbele aftrek),’ schrijft onderzoeker Frank Elsweier in een zeer beknopt en kernachtig tekstje over de nieuwe Europese richtlijnen. 

De meest voorkomende hybride mismatch in Nederland is de CV/BV-structuur, een belastingconstructie die sinds 1995 bestaat en waarbij Amerikaanse multinationals boven hun BV (een besloten vennootschap met werknemers) een CV (commanditaire vennootschap) optuigen. Hierbij is de CV niets meer dan een lege huls. Op basis van deze constructie kunnen winsten als aftrekbare rente of royaltybetalingen uit de BV doorstromen naar de CV.  

Nederland belast niet de CV zelf, maar de participanten erachter, tenzij die in het buitenland zitten –  in dit geval de VS. De Belastingdienst gaat er daarom van uit dat de CV in de VS wordt belast, terwijl de Amerikaanse fiscus de CV aanmerkt als Nederlands en erop vertrouwt dat de belastingheffing hier plaatsvindt. Uiteindelijk vindt er helemaal geen heffing plaats en blijft de winst tussen de twee landen hangen.

Zo’n 80 procent van AmChams leden betaalt al minimaal vijftien jaar geen belasting over de winst die zij buiten Nederland behalen

Dat is te danken aan de Nederlandse regering, die welbewust artikel 24, lid 4 van het Nederlands-Amerikaanse belastingverdrag buiten werking heeft gesteld. De Correspondent heeft gereconstrueerd hoe een antimisbruikbepaling die de hybride mismatch moest tegengaan, door staatssecretaris van Financiën Joop Wijn in 2005 is geschrapt, en wat voor aandeel AmCham daarin had.  

Opvallend genoeg krijgt het behoud van de CV/BV-structuur veertien jaar geleden geen vermelding in AmChams History of Advocacy, maar zal dit intern worden aangemerkt als een van haar grootste triomfen. Het heeft er vermoedelijk mee van doen dat de CV’s in deze constructie de facto brievenbusfirma’s zijn waar AmCham niet mee in verband wil worden gebracht.

In een presentatie uit 2012 tijdens een seminar verwijst AmCham wel expliciet naar Nederland als belastingparadijs.

Zij wijst vanzelfsprekend liever op de BV’s waar in jargon sprake is van substance; de daadwerkelijke economische activiteit. Hoe het ook zij, zo’n 80 procent van haar leden (rond de 320 multinationals) en ongetwijfeld nog veel meer Amerikaanse bedrijven in Nederland die geen lid zijn van AmCham, maken al minimaal vijftien jaar gebruik van de CV/BV-structuur en betalen daardoor dus geen belasting over de winst die zij buiten Nederland behalen.  

In tegenstelling tot de Nederlandse multinationals Shell en Philips, waarvan recentelijk is gebleken dat zij geen winstbelasting betalen, worden de winsten van Amerikaanse multinationals grotendeels buiten Nederland gegenereerd (de Nederlandse BV’s die in principe wel worden belast, zorgen maar voor een klein deel van de wereldwijde opbrengst). De Verenigde Staten zijn hierdoor duizelingwekkend hoge bedragen aan belastinginkomsten misgelopen; al met al vele honderden miljarden euro’s.  

EU onderneemt wel actie

Lange tijd was er in de Haagse politiek evenwel geen enkele interesse voor deze gecompliceerde en ondoorzichtige fiscale goochelarij. Het voornemen om hybride mismatches aan banden te leggen kwam dan ook uit Brussel. Naar aanleiding van de eerder genoemde voorstellen van de Europese Commissie zijn de ministers van Financiën in Europa overeengekomen om de CV/BV-structuur vanaf 1 januari 2020 in de ban te doen. 

In een poging dit te voorkomen, of tenminste te zorgen voor ‘tegenprestaties,’ heeft AmCham door middel van gedetailleerde brieven (bijvoorbeeld uit november 2016, juli 2017, augustus 2017, mei 2019 en augustus 2019) druk uitgeoefend op de regering. Tijdens een seminar op het ministerie van Financiën in april 2018 doet AmCham-president Wouter Paardekooper daar nog een schepje bovenop. In een toespraak draagt hij het kabinet op om ‘fiscale faciliteiten die door de vorige regering nog als kroonjuwelen zijn bestempeld, niet bij het grofvuil te zetten.’ De inspanningen blijven echter overwegend zonder resultaat. Ook AmCham heeft weleens het nakijken.    

AmCham-president Wouter Paardekooper

Zet de fiscale faciliteiten, die door de vorige regering nog als kroonjuwelen zijn bestempeld, niet bij het grofvuil

Naast hybride mismatches komen er in de brieven nog verschillende andere fiscale zaken aan bod waar voor leken weinig touw aan vast te knopen valt, maar die voor AmCham eveneens van cruciaal belang zijn. Zo windt zij zich op over zaken als earnings stripping, CFC-wetgeving en bijvoorbeeld CCCTB, een vergevorderd voorstel uit de koker van de Europese Commissie dat erop is gericht de winsten van vennootschappen in de gehele EU te onderwerpen aan een geharmoniseerde belastinggrondslag. ‘Dit zou de belastinginkomsten in Europa vergroten en de EU in staat stellen een machtsblok te vormen tegenover de VS,’ legt hoogleraar fiscaal concernrecht aan de UvA Jan van de Streek uit. AmCham is hier faliekant op tegen omdat CCCTB veel van de gewiekste tax planning van multinationals in één keer overboord kiepert. 

Van de Streek en AmCham zijn geen onbekenden van elkaar. Af en toe wordt hij uitgenodigd om tijdens een bijeenkomst van het Tax Committee van AmCham (onbezoldigd) een update te verzorgen over Europese ontwikkelingen op fiscaal gebied. AmCham heeft er baat bij op de hoogte te zijn van bijvoorbeeld aanstaande wetgeving, en als wetenschapper is het voor Van de Streek ‘goud’ om uit eerste hand te vernemen waar de knelpunten voor het bedrijfsleven zitten. ‘Ik ga daar graag heen, trouwens ook voor een pittige dialoog,’ vertelt hij geamuseerd. Van de Streek is inhoudelijk een hele andere mening toegedaan dan AmCham en hoopt daarom altijd op een constructief gesprek met de leden van het comité. De argumenten die hij aandraagt, hebben volgens hem echter bepaald geen uitwerking op de opvattingen van de lobbyclub, die geheel overtuigd blijft van zijn eigen gelijk. 

Van de Streek heeft op verzoek de hierboven gelinkte brieven doorgenomen. Verschillende passages markeert hij met een vraagteken, omdat hij ze niet goed begrijpt of omdat ze hem tegenstrijdig lijken. Daarnaast concludeert de academicus dat AmCham niet vies is van cherry picking. ‘Ze plukken selectief informatie uit onderzoeken. Zo zie ik bepaalde zaken die uit hun context zijn gehaald of onvolledig zijn weergegeven.’ Op dreigende toon waarschuwt AmCham voor schade aan de economie en het verlies aan banen als zij haar zin niet krijgt. Toch toont Van de Streek op sommige punten ook begrip voor de in de brieven aan de orde gestelde punten. ‘Als je [als overheid] belastingontwijking wilt bestrijden, zit daar altijd de nodige overkill bij. Je kunt nu eenmaal niet voor iedereen maatwerk leveren. Dat AmCham desalniettemin ageert tegen dergelijke overkill is begrijpelijk.’ 

Van 0 naar 20,5 procent?

AmCham is dus ongelukkig met het verdwijnen van bestaande hybride mismatches en ook met het niet doorgaan van de afschaffing van de dividendbelasting (zie kader), maar is wel tevreden over het feit dat de vennootschapsbelasting – die vanaf volgend jaar in principe van toepassing zal zijn op de gehele winst van Amerikaanse multinationals – met ingang van 2021 van 25 naar 20,5 procent is verlaagd en er een transitieregeling is gekomen voor de 30 procentregeling voor expats. Prijs jezelf niet uit de markt, is wat AmCham de regering dan ook steeds toeriep.

Dividendbelasting

Het belastingverdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten uit 2006 bepaalt dat Amerikaanse multinationals aanspraak kunnen maken op vrijstelling van Nederlandse dividendbelasting. Dit was bij AmCham vóór de komst van dit verdrag een prioriteit, maar werd ook in latere jaren nog bepleit ten aanzien van het algemene fiscale klimaat. Zo staat in de Priority Points uit 2009 dat het voor het Nederlandse investeringsklimaat ‘een erg positief teken zou zijn als Nederland het voortouw neemt [in het afschaffen van de vennootschapsbelasting] en EU-landen als Luxemburg voor gaat. Het zou ook de concurrentiepositie ten opzichte van het Verenigd Koninkrijk, dat geen dividendbelasting inhoudt, verbeteren.’ 

In 2014, toen duidelijk was geworden dat hybride mismatches op de tocht zouden komen te staan, werd door AmCham ter compensatie per brief gepleit voor het verruimen van de inhoudingsvrijstelling dividendbelasting. Datzelfde jaar klaagt AmCham in de Priority Points dat deze belasting nauwelijks nog acceptabel is voor internationale investeerders, maar het bijbehorende tarief in Nederland nog altijd 15 procent bedraagt (terwijl het in landen als België en Luxemburg nul is voor vennootschapshouders die in een land wonen waarmee een belastingverdrag is afgesloten). 

Eind 2017 wordt de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting inderdaad als een positieve beleidswijziging verwelkomd. ‘[... Dit] draagt in het algemeen bij aan een concurrerender investeringsklimaat. [...] AmCham waardeert zéér de inspanningen van de coalitie en het kabinet-Rutte III om het Nederlandse investeringsklimaat in den brede te verbeteren.’ 

Tegen deze achtergrond hoeft het niet te verbazen dat enkele Nederlandse multinationals, die zich al jarenlang hard maken voor de afschaffing van de dividendbelasting en verenigd zijn in het obscure lobbygenootschap ABDUP, óók lid zijn van AmCham. Het gaat om AkzoNobel, DSM, Unilever en Philips. Alleen ABDUP-lid Shell (de B staat voor de oude benaming: Bataafse Petroleum Maatschappij), dat ook graag van de dividendbelasting af wil, is opvallend genoeg geen AmCham-lid.  

Lees verder Inklappen

Wat echter moeilijk valt voor te stellen, is dat Amerikaanse bedrijven het zomaar laten gebeuren dat hun winstbelasting door het verdwijnen van de CV/BV-structuur, naar 20,5 procent zal stijgen. 20,5 procent is een halvering van het percentage dat gold in de jaren ’80, maar als je voor je wereldwijde winst (afgezien van de heffing over de winst uit Nederland) jarenlang op het zeer riante percentage van nul hebt gezeten, is het toch een lelijke tegenvaller.  

Met betrekking tot de afschaffing van hybride mismatches spreekt Van de Streek over een ferm optreden van de EU en de Nederlandse regering, maar wijst er tegelijkertijd op dat deze stappen toch ook een beetje voor de bühne zijn. Er zijn immers verschillende aantrekkelijke alternatieven voor multinationals om op de oude voet door te gaan. Sterker nog, uit interne documenten blijkt dat nota bene het ministerie van Financiën zelf al in 2014 actief op zoek is gegaan naar mogelijkheden ter vervanging van de CV/BV-constructie.

Alternatieve belastingconstructies

‘Dát multinationals met agressieve belastingpraktijken overstappen op andere vormen van belastingontwijking om nieuwe regelgeving voor te zijn, is een gegeven,’ schrijft Oxfam Novib in Belastinglek Nederland, een alleszins leesbaar rapport uit mei dit jaar, dat een van de mogelijke alternatieven uitlicht. Het gaat om zogeheten informeel kapitaalstructuren (‘infokap’), die volgens Oxfam het ‘belastinglek’ vormen dat de regering absoluut dit jaar nog moet dichten. ‘Het gevaar is [namelijk] groot dat een deel van de CV/BV-structuren wordt omgezet in informele kapitaalstructuren,’ waarschuwt de ngo. 

Dat komt hierop neer: binnen de CV/BV-structuur van een Amerikaanse multinational is de CV zoals gezegd de eigenaar van de merkrechten. Als de CV deze intellectuele eigendomsrechten kosteloos overdraagt aan de Nederlandse BV, dan vallen die rechten weliswaar samen met de daadwerkelijke economische activiteit, zoals wordt beoogd met BEPS, maar ontstaat er wel een infokapstructuur. 

De gratis transactie die plaatsvindt tussen de buitenlandse en Nederlandse vestiging van dezelfde multinational is wat in dit geval het ‘informeel kapitaal’ wordt genoemd. Van de Belastingdienst mogen de fictieve kosten voor deze ‘aankoop’ al dan niet via afschrijvingen van de belastbare winst worden afgetrokken. Aan de hand van verschillende praktijkvoorbeelden laat Oxfam in het rapport zien, dat het er op neerkomt dat de belastbare winst hiermee sterk daalt, vaak dusdanig sterk dat hierover (nagenoeg) geen belasting meer hoeft te worden betaald. 

Dat staatssecretaris Menno Snel eerst onderzoek wil doen naar zaken die allang bekend zijn, noemt Oxfam dan ook een bewuste vertragingstactiek 

Als de Nederlandse overheid niet snel maatregelen neemt, zou de infokapstructuur volgens een conservatieve schatting van Oxfam overheden wereldwijd jaarlijks 5 tot 10 miljard euro aan misgelopen belasting kunnen schelen. Het ministerie van Financiën is zich hiervan bewust, maar is voorlopig niet van plan tot actie over te gaan. ‘Als je als Nederland serieus bent met de aanpak van belastingontwijking, laat dan niet dit hele grote lek open staan!,’ zegt medeauteur van het rapport Esmé Berkhout geïrriteerd. Dat staatssecretaris Menno Snel eerst onderzoek wil doen naar zaken die allang bekend zijn en pas volgend jaar met voorstellen wil komen, noemt Oxfam een bewuste vertragingstactiek. 

In welke mate Amerikaanse bedrijven overstappen of al zijn overgestapt op infokapstructuren, valt nog weinig concreets te zeggen. Van de Streek noemt het een ‘reëel alternatief dat zeker zal worden toegepast.’ Maar ook andere alternatieven zijn volgens hem denkbaar. Zo zou onder omstandigheden de CV kunnen worden vervangen door een BV buiten de EU, bijvoorbeeld op Bermuda of de Kaaimaneilanden, waar bijzonder gunstige heffingspercentages van 0 tot 9 procent van toepassing zijn. 

Belastingontwijking nog lang niet passé

‘Of Nederland er nou wel of geen rol in speelt, AmCham heeft er in ieder geval alle belang bij als er een nieuwe hybride of dubbele niet-belastingstructuur komt, of een andere constructie,’ zegt Francis Weyzig van Oxfam, de andere auteur van Belastinglek Nederland. Uit het tweede kwartaalverslag over 2019 van Uber weten we inmiddels dat dat bedrijf gebruik blijft maken van een Hollandse sluiproute. In maart dit jaar heeft het digitale platform voor taxiritjes zijn intellectuele eigendomsrechten vanuit een brievenbusfirma op Bermuda overgeheveld naar een van zijn vele BV’s in Nederland (die weer vallen onder een holding in Singapore). Op basis van deze nieuwe, ingewikkelde constructie creëert Uber voor zichzelf een eenmalige aftrekpost ter waarde van 5,4 miljard euro, mocht de multinational op enig punt in de toekomst winst gaan maken (wat vooralsnog niet is gebeurd).   

Volgens AmCham zelf is er anno 2019 van belastingontwijking nauwelijks nog sprake. Een medewerker verklaart dat de club op dit gebied zeker niet voorop heeft gelopen, maar tijden veranderen en haar achterban zou inmiddels onderkennen dat het anders moet. ‘Tja, het is een definitiekwestie,’ verzucht Berkhout. ‘Je kan alle belastingontwijking zien als belastingplanning, waarbij je als bedrijf puur gebruik maakt van de regels en je zorgt dat je zo gunstig mogelijk wegkomt. Maar dat is een hele andere interpretatie van het gebruikmaken van regels op een manier waarop ze niet zijn bedoeld.’ 

Esmé Berkhout, Oxfam Novib

Nederland is echt totaal niet op weg om het braafste jongetje van de klas te worden

Nederland blijft voorop lopen als doorsluisland van financiële stromen en als verstrekker van belastingvoordelen, legt de onderzoekster uit. ‘Wij zijn echt totaal niet op weg om het braafste jongetje van de klas te worden. Als we nou eerst eens een beetje zouden opschuiven naar het midden...’ Haar lezing wordt alleen dit jaar al onderschreven door onder meer een policy brief van het Centraal Planbureau (uit januari, zie de link hierboven); door de Council on Foreign Relations, een Amerikaanse denktank die in een studie uit februari laat zien dat Amerikaanse multinationals in een zevental kleine low-tax nations (met Nederland bovenaan) vele malen meer winst maken dan in een zestal grote economieën (waaronder China, India en Duitsland); door de Bijzondere commissie Financiële misdrijven, belastingontduiking en -ontwijking van het Europees Parlement, die Nederland in maart tussen de belastingparadijzen schaarde; door de in mei gepresenteerde belastingparadijzenindex van het Tax Justice Network, waarin Nederland verkeert op plaats vier en daarmee 60 andere landen achter zich houdt; en door een studie uit september van de Universiteit Kopenhagen in samenwerking met het IMF, waarin staat dat Nederland samen met Luxemburg ‘gastheer’ is van bijna de helft van alle ‘phantom Foreign Direct Investment’ wereldwijd – buitenlandse investeringen waarmee in werkelijkheid belasting wordt ontweken.

In dit verband nemen zowel Berkhout als ook Jasper van Teeffelen van SOMO de Frequently Asked Questions-pagina van AmCham met een grove korrel zout. De vragen en antwoorden over brievenbusfirma’s (‘AmCham begrijpt en steunt de aanpak van het kabinet tegen brievenbusfirma’s.’) en belastingontwijking (‘AmCham is niet voor belastingontwijking en onderschrijft de (vele) maatregelen die in recente jaren binnen OECD en EU verband zijn genomen om belastingontwijking tegen te gaan.’) noemen zij dan ook ‘obligate paragrafen’ en ‘natuurlijk onzin.’  

Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.