Jan Kuitenbrouwer buigt zich over de zaak-Assange. Wat de positie van de oprichter van WikiLeaks lastig maakt, is dat hij steeds twee petten draagt: hij zegt journalist te zijn maar redigeert niet; hij zegt ‘lekker’ te zijn maar is selectief; hij eist transparantvan anderen, maar is het zelf niet. ‘De dragers van het hermelijn moeten verantwoording afleggen, maar ook de luis in hun pels ontkomt er niet aan.’

Wat ik nooit zo goed begrepen heb aan Julian Assange, is dat hij zich liever verschool in een kamertje waar nauwelijks daglicht komt, in een gebouw waar hij zich niet vrij kon bewegen, waar geen goed voedsel voor hem beschikbaar was (hij is veganist) en waar op een gegeven moment ook zijn internet werd afgesloten, in plaats van tegen overstaan van de rechter en de publieke opinie te vechten voor de belangrijke principes die hem drijven. Principes waarvoor hij door een grote schare bewonderaars op handen wordt gedragen.

De aanklacht die de Amerikaanse justitie nu tegen hem geformuleerd heeft – hij heeft Chelsea-voorheen-Bradley Manning geholpen bij een poging om in het computersysteem van Buitenlandse Zaken op een hoger bevoegdheidsniveau te komen – is strafbaar met hoogstens vijf jaar gevangenis, twee jaar minder dan de celstraf die hij zichzelf intussen heeft opgelegd.

Het probleem met Julian Assange is dat hij waarschijnlijk met oprechte idealen aan zijn strijd begon, maar de weg kwijtraakte. De aanklacht waarmee de Amerikaanse Justitie hem nu probeert binnen te hengelen, is daar een voorbeeld van. Het idee van WikiLeaks was: een digitaal doorgeefluik zijn. Een ingenieus systeem dat het mogelijk maakte om gevoelige informatie wereldkundig te maken, met gegarandeerd behoud van anonimiteit. Een verantwoordelijkheids-serum voor klokkenluiders, zoals Napster en Pirate Bay dat waren voor het auteursrecht en AirBnb, Uber en Deliveroo voor het arbeidsrecht: wij zijn geen uitgever, wij zijn geen werkgever, wij zijn slechts doorgeefluik. Bemiddelaar. Als Assange die rolverdeling serieus had genomen, zou hij Chelsea Manning niet hebben gecoached bij het kraken van wachtwoorden; door dat wel te doen, verspeelt hij zijn aanspraak op immuniteit en geeft hij voedsel aan de verdenking dat Manning handelde in opdracht van WikiLeaks.

‘Scientific journalism’

De geschiedenis van WikiLeaks is een opeenvolging van dit soort moeilijk te rijmen keuzes, die het niet eenvoudig maken om te blijven geloven in de zuiverheid van Assanges motieven. Het begint al met de naam: als WikiLeaks iets niet is, dan is het ‘wiki’. Een ‘wiki’ is een collectief werkstuk, een open project waar iedereen aan kan bijdragen, zoals Wikipedia. WikiLeaks draait weliswaar op dezelfde software als Wikipedia, maar zou net zo goed een Wordpress-site kunnen zijn, want alle samenwerkingsfuncties zijn uitgeschakeld. Er is maar één gebruiker die de content van Wikileaks mag bewerken: Julian Assange. Volgelingen van de wiki-gedachte verwijten Assange dat hij zich louter uit marketingoogpunt met die term heeft getooid.

Of je lekt en laat de redactie over aan anderen, maar dan ben je geen journalist, of je weegt, schift en redigeert, maar dan ben je geen lekker

Assange propageerde een theorie van ‘scientific journalism’: de journalist doet maar één ding: het blootleggen van bronnen die hij in hun geheel, rechtstreeks en onbewerkt aan de lezer doorspeelt, die dan zijn eigen conclusies kan trekken. ‘No editing.’ WikiLeaks’ grote doorbraak kwam met Collateral Murder, een uitgelekte boordvideo van een Amerikaanse Apache-helikopter die tijdens een patrouille boven Bagdad een verdachte groep mannen onder vuur neemt, waaronder een fotograaf van Reuters, en vervolgens een busje dat de slachtoffers wil evacueren beschiet: twaalf doden, waaronder de fotograaf, en 8 tot 10 gewonden.

De oorspronkelijke gelekte opname duurt 39 minuten, Collateral Murder duurt 11 minuten. In de volledige opname is te zien dat een van de mannen een geweer draagt en een andere een RPG (rocket propelled grenade), in Collateral Murder is dat weggeknipt. De video zoomt digitaal in op kinderen in het busje dat de slachtoffers van de eerste beschieting probeert te evacueren, iets dat in de helikopter op dat moment niet te zien was. Ook een deel van de context is verdwenen:niet ver daarvandaan zijn al de hele dag vuurgevechten gaande tussen de geallieerde troepen en diverse groepen gewapende insurgents, en bij het Amerikaanse commando leeft de vrees dat dit groepje van plan is een Amerikaanse eenheid in de rug aan te vallen. (Lees hier een factcheck.)

Het is een gruwelijk incident, het wrede gelach van de kanonniers gaat door merg en been, en ook mét context kun je nog vraagtekens zetten bij het commando tot aanval, maar wat je ziet is inderdaad ‘collateral’, een afgrijselijk bedrijfsongeval, zoals die zich nu eenmaal voordoen in the fog of war. Collateral Murder is journalistiek, tendentieuze journalistiek naar mijn smaak, maar ‘wetenschappelijke’ journalistiek is het in elk geval niet. ‘That’s not leaking, that editorialising,’ riep Stephen Colbert verontwaardigd, ‘that’s emotional manipulation!’

Beroepscode of bron

Assange is tegen editing, noemt zich niettemin ‘editor’ van WikiLeaks, maar bleek tegelijk niet bereid om de honderdduizenden door Manning gelekte diplomatieke ambtsberichten te redigeren, al was het maar om repercussies te vermijden voor de onschuldige omstanders die erin genoemd worden. Het is een keuze: of je lekt en laat de redactie over aan anderen, maar dan ben je geen journalist, of je weegt, schift en redigeert, maar dan ben je geen lekker. ‘Als ik verhalen lees zoals het Reuters-bericht van vorige week over drie mannen in Jemen die onthoofd werden voor het geven van informatie aan Amerikanen, maak ik mij opnieuw zorgen over de vele onschuldige getuigen die vernoemd staan in de WikiLeaks cables,’ zei Bill Keller, oud-hoofdredacteur van The New York Times, die destijds de samenwerking met WikiLeaks leidde. Assange wilde zich niet binden aan de beroepscode van de journalistiek, maar ambieerde wel partnerships met de gevestigde nieuwsmedia. De New York Times weigerde dat en gaf hem de status van ‘bron’ – tot Assanges woede en frustratie, zoals Keller beschreef in Open Secrets, zijn terugblik op de operatie.

Assange is eerder een politiek activist dan een journalist

Een ander voorbeeld is de manier waarop WikiLeaks in 2016 de gehackte emails van de Democratische Partij publiceerde: stukje bij beetje, weken achtereen, voor maximale schade aan de campagne van Hillary Clinton, die als minister van Buitenlandse Zaken geweigerd had hem te ‘redden’. Die reactie suggereert eveneens dat Assange eerder een politiek activist is dan een journalist, en zich uit opportunisme voor de kar van Donald Trump liet spannen. Niet verboden, maar ook niet echt het gedrag van een Martelaar van het Vrije Woord.

Toch verdient Assange het niet nu alsnog de speelbal te worden van de Amerikaanse politiek, zeker niet nu Trumps sympathie voor hem lijkt te zijn omgeslagen in weerzin – op het moment dat ik dit schrijf althans. Assange heeft zich weliswaar even aan Trumps zijde geschaard, hij was wel jarenlang de darling van libertair links, een veganistische hacker met anarchistische, staatsondermijnende ideeën, en als Trump denkt dat hij stemmen kan winnen door hem als zodanig aan het kruis te nagelen, zal hij het niet laten. Barack Obama gaf Manning gratie, maar Trump liet Chelsea weer arresteren omdat ze ‘onvoldoende’ meewerkte aan de zaak tegen Assange. Er wordt druk gespeculeerd dat het openbaar ministerie de aanklacht tegen Assange nu relatief licht heeft gehouden om zijn uitlevering te vergemakkelijken, om als hij eenmaal achter Amerikaanse tralies zit alsnog voor de hoofdprijs te gaan: landverraad, spionage. Het betere elektrische stoelwerk, zeg maar.

Publiceren van staatsgeheimen

Maar de Amerikaanse justitie zit met wat zij het ‘New York Times-probleem’ noemen. Zij beschouwen WikiLeaks als een mediaorganisatie. Als zij Assange voor de rechter slepen wegens het publiceren van staatsgeheimen, moeten zij dat ook doen met de hoofdredacties van alle nieuwsmedia die dat nieuws overnamen, inclusief een prestigieuze titel als The New York Times. Iets dergelijks gebeurde in de jaren zeventig, toen The Washington Post de Pentagon Papers publiceerde, een ultrageheim rapport over de ware toedracht van de Vietnam-oorlog: even overwoog Justitie om de krant aan te klagen, maar toen vrijwel alle andere Amerikaanse nieuwsmedia de informatie overnamen, zagen ze daar wijselijk van af.

Assange vervolgen als journalist is dus vrijwel kansloos; of er voldoende bewijzen zijn om hem als ‘spion’ te framen is zeer de vraag – de magere oogst van Robert Mueller biedt wat dat betreft weinig perspectief – en of hij zal worden veroordeeld voor medeplichtigheid bij computerinbraak is óók maar de vraag. Assange zou Manning hebben aangespoord met de woorden ‘curious eyes never run dry’ (een nieuwsgierig oog rust nooit). Ha! Als dat het sterkste bewijs is dat de aanklager in handen heeft, wordt het een moeizame rechtszaak.

Gelukkig maar. Want Julian Assange mag een dwaallicht, een charlatan en een megalomane narcist zijn, hij streed voor openheid en transparantie. Op de verkeerde manier, maar hij deed het, en om die reden alleen al verdient hij onze steun. Maar in ruil daarvoor moet hij verantwoording afleggen. Dat moeten de dragers van het hermelijn, maar ook de luis in hun pels ontkomt er niet aan. En als hij dat direct had gedaan, in plaats van zich te verschuilen achter een al even opportunistische beschermheer, waren hij en Manning nu waarschijnlijk definitief vrij geweest.