Paul Blokhuis (CU), staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Gemeenten zouden de jeugdzorg goedkoper en beter regelen. Het tegenovergestelde is gebeurd. Wat ging er mis? Lees meer

De gemeenten zouden jeugdzorg dichterbij, efficiënter en uiteindelijk ook goedkoper gaan regelen. Het tegenovergestelde gebeurde: het aantal zorgaanbieders is gestegen van 120 in 2014, naar zo’n 6.000 nu. En inmiddels ontvangt één op de tien Nederlandse kinderen een vorm van jeugdzorg.

In de zomer van 2020 was voor veel gemeenten de maat vol. Ze gaven zoveel geld aan jeugdzorg uit, dat zij het financieel niet meer konden bolwerken. Den Haag moet met meer budget over de brug komen, luidde de boodschap.

Maar is geld het enige probleem? Onder de werktitel "Jeugdzorg in het Rood” doet Follow the Money onderzoek naar de geldstromen in de jeugdzorg. In deze gids loodsen we je langs de belangrijkste bevindingen.

88 artikelen

Paul Blokhuis (CU), staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport © ANP HH / Peter Hilz

‘Gemeenten moeten zélf zorgwinsten beteugelen’

Vandaag debatteert de Tweede Kamer met staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de jeugdzorg. Terwijl veel gemeenten kampen met tekorten, boeken jeugdzorgaanbieders flinke winsten. Te veel geld dat bedoeld is voor de zorg verdwijnt in de zakken van private ondernemers. Maar hoeveel precies weet niemand. De Kamer wil dat hij ingrijpt, maar Blokhuis kaatst de bal vooralsnog terug naar de gemeenten.

Staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vindt het ‘pijnlijk te zien dat enorme bedragen verdwijnen uit de zorg in de vorm van winstuitkeringen’. Dat zegt hij in reactie op Kamervragen naar aanleiding van het onderzoek van Follow the Money en het Brabants Dagblad naar zorgwinsten in de regio Tilburg. Op dit moment werkt het ministerie van VWS aan wetgeving om voorwaarden te stellen aan de winstuitkeringen door zorgbedrijven. Desondanks heeft de staatssecretaris een harde boodschap voor de gemeenten: zij moeten de mouwen opstropen en zélf aan de slag om maatregelen te nemen tegen hoge winsten in de jeugdzorg. 

Blokhuis (CU) en minister Tamara van Ark (VVD) van Medische zorg beantwoordden meer dan vijftig Kamervragen die GroenLinks, PvdA, SP en het CDA hadden gesteld na de publicatie over de winsten van zorgaanbieders in de regio Tilburg. Uit ons onderzoek naar 121 zorgaanbieders met een contract in die regio, bleek dat een op de vijf aanbieders meer dan 10 procent winst maakte in 2018. Vooral commerciële jeugdzorgbedrijven blijken hoge winsten te kunnen maken. Veertig procent van deze onderzochte bedrijven maakte meer dan 10 procent winst, terwijl een winst van zo’n 3 procent gebruikelijk is in de zorg.

Een aantal zorgaanbieders verklaarde tegenover Follow the Money dat zij deze winst kunnen maken omdat de tarieven van gemeenten te hoog zijn. Een voorbeeld: in 2018 maakte orthopedagogie- en psychologiepraktijk Van de Wiel uit Herpt 42 procent winst. Het bedrijf kon in de afgelopen vijf jaar 1,4 miljoen euro winst uitkeren. Jeugdzorgbedrijf AMO Actieve Opvang uit Loon op Zand keerde in die periode 1,1 miljoen euro uit. Opmerkelijk is dat AMO al jaren tegen de gemeente Tilburg zegt dat een deel van zijn zorg best goedkoper kan worden geleverd. Desondanks paste de gemeente de tarieven niet naar beneden aan. ‘Als we dat voor de ene aanbieder doen, geeft dat een andere aanbieder de gelegenheid om ook in onderhandeling te gaan over de tarieven,’ verklaarde wethouder Marcelle Hendrickx (D66). 

‘De verhouding tussen zorgkosten en winst is echt uit balans geraakt’

Dat blijkt een misvatting: staatssecretaris Blokhuis stelt dat het wel degelijk mogelijk is om tarieven aan te passen. ‘Gemeenten hebben zelf de vrijheid om hun tarieven te bepalen. Er wordt wettelijk niet voorgeschreven op welke manier zij hun tarieven diversifiëren. Gemeenten hebben de vrijheid om hier zelf aanpassingen in te doen.’ Dat er iets moet gebeuren is voor de zorgregio Hart van Brabant duidelijk. ‘De verhouding tussen zorgkosten en winst is echt uit balans geraakt,’ schrijven de bestuurders aan raadsleden.  

Geen inzicht

Afgelopen week erkende Frans Swinkels, directeur sociaal domein van Tilburg, in een artikel op de site van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) dat er bij het afsluiten van contracten te weinig inzicht was in een reële kostprijs voor jeugdzorg. ‘Daardoor betalen we nu soms te veel,’ zegt Swinkels. Met een aantal grote aanbieders die de afgelopen jaren veel winst maakten is de gemeente nu in gesprek over teruggave van (een deel) van dat geld. ‘Dat gaat op vrijwillige basis, omdat het in hun huidige contract nog niet is ondervangen.’ De contracten lopen in de regio Tilburg in 2022 af. In de nieuwe contracten wil de regio afspraken maken over een winstplafond. Om te voorkomen dat zorgaanbieders dit plafond omzeilen via allerlei constructies met vennootschappen, is de regio in contact met de VNG en het ministerie. ‘Hier zijn mogelijk landelijke aanpassingen in wet- en regelgeving voor nodig,’ zegt de gemeente Tilburg.

Uit het onderzoek van Follow the Money en het Brabants Dagblad blijkt dat in de regio Tilburg van de 37 gecontracteerde jeugdzorgbedrijven slechts twee zorgaanbieders opereerden met één vennootschap. De overige eigenaren hadden minimaal twee bv’s, maar vaak waren er drie of meer gelieerde bv’s. Alleen zorg-bv’s met een gemeentelijk contract moeten zich uitgebreid financieel verantwoorden. Daaraan gelieerde bv’s hoeven dat niet en dat maakt het schuiven met geld mogelijk. Op die manier kunnen er tonnen aan zorggeld worden weggesluisd uit de zorg-bv die haar cijfers op tafel moet leggen. Dat kan via managementvergoedingen, huurkosten, uitgeleend personeel en leningen. Zonder de financiële informatie van die gelieerde bv’s is het niet mogelijk om vast te stellen hoe het met het totale bedrijf is gesteld, laat staan hoeveel winst of verlies er daadwerkelijk wordt gemaakt. Dat geldt ook voor stichtingen die het werk aan gelieerde bv’s uitbesteden.

Dossier

Dossier: Jeugdzorg in het rood

In 2015 kregen gemeenten de taak jeugdzorg dichterbij, efficiënter en uiteindelijk ook goedkoper te regelen. Het tegenovergestelde gebeurde: het aantal aanbieders is explosief gestegen, net als het aantal kinderen in het systeem en de uitgaven. Follow the Money onderzoekt wat er misgaat.

Volg dit dossier

Wettelijke maatregel

Het ministerie van VWS zegt te werken aan een wetsvoorstel voor integere bedrijfsvoering, maar het is nog de vraag in hoeverre dit voorstel het constructieprobleem daadwerkelijk aanpakt. Blokhuis noemt het beperken van bedrijfsstructuren ‘een zware beperking van de ondernemingsrechtelijke zelforganisatie die niet past bij ons stelsel’. Bovendien is volgens hem niet duidelijk welk probleem dat zou oplossen. Terwijl hij eerder zelf in een antwoord op een andere Kamervraag dat probleem glashelder heeft geschetst: ‘Het zou onwenselijk zijn om complexe bedrijfsstructuren op te tuigen die er louter op gericht zijn informatie te maskeren.’ Uit het Tilburgse onderzoek is duidelijk geworden dat dit veelvuldig gebeurt. De daadwerkelijke winst- en verliescijfers zijn lastig te achterhalen vnwege de geldstromen die via andere bv’s van de zorgondernemers lopen. 

'Complexe bedrijfsstructuren die er louter op gericht zijn informatie te maskeren’

Volgens Van Ark en Blokhuis hebben gemeenten voldoende instrumenten om te kunnen ingrijpen.  Zo kunnen ze harde eisen stellen om winsten en verdiensten te beperken, huurprijzen in toom te houden en inzicht te krijgen in geldstromen. Daarnaast kunnen gemeenten een toezichthouder aanstellen die verantwoordelijk is voor de controle op de rechtmatige inzet van jeugdzorggeld. Dit kan allemaal, maar in de praktijk gebeurt dit nauwelijks. Zoals directeur sociaal domein Swinkels het verwoordt: ‘We hebben 130 aanbieders gecontracteerd. Dat maakt het vrijwel onmogelijk om bij allemaal de bedrijfsvoering op detail te controleren.’ 

Blokhuis ziet dat anders. Hij hamert erop dat gemeenten wél verantwoordelijk zijn voor de financiële controle van de zorgbedrijven die ze inhuren: ‘Het financieel toezicht ligt bij de gemeente die moet controleren of aanbieders voldoen aan de voorwaarden van de contractering en aanbesteding. Dit financiële toezicht kan niet bovenregionaal zijn omdat gemeenten vaak verschillende voorwaarden stellen aan de aanbieder.’ 

De Tweede Kamer gaat vandaag over de jeugdzorg in debat met staatssecretaris Blokhuis

Blokhuis trapte in foute winstcijfers van Jeugdzorg Nederland

Staatssecretaris Blokhuis en minister Van Ark verwijzen in hun antwoorden meerdere keren naar het onderzoek dat Jeugdzorg Nederland deed naar de winsten van kleine aanbieders. De conclusie daarin was dat deze aanbieders gemiddeld meer dan 35 procent winst maken. Maar uit onderzoek van Follow the Money bleek dat er in dat onderzoek fouten zijn gemaakt. Afgelopen woensdag rectificeerde Jeugdzorg Nederland het door haar gepubliceerde cijfer. De belangenvereniging van grote zorgaanbieders had bij de berekening de winsten van eenmanszaken, vof’s, maatschappen en coöperaties op één hoop gegooid met die van bv’s en stichtingen, terwijl je bij de eerste vier rechtsvormen het loon eerst van de omzet moet aftrekken om de winst te kunnen berekenen. Dat had Jeugdzorg Nederland niet gedaan. Ondanks de rectificatie verwijzen de bewindslieden twee dagen later alsnog naar het rapport.

Lees verder Inklappen