
Boeven op het toneel van de Amsterdamse Stadsschouwburg
De 'top van het bedrijfsleven' debuteerde op het podium van de Stadsschouwburg Amsterdam om te debatteren over ethiek in het bedrijfsleven. Producent: het Openbaar Ministerie. Een avond vol voorkenniszaken, dubieuze geldschieters en hotelseks. Makelaar/vastgoedhandelaar Cor van Zadelhoff ontwaarde zelfs de engel Gabriël.
‘Van domme mensen hoor je geld af te troggelen, dat is de kern van het kapitalistische systeem.’ En: ‘Het is vreten of gevroten worden.’ Acteur Pierre Bokma had vorige week voor de gelegenheid zijn zwarte zonnebril en maatkostuum weer uit de kast getrokken als vertolker van Nico Vijsma, een van de sleutelfiguren in de vastgoedfraude. Bokma kroop opnieuw in zijn rol uit de theaterproductie De Verleiders; de Casanova’s van de vastgoedfraude op uitnodiging van het Openbaar Ministerie. De reden: de thema-avond De Verleiding en de Verantwoordelijkheid in de Stadsschouwburg Amsterdam over hoe kritisch en transparant men in het bedrijfsleven omgaat met de verleidingen die in deze theatervoorstelling aan de orde kwamen in de vorm van bijvoorbeeld voorkennis en geld afkomstig uit de onderwereld.
Foto (vlnr): Clairy Polak, Vrouwe Justitia, Caro van Eekelen, Cor van Zadelhoff en Johan Bosch van Rosenthal
Corporate citizenship
Harvard-onderzoeker Sanderijn Cels introduceert tijdens haar referaat de term ‘corporate citizenship’, zoiets als goed burgerschap voor bedrijven. Het streven, in Cels' woorden, is dan dat bestuurders ‘verdachte transacties melden net zoals burgers verdachte pakketjes melden op het vliegveld.’ Het podium vult zich met een gemêleerd gezelschap, onder meer bestaand uit een vermogensbeheerder met voorkennis, een woekerpoliskoning, een (seks)hotelexploitant, een opaque antiquair, een ontvangende vastgoedmakelaar. De opsomming is gechargeerd, maar de line-up is niet onbevlekt. En daarmee belooft de avond niet alleen leerzaam maar ook entertainend te worden. Niet in het minst omdat het publiek een optreden was beloofd van Niek Hoek, de gevierde Delta Lloyd-bestuurder - tevens groothandelaar in woekerpolissen - die onlangs na 13 jaar opstapte om hertoetsing door De Nederlandsche Bank (DNB) te voorkomen. Dit na een vrij recente voorkenniszaak waarin Delta Lloyd had voorgesorteerd op een rekenrenteverlaging. De toezichthouder stelde naar aanleiding daarvan dat de verzekeraar vertrouwelijke informatie over de invoering van de rekenrente had gebruikt om financiële transacties te doen, waarmee ruim twintig miljoen euro winst zou zijn gemaakt. DNB legde daarom in december een boete op van 22,8 miljoen euro. Het leidde bij de verzekeraar tot een exodus aan bestuurders en commissarissen.'Kapitein' Hoek afwezig
Niek Hoek verschijnt echter echter niet op het podium, vanwege privéomstandigheden. Zijn vervanger, Hans Eric Jansen, is Hoeks voorganger bij Delta Lloyd. Gespreksleider Clairy Polak brengt al snel de voorkennis-casus ter sprake. ‘Het is allemaal heel droevig, maar het was geen voorkennis,’ beweert Jansen, die bij de borrel na afloop de Delta Lloyd-zaak afdoet met een simpel: ‘onhandig, maar ze waren al van plan om die transacties te doen’. De zaak had volgens hem gediend vooral om Delta Lloyd ‘pootje te lichten’.'25 jaar geleden hing iedereen na afloop van een vergadering al aan de telefoon om aandelen te kopen of te verkopen'Volgens Jansen, in 1990 bij Citibank in Londen managing director Fusies & Overnames, was het destijds nog heel gebruikelijk om met voorkennis te handelen. 'Nu mag er niks meer, maar 25 jaar geleden hing iedereen na afloop van een vergadering al aan de telefoon om aandelen te kopen of te verkopen. In privé, ja. Het was een manier om geld te verdienen. Het geeft maar aan hoe snel de normen en waarden veranderen.’
Het voorkennisschandaal bij Veer Palthe Voûte
Iemand die daar, zij het indirect, over kan meepraten, is Fried van ’t Hof, sinds 2003 directeur van Hof Hoorneman Bankiers. Deze bank/verzekeraar heette in een ver verleden nog Veer Palthe Voûte (VPV) en de toenmalige directeuren kwamen in opspraak in een voorkenniszaak bij het van de beurs halen van houdstermaatschappij Dordtsche Petroleum, in 1999. Twee directeuren moesten opstappen en kregen bij de strafrechter uiteindelijk een boete. Van 't Hof beschrijft de casus plastisch (‘De directie is doorgegaan met het handelen daarin’), maar tot veel discussie leidt het niet. Op het podium is er consensus over wat er inmiddels wel/niet is toegestaan qua voorkennis en over het feit dat er bij twijfel een compliance officer geraadpleegd dient te worden. Maar Polak zwengelt vakkundig de discussie aan door te refereren naar Ewald Engelen, in wiens visie bestuurders hun eigen targets verheffen boven hun zorgplicht naar consumenten.'graaien met verkeerde producten gebeurt vooral in Angelsaksische landen, in Nederland zijn banken zeer fatsoenlijk'Jansen bagatelliseert het probleem. ‘Het graaien met verkeerde producten gebeurt vooral in Angelsaksische landen, maar hier in Nederland zijn banken zeer fatsoenlijk en ik kan niet zo snel een verkeerd financieel product bedenken dat in Nederland gelanceerd is.’ In de zaal roept iemand hulpvaardig: ‘Woekerpolissen!’ Jansen: ‘Woekerpolissen is wel Nederlands, ja.’ Wellicht ten overvloede: Delta Lloyd was een van de grote aanbieders van deze woekerpolissen.

Druk van aandeelhouders
Bij het thema ‘verleidingen’ komt ook de druk van aandeelhouders ter sprake. Van ’t Hof geeft aan destijds onder druk van de voormalige moeder, Dresdner Bank, te hebben gestaan. ‘Toen we daar nog onderdeel van waren, werd er van ons verlangd dat we vijf procent marktaandeel haalden, maar dat zijn onrealistische targets. Het vergt morele moed om dan tegen de aandeelhouder te zeggen dat die eisen niet realistisch zijn,’ zegt Van ’t Hof, die in 2009 via een management buy-out onder de druk uit wist te komen. Jansen zegt zich ook verweerd te hebben tegen aandeelhouders. ‘Ik heb 10 jaar ruzie gemaakt met aandeelhouders, want zij wilden geld weghalen. Nee, zei ik, dat geld is van de polishouders.’ Polak heeft daar haar twijfels bij: ‘De uitspraak is toch: de aandeelhouder wint’.Van Zadelhoff gelooft niet in engelen
In de tweede sessie mag Caro van Eekelen, directeur van de hotelketen Accord Groep uitweiden over de bestrijding van hotelprostitutie. Dit nadat de keten eerder daarover in opspraak was geraakt en het Openbaar Ministerie undercover callgirl-acties op touw had gezet. Naast haar zit de vermogende vastgoedmakelaar Cor van Zadelhoff. Waar zijn andere tafelgenoot Johan Bosch van Rosenthal, directeur van Art Consult, het beeld bestrijdt dat er geld wordt witgewassen via kunstaankopen, is Van Zadelhoff een stuk minder naïef. Hij plaatst wel vraagtekens bij de haalbaarheid van corporate citizenship. ‘Als iemand 10 miljoen biedt voor een pand dan voel ik het niet als mijn plicht om de herkomst van het geld te achterhalen,’ zegt de makelaar. ‘Het is wel makkelijk om dat af te schuiven, maar het is onmogelijk om te achterhalen, hoe zou ik dat moeten doen?’ Van Zadelhoff zet zich ook af tegen de andere sprekers. ‘U hebt eerder gesproken met twee Engel Gabriels die zó zuiver op de graat zijn. Maar ik geloof niet in engelen.’'U hebt eerder gesproken met twee Engel Gabriels'Over zijn eigen status: ‘Ik ben geen Engel Gabriël. Ik ben wel eens stout geweest, maar of dat in de vastgoedwereld was, weet ik niet.’ Hij krijgt hiermee de lachers op de hand in de zaal waar officieren van justitie en andere genodigden van het Openbaar Ministerie oververtegenwoordigd zijn. Het blijft ten tonele verder onbesproken, maar Van Zadelhoff is in elk geval stout geweest in de jaren ’80 toen hij een etmaal de cel in moest. De FIOD deed onderzoek naar hem vanwege grootschalige belastingfraude. Met een schikking wist hij toen een strafzaak te voorkomen.
Bijdragen