Onze economie is in zijn wezen niet duurzaam. Was ze dat wel, dan zou de wereld er een stuk beter uitzien. Het goede nieuws is dat dat mogelijk is, als de economie een echte wetenschap wordt. Maar daar is nogal wat voor nodig. Een omslag in denken, om te beginnen. En een boek. Lees meer

Onze wereld wordt geteisterd door grote structurele problemen. Klimaatverandering, armoede, instortende economieën, om er een paar te noemen. We beschikken over tal van middelen om deze op te lossen. Dat de problemen desondanks blijven bestaan, is volgens wetenschapper Niko Roorda een kwestie van economie. Vrijwel alle grote tragedies in de wereld, meent hij, zijn er doordat we economisch gezien niet begrijpen wat we doen. We moeten toe naar een economisch systeem dat intrinsiek duurzaam is, en hebben een economische wetenschap nodig die dat ontwerpt en invoert. Hierover schrijft Niko Roorda zijn nieuwste boek, en dat wil hij samen met de lezers van FTM doen.

55 artikelen

Weten economen wel wat ze doen?

In de aflevering van deze week vraagt Niko Roorda zich af waarom we van de ene in de andere crisis lijken te duikelen. Hoe kan dat, als na iedere ineenstorting een ris beleidsmaatregelen wordt aangekondigd?

‘En dan komen er tenslotte mensen die door dat hele sprookje heen prikken en roepen: Maar hela, geld, lenen, kopen, verzekeren, CDS’en: het zijn allemaal maar woorden, geen dingen! En opeens stopt iedereen met erin te geloven, en het is 2008 of misschien wel 2028, en bedrijven gaan failliet, mensen worden uit de huizen gezet waarvan ze dachten dat ze de eigenaren waren, en sommige van die mensen springen van een brug terwijl anderen eronder gaan wonen.

En daarna begint het allemaal weer van voren af aan.’

Zo eindigde ik in de vorige aflevering, waarin ik me afvroeg hoe het kon gebeuren dat de CDS, een financieel instrument dat bedoeld was om financiële zekerheid te creëren, juist een voorname oorzaak bleek van financiële rampspoed. Wat is er mis met de financiële en economische topexperts, dat ze het zo mis kunnen hebben? Weten ze niet wat ze doen?

Daarna liet ik zien dat een CDS feitelijk een verhaal is. Net als ‘geld’, ‘verzekering’ en een heleboel meer van dat soort woorden.

In de huidige aflevering verklaar ik dat nader. Bovendien laat ik zien hoe de experts en de leiders geneigd zijn te reageren. De opmerking ‘allemaal weer van voren af aan’ spreekt natuurlijk boekdelen. Maar dat is niet alles. De grote vraag is vanzelfsprekend: wat doen ze om een volgende crisis te voorkomen? Trouwens: hoe vaak komt zo’n financieel-economische crisis eigenlijk voor? Vaker dan je denkt.

Ik begin met woorden – zoals CDS – en met verhalen – zoals CDS.

1.2. Verhalen

En dus zijn woorden soms hele verhalen. Sommige woorden zijn leugens, zoals levensverzekering en schadevergoeding. In elk geval zijn alle schuingedrukte woorden in het verhaal van de vorige aflevering geen echte dingen maar sprookjes, die alleen maar door iedereen geloofd worden omdat iedereen ze gelooft. Leuke oefening: maak alle sprookjeswoorden in het verhaal cursief. Wis vervolgens alle cursieve woorden en kijk wat je overhoudt.

(Als er lezers zijn die dat echt gaan doen, wil je dan verslag uitbrengen in het FTM-forum? Dat zou fantastisch en heel leerzaam zijn.)

Er is een woord voor de hele verzameling van dit soort sprookjeswoorden. Economie. Vanzelfsprekend is dat woord ook een verhaal, een heel ingewikkeld verhaal zelfs. Economie is een sprookje waarin de hele wereld gelooft, in elk geval iedereen die ik ken of op tv zie. Sterker nog: het sprookje is de hele wereld gaan beheersen. 

En dus is dit wat mensen doen: woorden bedenken om daarmee verhalen te vertellen. Vervolgens geven we aan zo’n verhaal een nieuw woord, waardoor we weer volgende verhalen kunnen vertellen, en zo stapelen we verhaal op verhaal totdat niemand het nog echt snapt, zelfs niet de ‘experts’ die de verhalen hebben bedacht. Want de ene expert verzint iets geks – pakweg een CDS – en de andere expert doet er iets mee wat de eerste expert niet bedoeld had: ze uitkleden bijvoorbeeld. 

Dat is de reden waarom de CDS’en faalden toen ze geen zekerheid brachten maar juist gevaar: de experts weten niet wat ze doen.

Allemaal weer van voren af aan

Wat adviseerden de economische en financiële experts, en wat deden de regeringen, om te voorkomen dat zoiets nog een keer zou kunnen gebeuren? Ze kondigden wetten en regels af.

Zo verbood de Europese Unie in 2012, ruim na de start van de Grote Recessie van 2008 waarvoor de huizencrisis in 2007 de lont in het kruitvat stak, de handel in naakte CDS’en en verbond strengere regels aan andere beleggingsvormen. Dat was een typisch geval van de put die werd gedempt nadat het kalf verdronken was: de schade was al aangericht. 

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) vond de EU-maatregel echter maar onzin: die zou overbodig zijn en wellicht zelfs een grotere instabiliteit oproepen. 

Nu werken er voor het IMF, net als voor de EU, tal van vooraanstaande economische deskundigen. Beide ontvangen bovendien een continue stroom van adviezen van vooraanstaande hoogleraren van gerenommeerde universiteiten en denktanks. De lijnrecht tegenovergestelde meningen van de twee machtige supranationale organisaties laten prachtig zien dat het inderdaad dát was en niets meer, wat ze verkondigden: meningen. Geen feiten, geen peer-reviewed wetenschap, geen solide onderbouwde en (dus) algemeen aanvaarde conclusies. Slechts meningen.

Zo’n zelfde combinatie van 180° tegengestelde meningen ontstond – niet voor het eerst – over de vraag hoe de regeringen met hun overheidsuitgaven het beste konden reageren op de crisis. Bezuinigen, aldus de meer dominante economen. Nee, juist méér uitgeven, om de markten te stimuleren! aldus anderen.

Opnieuw hadden de financieel-economische experts geen grip op wat er gebeurde.

Weet je van welk niveau zo’n strijd is? Vergelijk het maar met natuurkundigen die, terwijl ze uitzoeken hoe je het beste een mens op de maan kunt brengen, met elkaar twisten over de vraag of je dan omhóóg of omláág moet vertrekken. Als de natuurkunde nog in zo’n stadium zou verkeren, zouden we de fysici uitlachen en met pek en veren bekleed de prairie opsturen. Maar de economen worden geloofd, bewonderd en beloond met hoge salarissen en met Nobelprijzen (zoals je weldra zult zien). Kortom, de natuurkunde is sinds enkele eeuwen een wetenschap, de economie is dat nog lang niet.

Bovendien bleek al snel dat de meningen van deze experts niet eens relevant waren. Verbieden of niet, die naakte CDS’en? Ha, de financiële handelaars hadden in de tussentijd allang nieuwe derivaten bedacht. Zo zijn we nu verblijd met de handel in BTO’s, Bespoke Tranche Opportunities. Die lijken op CDS’en, maar ze verschillen ervan doordat de samenstelling van het ‘mandje’ waarmee de BTO gevuld wordt ‘bespoke’ is, dat wil zeggen: op maat naar de wensen van de aanschaffer. Voor de handelaars in derivaten is dat heel handig. Want, mocht de aangekochte BTO daarna onbetrouwbaar blijken te zijn, tja, dan komt dat deze keer toch echt door de eigen keuzen van de klant…

O ja, en: de subprime hypotheken keerden weer volop terug, binnen tien jaar na de huizencrisis van 2007, maar dat valt niet op, want er is een nieuw woord voor bedacht: ze heten nu ‘nonprime’ hypotheken. Intussen worden regels die in allerlei landen waren opgesteld om al te zonnige hypotheken en derivaten tegen te gaan, alweer afgeschaft of versoepeld. De huizenprijzen stijgen opnieuw als vuurpijlen, de volgende huizenbubbel zwelt. 

Hoe lang duurt het voordat de financiële toren opnieuw donderend instort? Korter dan je denkt, want: het is al gebeurd. Op kleinere schaal, weliswaar. Meerdere keren zelfs, hetgeen bevorderd wordt doordat de handelstransacties waarvoor mensen ooit uren nodig hadden, nu door computers worden uitgevoerd in een fractie van een seconde. Die gigantische snelheid maakt dat er zo nu en dan binnen enkele minuten enorme schokgolven optreden, waarbij de koersen van enkele of zelfs alle aandelen zomaar ineens dramatisch kunnen instorten. Dat gebeurde bijvoorbeeld tijdens de Flash Crash op 6 mei 2010 om 14.32 uur Oost-Amerikaanse tijd.

De nieuwe crashes en dreigingen hoeven je echt niet te verbazen. Want economische crises komen voortdurend voor: veel vaker dan de meeste mensen weten. Dat hebben de onderzoekers Reinhart & Rogoff voor ons op een rijtje gezet, in hun fascinerende boekThis time is different’ uit 2009. Hun conclusies zie je in Figuur 1.4. De ironische boektitel ‘This time is different’ heeft betrekking op mensen die vermoeden dat we nu inmiddels zo verstandig en geleerd zijn geworden dat economische crises nooit meer hoeven uit te breken. Zijn zulke mensen er dan? Jazeker, en het zijn niet de minsten. 

Neem nu de econoom Robert Lucas, die in 1995 de Nobelprijs voor de Economie won. In 2003, enkele jaren voor de Grote Recessie, schreef hij: ‘Het centrale probleem van het voorkómen van [financieel-economische] depressies is opgelost, praktisch gezien.’ Een jaar later kreeg hij bijval van Ben Bernanke, die van 2006 tot 2014 president was van de Fed, de Amerikaanse Centrale Bank. Bernanke sprak zijn vertrouwen uit in de Grote Moderatie, het uitdoven (schijnbaar, in de voorgaande decennia) van de economische cycli die op hun dieptepunt tot instortingen leiden. ‘Recessies zijn minder frequent en milder geworden’, sprak hij in 2004, en voegde daaraan tevreden toe dat ‘verbeterd monetair beleid’ daaraan ‘een belangrijke bijdrage geleverd heeft’; ‘deze conclusie van mijn kant maakt me optimistisch voor de toekomst.’ De huizenbubbel was op dat moment al lelijk gezwollen. Drie jaar later begon de catastrofe.

Wil je meer van zulke schattige uitspraken? Hier is Jean-Philippe Cotis, de hoofdeconoom van de OECD, de gezagvolle Organisation for Economic Co-operation and Development (in het Nederlands: de OESO, de ‘club van rijke landen’). Staande op de rand van de vulkaan schreef hij in 2007, terwijl dankzij de Amerikaanse huizencrisis de recessie al begonnen wasL ‘De huidige economische situatie is in veel opzichten beter dan wat we in jaren hebben ervaren. (…) Onze centrale prognose blijft inderdaad heel positief.’

Maar wacht: het kan nóg naïever. Ruim nadat de crisis hevig had ingeslagen en duizenden mensen bruggen hadden opgezocht, was een andere topeconoom in staat om te schrijven dat de economische crisis niet had plaatsgevonden, aangezien economische crises helemaal niet kunnen plaatsvinden. Dit was Eugene Fama, die deze interessante stelling bewees op grond van zijn Efficiënte Markten Hypothese: bubbels, zoals die van de huizenprijzen, kunnen helemaal niet optreden, aangezien de vrije markt er vanzelf voor zorgt dat de prijzen op ieder moment de juiste hoogte hebben, aldus Fama. Voor deze briljante uitspraak ontving ook hij in 2013 de Nobelprijs voor Economie. Fama’s bewering is ‘een van de meest opmerkelijke fouten in de geschiedenis van het economisch denken’ genoemd. Even terzijde: het woord ‘vanzelf’ gaat in dit boek weldra een interessante rol opeisen…

Ik ben al deze economische kopstukken oneindig dankbaar, aangezien zij zonder een spoor van twijfel bewijzen dat gewone derivatenontwerpers, doorsnee effectenhandelaars en directeuren van eenvoudige commerciële banken niet de enigen zijn die echt niets van economie begrijpen.

Wetten en regels

De autoriteiten probeerden nieuwe crises te voorkomen door het afkondigen van wetten en regels, vertelde ik net. Dat doen ze al eeuwen, en het helpt nog steeds niet, want de crises blijven komen. Dat is geen wonder, want de geschiedenis, getoond in de grafiek van Figuur 1.4, laat zien dat de economie ongelooflijk labiel is: elke paar jaar zijn er grotere of kleinere ontsporingen. De situatie kan worden vergeleken met een reusachtige sneeuwbal die nerveus op en neer stuitert in een ondiep kuiltje op de top van een steile berg, zoals in Figuur 1.5. Onvermijdelijk rolt die bal nu en dan met donderend geraas omlaag, de diepte in. 

Dat kleine kuiltje op de bergtop, een eilandje van stabiliteit te midden van een oceaan aan instabiliteit, betreft dan weliswaar de financiële economie (de handel in sprookjes zoals derivaten), en op zichzelf geeft dat natuurlijk niet, want geld kun je toch niet eten of er huizen mee bouwen. Maar zo’n financiële val sleept helaas iedere keer ook de reële economie, de handel in echte dingen zoals aardappelen en bruggen, met zich mee, en dat is behoorlijk vervelend.

En dus bedenken regeringen en internationale organisaties wetten en regels. Die leggen ze dan liefst vast in internationale verdragen. Het resultaat oogt als Figuur 1.6.

Ik weet niet of dit soort imponerende maatregelen – afrasteringen en verboden – op jou een net zo diepe indruk maken als op mij. Bedenk daar nog even bij dat handelaren en bankiers constant proberen om al die hekjes en verkeersborden uit de grond te trekken en te verstoppen omdat ze die maar irritant vinden. Veel van de regels die na de crisis van 2008 werden vastgesteld – bijvoorbeeld in verband met torenhoge bonussen – zijn alweer afgeschaft of verzacht.

Dit soort beleidsmaatregelen doet weinig tot niets. Op zijn best stellen ze de volgende crisis wat uit, maar de ervaring leert dat die dan meestal des te heviger losbarst, omdat de bubbels en de illusies meer tijd krijgen om te zwellen. Zulk beleid is niet effectief, omdat ze de fundamenten van het systeem niet veranderen. De structuren, de verbindingen, de uiterst ingewikkelde wederzijdse krachten en invloeden binnen het wereldwijde financieel‐economische systeem blijven gewoon hetzelfde. Erger: de manier van denken wordt er niet anders van. De verhalen veranderen niet, want de woorden waarmee die verhalen verteld worden blijven dezelfde. Oftewel:

Beleidsmaatregelen, zoals het afkondigen van wetten en regels, gaan niet diep genoeg.

Tenslotte

Wat gaat dan wél diep genoeg? Dat wordt het onderwerp van de komende afleveringen. Daarin ga ik je laten kennismaken met het model van de Vier Sferen, dat ik voor dat doel bedacht heb. De onderste sfeer is gevuld met Woorden, de tweede met Verhalen (die vanzelfsprekend namen hebben gekregen en er dus ook uitzien als woorden). Over de bovenste twee sferen vertel ik je de volgende keer. Heb je een idee?