
We worden gebombardeerd met cijfers die niet uit zichzelf een transparant en eenduidig verhaal vertellen. Ze vragen om uitleg, een vertaling in woorden. Anders gezegd: cijfers hebben een tolk nodig. Miriam Rasch constateert daarom droogjes: ‘zodra iemand zegt dat de cijfers voor zich spreken, kun je beter op je hoede zijn.’
‘Ik geef u heel veel cijfers en ik begrijp dat die abstract zijn.’ Ik vond het een opmerkelijke uitspraak van minister Hugo de Jonge in de persconferentie eind september. Een terechte uitspraak, ook. We worden gebombardeerd met cijfers die niet uit zichzelf een transparant en eenduidig verhaal vertellen, hoe graag we dat ook zouden willen. Ze spreken misschien wel, maar dat betekent niet dat we ze zomaar verstaan. Ze vragen om uitleg, een vertaling in woorden. Die kregen we ook van de minister: de cijfers, ging hij verder, ‘betekenen dat mensen met een andere ziekte dan corona langer moeten wachten op een behandeling’. Een uitleg die me even opmerkelijk in de oren klonk, omdat hij de aandacht direct van de ene ziekte naar de andere verlegde.
Cijfers zijn zo bepalend, op alle niveaus, dat ze kunnen ‘lezen’ niet vroeg genoeg kan worden aangeleerd
Ik krijg met enige regelmaat de vraag ‘wat we onze kinderen moeten leren’ als het om technologie gaat. Moeten ze kunnen programmeren (niet per se, wat mij betreft), weten hoe een algoritme werkt (een beetje), begrijpen wat er met hun data gebeurt (min of meer)? Dat soort concrete zaken zou vooral, denk ik, door een meer elementaire kennis gestut moeten worden: inzicht in de rol van cijfers en kwantificatie in de toepassing van moderne technologie, en in de samenleving als geheel. Naast mediawijsheid en digitale geletterdheid zou ik willen pleiten voor iets als cijferwijsheid. Cijfers zijn zo alomtegenwoordig en bepalend op alle niveaus, van je sociale media-status en de verzameling van persoonsgegevens tot het pandemiebeleid, dat ze kunnen ‘lezen’ niet vroeg genoeg kan worden aangeleerd.
Wie dat de kinderen goed kan bijbrengen, is wel de vraag. Scholen zelf zijn dol op cijfers, die ze weinig kritisch als instrument gebruiken om kinderen te monitoren en beoordelen, en om sturing te geven aan docenten en hun lesinhoud. Dat maakt de school een wat paradoxale omgeving om kinderen of studenten cijferwijsheid aan te leren, net zoals het moeilijk is om ze bij te brengen dat je zuinig op privacy moet zijn wanneer de school ondertussen zelf alle mogelijke data van diezelfde kinderen verzamelt en met anderen deelt. Het leren van cijferwijsheid vraagt – net als andere wijsheden allicht – ook om zelfreflectie bij de onderwijzende instanties. Dat is niet erg, het kan juist een startpunt zijn van een gezamenlijk gesprek over de vraag wat we eigenlijk meten en met welk doel.
Schuiven met drempels
Onder cijferwijsheid zou het lezen en uitleggen van statistische gegevens en grafieken vallen, maar ook begrip van de meer systemische kenmerken van cijfers. Zoals hoe ze ertoe uitnodigen ze als drempel te gebruiken: als eenmaal een bepaalde waarde is bereikt, dan gebeurt er iets.
Een voorbeeld van zo’n drempel is het inmiddels fameuze R-getal, dat uitdrukt hoeveel mensen een besmet persoon op zijn beurt gemiddeld infecteert. In de woorden van minister De Jonge: ‘Dat getal, dat R-getal [dat ten tijde van De Jonges toespraak op 1,3 stond, MR], betekent dat elke 100 besmette mensen het virus aan ongeveer 130 anderen doorgeven in vier of vijf dagen. Dat getal betekent dus dat steeds meer mensen ziek worden.’ Let op het woord betekenen dat hier zo nadrukkelijk herhaald wordt: cijfers moeten kennelijk worden vertaald.
Waar de drempelwaarde ligt is een kwestie van interpretatie: wat noemen we goed en wat niet meer?
De bekendste cijferdrempel in het onderwijs is die van de beoordeling: een bepaald cijfer betekent een voldoende, daaronder heb je onvoldoende gepresteerd. Die grens is niet in steen gebeiteld. Op mijn middelbare school lag de drempel bijvoorbeeld op 5,5 en op de universiteit op 5,6. En de drempel wordt van lieverlede een sturend principe. Je kunt een tot in detail uitgewerkte maatstaf hebben, lopend van 1 tot 10 en met een cijfer achter de komma, maar uiteindelijk ligt het zwaartepunt bij de drempel. Dat geldt zowel voor wie gemeten wordt, zoals de zesjesstudent, als voor wie hem hanteert.
Ook op een andere manier is de grens tussen een voldoende en onvoldoende vloeibaar te noemen. Al naar gelang de resultaten die een toets oplevert, is de drempel makkelijk aan te passen. Niet iedereen mag zakken, want dat zou betekenen dat de toets niet deugt of de lessen zinloos waren. Als iedereen zonder moeite hoge cijfers haalt, is er net zo goed iets mis. Waar de drempelwaarde ligt is een kwestie van interpretatie: wat noemen we goed en wat niet meer?
‘Objectieve’ data blijken zich goed te lenen voor manipulatie
Het schuiven met deze waarde is niet alleen aan de orde bij schoolresultaten. Politiek geograaf Louise Amoore heeft beschreven hoe dit ook gebeurt bij ingrijpende beslissingen die met behulp van data worden genomen. Ook als het gaat om de bewegingsvrijheid van mensen, denk aan politiecontroles of in de rechtspraak. Data worden daarbij ingezet om de waarschijnlijkheid te berekenen van bijvoorbeeld ontsnappingsgevaar of de kans op recidive. Als de data net onder de drempel blijven, is het niet ongebruikelijk om die grenswaarde handmatig wat te verschuiven, zodat er alsnog een beslissing uitrolt – gewoonlijk in het nadeel van degene die onder surveillance staat. Zo blijken ‘objectieve’ data zich goed te lenen voor manipulatie.
Van oordeel naar veroordeling
Ook als de waarschijnlijkheid van wat gemeten wordt nét over de drempel heen gaat, is het ‘computer says no’. De kans wordt afgerond tot een gegeven. Hoe fijnmazig de data ook zijn, met alle verschillende factoren die zij meten en wegen, uiteindelijk komt er in zo’n geval een eenduidig antwoord uit. Deze ja/nee-logica van de drempel lijkt me zelfs in verband te brengen met de huidige polarisatie. Je bent voor of je bent tegen, je hoort erbij of niet, die boodschap zit in deze geabstraheerde, cijfermatige manier van beslissen ingebakken.
Onderbouwen of argumenteren is niet meer nodig, het is kiezen of delen, goed of fout
In een recent essay in NRC Handelsblad legde Bas Heijne het verband tussen online ratings en cancel culture: het is niet verwonderlijk dat een jarenlang regime van elkaar (online) beoordelen met duimpjes en sterrensystemen uiteindelijk leidt tot uitsluiting van de ander én opsluiting in het eigen gelijk. Dat zulk oordelen gebeurt in cijfers helpt niet mee. Aantallen sterren en ballen, scores en swipes gelden als glasheldere communicatiesystemen die elke discussie terugbrengen tot de kern. Onderbouwen of argumenteren is niet meer nodig, het is kiezen of delen, goed of fout.
Tegelijkertijd kenmerken cijfers zich door onstuitbare groei. Hun eigen reproductiegetal is nogal hoog. Er is altijd meer dat geteld of gekwantificeerd kan worden, elk cijfer is weer uit te splitsen in onderpopulaties, subcategorieën, deelbeoordelingen. Alsof meer cijfers automatisch meer inzicht en kennis opleveren.
Dat is niet evident. Uit een grote studie naar de voorspelbaarheid van de menselijke levensloop met behulp van machine learning, bleek dat modellen die gebruik maakten van duizenden variabelen niet per se betere resultaten opleverden dan modellen die het met vier variabelen moesten stellen. Niet omdat de levensloop eenvoudiger in elkaar zit dan die duizenden variabelen doen vermoeden, integendeel. Econoom Louis Raes, die deel uitmaakte van het onderzoeksteam, wijt het in een artikel op Binnenlands Bestuur aan ‘het rare wezen’ dat de mens is. Een net uitgezet met vier piketpaaltjes weet ons blijkbaar even goed (of slecht) te vangen als een ingewikkeld systeem met 12.942 variabelen.
De bezitter van de data en de samensteller van de cijfers hebben macht, maar degene die ze mag toelichten niet minder
Cijfers snoeren ons soms de mond
Te veel cijfers verhinderen het zicht, scheppen soms alleen maar verwarring: nog meer informatie waartoe je je moet verhouden en een mening over moet hebben. Maar het ene getal dat alleszeggend moet zijn en in een oogopslag vertelt wie of wat je voor je hebt, doet dat evenzeer. Zoals dat R-getal, of het scriptiecijfer dat steeds vaker opduikt op cv’s, alsof het een wettig bewijs van kunnen is.
De vraag is waarop ze het zicht verhinderen, of als je het positief wilt stellen, wat ze zouden moeten verhelderen. Dat is dezelfde vraag als die naar de betekenis van de cijfers. En wie die uitleg mag geven (‘dat betekent…’) is van groot belang. De bezitter van de data en de samensteller van de cijfers hebben macht, maar degene die ze mag toelichten niet minder. Ook het weigeren van uitleg is een machtsmiddel. Zodra iemand zegt dat de cijfers voor zich spreken, kun je beter op je hoede zijn. Dan blijkt het getal pas echt versluierend te werken, versluierend voor macht.
We moeten leren begrijpen hoe cijfers werken en welke macht ze kunnen geven. De crux van cijferwijsheid is het inzicht dat cijfers uit zichzelf niet communiceren. Al zijn ze nog zo nuttig, iemand moet uitleggen waarom en waarvoor ze nuttig zijn, welke selectie bij hun presentatie is gemaakt, welke uitsnede van de werkelijkheid ze weergeven – en wij moeten dat leren begrijpen, want ook dat gaat niet vanzelf. Pas dan kunnen de cijfers gaan fonkelen van betekenis.
Kunnen we die rijkdom aan interpretaties leren waarderen in plaats van die als bedreigend te ervaren?
Cijferwijsheid is daarom in de grond de kunst van het interpreteren. Dat wil niet zeggen dat anything goes. Slecht uitgevoerde interpretaties, ook van getallen, kunnen hopeloos de plank misslaan. Wat een onderschatting van het R-getal kan betekenen, weten we inmiddels uit ervaring.
Interpretaties zijn niet zweverig of ongefundeerd, juist niet. Ze vragen om argumenten en uitleg, ze zijn het resultaat van denkwerk dat gedeeld wordt. Ze bewegen van detail naar context en weer terug, nemen bestaande kennis, traditie en verwachtingen mee. Hun complexiteit betekent tegelijk dat ze altijd voorlopig en onvolledig zullen blijven. Ze kunnen doorslaggevend zijn, maar nooit allesverklarend: er zijn altijd meer, en andere, interpretaties mogelijk.
Kunnen we die rijkdom leren waarderen in plaats van als bedreigend te ervaren? De kunst van het interpreteren, en dus cijferwijsheid, vraagt om openheid, het toelaten van (de mogelijkheid van) andere interpretaties. Dat hoeft niet in de weg te staan van duidelijk beleid, wel van polarisatie. ‘Ik heb me afgevraagd hoe we met zijn allen communiceren,’ aldus Diederik Gommers in het AD. ‘Ik bedoel dat we niet alleen maar moeten focussen op getallen, die besmettingsaantallen, de dagelijkse wisselkoersen, want dat is wat ik vooral zie.’
Opnieuw een opmerkelijke uitspraak, een die uitnodigt tot verdere gedachtenwisseling. Cijfers zouden inderdaad een start- in plaats van eindpunt van een open gesprek kunnen zijn. In het beste geval gaat zo’n gesprek gepaard met nieuwsgierigheid of zelfs verwondering. Iets wat niet alleen kinderen te leren hebben.
43 Bijdragen
Els West 2
Eric Smit 11
Els WestSowieso is goed om zo af en toe even naar jezelf te kijken en dat geldt natuurlijk ook voor ons journalisten. Rasch houdt hier ons allemaal een spiegel voor en ze doelt daarbij vooral op de meer complexe modellen en algoritmes die in ons dagelijks leven zo normaal zijn geworden, maar waar we vaak zo weinig vanaf weten. 'Cijfers zouden [inderdaad] een start- in plaats van eindpunt van een open gesprek kunnen zijn,' schrijft Rasch. 'In het beste geval gaat zo’n gesprek gepaard met nieuwsgierigheid of zelfs verwondering.' Dank voor je verwondering Els. Groet, Eric
Hetty Litjens 6
Gerben Gerrits 7
HH Manders 4
Gerben GerritsCijfers zelf zijn eenduidig, maar vertellen vaak maar een zeer beperkt deel van het verhaal. Een basaal maar heel mooi voorbeeld is het gebruik van het BNP.
Het BNP of BNP per hoofd van de bevolking zelf is heel erg eenduidig maar wordt MISBRUIKT om bepaalde zaken te suggereren die er niet zijn, en onwelgevallige zaken te maskeren.
Fred van Leeuwen 1
HH MandersNiet zichtbaar in het BNP: essentieel waarde-creërende actiiviteiten die met gesloten portemonnee verricht worden: het opvoeden van kinderen, mantelzorg.
Wel zichtbaar in het BNP: de waardevernietigende kettingsbotsing, want 'goed' voor de economie zoals we die gedefinieerd hebben: schadeherstel voertuigen, de productieketen om slachtoffers weer op te lappen.
Als het over cijfers uit de mond van economen gaat, is het zaak om heftig te relativeren. Totdat de econoom terug gaat naar de oorsprong van zijn vak en dat van het woord oikonomía. Dan komt er weer iets zinnigs uit.
Hans Mldrs
Ik kan ook het boek van Sanne Blauw aanraden met de titel, “het best verkochte boek ooit, met deze titel”.
Na het lezen daarvan ga je ook heel anders tegen cijfers en getallen aankijken.
Miriam Rasch
Hans MldrsHendrik Poll 1
Hans MldrsEn begrip over hoe wij/mensen met informatie omgaan kreeg ik na het lezen van “Ons feilbare denken” van Daniel Kahneman.
Daniël Blok 2
Martin Haarmans 5
Ik denk dat in de opleiding tot journalist meer aandacht zou moeten zijn voor het omgaan met cijfers en deze professioneel te duiden.
Jan Ooms 10
Martin HaarmansEn dan ook nog de mogelijke gevolgen voor het aantal ziekenhuisopnamen, IC-plekken, het aantal mensen dat zíj weer besmet zouden kunnen hebben, etc. etc.
Maar het staat zo heerlijk dreigend, gevaarlijk en bovenal SENSATIONEEL, zo'n groot getal in de kop van een bericht.
'Telegraaf-gedrag' is tegenwoordig geen enkel medium nog vreemd...
Martien van Dongen 4
Jan OomsNiet praten over de ellende die veroorzaakt wordt, maar over de zogenaamde feiten.
Bijvoorbeeld: er is minder verkeer op de weg daaruit kun je afleiden dat de besmettingen af zullen nemen. Voor mij zijn dit raadsels, want als mobiliteit het probleem is, zijn er betere maatregelen mogelijk.
Marco Fredriks 4
Martin HaarmansKarin Spaink 5
Martin HaarmansWel weten we hoeveel testen de gezamenlijke GGD’s momenteel maximaal kunnen afnemen. Dat zijn er nu 50.000 per dag, meldde Nieuwsuur vrijdagavond. Stel dat die capaciteit gisteren volledig is benut, dan komen die 10.000 positieve resultaten neer op een vijfde van alle uitgevoerde testen - wat schrikbarend hoog is.
Co Stuifbergen 5
Karin Spaink(maar er zijn natuurlijk ook duizenden mensen met een snotneus, of een beetje keelpijn die zich niet laten testen).
Fred van Leeuwen 1
Karin SpainkZelfs een periodieke ratio positief getest / totaal getest zegt nog weinig, als je niet weet wat de redenen voor de geteste mensen waren om zich voor zo'n test te melden.
Lastig te begrijpen met een RIVM dat zich zo laat voorstaan op wetenschappelijk verantwoord handelen.
(Of zouden we t.z.t. vernemen: 'Het RIVM is in de afgelopen jaren uitgekleed en de ervaren senioren zijn er gedecimeerd.'? Net als we dat weten van talloze collega-rijksdiensten. Dat uit te zoeken zou een mooi thema voor FTM zijn).
Een probleem is, dat ons parlement (dus ook onze regering) zeer eenzijdig is samengesteld. Bijvoorbeeld uiterst weinig beta’s telt. En hoe zit dat bij ambtenaren uit de hogere echelons? Allemaal meer talig dan cijferig?
Maar zelfs dan verwacht je toch tenminste degelijk filosofisch denken, zindelijk handelen. Echter, ook dat is iets waar je onze politici in hun werk zelden op zult betrappen.
Zo ging ik kort geleden na hoe de Corona-kleuren -en daarmee de reisadviezen- van het ministerie van BuZa tot stand komen. Daar zijn ze verheugend transparant in, als je ernaar vraagt: de ambassades blijken hun berichten uit 'n buitenland deels te baseren op testinformatie uit Nederland, testen bij teruggekeerde reizigers. Dus: weken na dato… Met de cijfermatige non-kwaliteit waar we ons hier druk over maken…
In zo’n verguisd Zuid-Europees land schaam je je dood voor je zelfingenomen, rommelende vaderland. Zie bijvoorbeeld wat men op 8 september de Grieken aandeed:
https://redonzedemocratie.nl/uncategorized/superieur-nederland-geeft-griekenland-nekslag/
Meent het openbaar bestuur nu werkelijk dat ze zo namens òns handelen?
Max Krakers 1
Fred van LeeuwenBij het doorklikken is behoorlijk veel informatie toegankelijk en inzichtelijk. Er is een volledig beeld op te doen door de trends, informatie uitgesplitst tot op gemeenteniveau van ziekenhuisopname (IC/niet-IC), de R0, aantal positief getest en per 100.000 inwoners, tot zelfs de viruspartikels gemeten in het riool.
Ik deel de analyse van dit artikel, maar gaat m.i. niet op wat betreft de informatievoorziening betreffende corona.
Fred van Leeuwen 1
Karin Spaink[Verwijderd]
Martin HaarmansDaarnaast heeft men de testprocedure recentelijk gewijzigd, wat de testresultaten minder betrouwbaar maakt. En desondanks blijft men beleid op deze uitkomst baseren.
Max Krakers 1
[Verwijderd]Daarom wordt vaak het "rollende" gemiddelde van 7 dagen gebruikt, of gemiddelden van langere perioden. De dagelijkse cijfers zeggen misschien weinig over het echte cijfer; maar als deze elke dag behoorlijk stijgen, zal het gemiddelde niet lager blijken te zijn.
"Anderzijds geeft het alleen maar aan, dat men virus deeltjes kon vinden. "
Het klopt dat nog de vraag is of alle mensen met een positieve PCR-test wel besmettelijk zijn. PCR toont virus-DNA aan, virus dat door het lichaam aangemaakt wordt. Dus een positieve PCR toont geen kortdurend verblijven van virus zonder een daadwerkelijke infectie.
"Daarnaast heeft men de testprocedure recentelijk gewijzigd, wat de testresultaten minder betrouwbaar maakt."
Hier ben ik nieuwsgierig naar. Een ander procedé van de PCR zal in de marge wat uitmaken, nieuwe sneltesten, maken het een stuk ingewikkelder maar niet onmogelijk om te vergelijken.
"En desondanks blijft men beleid op deze uitkomst baseren."
Waarop stelt u voor beleid te maken?
Hendrik Poll 1
Martin HaarmansDe 3 grafiekjes die de NOS laat zien zijn al stukken beter omdat
a. je het verloop in de tijd laat zien
b. iedereen wel snapt dat hoe meer besmettingen er zijn hoe meer opnamen in zhs en IC dat tot gevolg heeft
c. het doel van al die maatregelen duidelijk voor ogen wordt gehouden: voorkom overbelasting van de zorg
d. je focust op de hoofdlijnen van het (crisis)proces dat nog zeker tig maanden gaat duren, en kun je meer houvast en vertrouwen geeft aan mensen die ook niet goed weten wat ze met al die aanvullende informatie van zelfbenoemde wetenschappers en clavans aan moeten..
Wat ik echter mis is hoe erg de situatie is: Ernst Kuijpers zegt het wel en kan dat ook helder formuleren, maar ik zie dat niet terug in de die grafieken. Als aanvulling zou ik dan ook graag zien dat zoals eerder in deze bijdragen genoemd ook de beschikbare capaciteit (dus niet het aantal bedden) wordt weergegeven, van zhs opnamen en IC. Inclusief waar dat ten koste gaat van de reguliere zorg.
Martine Groenendijk 5
Fred van Leeuwen 1
Niet dus, zie ik. De site staat mij toe om eerst een heel verhaal in te tikken en vraagt me pas aan het eind om in te loggen. Blijkbaar, door dat te doen, is de reactie meteen weer zoekgeraakt.
Nu dan maar opnieuw geschreven.
Fred van Leeuwen 1
De tweede soort is meer impliciet. Deze manifesteert zich vaak onder invloed van angst, waardoor de bronnen die ons ‘informeren’ de werkelijkheid niet onder ogen kunnen zien. Maar evenzeer komt ze voort uit vooroordelen en uit de hedendaagse ‘belllen’, waarbinnen de meesten van ons inmiddels leven.
Het ‘lezen’ van belangen is het allerbelangrijkste, als we vaardig willen worden in het beoordelen van informatie. Of die nu bestaat uit cijfers, verhalen, beelden of teksten.
Zelfs de onderzoeksjournalisten van een gewaardeerd en kwalitatief uniek medium als Follow he Money kunnen er nooit helemaal aan ontsnappen. Hoe goed en zuiver ze hun onafhankelijke, professionele best ook doen, het zijn en blijven mensen.
Als het gaat om de welbekende ‘kwaliteitsmedia’: veel van de daar werkzame journalisten kunnen allang niet meer waarmaken waar hun werkgever oorspronkelijk voor stond. Daarvoor blijkt de prestatiedruk te groot geworden. Je kunt je niet permitteren dat een concurrent de scoop brengt en jij nog aan het wikken en wegen bent. En het heeft er alle schijn van dat het ontbreekt aan deugdelijke opleiding, scholing en (essentieel) coaching door ervaren collega’s.
Vanwege dit alles is het zaak je informatie uit meerdere bronnen te krijgen. Bronnen waarvan je de filters kunt beoordelen. Zelfs Russia Today, Donald Trump en verstokte samenzweringsdenkers kunnen dienen om een balans in onze informatiemix te krijgen.
Fred van Leeuwen 1
0 Oriënteer je bewust ook buiten je eigen bel : laat je informatie niet door social media selecteren. Daarnaast: kijk voorbij de eerste pagina’s die Google je aanbiedt.
0 Zorg dat je een breed palet aan bronnen kent.
0 Negeer alle opmerkingen die komen van ‘deskundigen’ die hun autoriteit misbruiken door buiten het eigen vakgebied meningen te verkondigen (kritiekloze interviews, hijgerige praatshows…).
0 Laat meningen langs je afglijden, als er geen deugdelijke argumenten aan ten grondslag liggen.
Heb je interesse in een heel praktische manier om buiten je bel te kijken? Zie dan:
https://redonzedemocratie.nl/uncategorized/in-n-uurtje-je-samenleving-praktisch-verbeteren/
Wil je weten hoe je je informatie-vrijheid terugwint? Kijk dan op:
https://redonzedemocratie.nl/uncategorized/het-einde-van-het-vrije-westen/
Wietze van der Meulen 6
Fred van LeeuwenMaar (hopelijk) komen er na verloop van tijd toch ook weer tegenkrachten naar voren.
Zo trekken onze “Californische vrienden” zo langzamerhand wel erg veel macht naar zich toe. Dat leidt er o.a. weer toe dat een Google weer door de Amerikaanse justitie wordt aangeklaagd. Hoe dat afloopt is lastig in te schatten. Zo werd de Standard Oil Company opgeknipt omdat het te groot en machtig werd (reeds in 1911).
De 7 sisters die daar min of meer uit voort kwamen, zijn elk afzonderlijk minder machtig maar vormen met zijn allen toch nog een behoorlijke macht...
Fred van Leeuwen 1
Wietze van der MeulenAlleen: het zorgelijke van de situatie nu is, dat ons eigen gedrag, althans van de velen die enthousiast gebruik maken van ' gratis internetdiensten' en van de zo handige Ubers, Airbnb's, maaltijdbezorgers en Amazons, onafwendbaar tot monopolisme leidt. Mijn inschatting is dat er voor overheden dan niet veel meer overblijft dan een achterhoedegevecht.
Terwijl er zelfs overheden zijn die ons tot verder gebruik van monopolisten aanzetten: zie hoe gemeenten eenzijdig enthousiast het gebruik van BuurtApps aanprijzen. Eigen gemak eerst, lijkt hier het motto. Immers zo kun je als lokale overheid 'gratis' veiligheid en sociale samenhang bevorderen. En zoals een burgemeester eens op mijn zorgen reageerde: privacy is er toch niet meer...
[Verwijderd]
Fred van LeeuwenVittorio Busato 1
Hendrik Poll 1
Vittorio BusatoFred van Leeuwen 1
Mark A. Jansen 2
Pijnlijk.
Fred van Leeuwen 1
Mark A. JansenDat zijn dezelfde scholen die ons beloven dat ze kinderen vooral ' 21e eeuwse vaardigheden' bijbrengen... Een wervende vlag voor een goeddeels loze lading.
Hoe we dat ooit recht moeten gaan breien? Noodzaak en urgentie zijn groot. Anders zullen nog vele generaties opgroeien van gemakkelijke slachtoffers van politici, commercie, social media, samenzweringsdenkers, etc.
Hendrik Poll 1
Fred van LeeuwenMark A. Jansen 2
Het voorbeeld van de drempelwaarde in het (universitair) onderwijs is treffend; er wordt 'gespeeld' met de drempelwaarde om een bepaalde uitkomst te krijgen (x % geslaagden, bijv.). De vraag is dan weer; waarom is die uitkomst gewenst?
Leo Coenders 2
De voorstelbaarheid van getallen: Vraag iemand wat een kop en schotel kost en je krijgt een antwoord als 10 - 11 euro. Vraag iemand wat een viaduct kost en het antwoord zal zijn 1 - 2 miljoen. Bij het voorstelbare wordt een marge van 10 % aangehouden. Bij het onvoorstelbare wordt 100 % aangehouden. Vooral de Tweede Kamer heeft last van dit verschijnsel :_).
Als tweede wil ik opmerken, dat er verwarring wordt gezaaid door halverwege de week over te stappen van dag op weekcijfers van besmettingen met COVID-19. Die laatste hebben minder last van incompleetheid, maar leiden tot mismatch met wat de vorige dagen in het geheugen is opgeslagen.
Hans van Swoll 5
Leo CoendersU heeft uit het oogpunt van rekenkunde uiteraard helemaal gelijk. Of dat uit het oogpunt van menskunde(?) ook zo is, betwijfel ik. Voor een niet-mathematicus is het verschil tussen 1 of 2 miljoen niet 100% maar gewoon 1. Althans bij een natte vinger schatting. Wanneer diezelfde persoon het over de verkoopprijs van zijn huis heeft wordt het waarschijnlijk heel veel anders.
Kortom, ik denk dat het ook te maken heeft met wat je vraagt en met welk oogmerk je het vraagt.
En wat de Tweede Kamer betreft: er is hiervoor al betoogd dat het aantal alfa-mensen onevenredig teveel vertegenwoordigd is. Waarbij ik persoonlijk wil toevoegen dat kamerleden zelden worden geselecteerd op hun verstand of hun originele ideeën.
Leo Coenders 2
Hans van SwollHanny Reindersma 2
Het artikel van Miriam Rasch was taai doch heeft mij aangezet het nogmaals te lezen omdat ik me met cijfers in ‘niemandsland’ bevind!
jan de rouw
jan de rouw
LET OP... BELANGRIJKE MEDEDELING:
Mondmasker vanaf morgen verplicht voor de sterrenbeelden Maagd en Kreeft en voor alle Volvo-rijders, maar niet als ze blauwe sokken dragen.
Het geldt ook alleen van 18.00 uur tot 23.00 uur, mits je een Audi rijdt met een 17 op het kenteken.
Als je in een oneven huisnummers woont, krijg je een gratis mondmasker, tenzij je in een koophuis woont, of als je in Antwerpen centrum woont, maar niet als je in Brugge woont ...
Als de muur van je huis geel is, mag je niet naar buiten, tenzij het huis aan de rechterkant van de straat staat, maar dit geldt niet als er een parkeerplaats voor staat. Als er meerdere parkeerplaatsen zijn, is de regeling helemaal niet van toepassing, tenzij er een invalidenparkeerplaats is.
Op weekdagen mogen vrouwen alleen het huis verlaten als ze getrouwd zijn, maar niet als ze kinderen hebben, tenzij er minstens twee kinderen van hetzelfde geslacht zijn, maar het leeftijdsverschil niet groter is dan twee jaar.
De regel is niet van toepassing op kinderen tussen 5 en 12 jaar.
Nou, dat is het voor nu.
Morgen dan weer de afspraken en regels voor de komende dagen.
Niet dat je door al die verschillende regels, verboden en bevelen door Corona in de war raakt.....🤔
PS: Bovenstaande regels gelden alleen voor 20 tot 60 jarigen, mits ze tussen de 1.60 mtr en 1.75 mtr zijn.
Anders is precies het tegenovergestelde waar, tenzij ze donker haar hebben.
Dit voorkomt alle onduidelijkheden.😜😂😂
A K 1