De Amerikaanse bank Citigroup heeft een rechtszaak aangespannen door gedupeerde aandeelhouders geschikt voor $590 miljoen. De koers van Citigroup daalde tijdens de crisis van ongeveer $550 naar ongeveer $30.

De rechtszaak loopt al sinds 2007 toen een groep investeerders de voormalig CEO’s Chuck Prince en Robert Rubin ervan beschuldigde de blootstelling aan subprime hypotheken te hebben verhuld. Volgens de aanklagers had Citigroup onjuiste informatie verstrekt over haar blootstelling aan giftige hypotheekobligaties (CDO’s). 

In 2007 maakte Citi bekend dat ze $43 miljard aan CDO’s op de boeken had staan en ongeveer $8 miljard afschreef. Volgens de gedupeerde aandeelhouders had Citi moeten melden dat ze $10,5 miljard meer CDO’s in haar bezit had en dat de afschrijvingen onvoldoende waren om het werkelijke verlies te compenseren.

Ondanks de schikking ontkent Citigroup nog steeds dat ze onvoldoende informatie heeft verstrekt. De schikking was puur bedoelt om onzekerheden weg te nemen, aldus een woordvoerder.

Citigroup schikte eerder voor $285 miljoen met de Securities and Exchange Commission over CDO’s. Citigroup zou investeerders in een CDO, waarin Citigroup een groot deel van de hypotheken had gekozen, niet hebben vertelt dat zij een tegengestelde positie innam (i.e. short ging op de CDO). Citigroup is een ernstige recidivist. In de afgelopen 10 jaar betaalde de bank al zo’n $11 miljard aan boetes en schadevergoedingen.

Het boek van de kredietcrisis kan nog niet gesloten worden door Citigroup. Er loopt nog een procedure van de Abu Dhabi Investment Authority  (ADIA) die $4 miljard aan schadevergoeding eisen in verband met een investering in Citigroup van $7 miljard eind 2007. De claim werd door een arbitrage panel eerder afgewezen, maar ADIA betwist de bevindingen van het panel.