Over de winnaars en verliezers van globalisering. Lees meer

Internationale handels- en investeringsverdragen als TTIP en CETA bevorderen de vrije handel tussen burgers, landen en continenten, leveren nieuwe banen op en geven het bedrijfsleven een impuls. Althans, dat is het idee. In werkelijkheid vinden de onderhandelingen achter gesloten deuren plaats en werken lobbygroepen hard om hun belangen veilig te stellen.

Er bestaan dan ook grote zorgen dat de verdragen niet de belangen van (EU-)burgers dienen, maar vooral die van grote ondernemingen. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen voor de kwaliteit van ons voedsel? Ons energiebeleid? Gaat de belastingbetaler straks opdraaien voor claims van Amerikaanse multinationals als we chloorkippen en -eieren uit onze schappen weren? Of als we kerncentrales sluiten? Follow the Money zoekt het antwoord op die vragen.

79 artikelen

Claim 5: ISDS binnen #TTIP gaat niet ten koste van de beleidsvrijheid van overheden. Feit of fabel?

6 Connecties

Relaties

Europa TTIP Corporate ISDS

Personen

Lilianne Ploumen

Werkvelden

Economie
16 Bijdragen

Gaan hervormingen binnen ISDS voldoende garanties bieden op onafhankelijkheid, eerlijkheid en transparantie bij de behandeling van investeringsgeschillen tussen bedrijven en staten? Ja, zeggen de voorstanders. Is deze claim waar te maken?

Volgens de Europese Commissie is investeringsbescherming noodzakelijk om buitenlandse investeringen aan te trekken. Hier bestaat echter geen enkel wetenschappelijk bewijs voor en het ISDS-systeem dat ze hiervoor wil optuigen, ondermijnt de democratie en de rechtstaat. Feiten & Fabels_CONCEPT 31-8-2.pdf (pagina 15 van 29) Investeringsbescherming binnen het TTIP-verdrag is een heikel punt dat erg veel maatschappelijke weerstand oproept. Investeringsbescherming is een geschillenbeslechtingsmechanisme (ISDS, Investor to State Dispute Settlement) dat buitenlandse investeerders vergaande rechten geeft om staten aan te klagen als de winsten van een bedrijf benadeeld worden door overheidsbeleid. Het nationale recht kan door de investeerder worden overgeslagen. Een ad hoc tribunaal van commerciële juristen beslist of een claim gegrond is. Hierbij hebben ze maar zeer beperkt oog voor het bredere algemeen belang van overheidsbeleid omdat ze vooral oordelen over aantasting van eigendomsrechten. Het tribunaal kent schadevergoedingen toe die vele honderden miljoenen euro’s kunnen bedragen.
De rechten die investeerders worden toegekend zijn heel ruim geformuleerd. Veel ruimer dan de eigendomsrechten in bijvoorbeeld de Nederlandse wet. Vrijwel elke overheidsmaatregel is daardoor aanvechtbaar omdat die in strijd is met het recht op een stabiel investeringsklimaat. Veranderingen in nationale wet- en regelgeving zoals milieuwetten, subsidieregelingen voor duurzame energie en belastingmaatregelen zijn al veelvuldig onderwerp van investeringsclaims geweest.

Risico op claims neemt toe

De meeste zaken vinden in het geheim en achter gesloten deuren plaats. Het aantal bekende zaken liep in 2013 op tot 568. Bijna de helft van de 57 nieuwe zaken in 2013 werd aangespannen tegen ontwikkelde landen, vooral binnen de Europese Unie. Onder TTIP zou het risico op claims in Europa, en dus ook in Nederland, nog verder toenemen. De investeringsstromen tussen de EU en de VS zijn namelijk ontzettend groot. De Amerikanen gaan aan kop als het gaat om het aanspannen van investeringsgeschillen: in 24 procent van alle bekende, op basis van investeringsverdragen aangespannen zaken, is de eisende partij een Amerikaans bedrijf. Een groot deel van de overige zaken wordt aangespannen door Europese bedrijven. Samen zijn de EU en de VS goed voor 75 procent van het totaal aantal claims. Tribunalen zijn geneigd de rechten van investeerders heel breed te interpreteren. Volgens statistieken is tot nu toe 58 procent van de zaken – al dan niet middels een schikking – in het voordeel van de investeerder beslecht. De tribunalen opereren op commerciële basis en alleen internationale bedrijven kunnen een zaak aanspannen. Overheden kunnen zich slechts – tegen hoge juridische kosten − verdedigen. Intussen mogen de drie commerciële juristen die zo’n tribunaal vormen wel een oordeel vellen over de soevereine taak van een staat om regelgevend op te treden in het bredere algemeen belang. Overheden kunnen zelfs niet tegen deze uitspraken in beroep. Als de staat bij elke nieuwe maatregel rekening moet houden met mogelijke investeringsclaims, dan zet dit een duidelijke rem op het invoeren van nieuwe regelgeving. Dit principe wordt wel aangeduid met de term regulatory chill. Bedrijven kunnen het dreigen met ISDS-claims gebruiken om ervoor te zorgen dat regelgeving die hen niet bevalt in de ijskast wordt gezet.

ISDS: heet hangijzer binnen TTIP

ISDS is een heet hangijzer in de TTIP-onderhandelingen. Zo gaf 97 procent van de duizenden deelnemers aan de publieke consultatie die de Europese Commissie vorig jaar organiseerde, aan geen ISDS in TTIP te willen.
97 procent van de duizenden deelnemers aan de publieke consultatie die de Europese Commissie vorig jaar organiseerde, gaf aan geen ISDS in TTIP te willen
Inmiddels wordt door de EU, en ook door nationale lidstaten zoals Nederland, erkend dat het huidige systeem van investeringsverdragen onwenselijk is en hervormd moet worden. Maar de hervormingen, zoals verbetering van transparantie en aanpakken van partijdigheid van arbiters, die de EU en Nederland voorstellen zijn vooral cosmetisch van aard. Ze zijn volstrekt onvoldoende om de juridische basisvoorwaarden als onafhankelijkheid, eerlijkheid en openheid, te garanderen.
Cosmetische aanpassingen veranderen niks aan het grootste probleem dat inherent is aan ISDS: de enorme over- heveling van macht naar buitenlandse investeerders en de commerciële be- langen van de arbitrage-industrie. De overheid, werknemers, consumenten en het MKB kunnen bij het huidige systeem alleen maar verliezen.
Nederlnd koploper in ISDS ISDS is niet nieuw: het is al onderdeel van enkele duizenden bilaterale investeringsverdragen (BIT’s). Dit feit wordt door voorstanders steeds vaker gebruikt om het punt te maken dat het daarom allemaal niet zo erg is. Verschillende maatschappelijke organisaties hameren echter al jaren op de schade die dit systeem aanricht, in het bijzonder in ontwikkelingslanden. Nederland speelt hierbij een controversiële rol. Wereldwijd staat Nederland op nummer twee (na de VS) van landen die de meeste ISDS-zaken aanspannen. Bij 70 procent gaat het bovendien om brievenbusmaatschappijen – bedrijven zonder echte economische activiteiten in Nederland. Het feit dat ISDS weliswaar niet nieuw is, maakt het niet minder erg. Het enige verschil is dat Nederland nu ook een claim van een bedrijf uit de VS zou kunnen krijgen. Hierdoor staat ISDS eindelijk in de schijnwerpers.
Deze publicatie kwam tot stand door de samenwerking tussen de journalisten Sophia Beunder, Bas van Beek en Jilles Mast van Platform Authentieke Journalistiek (PAJ), Roos van Os van Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) en Hilde van der Pas van het Transnational Institute (TNI) en Roeline Knottnerus (SOMO/TNI). Illustraties: Milo.
1 bron: Volkskrant