Over de winnaars en verliezers van globalisering. Lees meer

Internationale handels- en investeringsverdragen als TTIP en CETA bevorderen de vrije handel tussen burgers, landen en continenten, leveren nieuwe banen op en geven het bedrijfsleven een impuls. Althans, dat is het idee. In werkelijkheid vinden de onderhandelingen achter gesloten deuren plaats en werken lobbygroepen hard om hun belangen veilig te stellen.

Er bestaan dan ook grote zorgen dat de verdragen niet de belangen van (EU-)burgers dienen, maar vooral die van grote ondernemingen. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen voor de kwaliteit van ons voedsel? Ons energiebeleid? Gaat de belastingbetaler straks opdraaien voor claims van Amerikaanse multinationals als we chloorkippen en -eieren uit onze schappen weren? Of als we kerncentrales sluiten? Follow the Money zoekt het antwoord op die vragen.

79 artikelen

Claim 7: Transparantie en democratische besluitvorming zijn gewaarborgd onder #TTIP. Feit of fabel?

De TTIP-onderhandelingen worden de meest transparante ooit, was de verzekering. Volstrekt democratisch dus. Klopt deze claim wel? Deel zeven in feiten en fabels over TTIP.

De TTIP-onderhandelingen zouden de meest transparante ooit zijn. Deze transparantie geldt alleen niet voor burgers die, in tegenstelling tot het bedrijfsleven, geen enkele toegang krijgen tot de inhoud van dit veelomvattende verdrag. Een goed geïnformeerd publiek debat voeren over TTIP is daarom praktisch onmogelijk. Feiten & Fabels_CONCEPT 31-8-2.pdf (pagina 19 van 29) De TTIP-onderhandelingen vinden voor het grootste deel achter gesloten deuren plaats. Dat is volgens de Europese Commissie noodzakelijk omdat we tijdens de onderhandelingen niet meteen al onze kaarten op tafel willen leggen. De VS weet dan vanaf het begin wat de EU wil en dit zou leiden tot een slechtere onderhandelingspositie. Maar ook de kaarten die al gespeeld zijn, worden niet publiek gemaakt. Oftewel, zelfs wanneer de onderhandelaars elkaars positie kennen, mag de Europese en Amerikaanse bevolking hier niets over weten. Deze manier van handelen is geen uitzondering. Het is de standaardmethode waarop handels- en investeringsverdragen als TTIP tot stand komen. Ondanks dat de gevolgen van dit soort verdragen enorm zijn, weet eigenlijk bijna niemand iets over de daadwerkelijke inhoud, totdat het pakket is uitonderhandeld. Het democratiseren van handelsbeleid en verder toegankelijk maken van informatie rondom de onderhandelingen is van het grootste belang voor een duurzaam en rechtvaardig handelsbeleid. Zonder transparantie is het onmogelijk voor het publiek om de onderhandelingen te volgen en aan de uitkomsten bij te dragen. De Europese Ombudsman stelt dan ook, kijkende naar de TTIP-onderhandelingen: 'Toegang tot informatie is niet alleen een recht, maar vormt ook een onderdeel van goed bestuur'.

Verbeteringen onvoldoende

Na grote publieke verontwaardiging over gebrek aan transparantie en oneerlijk veel toegang voor het bedrijfsleven tot beleidsmakers en belangrijke beleidsdocumenten deed de nieuwe Europese Commissie eind 2014 en begin 2015 een aantal toezeggingen wat betreft TTIP en transparantie. Ook minister Ploumen steunt deze voorstellen. De belangrijkste onderdelen zijn betere publieke informatievoorziening en verbeterde toegang tot teksten voor leden van het Europees Parlement en de lidstaten. De Europese Ombudsvrouw, Emily O’Reilly, heeft zich positief uitgelaten over deze initiatieven, maar blijft bezorgd over de selectieve toegang voor bedrijven. O’Reilly wil dat ook de Europese burger toegang krijgt tot de definitieve teksten waarover de EU en VS al een akkoord hebben bereikt.

Teksten voor burgers geheim

Ondanks het feit dat er enige verbetering is aangebracht qua inzichtelijkheid van de EU-standpunten zoals publicatie van het onderhandelingsmandaat en bepaalde standpunten, blijven de uitkomsten van onderhandelingen geheim totdat het hele akkoord af is. Maar deze geheimhouding geldt niet voor iedereen. De Europese Commissie geeft de bedrijvenlobby rechtstreeks toegang tot gevoelige informatie over de TTIP-onderhandelingen. Informatie die publieke belangen- organisaties niet krijgen. Zodoende heeft het bedrijfsleven buitensporige invloed op de vormgeving van het handelsbeleid. Als gevolg hiervan zijn de ‘vingerafdrukken’ van het bedrijfsleven duidelijk zichtbaar in alle standpunten die de EU in TTIP inneemt.
Het verschil met de gebruikelijke gang van zaken kan niet groter zijn. Wanneer er op Europees of nationaal niveau nieuwe wetgeving wordt ingevoerd, is er normaal gesproken een publiek en politiek debat waarin wordt gediscussieerd over de inhoud, uitvoering en noodzaak van de nieuwe maatregel. Hoewel TTIP grote gevolgen heeft voor de Nederlandse en Europese bevolking is een dergelijke publieke beraadslaging onmogelijk. Onderhandelingsteksten en de uitkomsten van onderhandelingen blijven geheim en worden in geen van de betrokken landen vrijgegeven voor het publiek.

Meer transparantie noodzakelijk

Alle onderhandelingsposities en ontwerpteksten moeten onmiddellijk worden gepubliceerd. De Commissie, de lidstaten en parlementen moeten regelmatig en proactief online toegang verschaffen tot informatie over de vergaderingen en correspondentie tussen ambtenaren, parlementariërs en lobbyisten. Zo kan het publiek geïnformeerd worden over wie er probeert de handelsbesprekingen te beïnvloeden, met welke middelen dit gebeurt en wat het resultaat is geweest.
De betrokkenheid en rol van het Europese en Nederlandse parlement moet worden versterkt. Als democratie gaat over politieke beslissingen genomen door mensen en hun gekozen vertegenwoordigers, dan kunnen handels- en investeringsbeleid niet geconcentreerd blijven in handen van een niet-democratisch verkozen lichaam.
Bedrijven aan tafel bij onderhandelaars 
Uit onderzoek blijkt dat veel grote bedrijven wel toegang hebben tot de onderhandelaars. Van de honderden gesprekken die de Commissie heeft gevoerd in de aanloop naar de onderhandelingen was maar liefst 92 procent met het bedrijfsleven. Slechts acht procent was met organisaties die opkomen voor het algemeen belang.Welke bedrijven zaten het vaakst aan tafel bij de Europese Commissie? Met stip op nummer één staat de agro- en voedselindustrie, zoals Food and Drink Europe. Dat is de grootste lobbyclub op het gebied van voedsel in Europa, met klanten als Nestlé, Coca Cola en Unilever. Andere grote spelers kwamen uit de telecommunicatie, de autoindustrie, chemie en de financiële sector.
  Deze publicatie kwam tot stand door de samenwerking tussen de journalisten Sophia Beunder, Bas van Beek en Jilles Mast van Platform Authentieke Journalistiek (PAJ), Roos van Os van Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) en Hilde van der Pas van het Transnational Institute (TNI) en Roeline Knottnerus (SOMO/TNI). Illustraties: Milo. 1 bron: Ploumen, L. Die Zombiekip trekt wel de aandacht voor dat verdrag, Facebookbericht, 26 maart 2015