© CC0 (via Unsplash)

Klimaatsceptisch Nederland profiteert nog altijd van netwerk en geld uit fossiele industrie

Nederland is een kraamkamer van het Europese klimaatscepticisme, zo toonden Follow the Money, Platform Authentieke Journalistiek en de Volkskrant afgelopen zaterdag aan. Met geld van onder andere Shell werd in de jaren '90 actief twijfel gezaaid over de menselijke invloed op het klimaat. De beweging die toen werd geboren, bestaat nog steeds. En nog altijd is er een geldstroom vanuit de fossiele industrie zichtbaar.

0:00
Dit stuk in 1 minuut
  • Het klimaatsceptische platform Clintel werd in mei 2019 opgericht door Marcel Crok en Guus Berkhout. Sindsdien wordt het platform regelmatig geciteerd door politici van FvD en PVV. Daarnaast schreef Clintel een brief aan de Verenigde Naties, die door honderden internationale klimaatsceptici werd ondertekend.
  • Clintel zegt onafhankelijk te zijn en geen financiële ondersteuning vanuit de fossiele industrie te ontvangen.
  • Uit onderzoek van Follow the Money, Platform Authentieke Journalistiek en Pointer (KRO-NCRV) komt echter een ander verhaal naar voren: Clintel profiteert van een netwerk dat in de jaren '90 met geld van onder andere Shell en Hoogovens is opgebouwd.
  • Bij de oprichting van Clintel is ook een geldstroom vanuit de fossiele industrie zichtbaar. Deze geldstroom begint bij onderzoeksinstituut Delphi, waar bijna 30 fossiele bedrijven lid van zijn. Vanuit Delphi werd in 2014 1,2 miljoen euro gestoken in het Center For Global Social Economic Change, een persoonlijk project van toenmalig directeur Berkhout.
  • Vanuit dit persoonlijke project werd weer gebouwd aan een klimaatsceptisch platform. Dat platform zou uiteindelijk Clintel gaan heten.
  • Clintel stelt dat het banden met olie-industrieën en andere industrieën categorisch afwijst: ‘Totaal onwaar’, noemt Berkhout onze bevindingen. ‘Ik laat me ook niet door olie-en gasmaatschappijen uitnodigen.’ Op de vraag of het klopt dat hij in het verleden banden had met deze industrieën, geeft Berkhout bevestigend antwoord. ‘Daar heb ik mijn hele wetenschappelijke carrière op gericht.’
Lees verder

‘Het enige feit is dat CO2 toeneemt in de atmosfeer (..) en dat dat voor de plantenwereld fijn is. De rest is hypothese.’

‘Het klimaat warmt veel minder op dan altijd voorspeld. Meer CO2 heeft geweldig positief effect op plantengroei.’

De eerste zin hierboven is afkomstig van klimaatscepticus Frits Böttcher, en was onderdeel van zijn toespraak aan de klimaatcommissie van de Tweede Kamer op 9 mei 1996. De tweede is afkomstig uit een Tweet van Tweede Kamerlid Thierry Baudet, gedateerd op 3 januari 2018. Later gooit Baudet er nog een schep bovenop door klimaatwetenschap weg te zetten als ‘duistere hekserij’, een statement dat hij op 28 juni 2019 mag komen toelichten in televisieprogramma Pauw.

Tussen de uitspraken van Böttcher en Baudet zit bijna 22 jaar, maar in de kern zijn de argumenten dus onveranderd. Klimaatscepticisme kent in Nederland dan ook een lange historie. 

Afgelopen zaterdag publiceerde Follow the Money in samenwerking met Platform Authentieke Journalistiek en de Volkskrant een artikel over Böttcher. Daarin toonden we aan dat klimaatscepticus Frits Böttcher tussen 1989 tot 1998 meer dan een miljoen gulden kreeg van Shell en andere (Nederlandse) multinationals. Het expliciete doel van de financiering: twijfel zaaien in het klimaatdebat.

Met het geld zette Böttcher een internationaal netwerk van klimaatsceptici op. Ook publiceerde hij rapporten, boeken en opinie-artikelen, mocht hij regelmatig aanschuiven in televisieprogramma's en werd hij zelfs in de Tweede Kamer uitgenodigd om zijn klimaatsceptische geluid te laten horen.

Maar daar houdt dit verhaal niet op. Nog altijd is Nederland een broedplaats van Europees klimaatscepticisme. Sinds vorig jaar bestaat er zelfs een Nederlands klimaatsceptisch platform met internationale ambities: Clintel.

Dossier

Dossier: Shell Papers

De onthullingen over Böttcher komen voort uit de Shell Papers, een langlopend onderzoeksproject van Follow the Money en Platform Authentieke Journalistiek naar de banden tussen de Nederlandse overheid en de oliegigant. Dat doen we door middel van 17 Wob-verzoeken naar meerdere ministeries, provincies en gemeentes. Op het Wob-dashboard vind je een overzicht van alle procedures:

Wob-dashboard

Wil je op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in dit dossier? Meld je aan, dan krijg je een seintje zodra er een nieuw artikel online staat.

Volg dit dossier

Dossier

Dossier: Shell Papers

De onthullingen over Böttcher komen voort uit de Shell Papers, een langlopend onderzoeksproject van Follow the Money en Platform Authentieke Journalistiek naar de banden tussen de Nederlandse overheid en de oliegigant. Dat doen we door middel van 17 Wob-verzoeken naar meerdere ministeries, provincies en gemeentes. Op het Wob-dashboard vind je een overzicht van alle procedures:

Clintel is niet volledig transparant over waar het zijn geld vandaan haalt. Alleen van vastgoedmiljonairs Niek Sandmann en Cor Verkade is duidelijk dat zij geld in het platform hebben gestoken. Uit vervolgonderzoek van Follow the Money, Platform Authentieke Journalistiek en het datajournalistieke televisieprogramma Pointer (KRO-NCRV) blijkt echter dat er nóg een geldstroom zichtbaar is — één die opnieuw zijn oorsprong vindt in de fossiele industrie. 

Guus Berkhout

Emeritus hoogleraar geofysica Guus Berkhout verlaat zijn appartement, vlakbij het Catshuis in Den Haag, bijna nooit zonder een kleurrijk pochet in zijn borstzak. Zijn hemdsmouwen speldt hij dicht met twee gouden manchetknopen. Soms draagt hij ook wel een witte coltrui onder een kleurrijk jasje, waar hij een korte, geblokte sjaal omheen knoopt.

Vaak is de bestemming het The Hague Mariott Hotel, beter bekend als het oude Bel Air — een viersterrenhotel in de ambassadewijk. Hier spreekt hij graag af met projectdirecteuren en promovendi. De rustieke grijs-bruine inrichting van de lounge doet denken aan Berkhouts voormalige werkkamer aan de universiteit. Daar ontving hij zijn gasten graag in lederen fauteuils, opgesteld naast een schaakspel met zware, stenen stukken.

Zijn kennissen omschrijven hem als een scherpe denker, die in het verleden voortreffelijk geofysisch onderzoek heeft geleverd. Econoom Walter Manshanden, die enkele jaren geleden nog een onderzoeksproject met Berkhout deed, noemt hem een markante man, die makkelijk volle zalen trekt en met wie het plezierig samenwerken is.

‘Guus kan enorm stellig zijn’, zegt Manshanden. ‘Dat werkt soms goed. In 2002 kreeg hij de prestigieuze opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat om de geluidsnormen voor Schiphol te bestuderen. Het ministerie wilde echter dat de overlast "berekend" zou worden, terwijl Berkhout het lawaai gewoon wilde meten. Dit leidde tot felle confrontaties, waarop Berkhout de opdracht terug gaf. De enige juiste beslissing.’

Maar: ‘Met dezelfde vaart kan Guus persoonlijke meningen verkondigen, die niet altijd even wetenschappelijk onderbouwd zijn. In 2018 schrijft hij bijvoorbeeld een boek over Schiphol, waarin hij plotseling uit het niets uithaalt naar minderheidsgroeperingen en ze wegzet als profiteurs. Zulke meningen zijn paradoxaal en gaan ten koste van zijn evidente kwaliteit.’

AcTI's oprichter Harry Beckers is een ‘trouwe aanhanger’ van Frits Böttchers CO2-project

Berkhout heeft een imposante carrière achter de rug. Hij werkt van 1965 tot 1971 voor Shell Research. Binnen de geofysica staat hij vooral bekend om zijn baanbrekende onderzoek naar geluidsgolven, waarmee de samenstelling van aardlagen in beeld kan worden gebracht. Het onderzoek is vooral interessant voor de fossiele industrie, omdat het de zoektocht naar nieuwe olie- en gasvelden vergemakkelijkt.

In 1982 richt Berkhout The Delphi Consortium op. Het onderzoeksinstituut brengt wetenschap en bedrijfsleven samen. Zo worden er nieuwe seismologische technieken ontwikkeld, waar met name de fossiele industrie baat bij heeft. Om toegang tot de volledige onderzoeksresultaten te verkrijgen, moeten bedrijven een contributie betalen van 30.000 tot 55.000 euro per jaar. In totaal worden ongeveer dertig bedrijven lid. Onder hen bevinden zich grote oliemaatschappijen als Shell, Equinor, BP, SaudiAramco, Chevron en Total.

Ook het Nederlandse onderzoeksinstituut TNO mag gebruik maken van de onderzoeksresultaten van Delphi. Bijzonder is dat TNO daarvoor geen vergoeding betaalt: in plaats daarvan verzorgt het ondezoeksinstituut al vanaf de jaren '90 de administratie en facturatie van Delphi.

Publiekelijk bij de klimaatsceptici

Zijn uitstekende contacten leveren Berkhout in 1988 een uitnodiging op voor de Academy of Technology and Innovation (AcTI). Dit genootschap, in 1986 opgericht door toenmalig group research coördinator van Shell Harry Beckers, is een besloten club van ongeveer tachtig prominente leden uit bedrijfsleven en wetenschap.

Berkhout, die het in 1997 zelfs tot voorzitter zou schoppen, komt bij AcTI een aantal leden tegen die iets gemeen hebben: ze steunen het klimaatsceptische CO2-project van Frits Böttcher. Zo is AcTI's oprichter Harry Beckers een ‘trouwe aanhanger’ van het CO2-project. Binnen AcTI komt Berkhout in de jaren '90 nog minstens vijf bestuurders tegen die aan de directietafel van hun bedrijf zitten als de financiële steun aan Böttcher wordt goedgekeurd: Huub van Engelshoven (KIVI/Shell), Maarten van Veen (Hoogovens), Ruud Selman (DSM), Niek Ketting (SEP) en Jeroen van der Veer (Shell).

Daarnaast zijn al vanaf de jaren '90 natuurkundige Cees le Pair en chemicus Rutger van Santen lid van AcTI. Zij hebben allebei geen klimaatwetenschappelijke expertise, maar zaaien niettemin regelmatig twijfel over de klimaatwetenschappelijke consensus.

Berkhout, die al minimaal vijf jaar publiekelijk zijn klimaatscepticisme uit, krijgt de leiding over een duurzaamheidsonderzoek

Nadat Berkhout in 2007 met emeritaat gaat, voegt hij zich publiekelijk bij de klimaatsceptici. In 2008 publiceert hij samen met sterrenkundige Dap Hartmann een opiniestuk in Het Financieele Dagblad, waarin hij de opwarming van de aarde toeschrijft aan een actievere zon en de verwachting uitspreekt dat de aarde juist gaat afkoelen. Het Planbureau voor de Leefomgeving fileert deze opvatting binnen anderhalve week: ‘Berkhout en Hartmann overschatten de invloed van de zon op het klimaat van de komende eeuw en ze zien bewust of onbewust het verschil tussen "klimaat" en "weer" over het hoofd. Daarmee bewijzen zij de wetenschappelijke waarheidsvinding geen goede dienst.’

Ook na zijn pensioen als hoogleraar blijft Berkhout als directeur aan ‘zijn’ Delphi verbonden. Hier weet hij in 2013 een opvallende opdracht binnen te slepen. In samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) wil AcTI ‘de technische wetenschappen beter in de schijnwerpers krijgen’. ‘Het doel is om een platform te vormen dat de grote uitdagingen van een duurzame toekomst inventariseert’, zo staat te lezen in AcTI’s jaarverslag 2013.

De uitwerking wordt aan twee partijen toevertrouwd: TNO en Delphi. Berkhout, die dan al minimaal vijf jaar publiekelijk zijn klimaatscepticisme uit, krijgt dus de leiding over een duurzaamheidsonderzoek dat voortkomt uit AcTI en KNAW.

CFGSEC

In 2014 start Berkhout vanuit Delphi een nieuw onderzoeksproject, dat hij het Center For Global Socio-Economic Change (CFGSEC) noemt. Delphi levert hieraan volgens TNO een financiële bijdrage van 1,2 miljoen euro. Volgens de huidige directeur van Delphi, Eric Verschuur, komt deze bijdrage rechtstreeks uit de lidmaatschapsgelden van Delphi's fossiele leden: ‘Delphi – Guus Berkhout – en TNO hebben ooit besloten om overgebleven gelden van Delphi te gebruiken voor het platform CFGSEC.’ TNO draagt zelf ook twee ton bij en verzorgt de administratie. 

In augustus 2015 kondigen TNO en Berkhout het project officieel aan op een bijeenkomst in Den Haag. Er zijn prominente gastsprekers aanwezig: naast TNO-voorzitter Paul de Krom spreekt ook ex-premier Jan Peter Balkenende.

Aanvankelijk richt CFGSEC zich op sociaaleconomische onderwerpen. Volgens TNO is het project gericht op het bouwen van ‘een model om op basis van big data sociaaleconomische ontwikkelingen te voorspellen.’ Berkhout huurt verschillende onderzoekers in om data te verzamelen en interpreteren, waaronder Tammo Oegema en Arthur ten Wolde. Namens TNO haken onderzoekers Evgueni Poliakov en Walter Manshanden aan.

Als iemand die wetenschappelijke inzichten kritisch wil toetsen, dan mag dat. Maar Berkhout wilde alleen maar horen dat er iets mis was

Oegema en Ten Wolde vinden de opdracht van CFGSEC in eerste instantie interessant. Berkhout vertelt hen in de lobby van verschillende Haagse hotels welke data hij wil hebben, waarna zij die leveren. Ze krijgen een vergoeding van 900 euro per dag, die ze bij TNO kunnen declareren. Toch krijgen ze al snel een ongemakkelijk gevoel bij de samenwerking. Dit heeft te maken met Berkhout, die steeds nadrukkelijker de klimaatwetenschappelijke consensus wil aanvallen.

‘Hij wilde data achter de rapporten van het IPCC hebben’, zegt Oegema. ‘Dat is een enorme klus, want die rapporten zijn een samenvatting van vele honderden klimaatwetenschappelijke onderzoeken. Op zichzelf is dat geen probleem: als iemand die wetenschappelijke inzichten kritisch wil toetsen, dan mag dat. Maar Berkhout wilde alleen maar horen dat er iets mis was. Als wij aangaven dat de conclusies van het IPCC berusten op gedegen wetenschappelijk onderzoek, werd hij kwaad. Nadat wij eind 2015 terechtkwamen in een zaaltje waarin we moesten luisteren naar een klimaatscepticus die alleen maar complottheorieën aan het verkondigen was, werd het ons te gortig. Toen zijn we er uitgestapt.’

Met andere woorden: Oegema vertelt dat hij met CFGSEC-geld betaald werd om de klimaatwetenschappelijke consensus aan te vallen. Toen hij zich hierover ongemakkelijk begon te voelen, besloot hij te vertrekken.

Berkhout typeert Oegema's opmerkingen als ‘rancune van een ex-medewerker’. Hij stelt dat juist hij Oegema gevraagd heeft te vertrekken: ‘De werkelijkheid is dat we in CFGSEC niet met klimaat bezig wilde zijn (...) Toen Oegema toch met het klimaat verder wilde, heb ik hem  gevraagd te vertrekken. Daar was hij toen heel boos over en kennelijk is hij dat nog steeds.’

Maar TNO-onderzoeker Manshanden bevestigt Oegema’s verhaal: ‘We zaten met alle CFGSEC-medewerkers in een zaaltje van het Bel Air-hotel. We zaten daar om een praatje aan te horen van oud-Shell-man Kees de Groot. Ik herkende het meteen: dit was standaard klimaatsceptische nonsens. Volgens mij zijn Oegema en Ten Wolde vrijwel direct daarna bij het CFGSEC vertrokken.’

Berkhout, Crok en Clintel

Berkhout wordt ondertussen steeds actiever als klimaatscepticus. In juli 2016 verschijnt hij op een namenlijst van het internationale klimaatsceptische netwerk Clexit, dat overheden oproept uit het Klimaatakkoord van Parijs stappen. In 2017 publiceert hij in Het Financieele Dagblad een artikel waarin hij de menselijke invloed op klimaatverandering in twijfel trekt.

Clintel zegt alleen geïnteresseerd te zijn in ‘wetenschappelijk onderzoek’ en ‘onderzoeksjournalistiek’ naar klimaatverandering

Bovendien gaat het CFGSEC zich openlijk met klimaatverandering bezighouden, zo blijkt uit de tijdlijn die het onderzoeksproject op zijn website publiceert. Daar schrijft het platform dat het in ieder geval vanaf 2018 de nadruk legt op ‘economische ontwikkeling en klimaatverandering’. In 2019 richt Berkhout samen met publicist Marcel Crok de klimaatsceptische denktank Clintel op; ook dit komt terug op de tijdlijn van CFGSEC.

Met Clintel beschuldigt Berkhout sinds oktober 2019 het KNMI van gerommel met data, een beschuldiging die vervolgens door Thierry Baudet wordt overgenomen en die zelfs tot Kamervragen leidt. Ook is hij met Clintel de initiatiefnemer (en eerste ondertekenaar) van een brief aan de Verenigde Naties, waarin enkele honderden klimaatsceptici stellen dat er ‘geen klimaatcrisis’ bestaat. Uit onderzoek van Pointer blijkt dat van de ruim 800 ondertekenaars er niet één een klimaatwetenschappelijke achtergrond heeft.  

Berkhout stelt dat zijn Clintel ‘onafhankelijk’ is, in tegenstelling tot het ‘activistische’ IPCC. Clintel zegt slechts ‘een klimaatwaakhond’ te willen zijn en is naar eigen zeggen alleen geïnteresseerd in ‘wetenschappelijk onderzoek’ en ‘onderzoeksjournalistiek’ naar klimaatverandering. De suggestie wordt gewekt dat ‘wetenschappers met verschillende visies over klimaatverandering’ er een platform krijgen.

Wie de wetenschappelijke adviesraad van Clintel bestudeert, ziet echter dat er slechts plaats is voor één type wetenschapper: die zonder relevante expertise op het gebied van klimaatverandering. In Clintels adviesraad zitten onder meer Berkhouts klimaatsceptische AcTI-kennissen Cees le Pair en Rutger van Santen.

Clintel profiteert ondertussen volop van het klimaatsceptische netwerk dat in de jaren '90 is aangelegd door een oude bekende: Frits Böttcher. Neem het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI). Böttcher werkte mee aan diverse KIVI-conferenties en werd door KIVI-voorzitter en voormalig Shell-bestuurslid Huub van Engelshoven in 1994 aangespoord om een groot, klimaatsceptisch verhaal te schrijven. Het moest van Van Engelshoven een ‘strijdlustig artikel’ worden, schrijft Böttcher later: ‘Hij hoopt dat het tot veel discussie zal leiden.’

Het resultaat prijkt enkele maanden later op de omslag van KIVI’s vakblad De Ingenieur. De boodschap: het broeikaseffect is ‘een mythe’ en de CO2-heffingen die destijds werden bepleit door Nederlandse, Duitse en Deense ministers moeten van tafel.

Ook Clintel onderhoudt banden met het KIVI. Berkhouts compagnon Marcel Crok begon zijn schrijvende carrière eveneens bij De Ingenieur, onder dezelfde hoofdredacteur die in de jaren '90 Böttchers artikelen publiceerde. 

Daarnaast was het KIVI gastheer van de presentatie van een rapport over de kosten van het klimaatakkoord van nog zo’n dwarsverband: De Groene Rekenkamer. Als onderdeel van zijn strijd brengt Böttcher vanaf 1994 klimaatsceptische wetenschappers van over de hele wereld bij elkaar, uit naam van het mede door hem opgerichte European Science and Environment Forum (ESEF). Deze organisatie gaat later op in Heidelberg Appeal Nederland (HAN), een organisatie die kritische artikelen schrijft over het Nederlandse milieubeleid en waarmee Böttcher zeer intensief samenwerkt. HAN wordt gezien als de eerste beweging tegen de milieubeweging in Nederland.

In 2008 gaat HAN op in De Groene Rekenkamer. Deze klimaatsceptische organisatie bestaat nog steeds en trekt inmiddels regelmatig samen met Clintel op. 

Amerikaanse scepticus

Zelfs met Fred Singer hebben zowel Böttcher als Berkhout een relatie. De Amerikaan wordt als een van de grondleggers van het klimaatscepticisme gezien. Singer is verbonden aan het Heartland Institute, een denktank met financiering van de olie-industrie die twijfel zaait over klimaatverandering. Uit het archief van Böttcher blijkt dat hij goed bevriend was met Singer, terwijl Berkhout inmiddels samenwerkt met het Heartland Institute.

‘De belangrijkste klimaatleugens worden in Amerika gefabriceerd, hier in Nederland worden ze nog slechts vertaald’

Tenslotte blijkt uit de archieven van Böttcher dat hij meermaals uitgebreid sprak en schreef met Hans Labohm. Labohm is inmiddels hoofdredacteur van de klimaatsceptische website Climategate, die ook regelmatig samenwerkt met Clintel. Labohm stelt in antwoord op vragen van FTM, PAJ en Pointer dat hij ervoor zorgde dat Berkhout tijdens de klimaattop in Madrid mocht spreken op een klimaatsceptisch nevenevenement. Ook worden de publicaties van Clintel meestal rechtstreeks doorgeplaatst op de website van Climategate. 

Het netwerk van Clintel bouwt dus voort op het netwerk dat Frits Böttcher in de jaren '90 met fossiel geld opbouwde. Organisaties als het KIVI, Climategate, Heidelberg Appeal Nederland (later: De Groene Rekenkamer) en het Amerikaanse Heartland Institute spelen binnen dit netwerk een cruciale rol. 

Aldus profiteert Clintel dus op twee manieren van fossiel geld. In de eerste plaats loopt er geld, dat over de jaren heen door ongeveer dertig fossiele bedrijven als lidmaatschapsgeld aan Delphi werd overgemaakt, uiteindelijk naar Berkhouts CFGSEC. Vanuit het CFGSEC wordt uiteindelijk Clintel opgericht, op dit moment het actiefste klimaatsceptische netwerk van Nederland. In de tweede plaatse stapt Clintel in een klimaatsceptisch netwerk dat al sinds de jaren '90 bestaat en dat met fossiel geld door Frits Böttcher werd opgebouwd.

Milieu-adviseur Jan-Paul van Soest, schrijver van het boek De twijfelbrigade, valt vooral de enorme kosteneffectiviteit van het Nederlandse klimaatscepticisme op. ‘Welbeschouwd heb je het hier niet over grote geldstromen. Een miljoen gulden voor een gepensioneerde hoogleraar in de jaren '90, de geldstromen naar Clintel; als je het afzet tegen de financiële belangen van de fossiele industrie is het peanuts. Dit kan omdat er helemaal niet zoveel inhoudelijk werk wordt gedaan bij clubs als Clintel. De belangrijkste klimaatleugens worden in Amerika gefabriceerd, hier in Nederland worden ze nog slechts vertaald. Veel meer dan een website en een gepensioneerde hoogleraar heb je daarvoor niet nodig. Zo kan je met een paar honderd euro voor vele tienduizenden euro's aan klimaatonderzoek in diskrediet brengen.’

Onderzoeker Walter Manshanden sluit niet uit dat ook persoonlijke motieven ten grondslag liggen aan Berkhouts klimaatscepticisme. ‘Hij is met emeritaat, maar ik denk dat hij moeilijk afstand kan nemen van de maatschappelijke relevantie die hij eens had. Het is prijzenswaardig om actief te blijven, maar met Clintel is de wil om actief te zijn sterker gebleken dan wetenschappelijke kennis. Dat is jammer. Met Clintel zaait hij twijfel over goede wetenschap over klimaatverandering.’

Vanavond (dinsdag 25 februari) om 22:10 is op NPO2 een uitzending van Pointer over dit onderwerp.

Feitelijke onjuistheden in reactie Clintel

Op de site van Clintel reageerde Marcel Crok vanmiddag op ons artikel. Crok is wetenschapsjournalist en mede-oprichter van Clintel. Zijn incorrecte interpretatie van de gepresenteerde feiten laten we voor nu even buiten beschouwing. In Croks reactie staan echter twee aperte feitelijke onjuistheden die wel om onze reactie vragen. 

‘In het artikel van vandaag probeert FTM op een heel gekunstelde wijze CLINTEL te koppelen aan de fossiele industrie. Maar CLINTEL ontvangt echter geen cent van de fossiele industrie. De kop van het FTM-artikel is dan ook simpelweg onjuist.’  

Noch de titel, noch het artikel zelf stelt dat er direct geld van de fossiele industrie naar de bankrekening van Clintel stroomt, of dat heeft gedaan. De titel van het artikel luidt ‘Klimaatsceptisch Nederland profiteert nog altijd van netwerk en geld uit fossiele industrie’ en die constatering wordt in het artikel onderbouwd met feiten.

Een feit is dat Guus Berkhout al sinds 2008 – het jaar waarin hij voor het eerst een column over klimaatverandering schreef in Het Financieele Dagblad – gerekend kan worden tot de groep Nederlanders die antropogene klimaatverandering ontkennen. Vanaf 2016 duikt zijn naam ook steeds vaker op in netwerken van die groep (als deel van ‘Clexit’ in 2016) en Clintel vanaf 2019. Zijn klimaatactivisme begint niet met Clintel.

Een ander feit is dat CFGSEC in 2015 werd opgericht met een startsubsidie vanuit Delphi, een consortium dat tot 1 januari 2016 door Berkhout werd bestuurd en werd gefinancierd door een dertigtal olie- en gasbedrijven. Dat feit wordt erkend in Croks reactie op de site van Clintel. Volgens TNO bedroeg deze financiering vanuit Delphi 1,2 miljoen euro. Een ander feit is dat CFGSEC op haar eigen website, middels een tijdlijn, Clintel noemt als instelling die voortvloeit uit CFGSEC. Ook Berkhout meldt in 2017 zelf dat CFGSEC bezig is met klimaatonderzoek en Nederland het ‘internationale klimaatinstituut’ gaat huisvesten.

Clintel lijkt te betwisten dat de 1,2 miljoen euro financiering vanuit Delphi gebruikt is voor activiteiten rond klimaat of klimaatonderzoek, al dan niet van klimaatverandering ontkennende aard. Dit wordt echter weersproken door twee getuigen die in ons artikel aan het woord komen. Zij hebben ervaren hoe Berkhout al bij aanvang van het TNO-CFGSEC project in 2015 hen vroeg om kritisch onderzoek te doen naar het IPCC en de achterliggende data die voor klimaatonderzoek zijn gebruikt. Aangezien zij persoonlijk meewerkten aan het project, zoals ook de website van CFGSEC voorheen vermeldde, is hun ervaring van belang.

Op basis van deze bronnen valt te concluderen dat er geld uit de olie- en gasindustrie van Delphi is gebruikt om de activiteiten van Berkhout’s CFGSEC op het gebied van klimaat te financieren. Dat gebeurde in een periode waarin Berkhout zich al meermaals had geprofileerd als een ontkenner van klimaatverandering. Clintel borduurt daarop voort. De kop van het artikel bevat dan ook geen feitelijke onjuistheden.

'Maar als je dan niets vindt, meldt dat dan gewoon en ga niet doen alsof je toch iets verdachts gevonden hebt. Het is droevig om te zien dat dit het niveau is van een van de bekendste onderzoeksjournalistieke platforms in Nederland. De werkwijze van FTM is weinig journalistiek en eerder activistisch.'

Het is gebruikelijk in de journalistiek om kritische vragen te stellen over instituties, bedrijven of organisaties, vooral wanneer deze een grote maatschappelijke invloed hebben. Dat is bij Clintel, een organisatie met veel volgers in de politiek en samenleving, het geval en dus is het van maatschappelijk belang om haar geldstromen journalistiek onder de loep te nemen. 

Dat wij in ons onderzoek “niets” gevonden zouden hebben, betwisten wij. Op basis van getuigen, antwoorden van TNO, Delphi en Berkhout zelf, is duidelijk geworden dat Berkhout de leiding had over de uitgave van 1,2 miljoen euro aan geld uit Delphi (en dus geld uit de olie- en gasindustrie), in een project waarin volgens getuigen Berkhouts aandacht, in ieder geval gedeeltelijk, ging naar het bekritiseren van de klimaatwetenschap. Dat gebeurde in de jaren voor de oprichting van Clintel. Dat zijn feiten die voor ons onderzoek nog niet bekend waren. Met activisme heeft dat niets te maken. 

Lees verder Inklappen
Reactie Clintel

Guus Berkhout en Marcel Crok reageren in de uitzending van Pointer (dinsdag 25 februari om 22:10 op NPO2) op het onderzoek waarin geconcludeerd wordt dat Clintel profiteert van een klimaatsceptisch netwerk dat in de jaren '90 met fossiel geld werd opgebouwd en op de conclusie dat er een geldstroom zichtbaar is vanuit de fossiele bedrijven die lid zijn van Delphi naar Berkhouts klimaatscepticisme. 

Ook reageerde Guus Berkhout op een serie vragen die wij hem stelden via e-mail. Die vragen en antwoorden staan hieronder afgedrukt. 

Kende u Frits Böttcher?

Natuurlijk ken ik de naam Böttcher, maar ik heb nooit contact met hem gehad. Ik weet helemaal niets van de financiële stromen naar Böttcher.

U schrijft dat Clintel voortkomt uit het CFGSEC. TNO stelt dat het CFGSEC is opgericht met een financiële injectie van 1,2 miljoen euro vanuit Delphi. Delphi wordt gefinancierd door de fossiele industrie.

Dat is onjuist. De financiële injectie voor CFGSEC kwam vanuit een reserve fonds voor nieuwe projecten. CLINTEL wordt gefinancierd door N.Sandmann en een grote groep kleine sponsors (‘Friends of CLINTEL'). DELPHI, CFGSEC en CLINTEL hebben en hadden noch inhoudelijk noch financieel iets met elkaar te maken. De sponsors van DELPHI wisten en weten dan ook niet wat CFGSEC is en ook niet wat CLINTEL is.

Ik ben buitengewoon trots dat ik 30 internationale bedrijven uit de geo-industrie vanuit de gehele wereld bij elkaar heb weten te halen en te houden. Zij waren bereid een Delfts lab te financieren om fundamenteel geofysisch onderzoek uit te voeren met als doel kennis te vergaren over het geologisch archief. Ik heb met die buitenlandse financiering een vijftigtal doctoren en enkele honderden ingenieurs afgeleverd. Vanwege de hoge kwaliteit van het onderzoek heb ik ondermeer het lidmaatschap verkregen van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Nogmaals, ik ben daar trots op. In 2015 heb ik de leiding van Delphi overgegeven aan mijn opvolger.

Uit ons onderzoek blijkt dat geld van de fossiele industrie is terechtgekomen bij (de oprichting van) Clintel. U stelt echter in meerdere interviews dat Clintel geen financiering vanuit de fossiele industrie ontvangt. Hoe rijmt u dit? Van welke specifieke bedrijven was die 1,2 miljoen euro afkomstig? Welke geldstromen liepen er nog meer naar het CFGSEC voor de financiering van klimaatonderzoek, al dan niet via TNO?

DELPHI, CFGSEC en CLINTEL hadden en hebben noch inhoudelijk noch financieel iets met elkaar te maken: DELPHI gaat over geophysical imaging, CFGSEC over welvaart en ecologische voetafdruk en CLINTEL over oorzaken van klimaat. 

Uit mijn inkomsten van de 3e geldstroom, die beheerd werden door TNO, werd toentertijd een extra onderzoeksfonds gevormd voor nieuwe innovatieprojecten. Uit dat fonds zijn de startactiviteiten van CFGSEC betaald. Dat geld is allemaal in TNO besteed, ver voordat CLINTEL bestond. Er was en is geen enkel verband tussen DELPHI, CFGSEC en CLINTEL. Nogmaals, Delphi gaat over het zichtbaar maken van geologische aardlagen, CFGSEC gaat over de invloed van sociale ongelijkheid op armoede, rijkdom en de ecologische voetafdruk en CLINTEL gaat over de oorzaken van klimaatverandering. Dat zijn wetenschappelijk totaal andere onderwerpen. CFGSEC werd door mij geleid als hoogleraar ‘Innovatiemanagement’. Nogmaals, daar had Delphi niets mee te maken.

Volgens Tammo Oegema, één van de onderzoekers waarmee u aanvankelijk in het CFGSEC samenwerkt, regeert u dit center met ijzeren vuist: 'Berkhout regeerde het CFGEC nogal uitgesproken. Wie kritiek had kon vertrekken, soms zelfs op staande voet.' Hoe reageert u hierop?

Ja, wat is hier mis mee? Als je succes wil hebben, moet je de leiding nemen. Oegema presteerde niet naar verwachting maar kwam wel met hoge facturen.

Oegema zegt ook: 'Hij wilde data achter de rapporten van het IPCC hebben. Dat is een enorme klus, want die rapporten zijn een samenvatting van vele honderden klimaatwetenschappelijke onderzoeken. Op zichzelf is dat geen probleem: als iemand die wetenschappelijke inzichten kritisch wil toetsen, dan mag dat. Maar Berkhout wilde alleen maar horen dat er iets mis was. Als wij aangaven dat de conclusies van het IPCC berusten op gedegen wetenschappelijk onderzoek, werd hij kwaad. Nadat wij eind 2016 terechtkwamen in een zaaltje met een paar publicisten van Elsevier en andere klimaatsceptici - die alleen maar complottheoriën over de klimaatwetenschap aan het verkondigen waren - werd het ons te gortig. Toen zijn we er uitgestapt.' Hoe reageert u daarop?

Rancune van een ex-medewerker. De werkelijkheid is dat we in CFGSEC niet met klimaat bezig wilde zijn, maar met de ecologische voetafdruk van arme en rijke landen. Zie onze publicatie: World Prosperity Outlook in 2016. Toen Oegema toch met het klimaat verder wilde, heb ik hem gevraagd te vertrekken. Daar was hij toen heel boos over en kennelijk is hij dat nog steeds.

Volgens Walter Manshanden en Tammo Oegema had u reeds in 2016 de ambities om met het CFGSEC vraagtekens te plaatsen bij de klimaatwetenschap. Klopt dit?

Nogmaals, het ging in CFGSEC helemaal niet over klimaat, maar over de ecologische voetafdruk van welvaart, zie WPO 2016. Ik heb altijd gepleit (ook in CLINTEL) om milieu en klimaat volstrekt uit elkaar te houden. Als je die twee door elkaar gaat halen, wordt het pas echt ingewikkeld.

Walter Manshanden zegt: 'Guus kan enorm stellig zijn. Dat werkt soms goed. In 2002 kreeg hij de prestigieuze opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat om de geluidsnormen voor Schiphol te bestuderen. Het ministerie wilde echter dat de overlast "berekend" zou worden, terwijl Berkhout het lawaai gewoon wilde meten. Dit leidde tot felle confrontaties, waarop Berkhout de opdracht terug gaf. De enige juiste beslissing.’

Het is moeilijk te geloven, maar we weten nog steeds niet hoeveel lawaai er rondom Schiphol wordt gemaakt. De hoeveelheid vliegtuiglawaai wordt tot nu toe alleen maar bepaald door computermodellen. Kabinetten hebben allemaal beloofd dat er gemeten gaat worden, maar dat is nog steeds niet gebeurd. Zo worden bewoners al decennia voor de gek gehouden. Er werd mij door de minister gouden bergen beloofd als onze commissie akkoord zou gaan, maar ik was en ben niet te koop.

Manshanden zegt ook: 'Met dezelfde vaart kan Guus echter persoonlijke meningen verkondigen, die niet altijd even wetenschappelijk onderbouwd zijn. In 2018 schrijft hij bijvoorbeeld een boek over Schiphol, waarin hij plotseling uit het niets uithaalt naar minderheidsgroeperingen en ze wegzet als profiteurs. Zulke meningen zijn paradoxaal en gaan ten koste van zijn evidente kwaliteit.’

Hier worden zaken uit zijn verband gerukt. In mijn Nawoord op p.63 stel ik aan de orde: ‘"Waar willen we met ons land naar toe?” met als rode draad: ‘Burgers krijgen steeds minder invloed’? Dat geldt niet alleen voor Schiphol en voor het Groninger gasveld, maar ook voor het immigratiebeleid. Wat ik in mijn nawoord schrijf over deze invloed zijn profetische woorden gebleken. Immers, de burger maakt zich grote zorgen over de toestroom van immigranten die zich heel moeilijk aanpassen (staat nu in de topdrie!), maar die wel steeds meer eisen gaan stellen omdat er geen duidelijke toegangscriteria en gedragsregels zijn voor nieuwkomers. 

U schrijft ook: 'Die minderheidsgroepen klagen over onze huidskleur, onze instituties, onze dodenherdenking, onze volksfeesten, onze tradities, onze straatnamen ................., maar ze profiteren wel volop van onze ruimhartige welvaartsstaat.' Bent u zich ervan bewust dat uw opmerking in noot 2 van uw boek uit 2018 over Schiphol door sommige mensen als discriminerend wordt ervaren?

Zie mijn nawoord over de context van deze, ik herhaal, profetische woorden. Dit is precies hoe de grote meerderheid, ook de aangepaste nieuwkomers, er in ons land over denken. Maar nogmaals, wat is het verband met CLINTEL?

Manshanden zegt: 'Hij is met emeritaat, maar ik denk dat hij moeilijk afstand kan nemen van de maatschappelijke relevantie die hij eens had. Het is prijzenswaardig om actief te blijven, maar met Clintel is de wil om actief te zijn sterker gebleken dan wetenschappelijke kennis. Dat is jammer. Met Clintel zaait hij twijfel over goede wetenschap over klimaatverandering.' Hoe reageert u daarop?

Ja, dat kan de heer Manshanden wel denken, maar u gaat daar toch niet vanuit? De vooruitgang in de wetenschap is gebaseerd op kritiek. Dat heeft niets met twijfelzaaien te maken. Tenzij men niet van kritiek gediend is. CLINTEL is een snelgroeiende internationale organisatie die in korte tijd gesteund wordt door ruim 800 prominente wetenschappers en professionals. We hebben een positieve boodschap: “There is no climate emergency”. Die boodschap wordt met harde feiten onderbouwd

Lees verder Inklappen
Reacties Shell, TNO en Delphi

Reactie TNO

Onderzoeksinstituut TNO schrijft: 'Het CFGSEC/TNO-project was gericht op een model om op basis van big data sociaaleconomische ontwikkelingen te voorspellen. Klimaatonderzoek viel daar niet onder. TNO heeft geen indicatie dat met het geld van het CFGSEC/TNO-project oneigenlijke activiteiten, die buiten de scope van het overeengekomen project vallen, zijn uitgevoerd.

TNO deelt de klimaatopvattingen van professor Berkhout / Clintel niet. TNO heeft daarom ook, nadat u ons wees op het nog voeren van de TNO-naam op de website van CFGSEC, professor Berkhout verzocht alle verwijzingen naar TNO van de website van CFGSEC te verwijderen. Dat is toen ook gebeurd.'

Reactie Delphi

Eric Verschuur, de opvolger van Guus Berkhout en huidig directeur van Delphi, stelt dat zijn onderzoeksinstituut 'geen rol speelt bij de financiering, oprichting en werkzaamheden van Clintel. De voormalig programma directeur van Delphi – Guus Berkhout – en TNO hebben ooit besloten om overgebleven gelden van Delphi (dat al sinds 1989 bestaat) te gebruiken voor het platform CFGSEC mbt modellen voor socio-economische processen. Naar mijn weten is dit geld binnen CFGSEC geheel besteed en wordt Clintel gefinancierd door extern geld (o.a. van een filantroop). Sinds ik in 2016 programmadirecteur van Delphi ben geworden heb ik er ook zorg voor gedragen dat al het geld van de leden aan geo-imaging onderzoek wordt besteed.'

Reactie Shell

'De suggestie dat Shell klimaatscepsis steunt kan ik absoluut niet plaatsen', zegt Marjan van Loon, president-directeur Shell Nederland. 'Ik zou erg teleurgesteld zijn als Delphi onderzoeksgeld van Shell heeft gebruikt om een agenda voor klimaatscepticisme te steunen. Shell heeft geen twijfels als het gaat om klimaatverandering en de rol van CO2. We rapporteren hier al meer dan twee decennia over in onze jaarverslagen en duurzaamheidsrapporten. Ook Shell vindt dat actie nodig is. Daarom staan wij volledig achter de doelstellingen van Parijs en de maatschappelijke noodzaak van een overgang naar een CO­2-armere toekomst. Hier spreken we ons ook duidelijk over uit. Ik ben elke dag bezig met het versnellen van de energietransitie in Nederland.'

Lees verder Inklappen