Beeld door Anthony Majanlahti (via Flickr)

Een goed gesprek over de Europese Unie komt maar niet van de grond. Follow the Money wil daar verandering in brengen. Samen met jou. Wat willen we met Europa? Dit dossier is een eerste aanzet voor een gesprek over een andere Europese Unie. Lees meer

Iedereen heeft er een mening over, maar een echt gesprek over de Europese Unie wordt nauwelijks gevoerd. En dat is jammer, want het voortbestaan van de Unie is niet zo vanzelfsprekend als het ooit was. Niet alleen de eenheidsmunt euro wankelt, het hele Europese project zelf dreigt als een kaartenhuis ineen te zakken. Het uiteenvallen van de EU zou enorme gevolgen voor elke Nederlander – en elke Europese burger – hebben. Die angst lijkt politici en beleidsmakers te verlammen. Discussies over de EU worden doodgeslagen met  apocalyptische visioenen, van zowel voor- als tegenstanders. 

Tegelijk is het duidelijk dat dit niet het Europa is waarvan gedroomd werd. Europese samenwerking blijkt in de praktijk vaak een ondoorzichtig spel van lobby's en achterkamertjespolitiek. De parlementaire controle daarop is gebrekkig. 'Brussel' is bijna synoniem geworden met bureacratie, spilzucht, gesjoemel, bemoeizucht, zelfverrijking en zelfs corruptie. 

Bij veel burgers in alle lidstaten leeft het gevoel dat de voordelen van de Unie niet langer opwegen tegen de nadelen. Dat zij in wezen niet zoveel aan de EU hebben en dat het een moloch is die over hun identitieit heenwalst. Een Unie die de economische voordelen vooral sluist naar grote ondernemingen. 'Een verzorgingsstaat voor multinationals', zoals onze columnist Christiaan Vos dat noemde.

Is het mogelijk om de EU op zo'n manier te hervormen dat niet grote, multinationale ondernemingen het meest profiteren van de Europese samenwerking –  maar de Unie de belangen van de Europese burger dient? Zo ja, hoe dan? En zo nee, hoe gaan we dan wél verder? Daarover willen we op Follow the Money samen met jou een constructief gesprek voeren. We willen dat doen met behulp van ons panel Europa, wat nu? Op die plek zullen we je onder meer vragen stellen en kunnen we het gesprek met elkaar voeren.

54 artikelen

Beeld door Anthony Majanlahti (via Flickr) © CC BY

Het einde van de euro begint in Rome

5 Connecties

Relaties

Euro Italie EMU M5S

Organisaties

Europese Unie (EU)
74 Bijdragen

In Italië is de nieuwe regering bijna rond. En dat is slecht nieuws voor eurofielen en middenpartijen, want het lijkt erop dat regeringspartij M5S van de muntunie af wil. Ewald Engelen beziet het minder pessimistisch.

Terwijl hier te lande alle ogen zijn gericht op die obligate Verantwoordingsdag (‘ze dronken een glas, deden een plas en alles bleef zoals het was’), is er in Rome iets fascinerends gaande. Voor het eerst sinds de introductie van de euro staat een van de oprichters van de Europese Unie op het punt een regering te krijgen die uittreden uit de Europese Monetaire Unie overweegt. Het zou weleens het einde van dat monetaire experiment kunnen betekenen dat zo nadrukkelijk heeft gefaald in het brengen van voorspoed, stabiliteit en convergentie (eurospeak voor neoliberale vermarkting).

Twee weken geleden wist de Italiaanse tak van de Huffington Post de hand te leggen op een onderhandelingsmemo van de Vijfsterrenbeweging (M5S). Daarin werd geopperd om terug te keren naar de situatie van voor 1992 — en dan weet iedere EU-nerd waar het om gaat: het Verdrag van Maastricht, die historische vergissing die de aftrap van de euro vormde. 

Inmiddels lijkt het politieke programma van de coalitie rond en heeft men het over de poppetjes. Begin deze week werd bekend dat een politieke nieuweling premier zou worden; meteen schoot de Italiaanse rente op overheidsobligaties omhoog. Het is het geliefkoosde wapen van die samenzwering van beleggers en middenpartijen die tijdens de lange eurocrisis wel meer lidstaten fataal is geworden. Als u zich niet houdt aan onze grootkapitalistische wensen, ontzeggen wij u de toegang tot krediet. 

In de Nederlandse media is het frame exact hetzelfde als toen Syriza op een grexit leek af te sturen: stupide, onverantwoord, kan niet, snijden zichzelf in de vingers, moeten eerst zelf maar eens orde op zaken stellen, en vooral: good riddance — anders moeten wij voor hun rotte banken opdraaien.

De deelname aan de Europese Monetaire Unie is voor Italiaanse burgers een regelrechte ramp geweest

Het is een uiterst beperkte visie op het Italiaanse probleem. En één die munt en markt boven burgers en democratie stelt. De deelname aan de Europese Monetaire Unie is namelijk voor Italiaanse burgers een regelrechte ramp geweest. Zes jaar na het begin van de eurocrisis is het reëel besteedbaar inkomen van Italiaanse huishoudens nog altijd lager dan voor de introductie van de eenheidsmunt. De economie zijgt al jaren als een plumpudding ineen, waardoor het aantal rotte bankleningen ook al jaren aan het stijgen is; de (jeugd)werkloosheid is torenhoog en de Italiaanse verzorgingsstaat is de sleetsheid allang voorbij (Maar het leven is er dankzij weer, landschap, geschiedenis, drank en eten onverminderd “dolce”).

Gecombineerd met middenpartijen die niet voor elkaar onderdoen in corruptie en eurofiel centrisme, is het geen wonder dat kiezers afgelopen maart massaal voor eurosceptische populisten hebben gekozen.

Burgers hebben (net als populistische politici) namelijk haarfijn in de smiezen dat deze rampspoed maar ten dele aan de structuur van de Italiaanse economie is te wijten. Geen betere analyse ervan dan die van de Duitse arbeidssocioloog Wolfgang Streeck: het probleem zit hem in de exportsector. Als het goed gaat, hebben lonen de neiging mee te stijgen. Totdat ze zoveel zijn gestegen dat het concurrentievermogen onder druk komt: dan beschikken landen als Nederland, Duitsland en Finland over instellingen als de SER en de Stichting van de Arbeid, die werkgevers en werknemers in staat stellen om af te spreken de lonen te matigen om het concurrentievermogen te herstellen en baanverlies te voorkomen. Landen als Italië en Frankrijk beschikken daar niet over. Die waardeerden in plaats daarvan voor de introductie van de euro periodiek hun nationale valuta af. En zie: dan konden Fiat, Alfa Romeo en Armani weer concurreren, werden voor Italiaanse werknemers alleen buitenlandse producten duurder en herstelde de handelsbalans zich weer. 

Sinds de introductie van de euro kan dat niet meer. Het wisselkoers- en rentebeleid wordt nu in Frankfurt bepaald. En als het concurrentievermogen in het gedrang komt, rest Italiaanse werkgevers niets anders dan kwaadschiks de reële lonen te dempen. Voor goedschikse loonmatiging ontbreken immers de instellingen. En dus wordt stukje bij beetje de wettelijke bescherming van arbeidscontracten verminderd, wordt de arbeidsmarkt geflexibiliseerd, wordt er gesneden in uitkeringen, en wordt — met andere woorden — Italië tot net zo'n neoliberaal paradijs voor het grootkapitaal gemaakt als Nederland en Duitsland zijn geworden. Interne devaluatie, heet het met een duur economenwoord. 

Met andere woorden: deze muntunie is wellicht op de leest van Nederlandse en Duitse multinationals geschoeid, maar voor Griekse en Italiaanse burgers was het allesbehalve een pretje. En eigenlijk geldt dat ook voor de Nederlandse en Duitse burgers, want ook daar zijn de reëele lonen gestagneerd. En ook daar profiteert de onderste helft van de bevolking nauwelijks van het economisch herstel. En ook daar zijn de zekerheden verdwenen en is de verzorgingsstaat duur en schraal geworden. Daar is alleen de politieke marketing beter. Nederlandse burgers trappen immers massaal in de retoriek van Rutte 3 dat de crisis over is en Nederland een fantáááástisch land is. Mede dankzij een pers die zijn ziel te grabbel heeft gegooid voor een innige vrijage met de macht.

Het zou bol staan van de symboliek als eenenvijftig jaar na het Verdrag van Rome in datzelfde Rome de neoliberale federaliseringsmachine die euro heet, piepend en krakend tot stilstand komt.