Medewerkers van de GGD Amsterdam nemen coronatests af in een testlocatie bij de RAI.

De coronapandemie zet de wereld op zijn kop. Wie betaalt de rekening? En wie profiteert? Lees meer

Het virus SARS-CoV-2, beter bekend als het coronavirus, dook eind 2019 op in de Chinese provincie Hubei. In een paar weken tijd veroorzaakte het een epidemie, waarna het zich over de rest van de wereld verspreidde. Begin maart 2020 verklaarde de World Health Organisation de ziekte tot een pandemie en gingen landen wereldwijd 'op slot'.

Met het coronavirus is een crisis van historische proporties ontstaan, niet alleen medisch, maar ook economisch. In de vorm van steunfondsen en noodmaatregelpakketen werden bedrijven wereldwijd met vele miljarden op de been gehouden.

Waar met geld gesmeten wordt, liggen misbruik en fraude op de loer. Daarom volgt FTM de ontwikkelingen op de voet. Wie profiteert van de crisis? En welke oplossingen dienen welke belangen? 

216 artikelen

Medewerkers van de GGD Amsterdam nemen coronatests af in een testlocatie bij de RAI. © ANP / Lex van Lieshout

Interne stukken: ministerie van VWS voorzag huidige testtekort al in het voorjaar

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) wist al in het voorjaar dat er een tekort aan coronatesten aan zat te komen en dat uitbreiding noodzakelijk was. De artsen die het kabinet adviseren, negeerden de prognose echter herhaaldelijk. Dat blijkt uit interne stukken in handen van Follow the Money. Een reconstructie van een verloren zomer in de corona-epidemie. ‘De fout is geweest dat het najaar een aantal weken eerder begon dan vooraf gedacht.’

Dit stuk in 1 minuut
  • Afgelopen april voorspelde het RIVM dat de testvraag in september 38,5 duizend testen per dag zou bedragen. Die prognose was ‘leidend’ voor het Landelijke Coordinatieteam Diagnostische Keten (LCDK), binnen VWS verantwoordelijk voor het uitvoeren van het testbeleid van minister De Jonge.
  • Onder leiding van arts-microbioloog Edwin Boel anticipeerde het LCDK echter niet op de prognose, waardoor de testcapaciteit bleef steken op 30 duizend.
  • Het LCDK heeft geprobeerd de capaciteit uit te breiden binnen het netwerk van ziekenhuislabs dat al banden had met de GGD-en die de testen afnemen. Al in april was echter duidelijk dat dit netwerk nooit zou kunnen voldoen aan de testvraag die de pandemie met zich meebracht.
  • Toch zijn externe laboratoria niet op tijd ingeschakeld. Het gevolg: mensen met klachten moeten nu dagen wachten op een test, en dan nog eens dagen op de uitslag.
  • Volgens Ann Vossen, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM) en binnen VWS eveneens verantwoordelijk voor opschaling van testcapaciteit, is het tekort veroorzaakt door een inschattingsfout: ‘De fout binnen de hele keten is geweest dat het najaar een aantal weken eerder begon dan vooraf gedacht.’
Lees verder

‘We hebben keihard gewerkt in de zomer.’ Aan het woord is Edwin Boel, in de uitzending van Buitenhof op zondag 27 september. Hij reageert op kritische vragen van presentator Twan Huys over het tekort aan coronatesten dat zich sinds eind augustus manifesteert. 

Boel, normaal gesproken arts-microbioloog bij het UMC Utrecht, is bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) verantwoordelijk voor de uitvoering van het testbeleid van minister Hugo de Jonge. Sinds april luidt dat beleid: ‘testen, testen, testen’. Aan Boel de taak om dat te regelen, maar op dit moment gaat dat niet van een leien dakje. Door de schaarste moeten mensen met klachten soms dagen wachten op een test, om vervolgens nog eens dagen te wachten op een uitslag.

‘De consequenties zijn immens,’ houdt Huys zijn gast voor. Nederland koerst hard af op een tweede lockdown, met alle gevolgen van dien.

Ondanks het ‘keiharde’ werken slaagde Boel er deze zomer niet in voldoende testen beschikbaar te maken. Hoe kan dat, wil Huys weten. In mei werd er toch al over gesproken dat in het najaar 70 duizend testen per dag nodig gingen zijn? ‘Heel lang bleef de testvraag achter [bij de verwachting, red.], vooral in juni en juli,’ antwoordt Boel. Hij zegt de stijging wel te hebben voorzien, maar pas voor later in de herfst — als het ‘hoestseizoen’ van start zou gaan. 

Commerciële labs zijn buiten de deur gehouden, stelt Huys vast. Zijn vraag: houdt dat verband met economische belangen? 

Dossier

Dossier: Coronacrisis

De maatregelen om de verspreiding van het coronavirus in te dammen zijn ongekend; de uitwerking ervan nog grotendeels onbekend. Welke oplossingen dienen welke belangen?

Volg dit dossier

Inschattingsfout

Die vraag komt niet uit de lucht vallen. In augustus onthulde Follow the Money dat de artsen die de baas zijn over het testbeleid, dubbele petten dragen. Ze hebben zich sterk gekant tegen de komst van grote, buitenlandse testlabs en wilden vooral testen binnen het netwerk van de ziekenhuislabs waaraan ze zelf verbonden zijn.

Dat zou beter zijn voor de ‘kwaliteit’, maar er spelen ook economische belangen mee. Als er meer concurrentie komt van ‘testfabrieken’, bestaat bij de artsen de angst dat de kleine labs hun deuren moeten sluiten. De artsen hebben bovendien hun twijfels over het grootschalige testen dat nu het speerpunt van het beleid van De Jonge vormt: dat zou weinig zin hebben om de pandemie te bestrijden. ‘Met testen voorkom je geen besmettingen,’ zegt Boel in Buitenhof tegen Huys.

‘Achteraf gezien hadden we die enorme stijging in de testvraag in september niet voorzien’

Ook Boel is vertegenwoordiger van het behoudende ziekenhuissysteem. Op het moment dat hij half april tot projectleider van het Landelijk Coördinatieteam Diagnostische Keten (LCDK) wordt benoemd, is hij nog voorzitter van de Vereniging Medisch Microbiologische Laboratoria (VMML), een pure belangenbehartiger. Boel is er nochtans van ‘overtuigd dat winstoogmerk hier geen rol speelt,’ zo antwoordt hij op de vraag over de belangen van Huys. ‘Tenslotte zijn we ook bezig geweest met het aansluiten van grote buitenlandse labs om meer capaciteit te krijgen. Het is niet zo dat labs buiten de deur gehouden zijn.’ 

Met zijn opmerkingen volgt Boel de lijn van Ann Vossen. Zij is lid van het Outbreak Management Team (OMT), het belangrijkste adviesorgaan van het kabinet voor bestrijding van de pandemie, en tegelijk voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM). Daarnaast is ze trekker van de Taskforce Diagnostiek; in die hoedanigheid geeft zij leiding aan de coördinatie en opschaling van de testcapaciteit.

Nadat televisieprogramma Zondag met Lubach haar naar aanleiding van een FTM-artikel over deze dubbele petten op de korrel had genomen, schoof Vossen op 20 september aan bij praatprogramma Jinek om zich te verdedigen. Haar verweer: het ging hier om een inschattingsfout. ‘Achteraf gezien hadden we die enorme stijging in de testvraag in september niet voorzien,’ zei Vossen. ‘En als je dat van tevoren had geweten, ja, dan was je gewoon vijf weken eerder met die contractonderhandelingen begonnen. Maar dat is achteraf natuurlijk altijd makkelijk praten.’

Wat klopt er van dit argument? Was de grote vraag naar coronatesten in augustus en september inderdaad niet voorzien? En zijn ze bij VWS ‘bezig geweest’, zoals Boel stelt, met het aansluiten van buitenlandse partijen? 

Documenten, nieuwsbrieven en gespreksverslagen in handen van FTM laten zien dat op die uitspraken het nodige valt af te dingen. Die demonstreren dat er alleen gewerkt is aan uitbreiding binnen het door Vossen gekoesterde systeem van ziekenhuislabs – haar NVMM-achterban dus. En dat terwijl er al in april een prognose van het RIVM lag die voorspelde dat de testvraag in september 38,5 duizend per dag zou worden — veel meer dan de capaciteit nu toelaat. Deze prognose is ‘leidend’, zegt Boel in antwoord op vragen. ‘Bij het opschalen hebben wij ons steeds laten leiden door de voorspellingen van het RIVM.’ Desondanks zeggen Boel en Vossen verrast te zijn door de vraag en is er nu een tekort.  

Weerzin tegen Duitsers

De bewuste documenten zijn de slides van presentaties van het Landelijk Coördinatieteam Diagnostische Keten (LCDK), waarvan Boel de baas is. Sinds april geeft het LCDK de artsen van de coronalabs regelmatig via webinars dergelijke presentaties, met actuele cijfers en ontwikkelingen.

Het is in mei al duidelijk dat een capaciteit van 30 duizend testen niet toereikend gaat zijn

Zo presenteert Ann Vossen op 15 april een overzicht van de testlabs die op dat moment deelnemen aan het testen op corona. Opvallend daarbij is de categorie ‘overloopcapaciteit’: daar moet de ‘buffer’ in testcapaciteit vandaan komen, mocht er een tekort ontstaan.

De medisch microbiologische labs (MML), waarvan Vossen via de NVMM de artsen-microbiologen vertegenwoordigt, kunnen samen 26 duizend testen aan. De ‘overloopcapaciteit’ is goed voor nog eens 23 duizend testen en bestaat onder andere uit bloedbank Sanquin, vier HPV-labs, en U-Diagnostics, een lab dat op bijzonder veel weerstand kan rekenen. Samen komt dat in theorie uit op 49 duizend testen per dag, maar die capaciteit is nooit gehaald: de teller is begin september blijven steken op circa 30 duizend. De ‘overloopcapaciteit’ is maar ten dele ingeschakeld en de vier HPV-labs (met 2,5 duizend testen per dag) zijn in juli gestopt met testen voor corona, omdat ze niet langer hun reguliere taak konden neerleggen.

Een dag voor de presentatie, op 14 april, heeft Vossen aan alle labs een email gestuurd waarin ze extra testapparatuur aanbiedt die VWS heeft weten te bemachtigen. De vraag is urgent: de labs moeten uiterlijk 16 april reageren. De apparatuur maakt het mogelijk om de landelijke testcapaciteit flink op te hogen. Maar lang niet alle labs gaan op het aanbod in, vertelt Vossen op 8 september tegen FTM: ‘Ik kan niet zeggen dat alle apparatuur die is aangeboden, door alle laboratoria met beide handen is  aangepakt.’ Volgens Vossen is de reden hiervoor dat lang niet alle labs de ruimte en het personeel hebben om machines bij te plaatsen. Bovendien moet de apparatuur ‘passen in de logistiek’ van een lab.

Als de labs vóór 16 april moesten reageren, betekent dit dat Vossen al half april weet dat haar achterban maar beperkt kan en wil opschalen. ‘Dat klopt’, laat zij via een woordvoerder van de NVMM weten, ‘en daarom is er ook vóór half april al naar andere opties gekeken. Die zijn toen al in kaart gebracht, de eigen “achterban” kon immers per definitie geen aantallen verwerken die bij een pandemie passen.’ 

‘Uitgebreid testen vanaf 1 juni, zijn we er klaar voor?’, luidt de titel van de presentatie van Boel op 8 mei. Die datum — 1 juni — is van het grootste belang: vanaf dat moment kan iedereen met klachten zich gratis laten testen via de GGD. Vóór die tijd moet moet het testsysteem dus klaar worden gemaakt voor een grote toeloop.

In deze presentatie valt vooral één ding op: een gedetailleerd overzicht van de verwachte testvraag per maand, afkomstig van het RIVM. Voor september schat het RIVM dat er vraag zal zijn naar 38,5 duizend testen per dag, inclusief kinderen en leerlingen. Met andere woorden: het is in mei dus al duidelijk dat een capaciteit van 30 duizend testen niet toereikend gaat zijn.    

Tijdens de vraag-antwoordsessie die op de presentatie van Boel volgt, gaat het gesprek voornamelijk over CoronIT. Dat is het computersysteem waaraan alle labs die op corona testen moeten worden gekoppeld. Een van de artsen vraagt of ook labs die geen banden hebben met de GGD een aansluiting op CoronIT kunnen krijgen.

Het antwoord van Boel/het LCDK is veelzeggend: ‘Om de verruimde testambitie van het kabinet te realiseren is het noodzakelijk dat alle laboratoria gebruik maken van CoronlT. [..] De volgorde voor implementatie wordt in overleg met het LCDK bepaald. Daarbij is het zo dat laboratoria met een vaste relatie met een GGD op dit moment voorrang hebben.’ Op één van de dia’s van de presentatie komen eventuele nieuwe labs zelfs helemaal niet voor. 

Maar die labs zijn er wel. Zo biedt het Duitse Labor Dr. Wisplinghoff, in Nederland vertegenwoordigd door U-Diagnostics, op dat moment al sinds eind maart 5.000 testen per dag aan voor de Nederlandse markt. Begin april krijgt dit lab goedkeuring van het RIVM om de tests uit te voeren. Enkele dagen later stuurt VWS echter een brief aan alle labs, waarin het eist dat aan het laboratorium een Nederlandstalige arts-microbioloog verbonden moet zijn. Eventuele communicatie in het Engels zou niet volstaan. 

Op aandringen van U-Diagnostics vindt op 6 mei een videogesprek plaats met ambtenaren van VWS. Tot woede van de Duitsers maakt VWS daarin duidelijk géén gebruik te willen maken van de aangeboden testcapaciteit. In mei niet, en vermoedelijk ook niet voor 1 september. ‘Of het daarna nog nodig is, valt dan te bezien’, zo tekent directeur van U-Diagnostics Maarten Cuppen op uit de mond van een ambtenaar van VWS.  

Het lijkt erop dat de weerzin van de artsen tegen de Duitsers is overgeslagen op de ambtenaren van VWS. Het zal nog tot eind augustus duren voordat het departement — nadat er landelijk opnieuw een groot tekort aan testcapaciteit aan het licht komt — een intentievereenkomst sluit met het Duitse lab. Maar – zoals we later zullen zien – leidt dat tot niets.

Stormloop op de teststraten

In mei werpt Feike Sijbesma, de speciaal gezant voor de coronacrisis, regelmatig de vraag op of de tescapaciteit niet verder omhoog moet — voor de zomerperiode, maar vooral ook voor het ‘snotterseizoen’ erna. Volgens de oud-topman van chemieconcern DSM valt immers te voorzien dat talloze mensen zonder symptomen zich zullen laten testen, en daarvoor schiet de capaciteit tekort. Volgens bronnen luidt de vraag van Sijbesma: moeten we niet in ieder geval de mogelijkheden voor een opschaling in kaart te brengen, om voorbereid te zijn op een eventuele testexplosie? 

Van Ann Vossen krijgt Sijbesma te horen dat dat niet nodig is. Later bevestigt Vossen dit ook min of meer: ‘Ik heb – vanuit mijn vakinhoudelijke rol – mogelijk wél gezegd: ik weet niet of we dit nodig hebben.’ Eind mei laat Vossen aan de NOS weten niets te zien in de hulp van Duitse labs, wat contrasteert met haar reactie nu dat haar achterban ‘per definitie geen aantallen kan verwerken die bij een pandemie passen.’

In de weken daarna breekt de zomer aan. De verwachte stormloop op de teststraten van de GGD blijft vooralsnog uit; ook het aantal besmettingen is laag. De crisis lijkt voor even bezworen. Met het oog op de herfst treft de LCDK wel voorbereidingen om de testcapaciteit te vergroten: in de presentatie van 3 juli introduceert ze bijvoorbeeld het fenomeen ‘pooling’. Daarbij worden bijvoorbeeld alle leden van een gezin met één buisje getest. Als niemand positief is, dan bespaar je zo meerdere testen. 

Het pooling-project lijkt echter weinig haast te hebben. Een arts vraagt tijdens de webinar: ‘Jullie willen het rapport over pooling voorleggen aan het OMT, maar dat komt toch pas weer in september bij elkaar?’ Antwoord: ‘Dat klopt.’ Zo is het begin juli al duidelijk dat het nog maanden zal duren voordat pooling serieus kan bijdragen aan het vergroten van de capaciteit.

Inmiddels passen volgens het RIVM een aantal laboratoria de techniek toe, en zullen andere labs dat op korte termijn ook gaan doen. De vraag is echter hoeveel winst dat gaat opleveren, aangezien poolen steeds minder effectief is naarmate het aantal besmettingen stijgt (zie kader).

Wat is poolen, en wanneer heeft het nut?

Een van de strategieën die het LCDK nastreefde is het ‘poolen’ van tests, om met minder testmateriaal meer mensen te kunnen testen. Dat werkt zo: het laboratorium test de monsters die bij mensen afgenomen worden niet afzonderlijk, maar samen. Wanneer zo’n bundel van bijvoorbeeld tien monsters negatief test, genereert het lab met het materiaal voor 1 test, 10 testuitslagen. Minister Hugo de Jonge kondigde eind augustus aan dat hij verwacht met deze techniek tegen het eind van het jaar 13.000 monsters per dag extra te kunnen testen.

Maar pooling is geen wondermiddel. Ten eerste is de winst van pooling afhankelijk van hoeveel monsters per groep positief getest worden. Zijn er in een groep veel mensen met corona, dan kost het meer moeite en materiaal om ieder positief monster uit de groep te halen. Ten tweede daalt de gevoeligheid van testen met poolen: de kans is groter dat monsters met een lage ‘viruslading’ gemist worden en ten onrechte een negatieve uitslag opleveren.

Binnen het LCDK wordt hierover al maanden gepraat. De experts lijken het erover eens dat poolen van monsters in groepen van 5 of 6 het optimale getal is, en dat de prevalentie waarbij dat nog voordelig is op maximaal 3 à 4 procent ligt. Dat houdt in dat als een grote groep mensen wordt getest waarvan bijvoorbeeld 5 procent met corona besmet is, het voordeel van poolen niet meer opweegt tegen de nadelen. 

Momenteel wordt de techniek door een aantal laboratoria toegepast en het is de bedoeling dat meer laboratoria gaan poolen, aldus het RIVM. Niet ieder laboratorium is hier echter geschikt voor. In een ziekenhuislab valt bijvoorbeeld een dusdanig hoog percentage positieve testen te verwachten, dat poolen geen zin heeft. Laboratoria die voor de GGD-en testen, kunnen de techniek wel inzetten, maar alleen zolang de prevalentie van corona onder de 3 à 4 procent blijft.

Met het toenemen van het aantal besmettingen, vermindert het nut van de techniek dus. Het is daarmee sterk de vraag of de 13.000 extra testen per dag die de minister dankzij pooling verwacht toe te voegen aan de capaciteit, ook daadwerkelijk gehaald kunnen worden. 

Lees verder Inklappen

Nieuwe labs niet wenselijk

Bij de volgende presentatie van het LCDK, op 17 juli, komt de inschatting van 38,5 duizend testen voor september opnieuw terug. Dit getal wordt zes weken later door minister De Jonge herhaald tegenover de Tweede Kamer, zij het foutief: op 28 augustus meldt de minister dat het ‘maximale scenario voor september’ 37,5 duizend bedraagt. Duizend te weinig, zo corrigeert de woordvoerder het cijfer van VWS na vragen hierover.

Ook blijkt opnieuw dat nieuwe labs niet wenselijk zijn: de LCDK zegt de herfst in te willen gaan met de ‘basisset laboratoria’ — en dus niet met bijvoorbeeld niet-medische labs die kunnen bijdragen, zoals de leden van brancheorganisatie Fenelab. Die laatsten kloppen al sinds eind maart tevergeefs aan bij VWS en het RIVM. Zes labs willen en kunnen helpen met coronatests, maar worden niet ingezet, zegt Fenelab-voorzitter Bernd Kroon eind augustus tegen Trouw. Samen zijn de zes labs volgens Kroon goed voor 140.000 testen per week. Hij noemt het tekort een ‘gecreëerde bottleneck’. 

Op 17 juli komt ook de Stuurgroep Landelijke Coördinatiestructuur Testcapaciteit (LCT) bijeen. Naast de ambtelijke top van VWS zetelt ook Ann Vossen in dit team. De LCT besluit dat de ‘bestaande werkwijze tussen GGD-en en laboratoria’ zoveel mogelijk wordt gehandhaafd.’ Gevolg: nieuwkomers, zoals het Duitse lab en de niet-medische labs, zullen in het najaar in principe niet meedoen met de testcapaciteit. 

Zodoende kiest VWS bewust voor een systeem, waarvan het wist dat het die zomer aan zijn maximale capaciteit van 30 duizend testen per dag zit — terwijl de ‘leidende’ prognose voor augustus en september ruim boven dat maximum ligt. 

Wat er daarna gebeurt, laat zich raden. Wanneer Nederlanders in augustus terugkomen van vakantie en de scholen weer opengaan, lopen de teststraten in rap tempo vol. Zoals Sijbesma in mei correct voorspelde, melden mensen zich massaal voor een wattenstaafje in de neus – klachten of niet.

Tijdens de LCDK-webinar op 14 augustus vraagt een arts op basis van welke uitgangspunten wordt bepaald naar welke laboratoria monsters worden verzonden. Boel echoot het beleid dat hij zelf heeft voorgesteld en dat in juli is geaccordeerd door de top van VWS: ‘Allereerst hebben GGD’en bestaande afspraken met specifieke labs. Dit is het startpunt. [..] Als blijkt dat een alternatief moet worden gezocht, wordt verder gekeken in de betreffende regio naar labs die op CoronIT zijn aangesloten, omdat hier vaak ook al mee wordt samengewerkt.’ 

Hiermee wordt nog iets anders duidelijk: ook half augustus lijkt het LCDK niet van plan om buitenlandse labs of niet-medische labs te contracteren. Alles moet uit het bestaande netwerk komen. Boel zegt in een reactie dat hij op 14 augustus contact heeft gezocht met een buitenlands lab en op 18 augustus met deze partij een gesprek te hebben gevoerd. Of dat tot een contract heeft geleid, laat hij in het midden. Duidelijk is wel dat het normaal gesproken nog meerdere weken duurt om een nieuw lab aan te sluiten, dus het is rijkelijk laat.

Massaal testen loopt in de soep

Een dag later, op 19 augustus, breekt de testvraag voor het eerst door het maximum heen. Dat blijkt uit de presentatie die Boel op 11 september geeft. Niet veel later komt het testtekort in alle hevigheid aan het licht: de labs kunnen het niet aan, mensen met klachten moeten dagen wachten op een afspraak en hun uitslag. Het testbeleid van minister De Jonge is in de soep gelopen.

Op 3 september grijpt VWS in. Op die dag maakt het ministerie bekend dat  laboratoriumnetwerk Eurofins stapsgewijs tot wel 44 duizend testen kan leveren. U-Diagnostics/Labor Dr. Wisplinghoff krijgt een kleinere rol: 2.000 testen per dag.

Hoe veelbelovend dat er ook uitziet, het lost de tekorten in september niet op. Directeur Maarten Cuppen van U-Diagnostics meldt dat de capaciteit die VWS heeft ingekocht namelijk nog steeds niet wordt benut, afgezien van circa 600 testen per dag die de GGD Amsterdam opstuurt. Hij zegt dat het LCDK hem niet gebeld heeft om afspraken te maken voor het benutten van de overige capaciteit. Ook is er nog steeds geen overeenkomst met het ministerie, slechts een intentieverklaring. Cuppen: ‘Ik begrijp er niets van.’ 

Eén vraag die Boel bij zijn presentatie op 11 september van een arts krijgt, is tekenend voor de chaos. De bewuste arts merkt op dat het niet meer duidelijk is wie de regie heeft: LCDK, VWS, of de GGD’en. ‘Kan dit verduidelijkt worden?’

Op 23 september meldt de NOS dat de GGD van Utrecht de wattenstaafjes op korte termijn voor analyse naar Abu Dhabi gaat sturen. De deal tussen het Nederlandse lab Saltro, een zusterlab in Abu Dhabi en VWS zou bijna rond zijn. In de Kamer zegt minister De Jonge dat hij het contract wil sluiten vanwege het tekort aan testcapaciteit: ‘In een normale situatie zou ik dat contract niet hebben gesloten. Maar in deze situatie zeg ik “ja, we gaan het toch doen.”’ 

Diezelfde dag nog vraagt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) Saltro en VWS om opheldering over de privacy-waarborgen, hetgeen lijkt te impliceren dat er niets met de AP is afgestemd. Dat is een probleem: medische persoonsgegevens — zoals DNA — kennen in Nederland de hoogste vorm van wettelijke bescherming, en Abu Dhabi staat zacht gezegd niet bekend om zijn privacyvriendelijke wetgeving. Navraag van Follow the Money leert dat de deal vanwege de privacy-problemen nog altijd niet rond is. ‘Het is juridisch gecompliceerd’, laat een woordvoerder van Saltro weten. 

Dat het testen dermate zou ontsporen dat DNA-materiaal van mogelijk honderdduizenden Nederlanders via een luchtbrug naar een autoritaire stadstaat in het Midden-Oosten vervoerd wordt, hadden weinigen zien aankomen. Dat er tekorten zouden ontstaan, stond echter wel degelijk in de sterren. Toch is daar niet naar gehandeld.

Ann Vossen laat namens de NVMM weten: ‘De fout binnen de hele keten is geweest dat het najaar een aantal weken eerder begon dan vooraf gedacht.' 

Reactie LCDK en Ann Vossen / NVMM

Follow the Money heeft dit artikel voor een reactie gedeeld met het LCDK. Die reageerde als volgt:

  1. Het LCDK gaat – zoals eerder ook gemeld – uit van de prognoses van het RIVM m.b.t. de testvraag. Deze zijn op 17 juli geactualiseerd:
    • Voor 17 juli was de verwachte testvraag (voor covid- en non-covidstromen) 39.000 voor augustus en 47.000 voor september.
    • Na 17 juli is die prognose met 4.000 naar boven bijgesteld (aug. 43.000 en sept. 51.000).
  2. Uit de wekelijkse uitvraag bij de laboratoria kregen wij het beeld dat de testcapaciteit voor september toereikend was. Deze zou in september 57.000 zijn. Voor augustus zou er wel een klein tekort zijn van 2.000 (zou 41.000 zijn). Toen begin augustus ook vertraging optrad bij het poolen project en er problemen bleken bij het plaatsen van machines is er een nadere analyse gedaan van de laboratoriumcapaciteit. Daaruit bleek dat de laboratoria de eigen mogelijkheden te rooskleurig hadden ingeschat. Ook ontstond er een beter inzicht in de operationele verliezen (preanalytisch, logistiek).
  3. Vanaf half augustus begon de testvraag plotseling snel te stijgen. Deze sterke stijging was onverwacht en is voor organisaties moeilijk te adapteren.
  4. Vanwege de krappe testcapaciteit voor augustus en de onverwacht snel stijgende testvraag, is besloten om de onderhandelingen met de buitenlandse laboratoria versneld te voeren. Op 14-8 is er al vanuit het LCDK contact gelegd met een buitenlands lab. Op 18 augustus heeft dit geleid tot een eerste gesprek. 
  5. Op basis van het bovenstaande wordt ook duidelijk dat uw bewering dat “VWS bewust heeft gekozen voor een systeem, waarvan Boel en Vossen wisten dat het die zomer aan zijn maximale capaciteit zit van 30 duizend testen per dag, terwijl de prognose voor augustus en september (circa 45 duizend) ruim boven dat maximum ligt” niet juist is.
  6. Kortom: wij zijn steeds uitgegaan van de prognoses van het RIVM. Nadat bleek dat de laboratoriumcapaciteit voor augustus te krap werd en voor september krapper werd, is -mede n.a.v. de snel toenemende testvraag – versneld geschakeld met buitenlandse labs. Precies zoals de heer Boel heeft beweerd in Buitenhof.
  7. Verder wekt het artikel de suggestie dat de MML’s zijn bevoordeeld ten opzichte van andere labs. Dat is niet het geval. In eerste instantie is gebouwd op het netwerk van GGD’en en MML’s. De reden hiervoor was dat er lopende contracten waren tussen deze partijen vanuit een aanbesteding, waarvan niet zomaar kan worden afgeweken en er daarnaast vanuit beide partijen grote tevredenheid was over de snelheid en kwaliteit van het werk. Daarom zijn deze labs ook als eerste gekoppeld aan CoronIT, het systeem waaraan labs die testen op corona worden gekoppeld. Daarna ontstond er pas ruimte om ook andere partijen – hieronder waren ook MML’s die niet met de GGD samenwerkten - aan te sluiten. Gezien het feit dat de testvraag laag was, was er vanuit de bestrijding van het virus geen noodzaak om de volgorde te veranderen. Er is in die periode regelmatig de vraag gekomen van laboratoria of het wel de investering waard was om op coronIT aan te sluiten omdat de testvraag zo laag was.

Ann Vossen reageerde op dit artikel via een woordvoerder van de NVMM. Zij stelt nooit tegen het aanhaken van commerciële, danwel buitenlandse laboratoria te zijn geweest. Kwaliteit zou de enige reden zijn geweest dat in het voorjaar terughoudend werd omgegaan met het aansluiten van bijvoorbeeld het Duitse U-Diagnostics. Dat de Nederlandse MML’s niet uitgerust zijn om testcapaciteit te leveren in een pandemie, was volgens de vereniging al in de beginfase bekend.  

‘De NVMM zet zich wat betreft testcapaciteit om COVID-19 besmettingen op te sporen in om op een veilige wijze (kwaliteitscriteria) zoveel mogelijk testcapaciteit te realiseren’, schrijft de NVMM verder. ‘Zowel kwaliteit als kwantiteit staan daarbij dus centraal en wij sluiten oplossingen buiten de Medisch- Micriobiologische Laboratoria daarbij in geen geval uit. Dit soort oplossingen zijn in deze pandemie zelfs noodzakelijk, omdat de capaciteit van de Medisch Microbiologische laboratoria ontoereikend is voor de grote behoefte die er nu is en omdat ook de reguliere diagnostiek door moet gaan. Opschaling van testcapaciteit buiten de ziekenhuislaboratoria om is onvermijdelijk, wat ook precies de reden is dat wij al in maart zijn gaan kijken naar overige opschalingsopties.’

Vossen en de NVMM stellen verder nadrukkelijk dat van belangenverstrengeling nooit sprake is geweest. 

Lees verder Inklappen