De Joint Strike Fighter (JSF) is als een black box. Het is onduidelijk wat de beoogde vervanger van onze F-16's gaat kosten. Voor- en tegenstanders goochelen met cijfers, maar wat gaat het de Nederlandse Staat nou echt kosten? En wat kan de moderne straaljager daadwerkelijk: How much bang for a buck do we get?
Het is ook de vraag wat Nederland opschiet met de zogenaamde F-35. Al aan het begin van het besluitvormingsproces werd de JSF een industrieproject. Orders voor Nederlandse bedrijven en bijbehorende banen zijn veel gehoorde argumenten. De militaire argumentatie sneeuwt onder, maar intussen rijdt de trein en deze lijkt niet meer te stoppen.

23 artikelen

Creatief boekhouden met het JSF-budget

Op papier blijft de aanschaf van de JSF waarschijnlijk binnen het budget. En de werkelijke prijs? Die verschuilt zich nog steeds. Achter gebudgetteerde prijzen, hoopvolle aannames en schuivende kostenposten.

De cijfers staan er, zwart op wit: de VS legt in 2016 maar liefst 130 miljoen dollar neer voor een JSF, zo blijkt uit vorige week gepubliceerde jaarcijfers van het Amerikaanse ministerie van Defensie. En niet de 87 miljoen dollar die Nederland voor het zelfde type (F-35A) straaljager denkt te hoeven neerleggen, waarbij Nederland nog met een oude dollarkoers rekent. Met de huidige, sterk gestegen, dollar valt het prijsverschil nog groter uit. Omgerekend 115 miljoen euro in de Amerikaanse boekhouding versus 66,4 miljoen euro in de Nederlandse boeken. Dat is bijna twee keer zo duur. 'Berekening JSF rammelt aan alle kanten', reageert Tweede Kamerlid Jasper van Dijk (SP) gisteren via Twitter als reactie op een nieuwe brief van de Rekenkamer over de aanschaf van de JSF, waarin het eerdere zorgen over de kosten en inzetbaarheid herhaalt. Gaat het nog wel lukken om 37 JSF’s te kopen binnen het afgesproken budget van 4,5 miljard euro?

Even rekenen

Even snel gerekend, lijkt het totale budget met de zogeheten ‘kale stuksprijs’ van 130 miljoen nog wel uit te komen op vier miljard euro voor 35 toestellen. Dit zou ruim binnen het budget van 4,5 miljard euro vallen, maar zo eenvoudig is het niet. Ongeveer twee miljard euro aan kosten komen daar nog bij, waaronder investeringskosten en de eerder aangeschafte twee testtoestellen die het totaal brengen op 37. Concreet: hoeveel toestellen kunnen we dan kopen voor 4,5 miljard euro? JSF-expert Johan Boeder geeft een doorgerekend antwoord. Met een kale stuksprijs van 130 miljoen dollar kan ons land tegen de huidige dollarkoers slechts 26 JSF's kan kopen, zo heeft hij berekend. Tegen de door Nederland gehanteerde verouderde dollarkoers zouden het er 28 JSF's zijn, zo rekent Boeder voor (de berekeningen werden door Follow The Money ingezien).
'Als dat niet lukt, gaat het niet door'
En dat terwijl regeringspartij PvdA in 2013 voorwaardelijk akkoord is gegaan met de aankoop van 37 JSF's. Toen de PvdA in 2002 voor het eerst instemde met de JSF dachten ze nog 85 toestellen te kunnen kopen. Jaar na jaar werden dat er minder. De partij wil nu écht niet meer geld neerleggen dan het vastgelegde budget van 4,5 miljard euro. Ook het aan te schaffen aantal is voor PvdA fractieleider Samsom écht een breekpunt. Hij wil dat er altijd minimaal vier permanent internationaal inzetbare JSF's beschikbaar zijn. 'Als dat niet lukt, gaat het niet door', citeerde Elsevier Samsom na het kabinetsbesluit in 2013. Geen probleem, volgens VVD-minister Hennis van Defensie. Met 37 JSF’s zijn er vier straaljagers beschikbaar voor internationale missies. Maar de Rekenkamer herhaalde gisteren haar twijfels over deze inzetbaarheid bij de aanschaf van 37 stuks, laat staan wat we met een eventueel lager aantal kunnen. Defensie heeft de inzetbaarheid wat beter onderbouwd, maar het rammelt nog. Hennis houdt bijvoorbeeld nog steeds geen rekening met het neerstorten van straaljagers. Iets wat juist in de jonge jaren van een straaljager-type gebruikelijk is en waar volgens de Rekenkamer vooral bij de JSF serieus rekening mee gehouden dient te worden. Dit is politiek explosieve materie. Wat als de PvdA alsnog een streep zet door de JSF? 'Dan is er ruzie in het kabinet', zo reageerde VVD-fractieleider Halbe Zijlstra vorig jaar in Nieuwsuur.

Goed nieuws: De JSF wordt goedkoper

Die ruzie leek ver weg, vorig jaar december. VVD-minister van defensie Hennis kwam namelijk met goed nieuws: de prijs van de JSF gaat dalen. Dat was haar verteld door de Amerikanen die hoofdaannemer zijn van dit internationale wapenaankoopprogramma. Twee weken geleden wordt dit goede nieuws bevestigd door de projectleider van de JSF, de Amerikaanse generaal Bogdan. In 2019, het jaar waarin Nederland de eerste JSF’s geleverd hoopt te krijgen, komt de prijs uit op 80 á 85 miljoen dollar. Nog lager dan de prijs waar Nederland mee rekent! Ons ministerie van Defensie heeft de uitspraak van Bogdan op zijn website staan, maar gevraagd naar de stand van zaken verwijst het ministerie Follow The Money naar  de voortgangsrapportage uit 2014, waarin de prijs van 87 miljoen dollar aangehouden wordt. Goed nieuws dus, die beloofde prijsdaling? Blijven we dan toch binnen het budget? Volgens JSF-expert Boeder is het goed mogelijk dat de prijs gaat dalen, maar dat moet wel bezien worden vanuit de huidige Amerikaans kale kostprijs van 130 miljoen dollar. Boeder gelooft niet dat de prijs zo ver zakt als Bogdan belooft: ‘Zelfs bij een beduidend optimistisch gemiddelde van 107 miljoen dollar kale kostprijs kunnen we maar 30 toestellen kopen.’
'De winst van hogere productieaantallen had nu al substantieel merkbaar moeten zijn'
Defensie-expert Christ Klep, die het enige Nederlandstalige boek over de JSF geschreven heeft, kan zich vinden in de berekeningen van Boeder, maar geeft ook aan dat het op dit moment nog niet keihard te bewijzen is dat we in Nederland te weinig budget zullen hebben voor 37 F-35’s: 'Voor een deel is het immers Nederlandse appels en Amerikaanse peren vergelijken, onder andere door een andere begrotingssystematiek. Maar het zou wel een godswonder zijn als de Amerikaanse stuksprijzen ooit in de buurt komen van het Nederlandse rekenmodel. De winst van hogere productieaantallen had immers nu al substantieel merkbaar moeten zijn.' Volgens Klep is er dus een mirakel nodig om met het budget van 4,5 miljard euro 37 JSF’s te kopen.

Jack de Vries wijst op 'de feiten'

‘Dat er over dit thema verschillende meningen zijn, is natuurlijk prima en begrijpelijk’, kreeg Follow The Money na een eerder artikel te lezen in een e-mail van voormalig staatssecretaris van Defensie Jack de Vries, die zich voorstelde als vertegenwoordiger van Nifarp, de Nederlandse JSF-industrie. De Vries was bezig om de Nederlandse media te onderwerpen aan factchecks en drukte Follow The Money op het hart om ‘de discussie wel op basis van de juiste feiten te voeren’.  De JSF-lobbyist gaf aan dat ‘bepalend voor de keuze in Nederland de kosten zijn van een productie-toestel op het moment dat wij het toestel daadwerkelijk denken aan te schaffen. Dat is dus te rekenen vanaf 2018/2019.’ Goed, de feiten dus. Het Pentagon budgetteerde de afgelopen jaren 167 miljoen dollar (2014), 149 miljoen dollar (2015) en 130 miljoen dollar (2016) voor het type JSF dat Nederland ook gaat kopen. De prijzen zijn op papier dus aan het dalen richting de door JSF-projectleider Bogdan beloofde kale stuksprijs van 80 á 85 miljoen dollar in 2019. Als die daling zich voortzet, dan rechtvaardigt dat de beloftes van Bogdan. Geen vuiltje aan de lucht dus?
‘De Amerikanen hebben graag dat het materieel voor hun eigen strijdkrachten niet duurder uitvalt dan voor de bondgenoten’
‘Zelfs al zouden we ooit op de 80 á 85 miljoen euro stickerprijs uitkomen, dan is dat een papieren prijs,' waarschuwt defensie-expert Klep echter. 'Je zult zien dat in de loop der jaren de overige kosten hoger uitvallen’. ‘De Amerikanen hebben graag dat het materieel voor hun eigen strijdkrachten niet duurder uitvalt dan voor de bondgenoten’, verklaart Klep, die aangeeft dat de Amerikanen de hoge kosten uit de jaren vóór 2019 hoogstwaarschijnlijk terug zullen willen zien.

Schuivende kostenposten

Maar hoe kunnen de Amerikanen deze hoge kosten dan factureren? Klep: 'Het ligt er allemaal aan hoe je rekent en waar je de kosten boekt. De kale stuksprijs is slechts één van de ankers voor producent Lockheed Martin en het Pentagon.’ De terminologie verraadt het al: naast de kale stuksprijs zijn er meer kosten. Bovenop de eerder genoemde investeringskosten is er nog geld nodig om te kunnen vliegen met de JSF, zoals simulatoren en gereedschap, maar ook met de operationele kosten op langere termijn zijn enorme kosten gemoeid. Klep: ‘Als de kale stuksprijs dus te hoog uitvalt, kun je dat altijd nog compenseren door kosten elders op de rekening te zetten, je kunt er boekhoudkundig mee spelen. Lockheed is geen goede-doelenorganisatie, de klant zal de kosten ooit betalen.’
'VIER EN EEN HALF MILJARD EN DAT IS HET'
September vorig jaar. In de studio van Nieuwsuur is minister Hennis van Defensie  stellig over het budget voor de JSF. 'Vier en een half miljard en dat is het', vertelt ze aan presentatrice Tweebeeke. Ze kiest haar woorden zorgvuldig, maar de 37 JSF's van het type F-35A komen er volgens de minister binnen dat 'financiële kader'. De aanschaf van 37 toestellen moet dus binnen het budget van 4,5 miljard euro passen. 'Anders ga ik naar de Kamer', vertelt de minister. Waarmee ze aangeeft dat ze dan verantwoording aan de volksvertegenwoordiging verschuldigd is. Maar wat zijn de woorden van Hennis waard? Uiteindelijk weten we achteraf pas wat we moeten betalen voor de opvolger van de F-16. De eerste JSF’s komen op z’n vroegst pas in 2019 naar Nederland, daarna worden de volgende straaljagers gefaseerd over de jaren geleverd. Rond het jaar 2025 zijn Hennis en Samsom waarschijnlijk alweer van het politieke toneel verdwenen. Zo schuiven ze de eeuwige hete aardappel van de JSF-kosten op hun beurt weer door. Naar hun opvolgers.