Kunnen we ons monetaire systeem op een eerlijker manier organiseren? Lees meer

Waarom is de creatie van geld in handen van – particuliere – banken? En moet dat altijd gepaard gaan met schuld? Ofwel: kunnen we ons monetaire systeem op een eerlijker manier organiseren?

Dat zijn vragen waar menig econoom zijn tanden op heeft stukgebeten. Toneelgroep De Verleiders zette een brede discussie in gang door op te roepen tot een burgerinitiatief. Met 120.000 handtekeningen moest de politiek wel reageren en nadenken over de aard en het wezen van ons geld en hoe het wordt gecreëerd. Dat leidde tot een opdracht voor de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) om onderzoek naar geldschepping te doen.

Op Follow The Money begon het debat in 2015, toen auteur en voormalig bankenlobbyist Robin Fransman reen open brief aan het toneelgezelschap schreef, die werd beantwoord door Martijn Jeroen van der Linden, bestuurder van de stichting Ons Geld. Daarnaast gaven tientallen lezers in het discussieforum hun visie op wat misschien wel de grote vraag van het moment is: van wie is ons geld eigenlijk?

80 artikelen

© ANP Lex van Lieshout

Criminalisering van contant geld drijft de consument in de datafuik van de banken

De ministers Grapperhaus en Hoekstra willen het gebruik van contant geld inperken. Volgens hen is dat nodig om het witwassen van crimineel geld tegen te gaan. Maar hun onderbouwing is flinterdun, terwijl de maatregel wel de vrijheid van burgers beknot. Banken zijn de lachende derde: zij krijgen een schat aan data in hun schoot geworpen, die ze vervolgens voor eigen gewin kunnen uitbaten.

Dit stuk in 1 minuut
  • Het kabinet presenteerde een plan van aanpak om witwassen tegen te gaan. Een van de onderdelen daarin: een verbod op betalingen met contant geld boven de 3000 euro.  

  • Privacy-voorvechters vinden dat de overheid contant geld ten onrechte criminaliseert. Volgens de Autoriteit Persoonsgegevens gaat de afname van betalingen met contant geld gepaard met verhoogde risico’s voor de rechten en vrijheden van burgers. 

  • De onderbouwing van het plan blijkt bovendien flinterdun: de ministeries van Financiën en Justitie kunnen geen enkele schatting geven van de omvang van  witwaspraktijken met cash betalingen tussen de drie- tot tienduizend euro. Ze weten zelfs niet hoe witwassen met contanten zich verhoudt tot witwassen met giraal geld.  

  • De banken wrijven zich in de handen over deze maatregel. Het verbod op grote contante betalingen betekent dat meer transacties via hun systemen lopen, en zulke data zijn geld waard. Banken wijzigen privacy-statements zodat ze transactiegegevens van klanten kunnen inzetten voor reclamedoeleinden

  • Ondertussen ontlopen de banken, de grote spelers in het witwascircuit, strafrechtelijke vervolging. ‘We laten de inbrekers het huis bewaken.’ 

Lees verder

Stel je voor: de salarisverhoging waar je zo hard voor hebt gewerkt, is doorgevoerd. Vervolgens staat tussen de Twitter- en Instagram-posts op je telefoon wekenlang een Rolex-advertentie met de tekst ‘Vier je successen’, die ook oppopt zodra je je browser opent. Of je koopt een huis en nog voordat de sleutels zijn overgedragen, zitten er reclamemails voor een inboedelverzekering, een bouwmarkt en keukeninstallateur in je inbox.

Persoonlijke reclameboodschappen versturen op basis van je betaalgegevens is de volgende stap in de targeted marketing-strategie van banken. De ING paste een maand geleden haar privacyverklaring aan om ongevraagd de transactiegegevens van klanten te kunnen gebruiken voor persoonlijke reclameboodschappen. Wie digitaal betaalt, geeft de bank toestemming om zijn data te gebruiken. De andere grootbanken (ABN Amro, de Volksbank en de Rabobank) geven er geen ruchtbaarheid aan, maar doen hetzelfde: de Rabobank vermeldt in haar privacyverklaring bijvoorbeeld dat zij je gegevens gebruikt voor ‘relatiebeheer, promotie en marketing’. De banken zeggen de data voorlopig alleen voor marketing van het eigen bedrijf te gebruiken.

‘Als deze ontwikkeling doorzet, worden we straks wakker in een maatschappij waarin allerlei vrijheden die we nu voor lief nemen, niet meer bestaan. Privacy is geen vanzelfsprekendheid,’ zegt Ancilla van de Leest, privacyvoorvechter, werkzaam bij zoekmachine startpage.com en voormalig lijsttrekker van de Piratenpartij. Toch lijken steeds minder mensen zich druk te maken om deze inbreuk op hun privacy. In 2014 was de ING ook al voornemens om betaalgegevens van klanten als verdienmodel te exploiteren, maar de bank zag zich genoodzaakt het plan te parkeren vanwege de maatschappelijke ophef. Vijf jaar later haalt de bank het plan uit de ijskast, maar blijft de grootschalige verontwaardiging uit. Van de Leest: ‘Mensen lijken te accepteren dat hun privacy stapje voor stapje wordt ingeperkt.’

Profilering is bedreiging voor sociale zekerheid 

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) uitte op 3 juli in een brief aan de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) wel haar zorgen. Ze wees de banken erop dat ze niet zomaar de betaalgegevens van klanten mogen gebruiken voor andere doeleinden dan oorspronkelijk de bedoeling was toen de klant een rekening opende. ‘Betaalgegevens geven een vrij compleet beeld van iemands leven: waaraan besteed je je geld, van welke verenigingen ben je lid, met wie ga je om.’ Daar moet de bancaire sector heel zorgvuldig mee omgaan, vindt de AP. 

Van de Leest is niet overtuigd dat dat ook zal gebeuren. ‘Psychische klachten, verslavingen, ook dat soort zaken komen allemaal naar voren uit iemands betalingsverkeer. Een gedetailleerde profielschets is zo gemaakt en een verzekeraar betaalt daar grof geld voor.’ Dat voorbeeld sluit nauw aan bij de woorden van Laura van Geest, de directeur van het Centraal Planbureau (CPB), die op 11 juli waarschuwde dat grootschalige data-analyse de solidariteit in de Nederlandse sociale zekerheid onder druk zet: ‘Private verzekeraars zijn er niet voor solidariteit. Zij moeten concurreren.’

Wie contant betaalt, maakt immers geen gebruik van de bancaire infrastructuur en laat geen dataspoor achter

The war on cash

Datzelfde geldt voor commerciële banken. Ze concurreren met elkaar om klanten die voor hun rekening betalen, met hun spaargeld de bank voorzien van financiering, en hun volledige transactiegeschiedenis achterlaten. Maar de sector als geheel heeft nog een concurrent: contant geld, uitgegeven door de centrale bank. Wie contant betaalt, maakt immers geen gebruik van de bancaire infrastructuur en laat geen dataspoor achter. Banken maken ondertussen wel kosten voor het vullen van geldautomaten en dragen het risico van een plofkraak.

Betalingen met contant geld nemen steeds verder af: in 2018 betaalden consumenten in Nederland 37 procent van hun aankopen in winkels en horeca in cash. Die afname betekent dat mensen afhankelijker worden van girale euro’s – en daarvoor heb je een bankrekening bij een commerciële bank nodig. Banken vinden het dan ook geen probleem dat cash, de enige publiek uitgegeven euro in ons huidige geldstelsel, aan populariteit verliest. Ze voeren volgens critici zelfs een heuse oorlog, de war on cash.

Die strijd woedt ook in Nederland al enige tijd: in november kondigden de Nederlandse banken bijvoorbeeld aan dat de pinautomaat van uiterlijk verandert. De achterliggende boodschap was dat ze het aantal locaties waar je contant geld kunt opnemen, verder gaan afbouwen. De ING ging deze maand nog een stapje verder: vanaf 1 oktober 2019 krijg je voortaan 20 procent korting op je betaalpas als je zelden contanten opneemt. Wie toch meer dan 5 keer per jaar pint, is uiteindelijk duurder uit.

‘Sinds geruime tijd is een ontwikkeling naar steeds verdergaande digitalisering van het betalingsverkeer, de zogenoemde cashless society, waar te nemen,’ schrijft de Autoriteit Persoonsgegevens in haar brief aan de NVB. Die ontwikkeling brengt volgens de AP verhoogde risico’s voor de rechten en vrijheden van burgers met zich mee. ‘De afname van betaling met chartaal geld (munten en bankbiljetten) en toename in girale betalingen heeft tot gevolg dat het betalingsverkeer van personen navenant meer wordt geregistreerd.’

Girale transacties worden gemonitord door banken en andere financiële instellingen

Criminalisering van contant geld 

Waar de AP een bedreiging voor onze vrijheden ziet in die verplichte registratie van het betalingsverkeer, zien de ministers Wopke Hoekstra van Financiën en Ferdinand Grapperhaus van Justitie en Veiligheid daarin een kans om witwassen tegen te gaan. Begin deze maand kondigden ze een  verbod aan op cash transacties boven de 3000 euro. Ook willen ze het biljet van 500 euro liefst in heel Europa afschaffen, omdat dat biljet populair is bij criminelen.

Het cash-verbod moet volgens de twee ministeries de barrières verhogen om crimineel geld wit te wassen. De logica daarachter: om in de formele economie gebruik te maken van illegaal verkregen contant geld moet het in het ‘normale’ geldverkeer worden geïntroduceerd. Dat kan onder andere door het kopen van goederen en diensten. Als dat niet meer anoniem kan met contant geld, leidt dat volgens het ministerie tot betere zichtbaarheid en traceerbaarheid. 'Girale transacties worden immers gemonitord door banken en andere financiële instellingen,' aldus de ministeries.

Naast het verbod op contant geld bevat het plan van Hoekstra en Grapperhaus maatregelen die het banken mogelijk maakt om uitgebreid informatie met elkaar uit te wisselen over klanten en hun transacties. Dat moet het voor ontmaskerde criminelen moeilijker maken om hun illegale praktijken bij een andere bank voort te zetten. De uitbreiding van het verwijzingsportaal bankgegevens is onderdeel van het plan: de ministers willen dat banken saldo- en transactiegegevens van klanten automatisch verstrekken aan de politie, de Belastingdienst en opsporingsdiensten. Een wetswijziging moet het voor deze instanties mogelijk maken om bijna real-time identificerende gegevens te zoeken in de administratie van banken.

‘Een adequate analyse van de omvang van het probleem en de maatschappelijke en financiële kosten van de maatregelen ontbreekt’

‘In een vrije rechtsstaat gaan autoriteiten pas gegevens van iemand verzamelen als die wordt verdacht van strafbare feiten, en niet van iedereen alles bijhouden voor het geval je iets verkeerd doet.’ Ancilla van de Leest vindt dat het kabinet transacties buiten de digitale betalingsinfrastructuur van banken criminaliseert. ‘De overheid wekt de indruk dat contant geld vooral door criminelen gebruikt wordt, terwijl dat helemaal niet zo is. Ze draaien de bewijslast om: je bent verdacht als je een groot bedrag contant afrekent en je moet zelf maar bewijzen dat je niks verkeerds doet.’ Als deze trend doorzet en cash verdwijnt, verliezen we volgens Van de Leest de fundamentele vrijheid om elkaar peer-to-peer, zonder tussenkomst van een bank, te betalen. ‘Ik heb een pizza en jij hebt geld, maar toch zijn we afhankelijk van een derde partij die onze transactie registreert. Een bankrekening is zo niet langer een keuze, maar een vereiste om elkaar te kunnen betalen.’

Bas Filippini, voorzitter van belangenorganisatie Privacy First, vindt het plan ‘buitenproportioneel’. ‘Een adequate analyse van de omvang van het probleem en de maatschappelijke en financiële kosten van de maatregelen ontbreekt. Het wordt de burger gewoon door de strot geduwd.’ Ook betalingsexpert Simon Lelieveldt wees er via Twitter al op dat de ministers het plan met ‘insiders uit de financiële sector’ geprepareerd lijken te hebben en het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer gepasseerd is.

Oplossing voor welk probleem?

De ministeries gaan ervan uit dat witwaspraktijken en fraude aan het licht komen wanneer verdachte transacties voortaan verplicht via banken lopen. Die aanname is zacht gezegd twijfelachtig, gezien de witwasschandalen bij banken. De Rabobank schikte in 2018 nog voor 298 miljoen euro met de Amerikaanse justitie wegens het witwassen van Mexicaanse drugsgelden. De ING trof een recordschikking van 775 miljoen euro met de Nederlandse justitie omdat ze onder andere haar systemen zo had ingesteld dat er maximaal drie waarschuwingen per dag overbleven. 

Als banken witwastransacties van drugskartels ter waarde van honderden miljoenen al niet herkennen, hoe zinvol is het dan om transacties tussen de 3000 en 10.000 te monitoren? Want dat is de bandbreedte waarop het aanstaande verbod betrekking heeft. Geldende wetgeving schrijft immers al voor dat contante betalingen boven de 10.000 niet anoniem afgerekend mogen worden. Verdachte transacties moeten bovendien gemeld worden.

Beide ministeries zeggen niet te weten hoe witwassen met contant geld zich überhaupt verhoudt tot witwassen met giraal geld

Minister Hoekstra zei op 1 juli bij Pauw dat het ‘geen klein bier’ is wat wordt opgelost met deze grens van 3000 euro, ‘want de politie zegt: “Het helpt ons echt enorm”.’ Concrete vragen van Jeroen Pauw over de omvang van het probleem en de effectiviteit en proportionaliteit van de maatregelen ontweek Hoekstra. Ook de ministeries van Financiën en Justitie kunnen geen enkele inschatting geven van de omvang van  witwaspraktijken met cash transacties tussen de drie- tot tienduizend euro. Op vragen van FTM antwoordden beide ministeries zelfs dat ze niet weten hoe witwassen met contant geld zich überhaupt verhoudt tot witwassen met giraal geld. De totale omvang van witwassen in Nederland wordt in het onderzoek waarnaar de ministeries verwijzen op 16 miljard euro geschat, maar de verdeling tussen giraal en contant geld is daarin niet meegenomen. ‘Daarnaast maken de bedragen van 3.000 euro en 10.000 euro geen deel uit van het onderzoek,’ aldus de ministeries.

De onderzoekers melden wel dat het voor criminelen nu al moeilijk is om onopgemerkt contant geld uit te geven in Nederland. ‘Maar niet onmogelijk, mits men daarvoor bereid is een premie te betalen.’ Daarbij maken criminelen volgens de onderzoekers gebruik van financiële experts die witwasconstructies voor hen opzetten in de bovenwereld. Ze schrijven ook dat het relatief makkelijk is om grote sommen geld naar het buitenland te verplaatsen. Die twee problemen worden echter niet geadresseerd met het voorgestelde verbod op contant geld.

Marc Schuilenburg, hoogleraar criminologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, erkent het probleem van zwart geld in contanten, maar heeft zijn bedenkingen bij de maatregel: ‘Criminelen opereren internationaal, dus om effectief te zijn moet je zo’n grens van 3000 euro wel internationaal invoeren en handhaven.’

De ministeries verwijzen naar België, dat al een verbod op cash transacties boven 3000 euro kent. In Frankrijk ligt de grens zelfs bij 1000 euro. Maar in veel andere Europese landen, waaronder Duitsland, is geen enkel verbod van kracht en zijn daarvoor ook geen plannen. De Europese Commissie(EC) besloot vorig jaar, op basis van uitgebreid onderzoek, zelfs om geen wettelijke maatregelen tegen het gebruik van contant geld te nemen: ‘Beperkingen op cash betalingen zijn een gevoelig onderwerp voor Europese burgers; velen van hen beschouwen de mogelijkheid om contant te betalen als een fundamentele vrijheid, die niet disproportioneel hoort te worden ingeperkt.’

De betrouwbaarste cijfers uit het onderzoek waar Hoekstra en Grappenhaus op bouwen, laten bovendien zien dat slechts 7 procent van het crimineel vermogen wordt aangehouden in de vorm van contant geld (in binnen- en buitenland samen). De onderzoekers: ‘Wat opvalt is dat het merendeel van de vermogens valt in de categorie conventioneel beleggen. Binnen deze grote categorie vormen het saldo op buitenlandse bankrekeningen, onroerend goed in Nederland en het buitenland belangrijke vermogensbestanddelen.’ Slechts 3 procent van de criminele vermogens valt binnen categorieën waarop het verbod effect zal hebben: aankopen van luxegoederen en juwelen die nu (mogelijk) met contant geld tussen de 3000 en 10.000 worden afgerekend.

Wantrouwen als uitgangspunt

‘Je ziet helaas steeds vaker dat er politieke keuzes worden gemaakt waarvan elke deskundige direct zegt: waar is dit op gebaseerd?’ Dat zei toenmalig nationaal ombudsman Alex Brenninkmeijer in 2013 tegen Trouw over maatregelen van de overheid waarbij ‘wantrouwen het uitgangspunt is, terwijl de meeste mensen deugen’. De woorden van Brenninkmeijer zijn zes jaar later actueler dan ooit. 

De privacy- en fundamentele vrijheidsargumenten – die voor de Europese Commissie de doorslag gaven om het gebruik van contant geld niet te beperken – lijken bij het kabinet weinig gewicht in de schaal te leggen. Dat geldt ook op andere gebieden: zo zei minister Grapperhaus deze maand dat hij mensen wil kunnen verplichten om DNA af te staan, ook wanneer ze niet verdacht worden van een misdrijf. Bij deze verregaande maatregelen voert hij steevast als argument aan dat ze geoorloofd zijn om de ‘ondermijning’ van onze rechtsstaat tegen te gaan. Bart de Koning zette voor FTM al eens uiteen dat die vermeende ondermijning vooral is gebaseerd op slecht onderbouwde spookverhalen van politici en experts met een verborgen agenda.

Bij Grapperhaus valt de plotselinge ijver op waarmee hij de strijd tegen witwassen aanbindt

Bij Grapperhaus valt de plotselinge ijver op waarmee hij de strijd tegen witwassen aanbindt. In de recente schikking van de ING met het Openbaar Ministerie zat hij immers nog aan de andere kant van de onderhandelingstafel: hij leidde toen het advocatenkantoor Allen & Overy dat de ING adviseerde, reden waarom hij als minister van Justitie de schikking niet kon goedkeuren. Grapperhaus en Hoekstra criminaliseren contant geld maar ondertussen ontlopen onze banken, de grote jongens binnen het witwascircuit, strafrechtelijke vervolging – deels onder hun regie.

‘We laten de inbrekers het huis bewaken,’ zegt Filippini van Privacy First. Hij ziet een trend waarbij wetgeving  gebaseerd op het onschuldprincipe wordt omgezet naar massasurveillance en profilering naar Chinees model. ‘De grootste privacyschenders en misbruikers van het financiële systeem, zoals sociale-mediabedrijven en banken, worden daarbij door de wetgever gebombardeerd tot poortwachters.’ 

Digitaal contant geld

De Nederlandsche Bank (DNB) is bijzonder kritisch over het verdwijnen van contant geld: ‘Cashloos maakt je als samenleving kwetsbaar.’ DNB noemde vorig jaar oktober storingen, hackers en mensen die moeite hebben met pinnen als evenzovele redenen waarom contant geld moet blijven bestaan. In haar meest recente visie op betalen stelt DNB bovendien de fundamentele vraag ‘wat is de betekenis van publiek geld (uitgegeven door centrale banken) versus privaat geld (uitgegeven door commerciële partijen) en wat de implicaties zouden zijn van een “cashless” samenleving waarin mensen hun geld niet meer van de bank kunnen halen, bijvoorbeeld in tijden van crisis of ongerustheid over de banken?’

Met het verbod op cash transacties verplicht de overheid haar burgers om klant te worden van private bedrijven. Er bestaat immers nog altijd geen publiek digitaal alternatief voor giraal geld, uitgegeven door commerciële banken. In een economie die zich steeds meer in de digitale wereld afspeelt, schiet de overheid ernstig tekort, vindt Kamerlid Mahir Alkaya (SP). Hij diende daarom vorig jaar een initiatiefnota in voor een ‘digitale kluis’ van de overheid. Ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), die drie jaar onderzoek deed naar het geldstelsel, pleitte voor een ‘digitale evenknie van contant geld’.

Minister Hoekstra dankte de WRR vriendelijk voor zijn adviezen, maar kondigde geen concrete acties aan om te experimenteren met Central Bank Digital Currencies of een depositobank. Zelfs nu commerciële bedrijven als Facebook, Uber en Paypal met hun eigen digitale munt wel in dat monetaire gat springen, komt het kabinet niet in actie.

Blijkbaar zien de ministeries van Financiën en Justitie het niet als overheidstaak om burgers te allen tijde van een munt te voorzien die door een publiek instituut wordt uitgegeven. De ministeries weiden niet uit, maar antwoorden FTM dat het kabinet geen plannen overweegt om een digitale vorm van contant geld in te voeren. Ook het voorgenomen verbod brengt daar geen verandering in.