
Jaarlijks gaan duizenden bedrijven en personen failliet. Vaak heeft dat grote gevolgen — en het gebeurt lang niet altijd even netjes. Lees meer
Toeleveranciers moeten nog maar hopen dat ze een deel van hun facturen betaald krijgen, werknemers dreigen op straat te komen en de gefailleerde ondernemer moet lijdzaam toezien hoe de bedrijfspanden, voorraden en wagenpark met een beetje pech tegen executiewaarde worden verkocht. Alle hoop is gevestigd op de door de rechtbank aangestelde curator die de volledige regie in handen krijgt van het afwikkelen van het faillissement.
De curator krijgt op basis van de 120 jaar oude Faillissementswet vergaande bevoegdheden: van het ontslaan van personeel, de verkoop van het bedrijf, het starten van juridische procedures tegen de gefailleerde tot het gijzelen van een bestuurder die niet meewerkt.
Maar doet de curator zijn werk wel goed? Wat is de verhouding tussen de boedelopbrengst, die hij binnenhaalt en zijn eigen declaraties (die ten laste van dezelfde boedel plaatsvinden). En wie houdt er toezicht op curatoren? Dat zóuden rechters-commissarissen moeten zijn, maar die hebben het krankzinnig druk en ontberen kennis. Follow the Money zet in op deze kwestie die al tientallen jaren door de rechtspraak, politiek en journalistiek ongemoeid wordt gelaten. We nodigen u uit om uw kennis en ervaringen met ons en andere lezers te delen.
Roger Lips strijdt niet alleen tegen zijn curatoren, maar ook tegen justitie
Verdachte van faillissementsfraude hoort strafeis: drie jaar
‘80 procent van de curatoren doet geen melding van faillissementsfraude’
Gebed zonder eind: de strijd tegen faillissementsfraude
FTM Audio - De bijna ongestoorde handel en wandel van faillissementsfraudeurs
De bijna ongestoorde handel en wandel van faillissementsfraudeurs
Waarom banken bij faillissementen altijd aan het langste eind trekken
Zo plukt de curator je als je bedrijf failliet gaat
FTM Audio - Dit is de schadelijkste wet van Nederland
Dit is de schadelijkste wet van Nederland
Curator verslikt zich voor 300 duizend euro in sojaolie
Curatoren zijn vaak onaantastbaar in hun handelen. Oók als ze fouten maken. Maar curator Raimond Dufour gaat voor 3 ton het schip in met een partij sojaolie. Hij werd onlangs door de rechtbank Rotterdam, en met hulp van Imtech-curator Jeroen Princen, persoonlijk aansprakelijk gesteld voor de schade.
Het komt niet vaak voor dat een rechter oordeelt dat een curator pérsoonlijk aansprakelijk wordt gesteld voor de acties die hij beroepshalve onderneemt. En al helemaal niet als die persoonlijke claim van ruim 300.000 euro wordt ‘aangevoerd’ door advocaat Jeroen Princen, de bekende curator belast met het megafaillissement van Imtech. Princen is niet alleen curator van de technisch dienstverlener Imtech, maar staat als advocaat ook de Rotterdamse handelsmaatschappij Nidera bij in een slepende juridische procedure tegen een vakbroeder die het te bont heeft gemaakt bij de afwikkeling van een faillissement. Die vakbroeder is curator Raimond Dufour, die zich 10 jaar geleden verslikt heeft in de verkoop van een grote partij sojaolie in de boedel van een gefailleerde oliehandelaar. Een dure fout, niet enkel voor de schuldeisers, maar mogelijk ook voor hemzelf. De rechtbank Rotterdam heeft hem namelijk afgelopen september voor circa 300.000 euro persoonlijk aansprakelijk gesteld.
Status aparte
Het is een uitzonderlijke beslissing van iemand uit deze beroepsgroep. Uit eerdere artikelen in het FTM-dossier 'In de greep van de curator' kwam al naar voren dat curatoren veel macht hebben en dat rechters-commissarissen nauwelijks effectief toezicht op hen houden vanwege een kennisachterstand en een enorme werklast. En als curatoren in de fout gaan, hoeven ze ook niet te vrezen voor de rechter vanwege hun status aparte (zie kader). Curator Dufour ging desondanks de boot in. Het probleem valt te reconstrueren uit de talloze curatorenverslagen en rechtszaken die hieraan vooraf zijn gegaan. Het begon in de zomer van 2005 toen de handelsmaatschappij Algemene Oliehandel een grote partij sojaolie had ingekocht bij het Rotterdamse handelshuis Nidera en (door)verkocht aan Rosilvia, een Angolese partij waarmee Algemene Olie al eerder zaken had gedaan. Rederij Maersk verzorgt vervolgens de verscheping vanaf de Nidera-vestiging in Argentinië en op 6 januari 2006 zijn alle 50 containers gearriveerd in de Angolese havenstad Luanda. De vrachtdocumenten (cognossementen) worden echter niet overgedragen aan de koper, omdat Rosilvia deze containers, en 20 eerder gearriveerde containers nog niet volledig had betaald.
Beslaglegging in Angola
Een paar maanden later, op 5 april 2006, gaat Algemene Oliehandel zelf failliet, nadat het bankkrediet, een paar dagen daarvoor, is opgezegd. Dufour wordt aangesteld als curator en stuit op de eigendomsdocumenten van de 50 zeecontainers met sojaolie in een Angolese haven die door Rosilvia nog niet zijn afgerekend. De containers dreigen echter in beslag te worden door de Angolese havenautoriteiten, die daartoe bevoegd zijn als containers langer dan twee maanden in de haven blijven liggen. Als curator denkt hij met de verkoop van 50 containers sojaolie, wachtend in de haven in de haven van Luanda (Angola), de boedelrekening met een paar ton op te hogen zodat niet enkel hij maar ook pandhouder ABN Amro een uitkering kan krijgen.

Heronderhandelen
Dufour verkoopt daarop, met toestemming van rechter-commissaris Van Vonderen, 20 containers aan derde partijen. De oorspronkelijke totaalafnemer Rosilvia gaat heronderhandelen: ze is nu bereid om 30 containers sojaolie te kopen voor een bedrag van 400 duizend dollar mits Rosilvia ook gevrijwaard wordt tegen alle verliezen die ontstaan uit mogelijke confiscatie van containers door de Angolese autoriteiten. Kortom, ze willen de boedelrekening wel spekken, maar dan willen ze het risico op inbeslagname niet dragen. Curator Dufour gaat daarmee akkoord na toestemming van rechter-commissaris Van Vonderen. Dit laatste is overigens niet verwonderlijk, in eerdere artikelen van Follow The Money kwam al naar voren dat het kritisch vermogen van rechters-commissarissen beperkt is. De verkoop lijkt geslaagd, maar de Angolese autoriteiten nemen 17 van de 30 containers in beslag en Rosilvia claimt, verwijzend naar de vrijwaringclausule, bij de curator een bedrag van 279 duizend dollar terug ter vergoeding van de geconfisqueerde containers en de douanekosten. Het leidt tot juridische procedure tussen Rosilvia en curator, die uiteindelijk ruim 200.000 euro betaalt.
Tweede front
Rosilvia is niet de enige handelspartij die in opstand komt, ook de oorspronkelijke leverancier Nidera meld zich aan het front. Hun standpunt: de curator had de partij sojaolie nooit mogen doorverkopen in de heronderhandelde deal, want die behoorde helemaal niet tot de boedel. De partij sojaolie was namelijk verkocht met een zogeheten CAD-beding (cash against documents) waardoor er een eigendomsvoorbehoud geldt zolang er voor de lading niet betaald is. En aangezien de Algemene Oliehandel de rekening van de sojaolie niet had voldaan, was deze nooit eigenaar geworden van deze partij en had de latere curator deze partij ook nooit mogen doorverkopen. En daarna de opbrengst dus niet mogen verdelen tussen ABN Amro en zichzelf. In de woorden van de rechter: 'De Curator had daarom geen vrijheid van handelen. [...] De Curator diende het eigendomsrecht van Nidera te respecteren.'
'De curator diende het eigendomsrecht van Nidera te respecteren'
Wat ook niet in het voordeel van de curator is, is dat hij op de hoogte was van het Nidera-standpunt. ‘Nidera had al in april 2006 voorgesteld om de (documenten betreffende de) partijen sojaolie zelf te verkopen. De Curator heeft die wens niet ingewilligd en een aanmerkelijk gedeelte van die partijen aan Rosilvia verkocht,’ zo valt er te lezen in de recente uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De curator had bovendien een stil pandrecht (een onderpand) van ABN Amro gehonoreerd. Ten onrechte, oordeelde de rechter. ‘Zonder toestemming van Nidera, met wier aanspraken hij bekend was, [had hij] niet tot honorering van het stille pandrecht van ABN Amro mogen overgaan.’ De reden: het pandrecht zou alleen gelden als de Algemene Oliehandel eigenaar was van de goederen, maar dat was door het CAD-beding niet het geval. Ondanks dat de curator in eerste instantie de verkoopopbrengst op een aparte rekening had gezet, besloot hij uiteindelijk toch om ABN Amro een uitkering te doen van 91.000 euro, een druppel overigens op een gloeiende plaat van 2 miljoen.
Salaris ophalen
In de rechtszaak komt ook een ander veelvoorkomend curatoren-issue aan de oppervlakte: het extreme verdienmodel van curatoren, waarbij ze betaald worden uit de boedelopbrengsten. In dit geval was de totale opbrengst van de partij slaolie 566.000 euro, waarvan 181.000 euro als salaris de naar curator ging. Nidera rekent het de curator aan dat hij een deel van de sojaolie-opbrengst heeft aangewend om zijn eigen salaris van te betalen, maar daarover houdt de rechter zich op de vlakte. ‘Over de vraag of een curator in zodanig geval met het oog op de aanspraak van eigendomsvoorbehoud en de omvang van de faillissementsboedel moet afwachten met invordering van zijn salaris en kosten tot de uitkomst van zodanig geschil, kan men van mening verschillen.’
Nidera rekent het de curator aan dat hij een deel van de sojaolie-opbrengst heeft aangewend om zijn eigen salaris van te betalen
De verkoop van de 50 containers dreigt een dure fout te worden, want Dufour wordt niet alleen aansprakelijk gesteld in de hoedanigheid van curator, maar ook als persoon. De schade die voortvloeit uit de onterechte betalingen à 91.000 euro aan ABN Amro en Rosilvia bedraagt ruim 200.000 euro en komt voor zijn eigen rekening. Het vonnis is echter nog ‘niet bij voorraad uitvoerbaar’. Oftewel, er kan nog niet – met het gerechtelijke vonnis in de hand – bij Dufour thuis of bij zijn aansprakelijkheidsverzekering aangeklopt worden. Het door hem ingestelde hoger beroep zal afgewacht moeten worden. ** Raimond Dufour vindt het ‘niet zo kies’ om in de media nader op de zaak in te gaan zolang het onder de rechter is. Jeroen Princen geeft geen commentaar op deze zaak.
Curatoren die onrechtmatig gehandeld hebben, worden in de regel aansprakelijkheid gesteld in de hoedanigheid van curator (zogeheten aansprakelijkheid q.q.). Als de rechter dan een claim toewijst van de tegenpartij, moet de schade uit de boedel betaald worden. De winnende partij zal dan zijn toegewezen claim als boedelvordering moeten indienen. Hij krijgt dan voorrang, maar als de boedel nagenoeg leeg is dan zal de juridische overwinning niet omgezet kunnen worden in klinkende munt.
Privé-aansprakelijk Heel soms blijft de curator privé niet buiten schot en wordt hij als privépersoon aansprakelijkheid gesteld (pro se). Dit is het geval in deze Oliehandel-zaak met curator Dufour. ‘Deze aansprakelijkheid is overigens meestal verzekerd en verzekeraars regelen deze kwestie liever onderhands dan dat zij ermee naar de rechter gaan,’ licht curator Ton Tekstra desgevraagd toe. Zover komt het vaak niet, want – op basis van het Maclou-arrest uit 1996 en een recenter arrest van de Hoge Raad uit 2011, moet een curator het bewust wel heel bont maken. Op rechtspraak.nl zijn nauwelijks zaken te vinden waarin een curator persoonlijk aansprakelijk wordt gehouden. Tekstra: ‘De Hoge Raad vindt dat er terughoudendheid moet worden betracht bij een dergelijke aansprakelijkheid. De soms moeilijke positie waarin de curator verkeert en de vele belangen waarmee hij in een korte termijn te maken heeft, leiden ertoe dat volgens de Hoge Raad aan de curator de nodige vrijheid toekomt in zijn handelen. Aan de curator moet een (ernstig) persoonlijk verwijt worden gemaakt voor zijn handelen, inhoudende dat hij heeft gehandeld, terwijl hij het onjuiste van zijn handelen inzag of (redelijkerwijs) behoorde in te zien. Pas dan is hij in privé aansprakelijk.’ Tekstra verwacht een beperkte precedentwerking. ‘Het is een nogal specifieke casus, daar zal niet zo snel een precedentwerking vanuit gaan. Wel is van belang dat de rechtbank vindt dat de curator, die op de hoogte was van het eigendomsvoorbehoud, gehouden was dat te respecteren, dus daarin had hij geen vrijheid.’ Dit laatste zal ongetwijfeld in hoger beroep in twijfel getrokken worden, want in een andere beroepsprocedure (tegen Dufour in hoedanigheid van curator) gaf het Hof Den Haag vorig jaar december aan dat de praktijksituatie mogelijk anders was.
33 Bijdragen
Hilterman
TEB
Dennis
TEBGroet, Dennis Mijnheer
jefcooper
Dat een rechter commissaris een curator het voordeel van de twijfel geeft, ik kan me dat voorstellen.
Ik betoogde hier eerder dat goed toezicht op een curator een parallel curator vereist.
Als die hypothetische constructie toegepast zou worden, en ze zijn het niet eens, moet er dan een derde komen ?
Toetsingscommissies euthanasie bestaan niet voor niets uit drie personen.
Toen Byrd, als ik me goed herinner, een weerstation op de zuidpool wilde, konden er wel twee mensen naar toe, maar geen drie.
Byrd voorzag bij twee moord en doodslag, en ging in z'n eentje.
Het werd bijna z'n dood, koolmonoxide van de generator.
Ian
docki
IanZeerecht is gewoon een specifiek vakgebied. Kennelijk had deze curator geen benul van de eigendomskarakteristieken van een B/L, net zoals de gemiddelde strafrechtjurist geen grondige kennis heeft van echtscheidingsrecht of van een cp levering.
Het voert wat ver om dergelijke incidenten te generaliseren. Maar het bekt wel lekker natuurlijk.
docki
dockiIan
dockidocki
IanMaar verder een goeie inhoudelijke reactie, dank.
Joost Vsser
dockidocki
Joost VsserAfgerond 0% weet van het bestaan van de H(V)R, HHR of RR, men heeft geen idee van het bestaan van een B/L (laat staan van de eigendomskarakteristieken ervan, of van de verschillen met een sea waybill), en de term CAD zal ze ook niks zeggen, laat staan dat ze begrijpen om welke documents het dan gaat.
Mijn inschatting is dat hetzelfde geldt voor minstens 99% van de afgestudeerde juristen.
Joost Vsser
dockidocki
Joost VsserDe uitleg van de eerste twee verdragen vindt plaats langs de lijnen die voornamelijk door het US en UK hooggerechtshof worden uitgezet. Voor de interpretatie van het CAD beding is van belang wat wordt bedoelt met 'Documents', vermoedelijk is dit de Bill of Lading. Een B/L heeft eigendomskarakteristieken die analoog aan het Amerikaanse maritieme recht (de US interpretatie van de HR) worden geïnterpreteerd.
Om te weten wat een CAD clausule behelst moet je dus enige kennis hebben van het maritieme recht en de US SC jurisprudentie omtrent de B/L.
Dennis Mijnheer heeft die kennis kennelijk ook niet, want ik lees nergens in het artikel hoe je van een CAD clausule tot een eigendomsvoorbehoud komt.
De eigendom is m.i. namelijk niet overgedragen (er heeft geen levering plaatsgevonden), dus is er ook geen eigendomsvoorbehoud geweest.
De scoringsdrang in de kruistocht tegen curatoren heeft het wellicht gewonnen van de noodzaak tot zorgvuldig onderzoek.
En nee, dit is geen eerstejaarsstof. Vraag maar aan Dennis Mijnheer. ;-)
Joost Vsser
dockidocki
Joost VsserEr was een CAD clausule, als je dan niet weet waar de D voor staat (voor wélke documents) ga je nat.
Ik denk niet dat een gemiddelde jurist / curator weet dat hij bij een CAD clausule die gebruikt wordt bij zeevervoer moet nagaan wie de houder van het cognossement (= B/L) is.
Het artikel mist compleet het punt de eigendom niet eens was overgegaan omdat de juridische levering niet had plaatsgevonden, waarmee een eigendomsvoorbehoud (áls een dergelijke clausule er al was, wat mij onlogisch voorkomt bij een CAD clausule) irrelevant is.
Alleen 'recht in de leer' zijn is kennelijk niet genoeg om op het juiste resultaat uit te komen (hoewel het een goede start is ;-), je zult ook kennis moeten hebben van de peculiariteiten van de diverse leren...
Joost Vsser
dockiOmdat Algemene Oliehandel en Nideria beiden in Nederland gevestigd zijn, zal er vast wel een eigendomsvoorbehoud gemaakt zijn, maar niet o.b.v. een 'CAD-beding'. Op het moment dat Nideria de B/L's ter beschikking stelt aan Algemene Olie geeft ze impliciet de bevoegdheid dat de 'bezitter-niet eigenaar' kan doen met de goederen naar goeddunk. Op het moment van faillissement zijn ze dan gewoon schuldeiser als de goederen uit de boedel zijn verdwenen. Nu dit niet het geval is en de eigenaar zijn goederen terug vraagt die in de vorm van B/L's bij de bezitter zijn, i.c. de c
docki
Joost VsserAls Nidera aan A.Oliehandel heeft geleverd onder CAD, en de C is uitgebleven, zouden de D er ook niet moeten zijn.
Ook als uw reconstructie klopt weet ik echter vrij zeker dat er in de afgelopen 10 jaar geen eerstejaars rechten zijn opgeleid die dit (in hun eerste jaar) kunnen 'nadoen'. iig niet in Leiden, Rotterdam en Maastricht (van overige rechtenfaculteiten heb ik geen beeld bij het eerstejaarsnivo).
Joost Vsser
dockidocki
Joost VsserDe programma's leiden ertoe dat studenten vooral worden getraind om te onthouden <i>wat </i> de rechter heeft geoordeeld, niet <i>hoe </i> hij tot dat oordeel is gekomen. De focus ligt op het onthouden van uitkomsten, niet op het analyseren van redeneringen.
Praktische toepasbaarheid en presentatievaardigheden worden belangrijker gevonden dan inhoudelijke kennis en juridisch-dogmatische analyses. Bij veel vakken gaat het voornamelijk (of zelfs alleen) om het bijbrengen van kennis over hoe het recht in elkaar zit, niet over waarom het zo is.
De totstandkomingsgeschiedenis van wetten (met de afwegingen die daarbij gemaakt zijn) komt al helemaal niet aan de orde.
Dit gecombineerd met de (in mijn beleving althans) neiging van generatie Y om vrij klakkeloos voor 'waar' te accepteren wat er via de media tot hen komt doet mij vrezen voor het moment dat die studenten daadwerkelijk rechtsbijstand moeten gaan verlenen.
Ik heb meerdere keren meegemaakt dat docenten (in het masterjaar!!!) moesten waarschuwen dat er kritisch moet worden omgegaan met het gebruik van bronnen als Wikipedia en nu.nl.
Onlangs nog had ik een discussie met een iemand met een afgeronde strafrecht master die beweerde dat Volkert van der Graaf in de huidige tijd 30 jaar gekregen zou hebben omdat'ie veroordeelt was tot de maximale tijdelijke straf (fout, de max tijdelijke straf was destijds 20 jaar, Volkert kreeg er 18). Masterstudenten Privaatrecht die niet weten dat levenslang in NL ook daadwerkelijk betekent dat je vastzit tot de dood (iets dat bij inleiding strafrecht in het eerste jaar aan de orde komt).
Een substantieel aantal studenten volgt vakken op het gebied van intellectuele eigendomsrechten omdat 'er veel geld in omgaat'; als je ze vraagt naar de redelijkheid van een 120 jaar durend auteursrech
Joost Vsser
dockidocki
Joost Vsser(Wat ik overigens niet ten nadele van de docenten en hoogleraren bedoel, zij moeten het ook doen met de grillen van bestuur en politiek.)
Joost Vsser
dockiOf, iets heel simpels: er is een fout gemaakt op de incasso-afdeling van Nideria.
De enige die het weet is Nideria en/of Olie.
Henk
Joost VsserJoost Vsser
HenkHenk
Joost VsserHilterman
dockiWanneer een advocaat niet weet wat een cognossement is kan ie beter vakken gaan vullen bij Albert Heijn of zoals in dit geval opdraaien voor de schade die hij veroorzaakt door zich aan diefstal dan wel heling schuldig te maken.
docki
HiltermanIedereen heeft zijn eigen specialisatie. Daarom voert een hartchirurg ook geen buikwandcorrecties uit. Het is een illusie te denken dat iedereen met dezelfde basisopleiding alles in den brede van zijn vakgebied weet.
Wat onverlet laat dat de curator naar mijn mening aansprakelijk is voor beroepsfouten.
Overigens ging mijn opmerking over de generalisering door Ian.
Hilterman
dockiIk gok er op dat Hester Bais tot degenen behoort die dat advies wel inwint of er een paar uurtjes studie aan wijdt voor ze tot handelen zou overgaan.
Buiten de kwestie van het eigendomsrecht speelt hier ook nog de problematiek van de "flexibele opvattingen" die men er in Afrika op na houdt.
Dat verklaart de gang van zaken bij de beslagen door de haven autoriteiten.
Ad Vocaat
Ianhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Leijten
zei ooit: Advocaten weten niks. Ze zoeken alles op. En op de universiteit leren ze hoe en waar ze moeten zoeken.
Henk
IanHenk
Zou het misschien zo zijn dat de eerder beschreven anekdotes van FTM de uitzondering op de regel zijn, en in de regel curatoren een hoge mate van voorzichtigheid betrachten?
Of trekt dat geen lezers?
Henk
Die bewering is onjuist dan wel onvolledig. De baten bedroegen 637.862, waarvan 566.000 aan sojaolie. Zonder de verkoop van de soja zou de boedel aan salaris curator een kleine 110.000 tekort komen. Er 'ging' dus 'maar' 110k van de soja naar de curator, niet 180k.
Overigens lijkt het geschreven te zijn alsof het schandalig of onheus is om van die opbrengst een deel van het salaris te voldoen. Hoeveel opdrachten neemt de auteur aan waar hij 110k bij inschiet?
docki
Henkhttp://www.ftm.nl/exclusive/bankierseed-en-tuchtrecht-placebo-of-nieuw-medicijn/#comment-2370350101