De concurrentie in de zorg wordt duur betaald

Het overstapseizoen is weer losgebroken: u kunt van zorgverzekering wisselen. Maar de concurrentie tussen verzekeraars wordt duur betaald. Door u.

Het is overstapseizoen! En de marketingmachine van de negen zorgverzekeraars in Nederland draait weer op volle toeren. In de laatste maanden van het jaar is het mogelijk om een andere zorgverzekering af te sluiten. Niet veel Nederlanders doen dat jaarlijks, maar de 7,2 procent van de verzekerden die vorig jaar wel een nieuwe polis afsloot telt voor de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en voor zorgverzekeraars onderling als voldoende concurrentie. Voor het functioneren van het zorgstelsel is dat belangrijk, zo verwoordt de NZa: 'Verzekeraars spelen een centrale rol in ons stelsel. Zij moeten met elkaar concurreren, onder voorwaarde dat de publieke belangen gediend worden. De concurrentie tussen verzekeraars zou moeten leiden tot toegankelijke en betaalbare zorg die van goede kwaliteit is.' Dat is de theorie. In de praktijk gaat er een hele marketingmachine schuil achter die concurrentie. Hoeveel kost ons dat aan premiegeld? En hoeveel maatschappelijk nut hebben de tientallen vergelijkingssites voor zorgverzekeringen?

Kosten en baten

Eerst maar eens de opbrengsten, want door over te stappen kan - althans op de maandelijkse premies - geld bespaard worden door verzekerden. In totaal bespaarden de overstappers in 2015 samen 69 miljoen euro aan premiegeld. Maar wat kost het jaarlijkse concurrentiecircus? Verzekeraars maakten dit jaar voor het eerst hun reclame- en overige acquisitiekosten bekend. De NZa meldt in haar Marktscan van de zorgverzekeringsmarkt 2015 dat er in totaal 236 miljoen euro werd uitgegeven aan het werven van nieuwe klanten, waarvan 39,7 miljoen euro aan reclame in de vorm van advertenties en mailings.

Bron: NZa, marktscan van de zorgverzekeringsmarkt 2015 Bron: NZa, marktscan van de zorgverzekeringsmarkt 2015

Dat komt overigens niet overeen met de kosten die verzekeraars zelf opgeven bij de Nederlandse Bank (DNB). Ieder jaar rapporteren ook zorgverzekeraars hun cijfers bij DNB. Uit de jaarstaten die zij volgens de Wet op het financieel toezicht (Wft) moeten aanleveren, blijkt dat zorgverzekeraars in 2014 gezamenlijk 290 miljoen euro uitgaven aan acquisitie voor alleen de basisverzekering en nog eens 175 miljoen euro voor de aanvullende verzekeringen. Zo bezien komen de kosten op een krap half miljard uit - waarbij de oogst van 7,2 procent aan overstappers die (in eerste instantie) 69 miljoen euro besparen ineens wat mager afsteekt. De NZa laat weten het verschil in kosten niet te kunnen verklaren, maar had het wel in beeld. 'Het verschil zit vrijwel volledig bij één zorgverzekeraar.' Waarom gaat de zorgautoriteit uit van de cijfers die verzekeraars zelf op hun websites publiceren en niet van de officiële jaarstaten? 'Reden is dat in deze jaarcijfers de reclamekosten (onderdeel acquisitiekosten) apart zijn opgenomen en in de jaarstaten Wft niet. Wij kunnen zo niet opmaken hoe de Wft-staten tot stand komen, hoe de berekening plaatsvindt. Zo is het niet duidelijk of de kosten van de afzonderlijke labels zijn of van de labels én het moederconcern samen.'

Tussenhandel

Waar geven de verzekeraars al dat geld aan uit? Een deel gaat dus naar reclame, de overige acquisitiekosten definiëert de Zorgautoriteit als 'kosten voor verkoop door derden, zoals tussenpersonen en intermediairs'. Echte tussenpersonen vormen maar een klein deel van de markt, weet Fred de Jong, onderzoeker bij de UvA en adviseur financiële markten, slechts negen procent van de afgesloten zorgverzekeringen wordt via een tussenpersoon geregeld. 'Het is niet zo interessant voor financieel adviseurs: de provisie bedraagt slechts vijf à zes procent van de jaarlijkse premie - enkele tientjes. Eigenlijk loont het alleen als je als adviseur grote collectiviteiten afsluit. Er zit overigens ook onderling nauwelijks verschil in de hoogte van de provisie die verzekeraars betalen.' Vergelijkingssites hebben dan weer wel belang bij die provisies, omdat zij met weinig input massa kunnen maken om die provisies binnen te slepen. En vergelijkingssites die zorgverzekeringen tegen elkaar afzetten, die hebben we in Nederland inmiddels dan ook in overvloed.  Tientallen professionele vergelijkingssites kunnen de overstappers raadplegen, zoals Independer (eigendom van Achmea), Zorgkiezer, Geld.nl en zelfs een site die de informatie op al die vergelijkingssites met elkaar vergelijkt - Betch. En verder bijvoorbeeld de zorgvergelijker van de Consumentenbond en talloze kleine vergelijkingssites.
vergelijkingssites die zorgverzekeringen tegen elkaar afzetten, die hebben we in Nederland in overvloed
Met een vergelijkingssite valt op verschillende manieren geld te verdienen. Provisies voor daadwerkelijk afgesloten verzekeringen die via de vergelijkingssite geregeld worden, vergoedingen voor bezoekers die via zo'n site bij een verzekeraar terechtkomen en gegevens achterlaten of zelf een verzekering afsluiten, tot vergoedingen van enkele centen voor het simpelweg klikken op de link of advertentie van een verzekeraar. Iedereen kan in principe een vergelijkingssite maken en proberen er geld mee te verdienen door een bemiddelingsovereenkomst te sluiten met de zorgverzekeraar. Hoewel verzekeraars zelf verantwoordelijk blijven voor de informatie op die websites, blijken niet alle vergelijkingssites correcte en volledige informatie te bieden. Dat stelden zowel de Autoriteit Consument en Markt (ACM) als de NZa vorig jaar vast in een rapport over zorgvergelijkers. De NZa, die toeziet op al die vergelijkingssites, zag dat er onder meer niet altijd correct werd geïnformeerd over vrije zorgkeuze en selectieve inkoop bij verschillende verzekeraars.

Nut en noodzaak

Honderden miljoenen euro's gaan in het jaarlijkse concurrentiecircus zitten, hoe zinnig is dat geld nu eigenlijk besteed? Kamerlid Hanke Bruins Slot van het CDA diende vorig jaar een motie in om provisie bij zorgverzekeraars te verbieden. 'Het uitgangspunt van het CDA is dat geld van premiebetalers zo veel mogelijk aan goede zorg besteed moet worden,' vindt Bruins Slot. 'De afgelopen jaren zien we echter dat zorgverzekeraars steeds meer geld kwijt zijn aan acquisitiekosten. Onderdeel hiervan is dat er een hoop geld aan vergelijkingssites wordt besteed via provisies en affiliatevergoedingen. Dit is een perverse prikkel waardoor de onafhankelijkheid van de vergelijkingssite ter discussie komt te staan.'
'Dit is een perverse prikkel waardoor de onafhankelijkheid van de vergelijkingssite ter discussie komt te staan'
Minister Schippers zag niets in een provisieverbod zoals dat voor andere financiële dienstverleners geldt, maar pleitte voor meer regelgeving en toezicht vanuit de NZa. Het geld dient in principe alleen om de argeloze consument wegwijs te maken in de meer dan duizend verschillende polissen, die in totaal meer dan vijfduizend verschillende combinatiemogelijkheden opleveren. Maar zou dat inderdaad allemaal niet veel efficiënter kunnen? Een vergelijkingssite vanuit de overheid zelf, om alle andere overbodig te maken bijvoorbeeld? Het is vloeken in de kerk van de markt, maar een soortgelijk plan werd onlangs door Zorgverzekeraars Nederland zelf geopperd in het plan Kerngezond, waarin een aantal maatregelen staan waarmee verzekeraars knelpunten in het stelsel willen aanpakken op het gebied van onder meer transparantie. 'Zorgverzekeraars vinden het uit oogpunt van transparantie gewenst dat er een neutrale en objectieve vergelijkingssite komt, die informatie geeft over alle polissen op de zorgverzekeringsmarkt,' staat in het document te lezen. De zorgverzekeraars kondigen aan om met andere partijen, waaronder minister Schippers en patiëntenorganisaties, te willen onderzoeken of zo'n project haalbaar is. Verzekeraars geven ook aan financieel te willen bijdragen aan een dergelijke site. Wordt vervolgd.