
Vergroening en verduurzaming zijn nodig als klimaatoplossing. Pakken ze ook zo uit of zijn het nieuwe verdienmodellen? Lees meer
Terwijl de noodzaak om klimaatverandering tegen te gaan evidenter is, bloeit de markt voor vergroening op. Wie verdient er aan de wens voor een groenere wereld? Follow the Money onderzoekt of vergroening en verduurzaming uitpakken zoals ze bedoeld zijn, of dat het enkel leidt tot nieuwe verdienmodellen.
Prestigeproject van ’s werelds grootste CO2-handelaar leidde juist tot meer uitstoot
Europese Commissie wil regels tegen greenwashing van beleggingsfondsen aanscherpen
BlackRock: ’s werelds grootste greenwasher
Podcast | ‘De financiële sector is niet op aarde gezet om de wereld te redden’
Terugkijken: ‘De groene trucs van de financiële sector’
Podcast | Op onderzoek naar de miljardenbusiness van het duurzame beleggen
Oud-fondsbeheerder Tariq Fancy: ‘Groen investeren is een gemakzuchtige fantasie’
Meetlat voor duurzame investeringen is vooral een geldmagneet
Vermogensbeheerder Actiam: ‘Er zijn te weinig 100 procent duurzame bedrijven om echte verandering te brengen voor de wereld’
De helft van Europa’s ‘donkergroene’ fondsen investeert in de fossiele industrie of de luchtvaart
Wat komt er in de echte wereld van de duurzame beloftes terecht? Lees meer
Wat zijn de belangen van banken, ratingbureaus en andere spelers in de wereld van duurzame beleggingsproducten? En wat komt er in de echte wereld van alle duurzame beloftes terecht? Dat onderzoeken we in het nieuwe dossier ‘Duurzaam beleggen’.
Europese Commissie wil regels tegen greenwashing van beleggingsfondsen aanscherpen
BlackRock: ’s werelds grootste greenwasher
Podcast | ‘De financiële sector is niet op aarde gezet om de wereld te redden’
Terugkijken: ‘De groene trucs van de financiële sector’
Podcast | Op onderzoek naar de miljardenbusiness van het duurzame beleggen
Oud-fondsbeheerder Tariq Fancy: ‘Groen investeren is een gemakzuchtige fantasie’
Meetlat voor duurzame investeringen is vooral een geldmagneet
Vermogensbeheerder Actiam: ‘Er zijn te weinig 100 procent duurzame bedrijven om echte verandering te brengen voor de wereld’
Vermogensbeheerder Actiam erkent te ‘groen’ label, maar blijft investeren in fossiel
De helft van Europa’s ‘donkergroene’ fondsen investeert in de fossiele industrie of de luchtvaart
© Leon de Korte
Meetlat voor duurzame investeringen is vooral een geldmagneet
In de financiële sector is het de gouden standaard om duurzaamheid uit te drukken: de ESG-score. Hoe beter die is, hoe meer een belegging bijdraagt aan een groenere wereld. Maar volgens critici is de meetlat vooral een handige methode voor het maximaliseren van winst.
- De financiële sector is volgens de Europese Unie een onmisbare kracht in het tegengaan van klimaatverandering. De Europese Commissie rekende uit dat er jaarlijks 260 miljard euro nodig is voor de energietransitie.
- Waar investeren met oog op een betere werelde eerst nog een nicheproduct was, springen duurzame beleggingsproducten nu als paddestoelen uit de grond.
- Dat heeft te maken met een nieuwe duurzaamheidsmeetlat die de sector heeft omarmd: ESG. ESG staat voor milieu (E), maatschappij (S) en bestuur (G) en zou helpen om bedrijven over te halen om hun impact op de wereld te verbeteren.
- De meetlat is enorm populair, maar heeft uiteindelijk weinig te maken met het meten van de impact van bedrijven op de wereld. Het meet vooral de invloed van de wereld – denk aan nieuwe regels of overstromingen – op de winstgevendheid van een bedrijf.
- Ook lijkt ESG vooral te zijn gestoeld op beloftes, niet op daadwerkelijke prestaties. Hierdoor kunnen bedrijven die slecht presteren maar wel veel verbetering beloven alsnog een hoge score krijgen.
- De meetlat blijkt vooral een marketingtool waarmee de sector makkelijk kan beloven te vergroenen, zonder daar gevolg aan te geven.
‘We zitten op een highway naar de klimaathel.’ Nee, dit zijn niet de woorden van een doorgewinterde klimaatactivist. Hier spreekt António Guterres, secretaris van de Verenigde Naties, tijdens de Klimaattop van afgelopen maand in het Egyptische Sharm-el-Sheikh. ‘En we staan met onze voet op het gaspedaal.’
De gemiddelde temperatuurstijging op aarde is nu 1,2 graden. Nog 0,3 graden erbij en de kans dat het klimaatsysteem zogeheten tipping points overschrijdt – drempelwaardes waarop bepaalde veranderingen in de wereld niet meer te stoppen zijn – neemt snel toe.
Om deze ramp zoveel mogelijk af te wenden moet de emissie van broeikasgassen vanaf 2025 gestaag dalen, zeggen wetenschappers van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties. Daarvoor is een collectieve verandering nodig ‘op een niet eerder vertoonde schaal,’ zei Myles Allen, klimaatwetenschapper van de universiteit van Oxford, al in 2018. ‘De wereldeconomie moet omdraaien, en ze heeft daar een vierkante centimeter voor.’
Voor die draai is medewerking nodig van de kapitaalmarkten. Volgens de Europese Commissie is alleen al voor de energietransitie in Europa jaarlijks een investering van 260 miljard euro nodig. Dat verdient zichzelf terug: als windmolens en kerncentrales eenmaal gebouwd zijn is de stroom die ze leveren nagenoeg gratis. De kost gaat hier dus voor de baat uit.
‘Duurzaam beleggen wordt het nieuwe normaal’
Overheden kunnen de investeringskosten niet alleen dragen, en kijken daarom naar de financiële industrie: in 2018 introduceerde de Europese Unie daarom regels die ervoor moeten zorgen dat de financiële sector zijn geldstromen opnieuw inricht. Het kapitaal moest niet langer stromen naar bedrijven die de klimaatverandering veroorzaken, maar naar activiteiten die de economie groener maken.
‘Door niet langer te focussen op de korte termijn, maar door bij te dragen aan een pad richting een duurzamere economie, kan de financiële sector een machtige kracht worden die bijdraagt aan ons collectieve welzijn,’ zei de president van de Europese Centrale Bank (ECB) Christine Lagarde aan de vooravond van de vorige klimaatconferentie in Glasgow. Daarna herhaalde ze de woorden die de Amerikaanse president Lyndon B. Johnson sprak na de moord op John F. Kennedy: ‘Yesterday is not ours to recover, but tomorrow is ours to win or lose’.
Uit de sector klinken geluiden dat de handschoen wordt opgepakt. ‘Duurzaam beleggen wordt het nieuwe normaal,’ concludeert de Nederlandse bank Van Lanschot bijvoorbeeld op zijn website. Larry Fink, voorzitter en ceo van ’s werelds grootste vermogensbeheerder BlackRock, waarschuwde afgelopen jaar in zijn beroemde nieuwjaarsbrief dat bedrijven ‘die niet meedoen aan het decarboniseren van de wereldeconomie [..] achtergelaten zullen worden.’
Hoe kan een ongekende hoeveelheid kapitaal richting duurzaamheid stromen, terwijl de echte wereld niet duurzamer wordt?
Vermogensbeheerders tuigen het ene na het andere duurzame beleggingsfonds op – gezamenlijk hebben deze fondsen van bekende aanbieders als Blackrock, BNP Paribas en Amundi momenteel een waarde van meer dan zesduizend miljard euro. Dat is meer dan de totale beurswaarde van Alphabet, Walmart, Nestlé, ExxonMobil, Coca-Cola, Pfizer, ASML, Toyota, Walt Disney en Shell samen.
Op de kapitaalmarkt lijkt een gigantische hoeveelheid geld dus een duurzame bestemming te vinden. Toch schiet het in de echte wereld met het afwenden van de klimaatcrisis nog niet op. Tijdens de coronacrisis leek het even of de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen zijn piek had bereikt, maar inmiddels is de jaaruitstoot al weer bijna gelijk aan die van voor de pandemie. Volgens klimaatwetenschappers stevenen we af op een wereldwijde opwarming van gemiddeld 2,7 graden – als alle klimaatbeloftes worden nagekomen. Anders zal de klimaatramp nog groter zijn.
Hoe kan een ongekende hoeveelheid kapitaal richting duurzaamheid stromen, terwijl de echte wereld niet duurzamer wordt?
Een nieuwe, duurzame meetlat
Lange tijd werd in de financiële sector nauwelijks gerept over duurzaamheid. Er waren wel ethische beleggers, die bijvoorbeeld weigerden geld te verdienen aan tabak of het apartheidsregime in Zuid-Afrika, maar het was een niche. Inmiddels is duurzaamheid, in de woorden van directeur Els Bos van De Nederlandsche Bank, geen ‘geitenwollensokkeninitiatief’ meer. Duurzaam beleggen is de snelst groeiende vorm van beleggen en beleggingsfondsen die het duurzaamste label claimen, groeien het hardst.
De omslag kwam in 2003. Het VN-milieuprogramma wilde met zogeheten ESG-criteria –Environmental, Social and Governance – bankiers en vermogensbeheerders stimuleren om duurzaamheidsfactoren voortaan structureel mee te nemen in hun beslissingen.
Om duurzaam investeren mainstream te maken, moesten bankiers en vermogensbeheerders de voordelen daarvan leren inzien, redeneerde de VN. In plaats van te focussen op het uitsluiten van sectoren of ondernemingen op basis van ethische principes (zoals de tabaksindustrie of wapenindustrie), moesten er nieuwe, niet-financiële data over die sectoren en ondernemingen worden verzameld. Als de kans op droogtes, nieuwe milieuwetgeving of negatieve media-aandacht werd meegenomen in de beslissingen van fondsmanagers, zouden die vanzelf gemotiveerd raken om ‘betere’ bedrijven te kiezen en ook nog eens minder risico lopen. Een win-win-winsituatie voor mens, planeet en portemonnee.
Goldman Sachs biedt ‘holistische oplossingen’ waarin ‘de positieve impact van ESG’ een grote rol speelt
Zo betekent ‘duurzaamheid’ dus niet langer het effect van een bedrijf op de wereld, maar het effect van de wereld op een bedrijf. Een opvallende omkering van het begrip duurzaamheid.
Inmiddels is de ESG-meetlat ongekend populair. De Rabobank schrijft dat het zijn beleggingen ‘doorlopend screent op duurzaamheidsrisico’s’ en dat deze moeten voldoen ‘aan een aantal minimumeisen op het gebied van het milieu, mens en goed bestuur, ofwel environment (E), social (S) en governance (G).’ Want: ‘De Rabobank ambieert niet alleen een goed financieel rendement, maar neemt ook de maatschappelijke impact van onze beleggingen in ogenschouw.’
Deutsche Bank integreert ’ESG-criteria in de beleggingsstrategie’ waardoor ‘het aantal duurzame investeringsproducten continu groeit.’ Het Franse BNP Paribas schrijft dat – naast een normale financiële analyse van bedrijven – tegenwoordig ook ESG-criteria ‘een selectiecriterium’ zijn geworden. Het Amerikaanse Goldman Sachs biedt ‘holistische oplossingen’ die ‘de positieve impact van ESG’ combineren met ‘scherpe standaarden voor risico en rendement’.
Duurzaam beleggen is in de financiële sector inmiddels synoniem voor het mee laten wegen van ESG-criteria bij een investeringsbeslissing. Maar: de ESG-meetlat kent serieuze tekortkomingen. De vijf belangrijkste sommen we hieronder op.
1: ESG meet niet of iets groen is
De meeste mensen bekijken ‘duurzaam investeren’ vanuit het verwachte positieve of negatieve gevolg van de investering op mens en milieu. Bedrijf dat broeikasgassen uitstoot: slecht. Deelautobedrijf: goed. Uit onderzoek van de AFM blijkt dat een van de belangrijkste redenen voor investeerders om duurzaam te beleggen is dat zij de wereld beter willen maken. Een hoge ESG-score betekent voor de achteloze belegger: positieve impact op de wereld.
Maar dat is niet hoe de ESG-meetlat in de financiële sector gebruikt wordt. ESG is daar geen impact-op-de-wereld-rapportage, maar een risicoanalyse. Het model poogt een antwoord te formuleren op de vraag hoe een bedrijf geraakt wordt door niet-financiële risico’s, zoals nieuwe wetgeving, mediaschandalen of mogelijke overstromingen in de omgeving van een fabriek. ESG meet bijvoorbeeld niet hoe een bedrijf zijn werknemers behandelt, maar wel het risico op loonsverhogingen als gevolg van vakbondsacties.
‘Als Trump herkozen wordt gaan de ESG-scores van veel Amerikaanse bedrijven omhoog omdat de kans op nieuwe milieuwetgeving daalt’
Dat kan perverse gevolgen hebben, vertelt Tariq Fancy. Hij was tot 2019 chief investment officer bij de duurzame beleggingstak van BlackRock, ’s werelds grootste vermogensbeheerder. Hij schreef daarover het essay The Secret Diary of a ‘Sustainable Investor’ nadat hij gedesillusioneerd was vertrokken. ‘Stel dat Trump weer president wordt. Van veel bedrijven gaat de ESG-score dan omhoog, omdat de kans kleiner wordt dat ze in Amerika met nieuwe sociale of milieuwetgeving worden geconfronteerd.’ ESG meet dus niet het effect van een bedrijf op de wereld, maar het effect van de wereld op de bedrijfsrisico's en winstkansenen van een bedrijf.
Fancy: ‘De grootste ratingkantoren die ESG-scores meten weten heel goed dat hun klanten – investeerders – moeten focussen op waarde, niet waarden. Dus meten de scores niet of een bedrijf goed of slecht is voor de wereld, maar wel wat voor risico’s er op de wereld bestaan voor de winstgevendheid van een bedrijf.’
2: ESG meet alles tegelijk
Een ESG-score komt tot stand op basis van een enorme hoeveelheid data, deels aangeleverd door een bedrijf en deels verzameld door het ratingkantoor. Complexe rekenmodellen wegen vervolgens al die verschillende datapunten, waarna er één ESG-score uitkomt.
Shell werd bijvoorbeeld in augustus onder de loep genomen door ratingbureau MSCI, één van de grootste ter wereld. Het bureau vatte de volledige risicoanalyse samen in de op een na hoogste score: AA. Dat cijfer omvat alles: de kans op stakingen, klimaatrechtszaken, milieuwetgeving, een uitfasering van benzineauto's in de Europese Unie, nieuwe sociale wetgeving; alles komt samen in die twee letters.
Hoe zo'n score precies tot stand komt is echter onduidelijk. Zelfs als je toegang hebt tot de onderliggende data – wat overigens tienduizenden euro's per jaar kost – blijft onduidelijk hoe ze zich in het rekenmodel tot elkaar verhouden. Dat ontdekte Bram van der Kroft, promovendus op het gebied van duurzame financiering. Hij kreeg toegang tot de ESG-datasets van onder andere MSCI en Refinitiv. Ondanks dat heeft hij niet kunnen achterhalen hoe de scores precies tot stand zijn gekomen. Die intransparantie heeft een reden: het rekenmodel waarop ratingkantoren hun scores baseren is de kern van hun businessmodel.
Belangrijker is echter dat een platgeslagen score voor investeerders eigenlijk helemaal niet interessant is, zegt Fancy. ‘Het is een heel competitieve industrie: investeerders willen hun analyses baseren op de ruwe, onderliggende data – niet op een platgeslagen score.’
Overigens hebben die onderliggende data volgens Fancy ook maar een beperkte waarde. Ontwikkelingen die een bedrijfsrisico vormen en de winstgevendheid van een bedrijf kunnen raken, werden ook voor de toegenomen populariteit van ESG-ratings immers al meegenomen door investeerders, legt hij uit. ‘ESG brengt helemaal niets nieuws.’
3: De meetlat is krom
Bedrijven worden op de kapitaalmarkten aan de lopende band beoordeeld. Zo behoort een beoordeling van de kredietwaardigheid van een onderneming tot het standaardpakket: wie geld steekt in een obligatie van Shell wil immers een inschatting maken van de kans dat hij zijn geld weer terug krijgt, en of de obligatierente in overeenstemming is met dat risico.
Daartoe brengen ratingbureau's als Fitch Ratings, Moody's en Standard & Poor's periodiek de beoordeling van de kredietwaardigheid van een bedrijf (of land) in kaart. Doorgaans komen ze daarbij op grofweg dezelfde score uit. Shells langetermijnkredietwaardigheid wordt door Moody’s bijvoorbeeld als Aa2 beoordeeld (zeer hoog) en door S&P als A+ (hoog). Dit geeft aan dat de beoordelaars kredietwaardigheid op ongeveer dezelfde manier begrijpen.
Bij ESG-beoordelaars is dat anders. Waar een bedrijf bij het ene ratingkantoor matig scoort, steekt een volgend ratingkantoor de loftrompet af. Shell haalt bij ratingkantoor MSCI een AA-score, bij het Carbon Disclosure Project een B en bij ISS een C+. Zo is er altijd wel een ratingkantoor te vinden dat een goede score uitdeelt. Er bestaat dus weinig overeenstemming over hoe je ESG-risico's in kaart brengt.
Volgens Paul Smeets, hoogleraar filantropie en duurzame financiering aan de Universiteit van Amsterdam, bewijst dit het disfunctioneren van de meetlat. ‘Bij de ESG-beoordeling van bedrijven is maar vijftig procent overlap. Op dit moment is het daarom heel lastig voor consumenten om te bepalen welk fonds duurzaam is en welk niet.’
4: Hoe groter het bedrijf, hoe hoger de score
Het verkrijgen van een ESG-score kost veel moeite. Beoordelaars hechten belang aan transparantie en vinden het belangrijk dat er bergen informatie wordt gedeeld in jaarverslagen en glanzende rapporten. Grote bedrijven kunnen zich dat veroorloven en hebben vaak speciale teams die dit soort informatie naar buiten brengen. Bij kleinere bedrijven zijn minder middelen beschikbaar om al deze informatie te vergaren en naar buiten te brengen.
In praktijk ontstaan hierdoor gekke situaties. David Hoyme, voormalig fondsmanager bij het Amerikaanse fonds Eventide, investeerde in een start-up die een medicijn tegen longkanker probeerde te ontwikkelen. ‘Maar een tabaksfabrikant kreeg van de ratingkantoren veel hogere ESG-scores dan de start-up, omdat de tabaksfabrikant de middelen had om rapporten te publiceren met beloftes om hun watergebruik en uitstoot te verminderen. Oftewel: als je op de ESG-scores had gevaren, dan had je geïnvesteerd in het bedrijf dat longkanker veroorzaakte, in plaats van in het bedrijf dat longkanker wilde genezen.’
5: Beloftes zonder schuld
Een laatste tekortkoming van de ESG-meetlat is dat hij vooral lijkt te zijn gestoeld op beloftes. En die beloftes worden in de praktijk niet altijd nagekomen. ESG-onderzoeker Bram van der Kroft: ‘Ik heb gekeken naar wat er precies in zo’n ESG-rating zit, naar wat bedrijven beloven en wat ze echt uitvoeren. De ratings zijn bijna volledig gestoeld op beloftes, en die beloftes komen in praktijk nauwelijks uit. Dat maakt het problematisch, want dan heb je geen echte maatstaf.’
Neem de KLM, die al jaren belooft duurzame brandstoffen te gaan gebruiken, zoals blijkt uit het boek De blauwe fabel. Daarin staat beschreven hoe de internationale luchtvaart in 2010 afsprak om binnen tien jaar 6 procent duurzame kerosine te tanken. De eindstand in 2019: 0,01 procent. De KLM zou in 2015 al 1 procent biokerosine tanken. In 2020 was dat nog steeds maar 0,18 procent.
Beloftes van bedrijven worden wel meegenomen in ESG-scores, maar de daadwerkelijke impact niet
Inmiddels heeft de KLM haar handtekening gezet onder een nieuwe belofte: over ruim zeven jaar moet 14 procent van haar brandstof ‘duurzaam’ zijn.
Dat bedrijven wat betreft hun duurzaamheid telkens gouden bergen beloven die vervolgens niet worden waargemaakt, is een patroon. Van der Kroft keek naar de ESG-scores van bijvoorbeeld Heineken, Shell en Randstad. Die scores stegen alleen maar, terwijl de bedrijven volgens Van der Kroft in de echte wereld nauwelijks progressie boekten op het gebied van duurzaamheid. De onderzoeker wijt dit vooral aan het feit dat de beloftes in rapportages wél worden meegenomen bij de beoordeling van ESG-scores, maar de daadwerkelijke impact niet.
Een handige marketingtool
De ESG-meetlat meet dus geen duurzaamheid, heeft als risicoanalyse maar heel beperkt zin, is intransparant en oneerlijk. Waarom betalen grote investeerders en pensioenfondsen er dan toch zoveel geld voor? Fancy: ‘Het feit dat ESG is platgeslagen tot één simpele score is het bewijs dat ESG marketing-gedreven is. Zelfs als maar twee procent van je portfolio echt groen is, gaat je marketingafdeling daar tweehonderd keer vaker over publiceren dan over de reguliere fossiele investeringen. Een windmolen staat veel beter op een poster dan een olieraffinaderij.’
Om dit te illustreren noemt Fancy de opkomst van biologische producten in de afgelopen decennia. ‘Als je als appelverkoper ineens meer geld kan verdienen door een biologische sticker op je appel te plakken, dan zullen appelboeren en supermarkten dat meteen doen. Zeker wanneer niemand zo’n biologisch keurmerk controleert. Dit geldt nog veel sterker voor Wall Street: daar werken misschien wel de intelligentste en sluwste mensen ter wereld. Hun werk is zo competitief dat ze vanzelf de goedkoopste en snelste manier zullen bedenken om hun product groen te verven.’
Doordat veel beleggingsfondsen die zichzelf duurzaam noemen hun investeringskeuzes grotendeels baseren op de ESG-scores van bedrijven, zitten ze vol met aandelen en obligaties van bedrijven waarvan de duurzame trackrecord op zijn minst twijfelachtig is. ASN keek bijvoorbeeld naar de top-10 beleggingen in de populairste, zich ‘duurzaam’ noemende beleggingsfondsen van Nederland. Daarbij vond het investeringen in oliebedrijven als Exxon Mobil en Conocophillips en mijnbouwbedrijf BHP Billiton.
En dat is slechts het topje van de ijsberg: maar liefst driekwart van de bedrijven die bij andere duurzame fondsen populair zijn, sluit ASN in zijn beleggingsfondsen uit omdat hun impact op de wereld te negatief is. Waar anderen massaal beleggen in Louis Vuitton Moët Hennessy (ESG-score bij MSCI: A), doet de ASN Bank dat niet omdat dat bedrijf gebruik maakt van bont. Of waar anderen massaal beleggen in Apple (ESG-score bij MSCI: A), laat de ASN Apple-aandelen links liggen omdat het bedrijf belasting ontwijkt.
‘Duurzaam beleggen is een illusie die de echte oplossing – regulering – alleen maar vertraagt’
Zelfs beleggingsfondsen die zichzelf in de allergroenste categorie plaatsen zitten massaal in grijze bedrijven, zo bleek deze week in The Great Green Investment Investigation, een pan-Europees onderzoek dat werd opgezet door Follow the Money en Investico en waaraan media als Le Monde, El País en Handelsblatt meedoen. In dit onderzoek staan zogeheten artikel 9-fondsen centraal, die in de financiële sector alom bekend staan als ‘donkergroen‘. De helft van die fondsen bleek te hebben geïnvesteerd in de fossiele bedrijven of in de luchtvaart.
Fancy: ‘Vrienden van me dachten dat duurzaam beleggen helpt, terwijl ik inmiddels weet dat het een illusie is die de echte, maar pijnlijke oplossing – regulering – vooral vertraagt. Men denkt dat de markt zichzelf kan corrigeren. Maar de spelregels zijn de afgelopen jaren nauwelijks veranderd: je verdient als bedrijf nog steeds het meest met vuil spel. En dan vertrouwen we op de markt om klimaatverandering – het grootste marktfalen ooit – op te lossen?’
55 Bijdragen
Roland Horvath 7
Een realistisch artikel, het heeft het over de echte wereld.
In de toekomst zal de wereld meer moeten overleggen vooraleer er actie ondernomen wordt. Het monopolie kapitalisme wordt met de dag driester in het misbruiken van dolle leuzen als ESG, milieu, maatschappij, bestuur.
Overleggen in een multipolaire wereld. Zonder de reusachtige ondernemingen, die nu de wereld domineren, te splitsen, zal niets gerealiseerd worden dan winst op korte tijd ten koste van alles en iedereen.
De diepzee, de ruimte, UA, een egalitaire wereld, her - bebossing waarover bijna niet gesproken wordt.
ESG, de opwarming van de aarde wordt veroorzaakt door 1:: ontbossing en door 2:: energie verbruik. Dus is een deel van de oplossing 1:: te leven zoals we deden in de jaren 1950-1960.
2:: De ontbossing creëert een gelijkheid in het landschap. Wind kan maar bestaan door ongelijkheid, niet alleen globaal ook lokaal. Door een egaal landschap blijven buien hangen op dezelfde plaats en er ontstaaat een overstroming. In de klimaat conferentie in Egypte is besloten armere staten geld te geven. Is het niet effectiever dat het Westen zelf iets doet aan de her- bebossing. Uiteraard op vraag van - en in overleg met de zuiderse staten. Als bijvoorbeeld NL en BE bereid zijn Libië en Afghanistan zonder enige reden te gaan plat bombarderen, dan kunnen ze wellicht ook bomen en struiken planten en zaaien.
Bij de opwarming van de aarde is er geen broeikas effect. Dus kan men beter niet meer spreken van broeikasgassen zoals CO2 koolstofdioxide, CH4 methaan en N2O lachgas. De ochtenddauw bij een onbewolkte hemel is het bewijs. We zijn bedrogen door een gefabriceerde consensus toen men zag dat de drie gassen de warmte stralen van de aarde absorberen. En die ook terug uitstralen naar alle kanten. Dat laatste werd niet vermeld. Dus gedaan met de huidige zonnepanelen, lithium ion batterijen en windmolens. Te verspillend en niet duurzaam.
W. Baars 3
Roland HorvathWillem Pranger 1
Roland HorvathRoland Horvath 7
Willem PrangerDe broeikas gassen absorberen de warmte stralen van de aarde en stralen die energie weer uit naar alle kanten. Zoals een zwart oppervlak meer warmtestralen absorbeert dan een wit, maar toch niet veel warmer wordt dan het wit oppervlak om deze zelfde reden. Het zwart oppervlak straalt ook meer energie uit dan het wit oppervlak. Bovendien is de atmosfeer is geen vaste structuur, geen deken.
Als in de zomer de hemel bewolkt is 's nachts, dan wordt de energie, die uitstraalt naar de ruimte, geabsorbeerd door de wolken en die energie wordt terug gestraald zodat er geen ochtenddauw is. De aarde en het gras zijn dan niet afgekoeld en er is geen waterdamp neergeslagen op koude gras. Geen dauw.
De wolken zijn geen vaste structuur maar ze zijn voldoende dicht om de warmte naar de aarde terug te stralen.
Eveline Bernard 6
Roland HorvathDe belangrijkste broeikasgassen in de aardatmosfeer zijn waterdamp, koolstofdioxide (CO2), methaan, lachgas (distikstofmonoxide) en ozon.[1] Zonder broeikasgassen zou de gemiddelde temperatuur op Aarde zo'n 33 graden lager zijn: −18 °C in plaats van de huidige +15 °C.[2] De mate waarin een bepaalde hoeveelheid broeikasgas kan bijdragen aan het broeikaseffect wordt het aardopwarmingsvermogen genoemd.
Het broeikaseffect is door de Engelse fysicus John Tyndall in 1861 op grond van spectroscopische meetresultaten en door de Zweedse fysisch chemicus Svante Arrhenius in 1896 op theoretische grond voorgesteld.
Sinds de industriële revolutie is de hoeveelheid broeikasgassen in de aardatmosfeer toegenomen. Dit leidt tot het 'versterkte' broeikaseffect en daarmee tot opwarming van de Aarde, een vorm van klimaatverandering. Dit kan een probleem vormen voor mens en natuur doordat het klimaat dan in sommige delen van de Aarde minder leefbaar zou worden, terwijl men zich op andere plaatsen moet zien aan te passen aan de klimaatverandering.
De warmtestraling die vanaf de zon de aarde bereikt, is kortgolvig. Deze straling kan door broeikasgassen niet worden tegengehouden en bereikt ongehinderd de aarde. De warmte die door de aarde weer wordt afgegeven (vooral in de nacht en in het winterhalfjaar), is langgolvig en wordt door de broeikasgassen deels geabsorbeerd en weer teruggekaatst naar de aarde. Per saldo wordt het daardoor langzaam warmer omdat er meer warmte binnenkomt dan er wordt afgegeven.
Eveline Bernard 6
Roland Horvathhttps://nl.m.wikipedia.org/wiki/Broeikasgas
Lia 4
Roland HorvathDat klopt, kijk alleen maar naar het succes van de vele kabinetten Rutte (met ‘succes’ bedoel ik natuurlijk ‘electoraal succes’). Of van de vele uiteenlopende vormen van reclame en propaganda waarmee we overspoeld worden. (Maar wie weet zal de de gekte tegelijk met de vreugde afnemen?)
Toch zou ik je willen aanraden Roland om nog eens verder na te denken over broeikasgassen. Je hoeft die niet te ontkennen om je andere punten kracht bij te zetten: dat we in hoog tempo moeten energiebesparen; dat energieverspilling in elektrische vorm minstens zo schadelijk is als verspilling van fossiele energie; dat de verdienmodellen en de macht van de grootste bedrijven op de schop moeten; en vooral dat we in hoog tempo moeten herbebossen en (landbouw)bodems herstellen.
Jammer dat de reacties vervolgens alleen ingaan op je opmerkingen over broeikasgassen (waar ik het zelf eerlijk gezegd ook niet mee eens ben) en niet op je belangrijke andere opmerkingen…
Minder bommen, meer bomen voor ons belastinggeld. Is hier een reclamemaker in de zaal die dáár eens een mooie slogan van kan maken?
Eveline Bernard 6
LiaVoor zover mogelijk.
De aarde heeft niet genoeg oppervlakte voor de bomen die benodigd zijn om de CO2 te absorberen die dagelijks de lucht in gaat.
Veen, in natte toestand, kan per m2 meer CO2 bevatten dan bos, daarom: breng de waterstand in veengebieden terug omhoog.
Lia 4
Eveline BernardEn véél minder fossiel verstoken. Niet door verspilling te elektrificeren maar door verspilling te beperken. Geen Tesla’s met meestal maar één inzittende, maar slimmer omgaan met vervoer. Geen slecht geïsoleerde huizen op 20 graden stoken met warmtepompen, maar goed isoleren en betere kleding aan of slimmere verwarming (zie bijvoorbeeld de linkjes onder https://www.lowtechmagazine.be/stralingsverwarming/)
Lia 4
Eveline Bernardhttps://www.groene.nl/artikel/alles-wat-leeft
https://www.singeluitgeverijen.nl/de-geus/boek/veen-dras-moeras/
Eva Ehrhardt
LiaLia 4
Eva EhrhardtRoland Horvath 7
LiaH2O, watermoleculen trekken elkaar aan, zodat ze wolken vormen. Aan de zee kan men op nat zand wandelen, in droog zand zakt men weg.
CO2, O2, N2 moleculen doen dat niet en vormen dus geen structuren, die zo dicht zijn als wolken.
Die 3 moleculen absorberen warmte stralen van de aarde, maar wat ontbreekt, is structuur die de aard warmte als een schelp gevangen houdt, wat wolken wel doen. Die schelp, dat deken is nooit bewezen. Het bestaan ervan is wel verkondigd. De wens is de vader van de gedachte.
CO2 moest volgens de wensen van het grootkapitaal de aarde doen opwarmen, dan kon men de fossiele brandstoffen schadelijk verklaren voor het leven op aarde. Er moesten andere, nieuwe methoden komen van energie opslag en - conversie. Batterijen, windmolens, zonnepanelen, ze zijn nu reeds verouderd en uit de tijd. Niet groen en duurzaam, wel duur en extreem verspillend.
Als twee verschijnselen, beide groter of kleiner worden, dan is het één niet noodzakelijk de oorzaak van de verandering van het andere. De hoeveelheid CO2 in de atmosfeer stijgt en de aarde warmt op. De CO2 hoeveelheid is niet de oorzaak van de opwarming van de aarde.
Als men van mening is dat CO2 wel de oorzaak is van de opwarming, dan is men moeilijk daarvan af te brengen. Dat geldt voor alle geloof, meningen, indoctrinaties. Gelukkig maar, we laten ons niet vlug afbrengen van onze overtuigingen. En we willen eerst nadenken, zelf tot een andere conclusie komen als die er is.
Dat geldt voor hen die geloven in een broeikaseffect door CO2 en andere gassen.
En voor hen die de ochtend dauw 's zomers bij een onbewolkte hemel als bewijs van het tegendeel zien.
Eveline Bernard 6
Roland HorvathLachgas: de werkzame stof is di-stikstofmonoxide (N2O).
Roland Horvath 7
Eveline BernardJelle Schottelndreier 3
Roland HorvathLia 4
Eveline BernardEimert Venderbosch 1
Roland HorvathHet uitstralen naar alle kanten is juist een belangrijk onderdeel om het (natuurlijke) broeikaseffect van onze aarde te kunnen begrijpen.
Slechts een klein deel van de warmtestraling weet de ruimte direct te bereiken zonder interactie met broeikasgassen. De rest verlaat onze dampkring op een paar kilometer hoogte via een random pad als gevolg van het absoberen en weer uitstralen in willekeurige richting. Vanaf de hoogte waar er geen absorptie meer kan plaatsvinden kan de straling dus vrij door de ruimte. Samen met het kleine deel van de warmtestraling die ongestoord de dampkring kon verlaten is dit het totale warmtelek van de aarde en is gelijk (energie balans als de gemiddelde temperatuur van aarde niet verandert) aan de hoeveelheid energie die het aardoppervlak heeft ontvangen van de zon.
Vanuit de ruimte ziet die laag waar de warmtestraling vrij de dampkring kan verlaten er uit als een object met een bepaalde temperatuur (Bolzmann's law). Komen er broeikasgassen bij dan komt het punt waar de warmtestraling de dampkrijng vrij kan verlaten verder van de aarde te liggen maar daar is het een beetje kouder. Er lekt nu dus minder warmte weg (weer Bolzmann's law) dan dat er door de zon is afgegeven aan het aardoppervlak waardoor de aarde opwarmt totdat er weer een nieuw evenwicht is bereikt.
Christine 3
Eimert VenderboschMaar in plaats van dit feit te accepteren, dringen de huidige klimaat “wetenschappers”, samen met de linkse, en steeds meer rechtse politici, en natuurlijk de massamedia, erop aan dat niet-herbruikbare boodschappentassen in de supermarkt en geen elektrische voertuigen de planeet snel zullen vernietigen, en dat we absoluut een globale klimaatbelasting als oplossing moeten invoeren.
Het klimaatdebat gaat niet over wetenschap. Het is een poging om de bevolking politiek en economisch te controleren door de elite.
En het is een andere manier om de bevolking te verdelen tegen zichzelf, waarbij sommigen geloven in de door de mens veroorzaakte opwarming van de aarde en anderen niet geloven, dat wil zeggen verdeel en heers.
Joyce Newton
Eimert VenderboschEimert Venderbosch 1
Roland HorvathDe inhoud van deze bijdrage is verwijderd.
Andrea D
Ties Joosten 5
Andrea DMaarrrrr de 15e organiseren we hierover een debat in Pakhuis de Zwijger. Ik zou je daarover vraag even willen bellen, het klinkt alsof je hier wel verstand van hebt :-)
Mail je even naar ties.joosten@ftm.nl?
Andrea D
Ties JoostenIk denk dat het verder ook helpt om ESG niet te presenteren als 'de' meetlat, er is namelijk een veelvoud van meetlatten, met eigen keuzes, aannames en accenten- die moeten wel transparant zijn. Dat die meetlatten verschillend zijn bewijst niet het disfunctioneren ervan maar vooral dat duurzaamheid niet in een algemene definitie is te vangen, en dat investeerders kunnen kiezen tussen een meer risico gedreven of meer impact gedreven werkwijze. Ik neem nog even verder contact op!
Barry Wildhagen
Andrea DHier kan ik het alleen maar mee eens zijn. Er zijn ruim 400 verschillende 'reporting frameworks' die met ESG te maken hebben en het hangt af van het land/regio en ook industrie waarin je aan ESG gerelateerde rapportages moet doen. Voor Disney is dit bijvoorbeeld 'Smoking in movies' policy die onder de 'S' valt. Maar dat is voor iets als Tata Steel niet van toepassing. Dé ESG meetlat bestaat niet. Het is een container begrip waaronder héél véél wet en regelgeving valt. Zoals Andrea al aangeeft; dat betekent niet dat het niet werkt. Het betekent hooguit, dat er nog geen consolidatie heeft plaatsgevonden (het heeft ook járen geduurd voordat we IFRS en USGAAP hadden bij rapportage over financiële cijfers), maar ook dat je niet alles onder één noemer kunt vangen omdat bedrijven nu eenmaal van elkaar verschillende activiteiten ontplooien in verschillende landen en regio's.
Jan Ooms 10
Barry WildhagenMaar daarmee geef je toch precies aan dát het niet werkt. Het is, zoals het artikel ook aangeeft, platgeslagen tot een tweeletter-begrip (AA) eventueel aangevuld met een of meer plusjes.
Met zoveel onderliggende data en keuzevrijheid van bedrijven en/of fondsen daaruit te pikken wat hen uitkomt (greenwashing) kán het toch niet werken?
Barry Wildhagen
Jan OomsEveline Bernard 6
Andrea DW. Baars 3
Andrea DTies Joosten 5
W. BaarsHoe al die data zich tot elkaar verhouden, het rekenmodel zeg maar, is sowieso meestal niet duidelijk.
W. Baars 3
Ties JoostenChristine 3
Ties JoostenAndrea D
W. BaarsJelle Schottelndreier 3
Andrea DAndrea D
Jelle SchottelndreierJelle Schottelndreier 3
Andrea DMikolaj mika
Goed en overzichtelijk artikel trouwens!
Cristina Eeft
Mikolaj mikaJelle Schottelndreier 3
Cristina EeftAfschuifsmoes?
John Janssen 4
Zijn ook onze beleidsbepalers die een 'wankelend' systeem onderhouden. Neem bijvoorbeeld de (zee)scheepsvaart, een redelijk grote vervuiler. Men gaat ze nu beboeten, welke boete gewoon aan de consument zal worden doorberekend in hogere transportkosten. Simpel omdat men nog niet durft te zeggen, "jullie vervuilen, dus jullie veranderen jullie brandstofvoorziening per x datum". Laffe hap, zwakke koek, en natuurlijk weer een vette lobby.
Jan Ooms 10
John JanssenAlex Hoen 4
Naast regulering is gedrag 'key' : we stemmen dagelijks met onze portemonnee en bepalen daarmee winstgevendheid van bedrijven dus dat probeer ik zo bewust mogelijk te doen. Mijn (bescheiden) vermogen heb ik in fondsen met als direct financieringsdoel het opwekken van duurzame energie. In mijn werk probeer ik ook (in)direct bij te dragen aan projecten die energietransitie daadwerkelijk d. i. meetbaar versnellen.
John Janssen 4
Alex HoenW. Baars 3
Fred Horbeek
De leugen achterhaalt haar wel.
Jan Ooms 10
Fred HorbeekHannie Groen 5
Cristina Eeft
Roland Horvath 7
Cristina EeftHet aantal mensen wereldwijd kan beter verminderen.
Roland Horvath 7
Wat wel kan en moet gebeuren door de overheid, is de producten en hun fabricatie proces te onderzoeken en te kwalificeren. In de VS mag een product op d markt komen als het niet gebleken is, dat het schadelijk is / dat het slecht is. In Europa komt een product pas op de markt als gebleken is door onderzoek dat het product goed is.
Harry van der Velde 2
Harry van der Velde 2
Het eerste is m.i. waar voor de profiteurs, het 2e is het excuus voor iedereen in de comfortzone.
We hebben een nieuw verhaal nodig over hoe onze samenleving duurzaam kan voortbestaan.
Roland Horvath 7
Harry van der VeldeHet huidige duurzame produceren kan hoogstens enkele tientallen jaren bestaan, want dan zijn de materialen die nodig zijn voor dat verduurzamen op, uitgeput. Het gaat om tientallen elementen van de 92, die op aarde bestaan.
En de duurzame producten kosten alle samen miljarden.
Het huidige verduurzamen is duur maar niet duurzaam. Het wordt een ramp voor de hele mensheid.
Jelle Schottelndreier 3
Jelle Schottelndreier 3
Die leggen de lat hoger, en hebben vaak direct contact met bedrijven waarin wordt belegd.