
Deze week is de Nederlandstalige versie verschenen van het nieuwe boek van Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz. De Amerikaanse econoom concludeert daarin dat het euro-experiment is mislukt en zo spoedig mogelijk vervangen moet worden door een nieuw monetair systeem van een ‘flexibele euro’. De Nederlandse euro-researcher André ten Dam schreef voor FTM een recensie van Stiglitz’ boek.
Joseph Stiglitz is altijd een fervent voorstander geweest van het ideologische Europese project van politieke integratie. Als zodanig is hij ook altijd een van de grootste ideologische voorvechters geweest van de euro als onderdeel van de Europese economische integratie, met name van de gemeenschappelijke ‘markt & munt’ die de welvaart in Europa had moeten vergroten. De euro als raamwerk had daarbij tegelijkertijd voor monetaire stabiliteit moeten zorgen.
Helaas heeft de praktijk heel anders uitgepakt. Dat het euro-experiment, ondanks alle goede bedoelingen daarvan, faliekant is mislukt en een enorme economische, sociale en humane ravage heeft aangericht, beseft ook Stiglitz al een aantal jaren. Maar waar sinds het uitbreken van de eurocrisis in 2010 een groeiende meerderheid van eurorealisten steeds stelliger van mening is dat de euro opgedoekt zou moeten worden, bleef de vermaarde Amerikaanse econoom volhouden dat de euro gered en vervolmaakt zou moeten worden.
In zijn boek gaat Stiglitz op zoek naar alternatieven voor de euro
In zijn helder geschreven en daardoor toegankelijke boek komt ook Stiglitz — die overigens maar moeilijk afscheid kan nemen van zijn dogma dat er meer ‘Europa’ nodig zou zijn — nu tot het inzicht dat het euro-experiment niet alleen geen kans van slagen meer heeft, maar dat de eenheidseuro juist het Europese project ondermijnt. Daarbij houdt hij de Europese politieke beleidsmakers voor dat de euro natuurlijk ook helemaal geen voorwaarde voor of doel van Europese samenwerking is, alsmede dat het halsstarrig continueren van de euro die onderlinge samenwerking én de democratie in Europa nu juist acuut en ernstig bedreigt.
Omdat het Europese project te belangrijk is om aan het kruis van de euro te nagelen, moet de euro derhalve zo spoedig mogelijk worden opgedoekt, aldus de hoogleraar van de universiteit van Columbia in New York. Onder het motto ‘beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald’ gaat hij daarom op zoek naar alternatieven voor de eenheidsmunt. Volgens Stiglitz moeten we naar een nieuw stelsel waarbij ‘flexibiliteit’ wat betreft wisselkoers-, rente en begrotingsbeleid de leidraad is.
Uit het lood geslagen
Toen ik eerder dit jaar de vooraankondiging van Stiglitz’ nieuwe boek las, moest ik direct terugdenken aan zijn paper van 2014: ‘Can the Euro be Saved? An Analysis of the Future of the Currency Union,’ een van de meest merkwaardige papers over de eurocrisis die ik sinds het uitbreken daarvan heb gelezen. Stiglitz noemt in dat paper praktisch alle economische argumenten waarom het goed zou zijn om met de euro te stoppen, om uiteindelijk doodleuk te concluderen dat het toch beter zou zijn om die mislukte eenheidsmunt te redden.
In zijn toenmalige analyse, evenals in zijn nieuwe boek, refereert de Amerikaan terecht aan de optimale-valutagebieden-theorie van een andere Nobelprijswinnaar, de Canadees Robert Mundell. Volgens die economische theorie kan een wat betreft onderlinge wisselkoers en rente one size fits all monetaire unie tussen landen uitsluitend slagen als aan de volgende criteria wordt voldaan:
- De economieën van de deelnemende landen moeten duurzaam convergeren.
- Tussen de deelnemende landen moet een hoge graad van arbeidsmobiliteit bestaan.
- Er moet een institutioneel supranationaal federaal kader (politieke unie) zijn met een gezamenlijke economische regering en een gezamenlijk budget voor herverdeling om asymmetrische schokken op te kunnen vangen.
- Er moet vrij kapitaalverkeer zijn.
Voordat men zou moeten gaan kijken of er aan voornoemde criteria al dan niet wordt voldaan, zou men zich vanzelfsprekend eerst moeten afvragen of de bevolkingen van de landen die aan zo’n muntunie moeten deelnemen, zich wel zo sterk met elkaar verbonden voelen. Daarbij spelen gemeenschappelijke identiteit, taal en cultuur een doorslaggevende rol. Als men zich binnen de EU destijds deze vraag gesteld had, was de euro er nooit gekomen.
Binnen de EU had men zich allereerst moeten afvragen of de bevolkingen van de landen die aan de muntunie moeten deelnemen, zich wel zo sterk met elkaar verbonden voelen
Verder is het vanzelfsprekend dat het eerstgenoemde criterium, ‘duurzame onderlinge convergentie,’ veruit het belangrijkste is. Als aan dat criterium al niet wordt voldaan, moet je sowieso nooit met zo’n monetaire unie beginnen. Mocht je er (dom-dom-dom) onverhoopt toch mee begonnen zijn en de boel loopt na enige tijd uit de hand, dan moet je — zo bepleit ik al jaren — er onmiddellijk mee stoppen.
Ook Stiglitz signaleert dat er grote economische verschillen bestaan tussen aan de ene kant traditionele economisch sterke handelsoverschotlanden als Duitsland en Nederland en aan de andere kant zwakke handelstekortlanden als Griekenland, Spanje en ook Frankrijk. Deze verschillen hebben onder meer geresulteerd in onderling totaal uit het lood geslagen (en steeds groter wordende) reële wisselkoersverhoudingen (zie grafiek hieronder). Als gevolg daarvan zijn de zwakkere landen hun concurrentiepositie op de Europese gemeenschappelijke markt kwijtgeraakt, met ineenstorting van economieën, werkgelegenheid en staatsfinanciën tot gevolg.

Transferunie
Met niet mis te verstaan cijfermateriaal laat Stiglitz niet alleen zien dat de euro een onnoemelijke economische, sociale en financiële ravage heeft aangericht in de probleemlanden, maar ook dat, internationaal gezien, zelfs het best presterende euroland (Duitsland) wat betreft economische groei een dikke onvoldoende scoort.
Ook benoemt Stiglitz de traditionele noodzakelijke monetaire instrumenten van enerzijds onderlinge wisselkoersaanpassingen om ontstane onevenwichtigheden tussen landen in één klap te kunnen corrigeren en anderzijds gedifferentieerd rentebeleid op nationaal vlak om de diverse nationale economieën gericht te kunnen sturen. Deze twee instrumenten zijn met de invoering van de euro rücksichtslos overboord gegooid.
Stiglitz toont aan dat, internationaal gezien, zelfs Duitsland op economische groei een dikke onvoldoende scoort
Maar merkwaardig genoeg meent Stiglitz (net als in Nederland D66 en GroenLinks) dat indien aan de derde voorwaarde van de optimale-valutagebieden-theorie (die van een politieke unie) zou worden voldaan, de Europese monetaire unie vervolmaakt zou zijn en daarmee ook gered. Daartoe reikt Stiglitz een aantal maatregelen aan van verregaande politieke integratie. De maatregelen zijn vooral gericht op onderlinge solidariteit, zoals het introduceren van een Europees depositogarantiestelsel, het uitgeven van gezamenlijke Europese staatsobligaties (Eurobonds), een gezamenlijke Europese begroting, een belasting van overschotlanden ten behoeve van tekortlanden, Europese werkloosheidsuitkeringen en andere transfermaatregelen waarmee geld wordt herverdeeld (lees: overgeheveld van de economisch sterkere landen naar de zwakkere).
Ik heb dat van Stiglitz nooit begrepen. Immers, hoe kun je nu het noodzakelijke robuuste en duurzaam economisch herstel verwachten in landen als Griekenland, Spanje en Portugal, terwijl je die landen in de onderlinge verhoudingen binnen de Europese markt vast laat houden aan een munt die veel te duur voor ze is en juist alle zuurstof voor herstel wegneemt? Waarom zou je tegelijkertijd de koopkracht in de sterkere landen wegdrukken door daar vast te houden aan een voor hen juist veel te goedkope munt? En waarom zou je de koopkracht in die sterkere landen nog veel verder uithollen door (met Noord-Europees belastinggeld gefinancierde) blanco transfercheques naar Zuid-Europa te sturen?
In dat geval zouden, niet eens zo heel gechargeerd gezegd, de economisch sterkere regio’s in Duitsland en Nederland niet alleen de zwakkere regio’s in eigen land op hun schouders dragen, maar krijgen zij heel Zuid-Europa (Frankrijk en Italië incluis) er nog eens bij! De euro-realistische Franse econoom Jaques Sapir heeft recent berekend dat het prijskaartje van zo'n transferunie voor Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Finland zou uitkomen op circa 300 miljard euro — per jaar wel te verstaan. Kortom, in zo’n gecreëerde (structurele) transferunie zal als gevolg van de euro de in Zuid-Europa ontstane armoede — in een algehele spiraal omlaag — over alle eurolanden worden herverdeeld. En dat terwijl ons bij de invoering van de euro was beloofd dat de munt juist de welvaart en werkgelegenheid voor alle deelnemende landen zou vergroten.
Ik vraag mij af of Stiglitz’ mening dat de euro met een politieke transferunie gered zou zijn wishful thinking is, ontstaan in een vlaag van verstandsverbijstering. Liefde maakt immers blind. Of is het wellicht zo dat hij als Amerikaan de diversiteit van de Europese (economische) culturen en de onderlinge politieke verhoudingen niet goed genoeg heeft doorgrond en daarbij ook juist de kracht en de waarde van die diversiteit in Europa uit het oog verloren is? Of is het een combinatie van beide?
Hoe dan ook, in zijn nieuwe boek komt ook Stiglitz eindelijk tot de conclusie dat de richting van een politieke (transfer)unie geen begaanbare weg is. Maar dat is dus louter om de praktische reden dat er daarvoor in de eurolanden geen politiek en electoraal draagvlak is.
Devaluatie noch revaluatie
In zijn boek beweegt Stiglitz echter wel, door zich in ieder geval af te vragen of van alle economische voorwaarden voor een succesvolle muntunie, die van economische convergentie tussen de landen wellicht toch de belangrijkste is. Bovendien realiseert Stiglitz zich nu kennelijk dat de volledig uit het lood geslagen onderlinge reële wisselkoersen ook veel te groot zijn voor het kunnen continueren van de euro. Terecht concludeert hij dat de dringend noodzakelijke reset daarvan uitsluitend mogelijk is door onderlinge monetaire wisselkoersaanpassingen. Zonder wisselkoersaanpassingen zouden de scheve verhoudingen binnen de eurozone immers uitsluitend in evenwicht gebracht kunnen worden door zéér forse loon- en prijsverlagingen (interne devaluatie) in de Zuid-Europese eurolanden en/of zéér forse loon- en prijsverhogingen (interne revaluatie) in de sterkere landen.
De praktijk vanaf 2010 in de Zuid-Europese probleemlanden heeft echter — en niet voor het eerst — aangetoond dat als de te overbruggen kloof met het relevante buitenland te groot is, interne devaluatie gewoonweg niet lukt en alleen maar leidt tot sterkere economische krimp, stagnatie, nog hoger oplopende werkloosheid en tot nog meer vastlopende staatsfinanciën. Dienaangaande stelt Stiglitz terecht: ‘Interne devaluatie — het verlagen van binnenlandse lonen en prijzen — is géén substituut voor wisselkoersflexibiliteit.’
De eenheidseuro moet worden opgedoekt, het is niet anders
De weg van loon- en prijsverhogingen (interne revaluatie) in de sterkere landen acht Stiglitz onrealistisch, gelet op de diepgewortelde aversie tegen inflatie in Duitsland. Bovendien (en daarmee is Stiglitz kennelijk nog onbekend) heeft de Wisselverlieszaak in Nederland aangetoond dat, als de te overbruggen economische kloof met het relevante buitenland te groot is, interne revaluatie leidt tot zowel een doorschietende loon-prijsspiraal als een ernstige aantasting van de koopkracht. Met verwijzing naar de Wisselverlieszaak vul ik Stiglitz dus graag aan met de in de praktijk bewezen stelling: interne revaluatie — verhoging van binnenlandse lonen en prijzen — is evenmin een substituut voor wisselkoersflexibiliteit.
Zoals ik eerder al eens heb uiteengezet is monetaire aanpassing van de onderlinge wisselkoersen in de gegeven huidige Europese omstandigheden de énige weg om het verstoorde onderlinge evenwicht in één klap en zónder alle voornoemde schadelijke bijwerkingen te kunnen herstellen. Daartoe moet echter de eenheidseuro worden opgedoekt. Het is niet anders. Het is evident dat als het economische herstel in de probleemlanden intreedt, er veel meer ruimte en draagvlak zal komen om daar de noodzakelijk structurele hervormingen door te voeren.
Terzijde, omdat de Wisselverlieszaak het enige — mij bekende — praktijkvoorbeeld is van destructieve interne revaluatie, is het onderzoeksrapport daarvan van groot belang — zowel voor de internationale economische wetenschap als voor de Europees-politieke beleidsmakers.
Neoliberale uitwas
Het is mij overigens altijd een raadsel geweest dat juist de zo sociaaldemocratisch ingestelde Joseph Stiglitz zich zo’n fervent voorstander van de euro heeft getoond. De eenheidsmunt is immers een veel te ver doorgeslagen neoliberaal politiek project — we kunnen rustig zeggen een neoliberaal-politieke uitwas. In de rigide one size fits all-constructie van de euro kan immers uitsluitend de markt de noodzakelijke aanpassingen bewerkstelligen, en zoals we hebben gezien richt dat een enorme ravage aan waarvan de lagere en middenklasse en het mkb in alle landen de grootste slachtoffers zijn. Dat is dus allemaal niet echt sociaal.
Bovendien zijn, toen het er op aan kwam, nationale democratieën rücksichtslos omvergeworpen om de euro te ‘redden,’ laatstelijk nog vorig jaar zomer door het Dictaat van de Trojka in Griekenland. Het euro-experiment bevordert dus evenmin de democratie. Ik vermoed overigens dat juist het voornoemde dictaat voor Stiglitz de wake-upcall is geweest wat de euro betreft.
In het kader van sociaaldemocratie verwijs ik ook graag naar de Tegenlicht-uitzending ‘Volk, macht en Varoufakis’ van april dit jaar. Daarin wordt eveneens de verbazing uitgesproken dat het juist de Europese politieke leiders van sociaaldemocratische huize zijn geweest die in de jaren '90 het eenheidseuro-experiment erdoorheen hebben gedrukt. In de jaren ’90 was dat in Nederland Wim Kok, wiens erfenis binnen de PvdA de laatste jaren streng wordt bewaakt door Jeroen Dijsselbloem, ondanks de duidelijke en niet mis te verstane hint van zijn ambtenaren op Financiën bij zijn aantreden als voorzitter van de Eurogroep in 2013.
Het voorgaande wil echter zeker niet zeggen dat uitsluitend sociaaldemocratische politici en economen afstand van de eenheidseuro zouden moeten nemen. Immers, nu de munt (de euro) de Europese markt juist voor een belangrijk deel om zeep heeft geholpen en er daardoor van de ‘munt & marktretoriek’ weinig meer over is gebleven, zou dat vanzelfsprekend ook moeten gelden voor neoliberale politieke groeperingen (VVD en D66), politici (Mark Rutte en Alexander Pechtold) en economen (Lex Hoogduin).
Net als het IMF stelt Stiglitz dat onhoudbare schulden vanzelfsprekend tot een houdbaar niveau afgeboekt moeten worden
In zijn boek maakt Stiglitz verder gehakt van het sinds 2010 door het kwartet Merkel, Schäuble, Rutte en Dijsselbloem opgelegde procyclische austerity-beleid (een recept voor depressie) aan Griekenland, Portugal en Spanje, en pleit hij voor ‘flexibel’ (maatwerk op nationaal niveau) anticyclisch begrotingsbeleid. Net als het IMF is Stiglitz van mening dat onhoudbare schulden vanzelfsprekend tot een houdbaar niveau afgeboekt moeten worden.
De eurocrisis is nog lang niet voorbij, aldus Stiglitz. Daarbij waarschuwt hij de Europese politieke leiders dat het sinds 2010 door hen gevoerde beleid van ‘doormodderen,’ geheel in lijn met de ranking in The Euro Solution Matrix, veruit het slechtste scenario is — en voor iedereen het meest kostbare.
Alternatieve scenario’s
Zoals het nu gaat, kan het volgens Stiglitz dus niet langer. Daarom gaat hij in de laatste hoofdstukken van zijn boek op zoek naar alternatieven voor de eenheidsmunt, waarbij monetaire flexibiliteit wat betreft onderlinge wisselkoersen en gedifferentieerd rentebeleid vanzelfsprekend de leidraad vormen.
Het eerste scenario dat Stiglitz behandelt, is dat van wat hij noemt een amicable divorce: de eurolanden gaan ‘als goede vrienden uit elkaar’. Stiglitz ziet voor dit scenario drie (reeds bekende) varianten:
- Gecontroleerde algehele ontmanteling van de euro met herintroductie van de voormalige nationale valuta’s, elk met een eigen wisselkoers en rentebeleid.
- Gecontroleerde opsplitsing van het euroblok in twee of drie delen, met afzonderlijke nieuwe gemeenschapsvaluta’s, ieder met een eigen wisselkoers en rentebeleid.
- Gecontroleerde uittreding van een euroland (noodzakelijkerwijs meerdere landen), dat dan een eigen valuta en rentebeleid krijgt.
Hoewel Stiglitz uit deze varianten — helaas — geen keuze maakt, werkt hij de derde variant wel nader uit. Het is de Grexit-variant, waarbij Griekenland de eurozone zou verlaten. Dienaangaande stelt hij terecht dat Griekenland met een dan ten opzichte van de euro gedevalueerde nieuwe drachme eindelijk toe zou kunnen komen aan het noodzakelijke robuuste en duurzame herstel van economie en werkgelegenheid (op eigen kracht), met hogere belastingopbrengsten, lagere kosten aan uitkeringen en dus een veel betere begroting. Stiglitz merkt hierbij fijntjes op dat in de twee decennia voorafgaand aan de euro Griekenland met de drachme een veel hogere economische groei en een veel lagere werkloosheid kende dan sinds de invoering van de euro. Verder, zo stelt Stiglitz, kan een dan monetair soeverein Griekenland de kredietverstrekking beter op gang brengen. En last but not least krijgen de Grieken met een Grexit hun waardigheid terug en wordt, met verwijzing naar het Dictaat van de Trojka van juli 2015, de democratie in Griekenland in ere hersteld.
Stiglitz stelt terecht dat enkel een Grexit de problemen van de eurozone niet zal oplossen. Daarvoor zijn ook euro-exits van diverse andere zwakkere eurolanden noodzakelijk
Belangrijk is dat Stiglitz (overigens zonder daarbij de desbetreffende universele Lex Monetae expliciet te noemen) stelt dat de Griekse regering bij de euro-drachme-conversie vanzelfsprekend zou moeten verklaren dat de Griekse (staats)leningen van rechtswege omgezet worden van euro naar drachme. Stiglitz vindt het verder terecht dat, waar nodig, onhoudbare schulden tot een houdbaar niveau afgeboekt worden. Over de vraag hoe dan de klap voor de bankensector, die daarvan het gevolg is, moet worden opgevangen, komt hij echter niet met een (plausibele) oplossing.
Stiglitz filosofeert dat de nieuwe Griekse drachme als e-money (elektronisch geld, een virtuele valuta) ingevoerd zou kunnen worden, wat het vertrek uit de euro eenvoudig zou maken aangezien fysiek geld dan niet meer geslagen of gedrukt hoeft te worden en evenmin gedistribueerd. Stiglitz meent dat er daarmee tegelijkertijd geen zwartgeldcircuit meer zou zijn.
Het is een interessante gedachte, maar ik vraag me af of hij realistisch is. Ik verwacht dat we in dit scenario in Griekenland de euro als een officieuze maar dominante parallelle cash-valuta zouden gaan zien. Verder heeft de Duitse econoom Hans-Werner Sinn eerder dit jaar uiteengezet welke gevaren er kleven aan het afschaffen van fysiek (contant) geld. Bovendien is het fysieke karakter van een valuta ook noodzakelijk voor het kunnen functioneren van die valuta als reservemunt.
Een omgekeerd scenario kan zijn dat juist sterkere landen zoals Duitsland en Nederland uit de euro treden
Ook heb ik mijn bedenkingen bij de door Stiglitz voor de grensoverschrijdende handel genoemde invoering in Griekenland van trade chits, een van overheidswege gereguleerd handelsbalanssysteem dat door belegger Warren Buffet ten behoeve van de VS is bedacht. Hierbij is import uit een ander land slechts toegestaan als daar ook in gelijke mate export tegenover staat. Bureaucratisch alsmede handel- en dus welvaart-belemmerend, zou ik zeggen. En als een land concurrerend is, komen de investeringen uit binnen- en buitenland alsmede exporten naar het buitenland vanzelf.
Stiglitz stelt verder volkomen terecht dat enkel een Grexit de problemen van de eurozone niet zal oplossen. Daarvoor zijn ook euro-exits van diverse andere zwakkere eurolanden (Portugal, Spanje, Italië en ook Frankrijk) noodzakelijk. En je kunt de boel natuurlijk ook omdraaien, zoals Stiglitz terecht zegt. Niet de zwakkere landen, maar juist sterkere landen zoals Duitsland en Nederland treden dan uit de euro. In dat geval zullen de nieuwe individuele nationale Duitse en Nederlandse valuta’s (of een dan te introduceren gezamenlijke Germaanse groepsvaluta) vanzelfsprekend revalueren ten opzichte van de euro. Volgens Stiglitz zou een bijkomend voordeel daarvan zijn dat de Duitse en Nederlandse staatsschulden dan fors zouden afnemen omdat die gewaardeerd zouden blijven in de dan ten opzichte van de nieuwe Duitse en Nederlandse valuta gedevalueerde euro. Omdat volgens de Lex Monetae die schulden dan van rechtswege omgezet zullen worden van euro naar de nieuwe Duitse en Nederlandse valuta’s, trek ik die conclusie van Stiglitz echter in twijfel.
Omdat de diverse door hem genoemde amical-divorce-varianten gepaard gaan met ‘gezichtsverlies’ voor het gevestigde Europese politieke establishment, acht Stiglitz zelf geen van deze varianten realistisch. Bovendien is dan de vraag of het Europese project daarmee wel kan worden gered, of dat het juist voeding geeft aan de ontmanteling van de gehele Europese Unie.
Flexibele euro
Stiglitz zoekt derhalve verder en presenteert een geheel nieuw gemeenschappelijk Europees systeem van een ‘flexibele euro,’ althans dat beweert hij. Dienaangaande stelt hij:
Wanneer we onderkennen waar de structuur van de eurozone nu tekortschiet en in de toekomst tekort zal blijven schieten, kunnen we enkele van de instrumenten inzetten die we zouden gebruiken in het geval van een ‘amicable divorce’ en zorgen dat het beleid voldoende onderling wordt afgestemd om de fluctuaties in de verschillende euro-valuta te beperken. […] In plaats van één enkele munt voor het geheel van wat nu de eurozone is, zouden er verschillende groepen zijn, elk met hun eigen valuta. Elk land of elke groep van landen zou dan een elektronische (virtuele) valuta tot stand brengen — op de manier zoals door mij hiervoor beschreven bij de Grexit-variant. […] De waarde van de verschillende euro’s zou fluctueren, maar binnen een bandbreedte die door het beleid in de eurozone zelf bepaald wordt. […] Het systeem van de flexibele euro is bedoeld om weer enige orde te brengen in de ontstane chaos en biedt een eenvoudiger kader waarbinnen de macro-economische externaliteiten beter kunnen worden aangepakt. […] Dit systeem zou Europa in staat stellen zich van de stagnatie te bevrijden. […] Er moeten uiteraard nog veel details worden uitgewerkt. […] Het systeem is beter dan het huidige systeem dat zulke hoge kosten heeft veroorzaakt voor zo veel mensen in de eurozone. Het kader voor economische samenwerking in de eurozone, gebaseerd op een flexibele euro leidt tot grotere stabiliteit en sterkere groei….
Waar Stiglitz uiteindelijk op uitkomt is de facto ‘terug naar het pre-eurotijdperk,’ van ‘The Snake in the Tunnel’ die uiteindelijk uitmondde in ‘The European Exchange Rate Mechanism’ maar in het geval van Stiglitz met uitsluitend virtuele nationale of groepsvaluta’s. Omdat de euro en daarmee ook de (mogelijke) voordelen ervan dan geheel verdwijnen, dekt de benaming van Stiglitz’ ‘flexibele euroschip’ de lading daarvan dus niet.
Overigens zie ik met de beste wil van de wereld niet het verschil tussen de door Stiglitz beschreven varianten voor een ‘amicable divorce’ en anderzijds die van zijn ‘flexibele euro’. Het ligt immers toch voor de hand dat, indien de Europese politieke beleidsmakers zouden besluiten om wat de euro betreft als vrienden uit elkaar te gaan, zij met een vervangend Europees gemanaged monetair stelsel zullen komen.
Waar Stiglitz uiteindelijk op uitkomt is de facto ‘terug naar het pre-eurotijdperk'
Dan lijkt, in de redeneerwijze van Stiglitz, de conclusie te zijn dat de euro in zijn onvermijdelijke val ook het Europese project als geheel mee zal sleuren. Juist doordat het euro-experiment jammerlijk is mislukt en zo’n enorme ravage heeft aangericht zullen, volgens hem, de in alle landen steeds meer electoraal draagvlak vindende anti-EU-partijen (zowel aan de linker- als rechterzijde van het politieke spectrum) vroeg of laat de stekker uit het gehele Europese project trekken.
Al met al vreest Stiglitz dus dat het inderdaad zomaar zou kunnen dat de wal het schip zal keren. Hierbij wijst hij naar de Brexit-ervaring van afgelopen zomer, waarbij het de stijfkoppige Europese politieke leiders en met name de wereldvreemde Brusselse kliek aan inzicht en gezond verstand ontbrak, waarmee ze de Britten de laatste zet richting de Brexit-keuze hebben gegeven.
Ik vul hierbij Stiglitz graag aan dat binnen het Britse politieke establishment juist het eurodrama velen heeft doen besluiten voor Brexit te kiezen, zoals voormalig Labour-minister Lord David Owen:
‘The voices of doom we hear today were telling the British people 17 years ago we had to join the euro. […] Every single year that the UK can put under its belt in a transition out from the EU/Eurozone reduces the chance that we in the UK will be dragged down as a result of a euro collapse.’

The Matheo Solution (TMS)
Nu wil het geval dat ik begin 2010 vergelijkbare ideeën had als de gedachten die Stiglitz op het spoor zetten van de ‘flexibele euro’:
- Het one size fits all/none europact is totaal mislukt en zal bij continuering daarvan een enorme ravage aanrichten (en dat is in de tussentijd helaas ook gebeurd).
- Juist om verstandige en succesvolle Europese samenwerking (zoals de gemeenschappelijke interne markt) te kunnen behouden en voort te zetten zal de euro, althans het eenheidselement daarvan, moeten worden opgegeven.
- Het nieuwe Europese monetaire stelsel zal gebaseerd moeten zijn op ‘monetaire flexibiliteit’ van wisselkoers- en rentedifferentiatie.
Maar anders dan Stiglitz nu legde ik toen, met een vierde voorwaarde, de lat nog véél hoger:
- 4. In zo’n nieuw flexibel Europees monetair stelsel zouden we de mogelijke voordelen van een monetaire unie en de specifieke doelstellingen zoals die ook aan de invoering van de euro ten grondslag lagen, zoveel mogelijk moeten kunnen behouden. Hierbij kunnen we denken aan a.) het bewerkstelligen van monetaire stabiliteit, b.) het uitsluiten van valutaspeculatie, c.) het creëren van een internationale Europese valuta met een internationale handel- en reservefunctie naast de Amerikaanse dollar, d.) het doorbreken van de Duitse na-oorlogse monetaire D-mark-hegemonie in Europa en e.) het bewaren van de geopolitieke eenheid in Europa).
Een zeer groot voordeel van het ook kunnen voldoen aan voornoemde vierde voorwaarde is vanzelfsprekend dat je zo’n nieuw monetair stelsel ook politiek acceptabel maakt voor de gevestigde politieke orde, die dan zonder gezichtsverlies afscheid zou kunnen nemen van de eenheidseuro.
Deze denkrichting heeft in 2010 geresulteerd in ‘The Matheo Solution (TMS)’, waarbij de euro als Europese supranationale gemeenschapsvaluta (chartaal en giraal betaalmiddel) wordt behouden terwijl tegelijkertijd de dringend noodzakelijke monetaire flexibiliteit in het europact wordt geïntroduceerd. Dit kan dan op innovatieve, eenvoudige en gemakkelijk implementeerbare wijze, alsmede zonder verdragswijziging, worden gedaan via de introductie van parallelle nationale monetaire rekeneenheden.
Op basis van deze nieuwe nationale monetaire rekeneenheden ontstaat er dan een nieuw Europees wisselkoersmechanisme (op basis van vaste maar aanpasbare wisselkoersen en gemanaged door de ECB) waarvan de rekeneenheid van de euro het monetaire anker is en waarbij de euro als gemeenschapsvaluta dus het enige wettige chartale en girale betaalmiddel blijft in de gehele eurozone en dus in ieder euroland. Omdat de euro dan de enige valuta (betaalmiddel) blijft, behoeft er dan dus geen — fysiek nationaal geld geslagen of gedrukt te worden en evenmin gedistribueerd.
Voor de duidelijkheid, met een monetaire unie volgens het flexibele systeem van TMS kunnen de daaraan deelnemende landen in voorkomende gevallen op eigen kracht herstellen. Een politieke unie met allerlei transfermechanismen, zoals door Robert Mundell voorgeschreven in diens optimale-valuta-gebiedentheorie alsook het huidige (terecht bekritiseerde) ECB-beleid, zijn dan dus niet meer nodig. Dit betekent overigens dat TMS niet alleen een passende, effectieve en politiek acceptabele oplossing voor de eurocrisis aanreikt, maar ook dat op basis daarvan de internationale economische leerboekjes over monetaire unies herschreven dienen te worden.
Bijkomend voordeel bij het monetaire stelsel van TMS is dat ieder euroland echt gelijk is, wat de Europese samenwerking bevordert
Omdat de monetaire differentiatie naar mijn mening zou moeten aansluiten op de nationale politieke entiteiten, ieder met een individueel economisch bestuur, heb ik in 2010 uiteindelijk gekozen voor parallelle rekeneenheden op nationaal vlak en dus niet op Europees-regionaal vlak (N-euro/Z-euro). Een ander argument voor deze keuze is dat er ook verschillen ontstaan tussen de sterkere landen onderling en de zwakkere landen onderling. Bijkomend voordeel is verder dat bij het monetaire stelsel van TMS ieder euroland ook echt gelijk is, hetgeen de Europese samenwerking vanzelfsprekend bevordert en de geopolitiek zo belangrijke Europese eenheid bewaart.
Omdat de eurocrisis nu eenmaal niet alleen een monetaire en economische crisis is, maar ook een schulden- en bankencrisis, regelt TMS ook al die aspecten op adequate wijze. Voor een uiteenzetting van de methode verwijs ik graag naar mijn artikel ‘De hervorming van het Europact’, dat ik eerder schreef naar aanleiding van de FTM euro-avond van inmiddels bijna een jaar geleden. En voor minister Dijsselbloem, ter bespreking daarvan in de eurogroep, en natuurlijk ook voor Joseph Stiglitz ten behoeve van de tweede herziende druk van zijn boek, is er ook mijn Engelstalige artikel ‘The Matheo Solution (TMS) – For Matheo and all other Europeans,’ mijn schriftelijke bijdrage aan de internationale top 'A Plan B in Europe — we shall find a way of ensuring that Europeans have a monetary system that works with them, not at their expense' van eerder dit jaar in Parijs.
En tot slot: laat TMS, die uitgaat van een ‘flexibele’ Europese samenwerking waarbij de natiestaten centraal staan en die maatwerk biedt op nationaal niveau, ook als voorbeeld dienen voor de sinds het Brexit-referendum zo vaak genoemde noodzakelijke hervorming van de Europese Unie. Anders zal niet alleen de euro maar — vrees ik — ook de EU en daarmee de Europese interne markt in rook opgaan.
Met dank aan Jean Wanningen voor het fungeren als klankbord bij het schrijven en redigeren van dit artikel.
Joseph Stiglitz (2016), De euro: hoe de gemeenschappelijke munt de toekomst van Europa bedreigt (Amsterdam: Atheneum).
43 Bijdragen
Gilles Wattel 1 3
De schrijvers kennen mijn mening.
Wat mij blijft verbijsteren, en wat laat zien hoe het verstand de wereld niet regeert, is hoe het ooit tot invoering van die euro kon komen.
Het waren lang niet alleen de 70 of zo Nederlandse economen die begrepen dat het niet kon werken.
Arjo Klamer was ten tijde van de invoering in de VS, ook daar waren vele economen van mening dat de euro tot mislukken was gedoemd.
Ik heb Duisenberg persoonlijk gekend, dom was hij zeker niet.
Ambitie had hij wel, ik vraag me dus af of die ambitie hem verhinderde de bezwaren tegen de euro over het hoofd te zien, ondanks zijn uitspraak 'dat hij heel goed wist da de politieke voorwaarden voor de euro niet vervuld waren'.
Het is natuurlijk mogelijk dat hij als econoom niet veel wist van geschiedenis, zoals dat binnen tien jaar na het uiteenvallen van het Habsburgse rijk elk van de opvolgingsstaten een eigen valuta invoerden.
Dat Nijenrodiaan Kok niet wist in 1993 wat hij deed, dat verbaast me niet.
Verder lijkt me de hele discussie over de euro eigenlijk verleden tijd.
De tegenstellingen binnen de EU over vrij verkeer van personen, migranten of vluchtelingen, 57 % van de Fransen wil ze niet meer, de komende FPÖ overwinning in Oostenrijk, Merkel's partij die in Berlijn nu kleiner is dan AfD, PVV grootste partij op 18 maart 2017, Brexit, waarvan ik begin te begrijpen dat Verhofstadt ook al niets van economie wist, waarvan dus de gevolgen veel ingrijpender zijn dan ik zag aankomen, al dit leidt er m.i. toe dat de EU binnen een jaar uiteenvalt.
Ik kan niet voorspellen of voorzien wat er dan gebeurt, ik verwacht dat dan ook de monetaire zeepbellen van euro en dollar ploffen.
Dat maakt het nog onvoorspelbaarder.
Mannen, of vrouwen, die voor sterk worden aangezien, zullen het dan wel voor het zeggen krijgen.
Een huiveringwekkend vooruitzicht.
MatthijsK 7
De oplossing is echter relatief eenvoudig; privatiseer de euro en hef het monopolie op geld op. Dan kan er nieuw geld ontstaan, bottom-up in plaats van top-down.
Er voor diegene die zeggen dat het niet kan, we hebben het al.
Jan Smid 8
MatthijsKMatthijsK 7
Jan SmidMichel Fleur 6
MatthijsKDe centrale bank heeft de geldcreatie nauwelijks in de hand en kan haar slechts proberen via rente of zotte QE te sturen. Allebei indirecte effecten. De markt - de private banken - bepalen de hoeveelheid geld. Gaan we nu de bankdirecteuren VOLLEDIGE macht van ons geldsysteem geven? Ik houd mijn hart vast.
MatthijsK 7
Michel FleurDe banken zijn geprivatiseerd net zoals de NS geprivatiseerd is, alleen in naam.
Michel Fleur 6
MatthijsKMatthijsK 7
Michel FleurPrivaat houdt in dat jij het eigenaarschap en de zeggenschap over iets hebt, nu hebben ze alleen het eerste.
Michel Fleur 6
MatthijsKLaten we concluderen dat een draaideur tussen een rechtsstaat en struikrovers weg moet.
MatthijsK 7
Michel FleurM. van Deelen 11
Ik zie 'm wel zitten zo'n fris en fruitige "Fleuro" voor Nederland.
In het ECU-tijdperk vóór invoering van de Euro functioneerde dat dubbele systeem ook. Waarom zou dat nu niet meer kunnen? Ja, er zijn belemmeringen opgeworpen in eerdere TMS artikelen en geheel geruisloos en probleemloos zal zo'n transitie niet gebeuren. Maar weegt dat op tegen de problemen die de hele EMU nu ervaart? Mij lijkt toch duidelijk dat wat we nu hebben, niet werkt. Hoe het allemaal zo gekomen is boeit me allang niet meer. We moeten dóór...... Laat alle knappe koppen (economen?) zich daar maar eens op richten. Ik zou willen roepen TINA ;-)
Gilles Wattel 1 3
M. van DeelenNet als Duisenberg, en ik, zei de gek, meent Kindleberger dat een muntunie kan pas nadat er een politieke unie is.
In elk geval heb ik nooit iets van die ECU gemerkt.
Ik herinner me wel de 'slang', de poging een zestal valuta's onderling niet meer dan drie procent te laten fluctueren, centrale banken kochten en verkochten ter stabilisatie.
Dat plofte twee keer, als ik me goed herinner.
Naar mijn mening moeten we dus niet door, maar terug naar wat wel werkte, de EEG met een munt per land.
M. van Deelen 11
Gilles Wattel 1Gilles Wattel 1 3
M. van DeelenDe ECU was een rekeneenheid van het Europese Monetaire Fonds.
Kindleberger citeert Crain en Atkinson 'dat het geen valuta is omdat privé (rechts)personen er niet mee handelden, of in handen hadden.
Verwijzing naar Joint Economic Committee, 1979, bl 46.
Het was een parallel munt.
M.i. dus nooit enige betekenis gehad.
Hoe er toen al geruzied werd over valuta blijkt er uit dat die ECU zou beginnen op 1 jan 1979, dat werd twee en een halve maand later door Duits Franse ruzie over agrarische subsidies.
Overigens zie ik dat één ECU toen 2.75 gulden was.
Eén euro was nog maar 2.20 gulden, of zoiets.
M. van Deelen 11
Gilles Wattel 1Gilles Wattel 1 3
M. van DeelenM. van Deelen 11
Gilles Wattel 1MatthijsK 7
M. van DeelenM. van Deelen 11
Met Eric Smit, André ten Dam, Arnoud Boot en Lex Hoogduin.
Leerzaam.
Matthijs 11
M. van DeelenMatthijs 11
M. van DeelenLex Hoogduin lijkt echt te geloven dat de euroconstructie prima werkt, als alle landen zich maar aan de regels (verdrag maastricht etc) zouden houden. Dus als de boel al acht jaar compleet vast loopt zoals nu, dan is zijn papieren model niet verkeerd, maar moet de werkelijkheid zich maar wat meer aanpassen aan zijn theorie.
Terwijl ik me toch afvraag hoe een euroconstructie zonder buffers of anti-cyclische mechanismen kan werken. Als een land, zeg Frankrijk binnenkort, een hele kleine dip heeft, om wat voor reden dan ook. Dan dalen de belastinginkomsten van de overheid en stijgen de uitgaven iets. Tekort loopt automatisch op. Financiele markten raken ongerust of later zelfs in paniek en gaan hogere rentes vragen. Lenen wordt duurder. Dus moet de overheid snel bezuinigen en/of belasting verhogen. Dat doet de kleine recessie verergeren. Daardoor weer minder belastinginkomsten, etc etc. Je komt onmiddelijk in een negatieve spiraal terecht.
De oplossing van Hoogduin is dan 'hervormen' en lonen verlagen. Maar lonen verlagen, als je dat al zo even zou kunnen regelen (no way), betekent óók een verdieping van de recessie. Immers, lagere lonen betekent minder inkomsten (de uitgave van de een is de inkomsten van de ander). Dus weer wordt de spiraal naar beneden actief versterkt. Net zo lang tot je in Griekse toestanden zit, met een compleet vernielde economie en werkloosheid van 30-50%.
Dan proberen in 20-30 jaar weer op te krabbelen.
De economen in het panel hebben misschien gelijk dat devaluatie een paardemiddel is en structureel weinig oplost. Maar goed, een kleine recessie langdurig verdiepen is in mijn ogen nog veel meer een paardemiddel.
M. van Deelen 11
MatthijsEn wat hiervan te denken:
"Für die internationalen Investment-Banken ist die Geldpolitik der EZB ein Geschenk des Himmels: Die Zahl der Unternehmenskäufe ist im ersten Halbjahr förmlich explodiert. Mit ihrem Ankaufprogramm finanziert die EZB faktisch die Übernahme von Unternehmen."
"Der Absturz der Deutschen Bank im M&A-Ranking ist vor allem darauf zurückzuführen, dass das Geldhaus beim Bayer-Monsanto-Deal nicht dabei war. In der weltweiten Rangliste rutsche das Institut sogar auf den elften Rang ab. Hier ist das Siegerpodest in US-Hand: Ganz oben steht Goldman Sachs, gefolgt von Morgan Stanley und der Bank of America."
Bron: http://deutsche-wirtschafts-nachrichten.de/2016/09/23/investment-banken-profitieren-von-draghis-ezb-programmen/?nlid=b055d91109
Als Deutsche Bank omvalt gaan we niet kopje onder maar zakken we naar de bodem van een trog.
Matthijs 11
M. van DeelenDat ook banken gigantische rommel op de balans hebben staan is vanzelfsprekend met de huidige hoge private schuldennivo's en de niet draaiende economie.
M. van Deelen 11
MatthijsDie vanzelfsprekendheid wil ik niet aanvaarden en er al helemaal niet voor bloeden. Ik ben verdomme niet met de banken getrouwd.
Matthijs 11
M. van DeelenM. van Deelen 11
MatthijsEn in de tussentijd hebben we -ik niet- gewoon nog meer schulden gemaakt.
Gilles Wattel 1 3
M. van DeelenDe boete die de VS nu Deutsche Bank oplegt is bijna het hele eigen vermogen van die bank, zo werd gezegd, ook besproken werd, niet ontkend of bevestigd, dat die boete vrijwel hetzelfde bedrag is als de EU van Apple wil hebben.
De vraag of dit nu tit for tat is bleef onbeantwoord.
Ik zie net bij Telegraaf dat de TTIP onderhandelingen zijn stilgelegd, een Duitse minister zie al dat er in drie jaar op 27 hoofdstukken geen enkele vooruitgang is geboekt, hij zei ook dat de VS de EU van alles wil opdringen.
Is nu een oorlog, voorlopig handelsoorlog, Brussel Washington begonnen ?
Meneer Wolf zei ook dat omvallen van Deutsche Bank een klap gaat geven waarbij Lehman Brothers peanuts was.
Deutsche Bank zal, als de boete doorgaat, eigen vermogen moeten aantrekken, dat gaat ten koste, als het lukt, van bestaande aandeelhouders, daar zullen onze pensioenfondsen ook wel weer bij zitten.
Rutte blijft lachen, en Wilders wordt vervolgd wegens minder, ondanks pleur op.
We gaan steeds interessanter tijden tegemoet, maar of die niet worden in de trant van 'leuker kunnen we het niet maken ?'.
M. van Deelen 11
Gilles Wattel 1Het eigen vermogen zit kennelijk nog steeds onder de 4% en bedroeg in 2015 rond de 63 miljard. Veel lager nu neem ik aan.
Zou er nog een Duitser zijn die roept "Wir schaffen das"?
Vanmorgen las ik ook deze: http://www.zerohedge.com/news/2016-09-22/german-politicians-are-getting-nervous-about-deutsche-bank
Nee, leuker wordt het niet maar als je van spannend houdt kom je volledig aan je trekken.
Gilles Wattel 1 3
M. van DeelenIn mijn vage herinnering is het al iets van een jaar geleden dat bekend werd, en ook bij FTM stond, dat DB een exposure aan derivaten heeft van iets van vijftien keer het Duitse nationale inkomen.
Dat een nieuwe DB topman in dec vorig jaar begon, in april ziek was, en in juni vertrokken, had in combinatie met het voorgaande bij mij, zou ik Duitse politicus zijn, alle alarmbellen al lang doen rinkelen.
Hoe Merkel begon het schaffen toen het er zo voorstond, en Duitsers steeds meer zorgen kregen over Altersarmut, Duitse levensverzekeringen lijken belegd te zijn in overheidsobligaties, die leveren daardoor maar een derde op van voorgespiegeld, onbegrijpelijk.
Mocht hèt land waar de EU op drijft imploderen, dan valt de EU mee.
Die Duitse levensverzekeringen hebben nog niemand tot het inzicht gebracht dat onze publieke pensioenfondsen het heel wat beter doen dan commerciële instellingen.
M. van Deelen 11
Gilles Wattel 1http://amweb.nl/branche-724322/dnb-ufr-voor-verzekeraars-naar-realistisch-niveau
Gilles Wattel 1 3
M. van DeelenDNB prijst z'n eigen systeem aan, omdat wat doorgaat voor regering, in de DNB voorstellen is getrapt.
Wat Klaas Knot aan het doen is vraag ik me steeds meer af.
Wil de man de boel afbreken vanwege één of andere wrok, of is hij ingehuurd als voorbreker door Brussel ?
" De impact van het rekenen met een nieuwe UFR kan voor Nederlandse levensverzekeraars relatief groot zijn omdat zij gemiddeld veel langlopende verplichtingen hebben. "
Is het doel ook degenen die pensioen krijgen via levensverzekeraars te treffen ?
PS
Keek even wat rond.
http://actuary-info.blogspot.fr/
Waar die mensen mee bezig zijn, begrijp er steeds minder van.
Maar op 26 sept lijkt Draghi weer zijn slag te slaan.
https://www.dnb.nl/nieuws/nieuwsoverzicht-en-archief/dnbulletin-2015/dnb324317.jsp#
Wie is hier nu gek, DNB of ik ?
Op de eerste link zie je dat pensioenfondsen altijd veel meer rendement behaalden dan de marktrente waar DNB van lijkt uit te gaan, voor zo ver er nog sprake is van een marktrente, sinds zowel in de VS als in Frankfurt wanhopige monetaire politiek wordt bedreven.
Ik ben maar een gepensioneerde econoom die niet begrijpt hoe dit allemaal maar kan.
Of durft niemand z'n mond open te doen ?
M. van Deelen 11
Gilles Wattel 1"De pensioenuitkering van de gemiddelde beschikbare premieregeling is in het eerste kwartaal van 2016 met 10 procent gedaald." Alleen al in het eerste kwartaal!
https://www.accountant.nl/nieuws/2016/7/pensioenuitkering-beschikbare-premieregeling-fors-gedaald/#
En dan de pleister voor de open botbreuk (die m.i. met amputatie eindigt):
https://webcache.googleusercontent.com/search?q=cache:n4a0M0iyrksJ:https://fd.nl/werk-en-geld/1143498/lastige-keuze-wel-of-niet-doorbeleggen-na-je-pensioen+&cd=2&hl=nl&ct=clnk&gl=nl
Gilles Wattel 1 3
M. van DeelenIk kan niet bedenken waar Klaas mee bezig is.
Het enige wat opkomt is 'wil hij Draghi opvolgen, als braafste jongetje van de euro klas ?'.
En sinds ik zie wat voor commissies zich allemaal met rekenrente heb bezig gehouden, ben ik elke illusie kwijt dat een oude econoom nog iets aan de kuddegeest kan veranderen, het lijkt op CO2, Diederik klopte zich gister nog op de borst over de zee windmolen parken, die stroom leveren voor 13.5 cent per kwh, kolenstroom kost vijf cent.
Ik begrijp nu ook waarom mijn mails aan degenen die ons zouden moeten vertegenwoordigen, over de rekenrente niets uithalen, niemand lijkt tegen DNB te durven ingaan.
De herinnering aan de 70 economen die het euro debakel voorspelden zal nog wel levend zijn.
Hoe figuren als Draghi en Knots de toekomst zien, een toekomst waarin vrijwel niemand nog een fatsoenlijk pensioen zal hebben, ik begrijp dat niet.
Zijn ze zo dom dat ze niet inzien dat dit op moord en doodslag zal uitlopen, of is er één of ander zeer doortrapt plan wat zelfs mijn argwaan over politiek overstijgt ?
PS
Ik keek even naar je laatste link.
Weer het idee dat de nulrente bepalend is voor het beleggingsrendement van pensioenfondsen.
Onbegrijpelijk, het is al heel lang geleden dat pensioenfondsen in andere dingen dan overheidsobligaties gingen, Wellink wilde daarom toen de dekkingsgraad op 130 % hebben.
Het laagste rendement wat ik de mijn linkjes hierboven zag was meen ik 6.1 %, gemeten over langere tijd.
M. van Deelen 11
Gilles Wattel 1Ook deze tendens baart mij zorgen: http://deutsche-wirtschafts-nachrichten.de/2016/09/25/us-investmentbanken-machen-jagd-auf-banken-in-europa/
Waarom voel ik me steeds meer de melkkoe van Amerika? De vraatzucht van de dollar is ongekend.
Matthijs 11
goof 4
https://biflatie.nl/artikelen/maatschappij/cyclische-patronen-uit-balans/
Deze 2 zeer interessante links die wel passen bij bovenstaand artikel .
goof 4
In hoeverre kan het volk die het gelag betaald deze lieden straks ter verantwoording roepen.
In hoeverre kunnen we straks hun straks hun vette pensioenen terugvorderen?
En een nog betere vraag , wie gaat na het uiteenvallen deze pensioenen betalen ?
Waar gaan de politici berecht worden die aan dit wanbeleid hebben meegewerkt ?
Gilles Wattel 1 3
goofDenk je nu echt dat Kok, en het hele establishment na hem, gaan toegeven een rampzalige blunder begaan te hebben, een blunder volgehouden tot op heden ?
Roland Horvath 7
2/ Dat de volkeren in de EU verschillen naar taal en cultuur is geen probleem voor samenwerking. De VS bvb zijn een lappendeken van alle soorten China towns. En in 2050 is de meerderheid er Spaans sprekend. Waarvan velen niet eens Engels zullen kennen.
3/ Een transfer unie is essentieel voor de eurozone. Dan kan de transfer inderdaad 300 miljard per jaar bedragen, van overschot naar tekort landen. Dat geld is niet de verdienste van de overschot landen maar van de euro, van het systeem. Ter vergelijking, in ieder land is er een transfer van rijk naar arm door de inkomsten belasting en de Sociale Zekerheid. Dat zoiets evident is voor de eurozone -ook een land in die zin- kunnen de Ruttes, Dijsselbloemen, Merkels, Schäubles, Michels en Van Overtveldten niet begrijpen.
4/ De rekeneenheid in iedere lidstaat van de eurozone volgens de Matheo Solution moet meer zijn dan rekeneenheid: Het moet een eigen -tweede- munt zijn in iedere lidstaat. Niet converteerbaar in andere valuta, niet op de beurs, niet naar het buitenland. Een complement van de euro, geen verlengstuk. Die munt moet toelaten handel te drijven -niet ruilhandel- als alle euro's zijn weggevloeid naar het buitenland.
Gilles Wattel 1 3
Roland HorvathDat het evident is dat ik geen enkele zin heb te betalen voor volkeren die er een rotzooi van maken, Horvath kan het niet begrijpen.
Toen een overgrootvader in 1880 staakte voor betere levensomstandigheden kwam geen Griek of Italiaan te hulp.
Toch kwamen die betere levensomstandigheden.
Het voorbeeld van de VS slaat nergens op.
De VS is als lappendeken, stamppot van culturen ontstaan.
Het EU probleem, onoplosbaar, is die lappendeken op te heffen.
In de periode 1912 1925 lukte dat in ZO Europa, door volksuitruilen, of etnische zuiveringen, net hoe je het wil zien.
De betrekkingen Griekenland Turkije worden er nog steeds door verstoord, nog in 1976 was er een communistische opstand in Griekenland.
Omdat VS bases in dat land toen onveilig werden annexeerde Turkije het noorden van Cyprus, daarheen verhuisden de Amerikanen.
Lees en huiver: Mark Mazower, 'Thessaloniki - stad van geesten, Christenen, moslims en joden 1430 - 1950', 2007, geen plaats van uitgave, (2004, Salonica - City of Ghosts).
Matthijs 11
Roland Horvath2: toch is er wel een groot verschil met de VS. Daar spreekt iedereen dezelfde taal, is verhuizen makkelijk en gangbaar en is er toch een grote mate van overlap in cultuur. Dat missen we in Europa.
3: nog zo'n probleem. Economisch gezien zou het nodig zijn. Ook in de VS heb je permanente grote transfers. Zie het niet gebeuren in de eurozone
4: Lijkt het je niet moeilijk een eigen munt compleet binnen een land te houden? En is het in zekere zin niet hetzelfde als volledig teruggaan naar eigen munt?
Roland Horvath 7
MatthijsMatthijs 11
Roland Horvath