© CC0 (Publiek domein)

De Europese trojka hielp de Griekse economie naar de filistijnen

Ruim 368 miljard euro: zoveel belastinggeld is er inmiddels via diverse bail-outs in de Griekse economie gestopt. Hoe werd al dat geld besteed? Vorige week verscheen het rapport van de Europese Rekenkamer over die vraag — en de conclusies liegen er niet om.

‘Dramatisch’, ‘vernietigend’, ‘onthutsend’, ‘een zooitje’: dat waren de kwalificaties die diverse commentatoren en columnisten gaven aan de inhoud van het vorige week verschenen rapport van de Europese Rekenkamer. Het onderwerp: het optreden van de Europese Commissie in de financiële crisis in Griekenland.

Want wat was er ook alweer met Griekenland aan de hand? Waarom had dat land zo veel geld nodig? Daarvoor moeten we bijna acht jaar teruggaan in de tijd, naar januari 2010. Met de grote financiële crisis in de VS als katalysator bleek Griekenland haar schulden niet meer te kunnen terugbetalen en zich niet meer te kunnen financieren via de internationale kapitaalmarkten. Het land dreigde te bezwijken aan een ‘Olympus’ aan staatsschulden.

Noch de Europese instituties, waaronder de Europese Commissie (EC) en de Europese Centrale Bank (ECB), noch de toenmalige regeringsleiders, onder wie de Duitse bondskanselier Merkel, hadden de crisis zien aankomen. Allen werden ze er compleet door overrompeld.

Dure Europolitiek

In de paniek die vervolgens uitbrak, werd besloten om de in marmer gehouwen ‘no bail-out’-afspraken van het Verdrag van Maastricht overboord te kieperen en tóch Europese steun te geven aan een in financiële moeilijkheden verkerend eurozoneland. De voornaamste redenen hiervoor: de Europese leiders waren bang dat als Griekenland niet geholpen zou worden, de crisis dan zou overslaan op andere landen. Ook waren ze bevreesd dat het financiële stelsel dan zou kunnen imploderen.

De Commissie bleek niet in staat om haar eigen werk te evalueren

Tussen 2010 en 2015 werd daarom maar liefst drie keer de Europese portemonnee getrokken voor de Grieken. Eerst 110 miljard in 2010; vervolgens in 2012 nog eens ruim 172 miljard en in 2015 ten slotte nog eens 86 miljard euro. In totaal dus ruim 368 miljard euro: anderhalf keer de omvang van de hele Griekse economie.

Dat geld werd echter niet zomaar verstrekt: in ruil voor al dat geld moesten de Grieken hun economie hervormen en drastisch bezuinigen, zo was de afspraak. Daartoe werd Griekenland onder curatele gesteld van een drieluik, de zogenoemde trojka bestaande uit vertegenwoordigers van de EC, de ECB, en het Internationale Monetaire Fonds (IMF).

Het IMF krijgt gelijk

Afgelopen week, ruim zeven jaar na de eerste bail-out, verscheen dus dat rapport van de Europese Rekenkamer, waarin onderzocht is of al die (honderden) miljarden wel goed zijn besteed. U zult zich wellicht afvragen: wat heeft die Europese Rekenkamer eigenlijk te maken met de Griekse ‘bail-outs’? Welnu: het is de taak van de Europese Rekenkamer om te controleren of de financiële middelen van de Europese Unie correct worden gebruikt en op een efficiënte manier worden ingezet. Daarom heeft het instituut onderzocht hoe de financiële steun voor Griekenland in de praktijk is benut.

De conclusie van de Rekenkamer is niet mals: zij velt een vernietigend oordeel over met name het optreden van de EC. Zo bleek dat de Commissie niet in staat (en niet bereid) was om haar eigen werk te evalueren. De economische prognoses waren telkens verkeerd en slecht onderbouwd; ook heeft de Commissie onvoldoende gekeken of Griekenland überhaupt wel in staat was om de opgelegde hervormingen daadwerkelijk uit te voeren.

De EC heeft Griekenland op vakkundige wijze naar de klote geholpen

De Europese Commissie heeft niet gekeken naar de effecten van de bezuinigingen op de lange termijn, maar was juist gefixeerd op korte-termijnresultaten. Er was binnen de EC geen enkele expertise in hoe om te gaan met een in financiële moeilijkheden verkerend land. Met andere woorden: zij was volledig incompetent.

Het IMF had die expertise wel, schrijft de rekenkamer, maar die instelling werd telkens overruled door de technocraten van de Commissie. Dit leidde vervolgens tot een ernstig conflict met het IMF over de aanpak van de crisis. De bezwaren van het IMF richtten zich vooral op het ‘austerity’-beleid (de strenge bezuinigingen) en op het niet afboeken tot een voor Griekenland draagbaar niveau van de Griekse staatsschuld.

De Europese Rekenkamer geeft in haar rapport het IMF in feite nu gelijk: het was volgens het IMF evident dat de aan Griekenland ‘geleende’ bedragen grotendeels niet meer terug zouden komen. Hiermee wordt de facto bevestigd dat de primaire drive van de EC politiek gestuurd was, in plaats van economisch. 

Met andere woorden: de Europese Rekenkamer heeft in nette bewoordingen gesteld dat de EC een in ernstige problemen geraakt eurozoneland op vakkundige wijze – om het op zijn Hollands te zeggen – volledig naar de klote heeft geholpen.

De geslotenheid van de ECB is extra problematisch vanwege haar belangrijke rol tijdens de Griekse crisis

ECB in het nauw

Maar niet alleen de EC is door de Rekenkamer gevraagd openheid van zaken te geven over haar precieze rol tijdens de aanpak van de Griekse crisis: ook de ECB heeft dit verzoek ontvangen. De ECB heeft echter haar medewerking geweigerd, zich hierbij beroepend op haar onafhankelijke positie.

Dit schuurt nogal met het feit dat de ECB vanaf het begin in 2010 juist een cruciale rol speelde bij het ‘redden’ van Griekenland. Deze ontduikende houding van de ECB leidde tot ongenoegen bij de Rekenkamer, die al eerder kritiek had geuit op de weinig transparante houding van de centrale bank. De geslotenheid van de ECB is extra problematisch, omdat de centrale bank als lid van de trojka een belangrijke rol heeft gespeeld tijdens de Griekse crisis — onder meer door te dreigen met dichtdraaien van de geldkraan voor de Griekse banken als de regering van Alexis Tsipras niet akkoord zou gaan met de hervormings- en bezuinigingseisen.

De vraag dringt zich vervolgens natuurlijk op in welke mate de EU in staat is om haar in moeilijkheden verkerende landen te helpen als niet de economische ratio, maar de politieke wensen het uitgangspunt van het beleid zijn. Die vraag is nu vooral actueel aangezien de Commissie – daarin gesteund door de Franse president Emmanuel Macron – pleit voor de oprichting van een heus Europees Monetair Fonds (EMF) om eurolanden in nood te hulp te schieten. Dat EMF zou dan in de plaats moeten komen van het ‘lastige’ trojka-lid IMF. Waarom dat niet zo'n heel goed idee is, is eerder hier op FTM uitgelegd.