De Frans-Duitse As kon wel een opstekertje gebruiken

Frankrijk en Duitsland verschillen diepgaand van mening over de aanpak van de eurocrisis. De voorgenomen fusie tussen de Duitse tankbouwer KMW en diens Franse collega Nexter zou een aardige opsteker kunnen zijn om de relatie tussen beide landen nieuw leven in te blazen.

Het Europese project van vrede en eenwording kende de afgelopen decennia verschillende fasen en onderwerpen. We kennen allemaal het streven naar een Economische en Monetaire Unie, waarvan met name Frankrijk altijd een voorstander was en nog is. Een ander onderwerp is een gezamenlijk Europees defensiebeleid, vooral een stokpaardje van Duitsland.

Verstoorde verhoudingen

Wie de berichtgeving rondom de eurocrisis de afgelopen maanden heeft gevolgd, heeft kunnen constateren dat die crisis de verhoudingen tussen beide landen bepaald geen goed heeft gedaan. Beide landen verschillen diepgaand van mening over de manier waarop die crisis moet worden aangepakt en opgelost. Duitsland wil dat eurozone-landen zich houden aan de gemaakte begrotingsafspraken en eist stringente hervormingen; Frankrijk staat een veel soepeler begrotingsbeleid voor. Niet in de laatste plaats, omdat het land zelf de grootste moeite heeft om aan de begrotingscriteria te voldoen, zoals blijkt uit het uitstel dat de Europese Commissie het land jaar na jaar geeft om aan de afgesproken criteria te voldoen. Naar verluidt zou de recent uitgesproken voorkeur voor een grexit - als Griekenland zou blijven weigeren om te hervormen -  van de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble vooral zijn ingegeven om de Fransen te waarschuwen dat ook zij zullen moeten hervormen, als het land tenminste in de eurozone wenst te blijven.
De fusie tussen KMW en Nexter kan een aardige opsteker zijn om de verhouding tussen beide landen te verbeteren
De recente aankondiging van de fusie tussen de Duitse tankbouwer KMW (Krauss-Maffei Wegmann) met zijn Franse branchegenoot Nexter zou derhalve beschouwd kunnen worden als een aardige opsteker voor de verstoorde verhouding tussen beide landen.  Het Financieele Dagblad schrijft over de deal: 'Het is een mijlpaal in de consolidatie van de Europese defensiemarkt, sinds jaren een wens van Brussel. Het gaat niet alleen om defensieondernemingen uit Frankrijk en Duitsland – twee grootmachten die hun verhoudingen opnieuw moeten definiëren sinds de Griekse crisis de relatie onder druk heeft gezet. Ook is het voor het eerst dat grote Europese producenten van landmachtvoertuigen samengaan'.

Hollands tintje

Er zit ook nog een Nederlands tintje aan de fusie. De holding waarin beide bedrijven worden ondergebracht wordt vanwege belasting technische redenen gevestigd in Nederland. De Franse staat houdt via Giant Industries straks 50 procent van de aandelen in die Nederlandse holding, de andere helft blijft in handen van KMW-familie Bode-Wegmann. Nexter is een Frans staatsbedrijf met 3300 werknemers en een omzet van circa een miljard euro. De onderneming uit Parijs fabriceert onder meer de tank Leclerc. KMW, dat onder meer een dochterbedrijf in Nederland bezit, heeft een omzet van meer dan 750 miljoen euro en is met 2700 werknemers een van de grootste defensiebedrijven van Duitsland. Naar verluidt is de fusie ingegeven door de wens kosten te besparen, onder meer door de inkoop te bundelen. De defensiebudgetten van vrijwel alle eurozone landen zijn de laatste jaren sterk ingekrompen. Zelfs het tot voor kort 'gespaarde' Griekenland moest er aan geloven.

Europees defensiebeleid

Zo bezien lijken er vooral financieel-economische motieven ten grondslag te liggen aan de deal, die overigens nog moet worden goedgekeurd door de mededingingsautoriteiten in beide landen. Maar niemand verwacht dat deze autoriteiten de deal zullen blokkeren, daarvoor lijken de politieke belangen te groot.
Duitsland heeft altijd gehamerd op het belang van  een gezamenlijk Europees defensiebeleid
Duitsland heeft altijd gehamerd op het belang van  een gezamenlijk Europees defensiebeleid voor de Europese integratie, schrijft voormalig DNB-directeur André Szász in zijn boek 'De Euro', politieke achtergronden van de wording van een munt'. Szász was indertijd als directielid nauw betrokken bij de onderhandelingen over de Economische en Monetaire Unie (EMU). Ook Frankrijk zag dat belang, al koppelde dat land die Duitse wens onmiddellijk aan een verdere economische en monetaire integratie. De toenmalige Franse president René Pléven bepleitte al op 24 oktober 1950 voor het Franse parlement 'de oprichting van een Europees leger onder de politieke instellingen van een verenigd Europa'. Met andere woorden: een volledig geïntegreerde Europese krijgsmacht onder verantwoordelijkheid van een Europese minister van Defensie en gecontroleerd door een assemblee naar het model van de EGKS (Europese Gemeenschap van Kolen en Staal), die net was opgericht. Ook Konrad Adenauer, de eerste naoorlogse bondkanselier hechtte hier belang aan. Niettemin strandde het voorstel van de oorspronkelijke zes oprichtingslanden van de EGKS (Duitsland, Frankrijk, Nederland, Luxemburg, België en Italië) voor een Europese Defensie Gemeenschap (EDG) in het Franse parlement, vooral vanwege het supranationale karakter ervan. Op 22 januari 1963 tekende Adenauer wel samen met de toenmalige Franse president De Gaulle het Elysée verdrag,  waarin de oprichting van het Eurocorps werd bezegeld, bedoeld om beide landen te verzoenen. Naast Duitsland en Frankrijk maken ook België, Luxemburg, Spanje en vanaf 2016 ook Polen deel uit van dit corps.

Politieke integratie

Het was evenwel met name Helmut Schmidt (en later Helmut Kohl) die een gezamenlijke Europese defensiepolitiek met groot élan bleven verdedigen als noodzakelijke voorwaarde voor een Europese politieke integratie, waar beiden groot voorstander van waren. Bijna een kwart eeuw na de ondertekening van het Elysée verdrag – in 1987 – kondigden Mitterand namens Frankrijk en Schmidt namens Duitsland de oprichting aan van een Frans-Duitse Veiligheids en Defensie Raad, die twee jaar later tot de oprichting van de Frans-Duitse Brigade heeft geleid. Deze eenheid van 6.000 militairen, voornamelijk bestaand uit Franse en Duitse eenheden, is operationeel sinds oktober 1991 en vormt de kern van het Eurokorps.
Voor Frankrijk was de vorming van een economische en monetaire unie noodzakelijke voorwaarde voor Europese integratie
Kortom, waar voor Frankrijk de vorming van een economische en monetaire unie noodzakelijke voorwaarde was voor verdere Europese integratie, vormde een gemeenschappelijk defensiebeleid dat voor de Duitsers. De voorgenomen fusie van genoemde twee tankbouwers past derhalve naadloos in dat Europese integratiebeleid.