De Kern van Kernenergie

Met kernenergie zadelen we de generaties na ons met een enorm probleem op terwijl er goedkope alternatieven zijn, stelt groeninvesteerder Henk Keilman.

Onze energie voorziening staat weer boven aan de agenda. Revoluties in de Arabische wereld, waar meer dan 60 procent van de wereld oliereserves zitten, drijven de olieprijs weer omhoog tot ver boven de 100 dollar per vat. Tegelijkertijd voltrekt er zich een drama in Japan, wat op 11 maart getroffen werd door een aardbeving en Tsunami. De arme Japanse bevolking moet vele duizenden slachtoffers betreuren. Als gevolg van de tsunami zijn 4 van de 6 reactoren van de kerncentrale van Fukushima ernstig beschadigd. Al weken lang wordt er door moedige Japanners, met gevaar voor eigen leven, gestreden tegen een escalatie van de ramp. Desondanks komen er dagelijks grote hoeveelheden radio activiteit in de atmosfeer, in het zeewater en in het omringende landschap. Radio actieve besmetting is nu al aanwezig in het drinkwater, gewassen, melk en andere onderdelen van de voedsel keten.

Breuklijnen
De Fukushima ramp wordt nu al gekwalificeerd als de grootste kernramp na Tsjernobyl in 1986. Maar mogelijk dat het deze ramp zal evenaren of overtreffen. Natuurlijk zullen voorstanders van kernenergie beweren dat deze ramp uitzonderlijk is en dat de omstandigheden waaronder die plaats vond, normaliter nooit voorkomen. De combinatie van een zeer zware aardbeving gevolgd door een 10 meter hoge tsunami, is inderdaad uitzonderlijk. Echter, 20 procent van alle circa 435 kern centrales in de wereld staan op aardbeving gevoelige breuklijnen, dus zo uitzonderlijk is dat niet. Het kan zeker weer gebeuren. Er is echter een ander punt wat nog belangrijker is, en wat tot op zekere hoogte los staat van ongelukken met kerncentrales.

100 dubbeldekkers

Tot op heden hebben kerncentrales wereldwijd al zo'n 330.000 ton aan uiterst giftig, hoog radio actief afval geproduceerd. Per jaar komt daar gemiddeld 12.000 ton aan radio actief afval bij. Dit is het afval dat geproduceerd wordt door de 435 kerncentrales die de wereld telt. Deze jaarlijkse hoeveelheid staat gelijk aan 100 dubbeldekker bussen vol met uiterst giftig, radioactief materiaal. Het probleem is de onvoorstelbaar lange tijdspanne dat veel van deze stoffen radio actief blijven.

De duur van radio activiteit wordt uitgedrukt in halverings tijd, dat betekent de tijd die nodig is voor een radio actieve stof om de helft van zijn straling te verliezen. Deze halverings tijden zijn bij vele stoffen enorm, en gaan het menselijk bevattings vermogen te boven.  94% van de 12.000 ton radio actief afval bestaat uit Uranium 238 (U238) met een halverings tijd van 4.5 miljard jaar!  Daarbij moet wel aangetekend worden dat door de lange halveringstijd, het stralingsniveau van U238 relatief laag is. De resterende 6% bestaat uit een cocktail van meer dan 350 verschillende radio actieve stoffen, zoals Jodium-129 met een halverings tijd van 15.7 miljoen jaar, Cesium-135 met een halverings tijkd van 2.3 miljoen jaar. Technetium-99 met een halverings tijd van 220.000 jaar, en Plutonium-239 met een halverings tijd van 24.000 jaar. Het is volstrekt duidelijk dat de totale mix van de diverse radio actieve stoffen in zijn geheel een groot probleem vormen. Het zijn geen spullen die je in je kelder, koelkast of voorraad kast wil laten rond slingeren.

Het SER advies van maart 2008 getiteld "Kernenergie en een duurzame energie voorziening" stelt: "Het duurt meer dan 100.000 jaar voordat langlevende radio actieve elementen in gebruikte splijtstof het niveau van natuurlijk uranium bereikt hebben."

Geen idee
Het bekende probleem met straling is dat het boven bepaalde doses zeer schadelijk is voor levende organismen. Daarom moeten radio actieve stoffen  afgescheiden en geïsoleerd worden van onze natuurlijke omgeving. Als radio actieve stoffen in het grond of drinkwater, de atmosfeer, of de voedsel keten terecht komen, is dat ronduit rampzalig. Maar met stoffen die duizenden, honderd duizenden of miljoenen jaren radio actief blijven is dat onmogelijk te garanderen. De wetenschappelijke gemeenschap heeft geen flauw idee hoe ze dit probleem moeten oplossen. Men hoopt op een technologisch, wetenschappelijk wonder. De Zweedse fysicus en nobelprijs winnaar Hannes Alfven waarschuwde eind jaren zeventig al voor het onopgeloste dilemma van de opslag van hoog (high-level) radio actief afval:

"Het probleem is hoe we radio actief afval kunnen opbergen totdat het na honderden duizenden jaren vervallen is. Ondergrondse opslag moet absoluut betrouwbaar zijn, omdat de hoeveelheden gif werkelijk enorm zijn. Het is zeer moeilijk om aan deze vereisten te voldoen ......... Bovendien vereist langdurige, veilige opslag een ongekend stabiel soort samenleving."

Alfven voegt eraan toe dat er geen geologische formatie of menselijke samenleving ooit bestaan heeft, die zo lang stabiel zijn. 

Dit dilemma moeten we serieus onder ogen zien. We kunnen ons zelf en toekomstige generaties niet opzadelen met dit enorme probleem. Er zijn bovendien uitstekende, duurzame alternatieven voor onze energie voorziening, die geen giftig afval produceren en die aanzienlijk goedkoper zijn dan kernenergie.