De mythe van de gelijke basisverzekering

U denkt toegang te hebben tot dezelfde basiszorg als uw buren? Aangezien de zorg in het basispakket immers voor iedere Nederlander gelijk is? Volgens apothekersorganisatie KNMP is dat niet het geval. Zij binden de strijd aan met de ongelijke basisverzekering. Maar voor wie doen zij dat?

Het basispakket zorgverzekering is niet voor iedereen gelijk, claimt apothekersorganisatie KNMP. Patiënten krijgen medicatie bij de ene verzekeraar wel vergoed terwijl een andere deze kosten niet dekt. Zorgverzekeraars besluiten zelfstandig welke zogenoemde ‘magistrale bereidingen’ – medicijnen die een apotheker zelf bereidt – zij vergoeden, waardoor het verschil ontstaat. Het besluit van verzekeraars kan zelfs op individueel niveau plaatsvinden. Dit is in strijd met de doelstelling van de basisverzekering die iedere burger dezelfde basiszorg garandeert. Aan het begin van dit jaar kregen apothekers te kampen met problemen. Sinds 1 januari is overleg tussen zorgverzekeraars over uniforme voorwaarden en vergoedingen niet meer mogelijk. Zo’n overleg is strijdig met regels van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Gesprekken over de kwaliteit van de zorg juicht de ACM toe, maar afspraken over prijzen en vergoedingen zijn nog steeds ‘uit den boze’. Afspraken over prijzen en vergoedingen zouden in strijd zijn met de Mededingingswet. Nu zijn de apothekers een lobby begonnen om de partijen toch weer aan tafel te krijgen.

Patiënt betaalt 1000 euro per maand

Het zijn patiënten die afhankelijk zijn van op maat gemaakte medicijnen die gedupeerd worden. ‘Deze groep heeft te maken met grote onduidelijkheid en dit zorgt voor gevaarlijke situaties,’ zo stelt woordvoerder Mariël Croon van de KNMP. Croon noemt als voorbeeld mensen met een dwarslaesie. De blaas van mensen met een dwarslaesie is disfunctioneel. Urologen schrijven daarom het middel oxybutine voor om de blaas te verslappen. Dit medicijn kent de nodige bijwerkingen. ‘De bijwerkingen verdwijnen wanneer een andere toedieningsvorm wordt gebruikt. In dat geval bereidt de apotheek een op maat gemaakte dosering oxybutinine. Deze handmatige bereiding is duur en een deel van de verzekeraars dekt de kosten niet meer. Wanneer de patiënt het vervolgens zelf moet betalen komt dat neer op circa 1000 euro per maand.’
Volgens Zorgverzekeraars Nederland gaat het om een kleine groep mensen, toch kennen zij de precieze omvang niet
Belangenvereniging Zorgverzekeraars Nederland heeft een andere kijk op de zaak. Woordvoerder Wouter Kniest nuanceert het beeld dat de beroepsvereniging van apothekers schetst. ‘Het gaat om middelen die balanceren op een grensvlak. Door die onduidelijkheid bestaat er bij verzekeraars twijfel over de vergoeding.’ De inschatting van Kniest is dat het niet om een grote groep mensen gaat. ‘Voor degenen die het treft is dit zeer vervelend, maar de discussie is gericht op enkele tientallen middelen.’ Op de vraag wat de precieze omvang is van het probleem moet Zorgverzekeraars Nederland het antwoord schuldig blijven. Er is volgens de belangenvereniging van zorgverzekeraars echter ook reden tot optimisme: ‘Als je ziet wat er aan nieuwe middelen verschijnt, dan gaat het verrassend goed’.

Financieel belang zorgverzekeraars

Hoe moet de problematiek dan geplaatst worden? Zijn gedupeerde patiënten de spreekwoordelijke speld in de hooiberg? Heeft de verzekeraar mogelijk een financieel belang bij het schrappen van de bereidingen? Middelen die niet meer vergoed worden vertegenwoordigen gezamenlijk een waarde van 15,6 miljoen euro, een besparing van bijna eentiende op de kostenpost van op maat gemaakte medicijnen. De argumentatie die Zorgverzekeraars Nederland geeft blijkt tevens niet geheel juist. Anders dan zij stellen gaat het niet om ‘enkele tientallen middelen’ maar betreft het 155 geneesmiddelen in ruim 400 varianten. Zo becijfert stichting farmaceutische kengetallen.
Gebruikers zijn genoodzaakt de bereidingen zelf te financieren of uit te kijken naar alternatieven
In totaal maken 300.000 mensen gebruik van bereidingen die niet meer vergoed worden. Dit loopt uiteen van blaasspoelingsmiddelen tot crèmes tegen huidaandoeningen als eczeem en psoriasis. Gebruikers zijn genoodzaakt de bereidingen zelf te financieren of uit te kijken naar alternatieven. Overstappen naar een verzekeraar die de middelen wel vergoedt behoort ook tot de mogelijkheden. Pakketmaatregelen uit het verleden leren dat dergelijke alternatieven vaak duurder uitpakken.

Het imago van de apotheker

Patiënten profiteren van een basisverzekering die écht gelijk is. Maar is het belang van de patiënt de enige beweegreden van de KNMP? ‘Apothekers hebben het niet makkelijk; zij hebben momenteel weinig vlees op de botten. Zij moeten steeds meer doen voor minder geld,’ vertelt Croon. Met name de regeldruk breekt veel apothekers op. Ook het bijhouden van verschillen tussen zorgverzekeraars blijkt een tijdrovende klus te zijn. Het beëindigen van de ongelijke basisverzekering is dus ook in het belang van apothekers. Terwijl de strijd zich richt op de patiënt, houdt de KNMP het nut voor de eigen winkel in gedachten. Nederland heeft een verwrongen beeld van de apotheker, als we de woordvoerder moeten geloven. ‘Apothekers kampen met een imago probleem. De patiënt ziet de apotheker als een soort slager, waar de producten worden doorverkocht met marge. Men realiseert zich niet dat die apotheker nauwelijks verdient aan het doosje met pillen. Zij verdienen geld met het verlenen van zorg.’
‘Steeds vaker treffen die meiden verontwaardigde en zelfs agressieve mensen aan de balie’
Dat imago probleem heeft ingrijpende gevolgen. Uit een enquête, uitgevoerd door de KNMP, zou blijken dat het werkplezier van apothekersassistentes drastisch is verminderd. ‘Die meiden moeten het vervelende nieuws brengen aan de patiënt. Steeds vaker treffen zij verontwaardigde en zelfs agressieve mensen aan de balie.’ Op de vraag of de beroepsvereniging deze informatie deelt met de politiek antwoordt Croon: ‘Natuurlijk hebben wij overleg, iedereen heeft overleg.’ Verrassend is het dan ook niet dat enkele politici zich mengen in de discussie. Kamerleden Bruins Slot (CDA) en Van Dijk (PvdA) verzoeken de minister middels een motie om Zorginstituut Nederland samen met de betrokken partijen aan tafel te krijgen. Onder de paraplu van het Zorginstituut zou de vergoeding voor op maat gemaakte medicijnen geregeld moeten worden. Dit voorstel ligt in lijn met de oplossing die de KNMP voorstaat.

Grijpt Schippers in?

De partijen zijn eensgezind: ongelijkheid in de basisverzekering is onwenselijk. Alle vingers wijzen nu richting Zorginstituut Nederland. Dat wordt aangemerkt als de partij om het overleg tussen zorgverzekeraars en apothekers nieuw leven in te blazen. Wat wenselijk is lijkt echter niet haalbaar. Zorginstituut Nederland trok zich eerder al terug wegens wettelijke belemmeringen. Die belemmeringen bestaan nog steeds. Minister Schippers van Volksgezondheid heeft de Kamer laten weten dat een oplossing in de maak is. Maar ook zij lijkt er weinig voor te voelen om het Zorginstituut opnieuw te bombarderen tot scheidsrechter in de wedijver tussen de KNMP en zorgverzekeraars. Het probleem staat op de agenda, maar de oplossing ligt niet binnen handbereik. Patiënten die afhankelijk zijn van de apothekersbereidingen moeten voorlopig nog diep in hun portemonnee tasten.