
Het opdoeken van de 'one-size-fits-all euro' is veel voordeliger, socialer en verstandiger dan daarmee doorgaan, betogen zes wetenschappers en deskundigen.
‘Insanity’ is doing the same thing over and over again and expecting different results (Albert Einstein)
Inderdaad, met de door de politieke elite en de ECB sinds 2010 genomen maatregelen lijkt de euro gered en de eurocrisis bezworen. Wat de Europese volkeren echter niet wordt verteld is dat de genomen maatregelen vooral de symptomen van de eurocrisis bestrijden. De hoofdoorzaak daarvan wordt niet gecorrigeerd want ruim vier jaar later blijft de belangrijkste structuurfout van het Euro Pact ongeadresseerd. De one-size-fits-all constructie daarvan is desastreus gebleken voor de aan de euro deelnemende landen die economisch veel te verschillend zijn. En een politieke unie lost die problematiek in de eurozone niet op. Kortom, onder het motto ‘beter laat dan nooit’, de hoogste tijd voor herbezinning.
De euro: van middel tot doel
Bij de invoering van de euro in 1999 is ons door de toenmalige politieke leiders voorgehouden dat we met de euro als wondermiddel daartoe in 2010 in de eurozone een min-of-meer volledige werkgelegenheid en een aanzienlijk hogere welvaart zouden bewerkstelligen. De realiteit is echter dat we juist sinds 2010 in een uitzichtloos ‘horrorscenario’ zijn beland, waarbij de euro door de politieke elite nu niet meer als (wonder) middel wordt bestempeld maar als doel op zich. Een serieus inhoudelijk debat over alternatieve monetaire richtingen wordt daarbij uit de weg gegaan. Want, zo luidt de retoriek, met het opdoeken van de euro zou ‘hel en verdoemenis’ ons ten deel vallen, en daarom moet de euro worden gered, koste wat het kost….De realiteit is echter dat we in een uitzichtloos ‘horrorscenario’ zijn beland, waarbij de euro door de politieke elite nu niet meer als (wonder) middel wordt bestempeld maar als doel op zichIn dat reddingsproces zijn de no-bail-out bepalingen (op grond waarvan ieder euroland individueel verantwoordelijk is en zou moeten blijven voor de eigen staatsfinanciën) rücksichtslos overboord gegooid, terwijl deze bepalingen toch in steen zijn gehouwen in het EU-Verdrag en de statuten van de ECB. Middels (hoe je ook wendt of keert, onwettige) reddingfondsen en ECB-acties is een bankroet voorkomen van diverse eurolanden (en daarmee van de Europese bankensector), staat een bankenunie in de steigers en komt ook de invoering van de aanvankelijk onbespreekbare eurobonds met rasse schreden naderbij. Om er economisch weer boven op te komen is er verder vanaf 2010 aan de Zuid-Europese probleemlanden een streng beleid opgelegd van uitsluitend ‘besparingen en hervormingen’.
Euro-beleid werkt contraproductief
Nu vier jaar later moeten we echter constateren dat zich in Zuid-Europa de grootste economische, sociale en humanitaire ramp heeft voltrokken van de na-oorlogse Europese geschiedenis, dat de sterkere landen (met name Duitsland en Nederland) tot over hun oren zitten in ‘slechte’ leningen aan en garantstellingen voor Zuid-Europa en dat de economische ontwikkeling van de eurozone ver achter blijft bij die van andere werelddelen. Omdat met de one-size-fits-all euro wisselkoersaanpassingen binnen de eurozone onmogelijk zijn en zelfs het succesvol doorvoeren van hervormingen in Zuid-Europa ontoereikend zal zijn voor herstel van evenwicht tussen de zwakke en sterke landen, kan de kloof tussen Noord en Zuid op weg naar een voor alle eurolanden evenwichtige wisselkoers (level-playing-field) nog uitsluitend worden gedicht middels substantiële prijs- loonsverlagingen, deflatie in het Zuiden dus. Een dergelijk proces duurt in de regel minstens een decennium en deflatie heeft bovendien de vervelende bijwerking van zich steeds maar uitstellende bestedingen, hetgeen de economische en sociale ellende nog verder vergroot. Desalniettemin blijft de politiek onverdroten voortgaan op de in 2010 uitgestippelde eurokoers. De vraag is of dit nu allemaal wel zo verstandig is ….en in het belang van de burgers en bedrijven in de diverse eurolanden.Van euroscepticisme tot eurorealisme
Al vóór de invoering van de euro hebben internationale experts (waaronder de Nederlandse hoogleraar Arjo Klamer, co-auteur van dit artikel) er op gewezen dat het euro-avontuur een ongekend fiasco zou worden. Daarbij werd de huidige problematiek feilloos voorspeld. De visie van deze eurosceptici (beter gezegd: eurorealisten) is gebaseerd zowel op de optimale-valuta-gebieden theorie alsmede op de theorie en de in de praktijk beproefde aanpak van het effectief en snel kunnen bestrijden van economische crises, zoals die in de Zuid-Europese eurolanden.Al vóór de invoering van de euro hebben internationale experts er op gewezen dat het euro-avontuur een ongekend fiasco zou wordenVolgens de optimale-valuta-gebieden theorie kan een eenheidsmunt (met één vaste wisselkoers en één en hetzelfde rentebeleid) simpelweg niet werken als daaraan deelnemende landen onderling economisch te veel verschillen. Door de eliminatie van nationaal gericht monetair beleid (onderlinge wisselkoersaanpassing en rentedifferentiatie) wordt de eenheidsmunt voor de zwakke eurolanden veel te duur en voor de sterkste te goedkoop. Aan de onderkant van de markt van de muntzone vloeit dan na verloop van tijd productie en werkgelegenheid weg naar lagere-lonen-landen. Bij de eerste de beste forse economische tegenwind zijn de onvermijdelijke gevolgen desastreus. Enerzijds vernietiging van economie en werkgelegenheid alsmede (bittere) armoede en vastlopende staatsfinanciën in de zwakkere landen. Anderzijds koopkrachtaantasting door de te goedkope munt en (het risico van) bovenmatige inflatie alsmede exportvraaguitval voor de sterkste landen. Om aan de burgers in de zwakkere landen nog een enigszins acceptabel welvaartsniveau te bieden, is er een structurele transfer van belastinggeld van de sterkere naar de zwakkere landen noodzakelijk, hetgeen dan weer negatief uitwerkt op de staatsfinanciën, de belastingdruk en (dus) het welvaartsniveau in de sterkere landen. In al dit geweld worden leningen gegeven door banken aan de publieke en private sector van de zwakkere landen voor een belangrijk deel oninbaar, hetgeen de stabiliteit van het financiële stelsel doet wankelen. Als gevolg van één en ander werkt de gemeenschapsmunt groeivertragend/krimpbevorderend uit voor de muntzone, met het risico dat de zwakkere landen de initieel sterkere mee de afgrond in sleuren. En exact deze processen zijn de symptomen die zo kenmerkend zijn voor de problematiek binnen de eurozone.
Voorbeelden van het beproefde IMF-recept
Voorbeelden uit de recente monetair-economische geschiedenis (Zuid-Korea, Mexico, Thailand en Brazilië) hebben ons geleerd dat crises vergelijkbaar met die in de Zuid-Europese probleemlanden succesvol en relatief snel opgelost kunnen worden middels de beproefde IMF-aanpak van:- monetaire devaluatie van de nationale munt;
- publieke en private hervormingen;
- besparingen;
- waar noodzakelijk, afboeking van staatsschulden tot een draagbaar niveau.
Opdoeken die one-size-fits-all euro
Uit het hiervoor gaande kunnen de volgende conclusies worden getrokken:- De voortdurende beweringen door de politiek en een aantal Europese grootbanken dat de euro ons zo veel welvaart heeft gebracht en nog gaat brengen alsmede dat ‘hel en verdoemenis’ ons ten deel zal vallen indien de one-size-fits-all euro wordt opgedoekt zijn eenvoudig weerlegbaar en nergens op gebaseerd;
- De eurocrisis kan wel degelijk effectief en snel opgelost worden, mits er maar afscheid wordt genomen van de one-size-fits-all constructie van het huidige Euro Pact;
- Het opdoeken van de one-size-fits-all constructie van het huidige Euro Pact is voor de eurozone financieel veel voordeliger, naar de burgers in alle eurolanden toe veel socialer en voor ieder euroland economisch veel verstandiger dan daarmee doorgaan.
Het opdoek-scenario is veel voordeliger, socialer en verstandiger dan het doormodder-scenario!Het behoeft geen nader betoog dat juist Nederland, met zijn open economie en als ‘de poort van Europa’, fors zal profiteren van het dan krachtige economische herstel in Europa. Terzijde, een politieke unie, een heuse Europese superstaat met permanente noodfondsen, eurobonds en Europese belastingen lost de problematiek dus niet op maar zorgt er uitsluitend voor dat transferbetalingen van Noord- naar Zuid-Europa efficiënter kunnen plaatsvinden.
Van euro-pleitbezorger tot spijtoptant
Inmiddels begint bij zelfs de (meest fervente) voorstanders van (de invoering van) de euro het besef in te dalen dat de nadelen van de eenheidseuro de voordelen daarvan ver hebben overstegen. Daarom pleiten euro-spijtoptanten (zoals Hans-Olaf Henkel, François Heisbourg, Frits Bolkestein en Oskar Lafontaine) al enige tijd publiekelijk voor het opdoeken van de euro. Dat doen ze overigens niet alleen omdat de eenheidseuro financieel, sociaal en economisch destructief is, maar ook omdat de eenheidsmunt zich als een splijtzwam ontwikkelt voor Europa en daarmee een reëel risico met zich meedraagt voor het voortbestaan van verstandige na-oorlogse Europese samenwerking zoals de ‘interne markt’. Door voornoemde euro-spijtoptanten en door deskundigen (zoals Roland Vaubel, Markus C. Kerber en Hans-Werner Sinn) zijn diverse monetaire alternatieven aangedragen. Te noemen zijn (her)introductie van nationale munten en opsplitsing van de eurozone in een Noord- en een Zuid-Europees muntblok, waarbij de huidige euro al of niet als een soort groot Europese ‘parallelle’ handelsmunt kan blijven voortbestaan. Daarnaast wordt ook het alternatief genoemd dat de zwakste eurolanden al of niet tijdelijk uit de euro treden.Andere aspecten bij het euro-vraagstuk
De herbezinning over de euro is met het bovenstaande niet voltooid. Ondanks de evidente en doorslaggevende nadelen van de one-size-fits-all euro heeft de gemeenschapsmunt ook voordelen. Te denken hierbij valt aan het monetaire stabiliteitsvoordeel van de gezamenlijke munt, de prijstransparantie binnen de eurozone en het gemak van een en hetzelfde betaalmiddel in alle eurolanden maar zeker ook de internationale politieke macht en invloed van Europa als gevolg van de rol van de euro als internationale reserve valuta. Hoewel Frankrijk en Italië nog niet tot nauwelijks de noodzakelijke hervormingen hebben doorgevoerd, heeft met name het voorbeeld van Spanje bewezen dat er dienaangaande van het Euro Pact een disciplinerende werking uit kan gaan. Als de nationale schakels van de eurozone sterker worden is dat natuurlijk niet alleen voordelig voor de nationale schakels zelf maar ook voor de eurozone als geheel. De vrees bestaat – niet geheel onterecht - dat met het opdoeken van de euro tegelijkertijd afscheid zal worden genomen van hervormingsdiscipline in Zuid-Europa. Verder is het voor Frankrijk weliswaar sociaal-economisch noodzakelijk zich monetair los te (laten) koppelen van Duitsland, maar is dat voor de zo op internationale politieke macht en invloed beluste Fransen tegelijkertijd (geo)politiek moeilijk verteerbaar. Immers: wie het geld heeft, heeft de macht. Dit terwijl Duitsland, gelet op het tot op de dag van heden aldaar nog steeds zwaardrukkende oorlogsschuldgevoel, nog helemaal niet zit te wachten om in een Europees blok zonder Frankrijk de touwtjes in handen te nemen. Dit brengt ons bij de overpeinzing of er dan wellicht geen ‘derde weg’ mogelijk is, een derde weg die de voordelen van het noodzakelijke nationaal gerichte monetaire beleid binnen de eurozone combineert met het behouden van de voordelen van de euro?‘The Matheo Solution (TMS)’: het beste van twee werelden
Al direct bij het escaleren van de eurocrisis is er ook een alternatief van Nederlandse makelij in het internationale wetenschappelijke eurodebat gebracht: ‘The Matheo Solution (TMS)’ (André ten Dam, 2010), een alomvattend plan dat alle aspecten van de eurocrisis adresseert. Het TMS-kernconcept (gebaseerd op de theorie van de functies van geld) is een slimme, innovatieve en eenvoudig toepasbare alternatieve euroconstructie die de voordelen van de euro als eenheidsmunt combineert met de noodzaak van wisselkoersen en rentedifferentiatie op nationaal niveau. Met andere woorden: het beste van twee werelden, die van de gewenste monetaire stabiliteit van de euro als gemeenschapsmunt en die van de noodzakelijke monetaire flexibiliteit van nationale munten. De essentie hiervan is, dat de euro gewoon kan blijven voortbestaan als enig chartaal en giraal betaalmiddel in alle eurolanden. Echter, naast de bestaande ‘eurorekeneenheid’ worden op lidstaatniveau nieuwe ‘nationale rekeneenheden' geïntroduceerd, voor het bepalen en, waar en wanneer nodig, in één klap kunnen aanpassen van de hoogte van prijzen en lonen in een euroland t.o.v. die in andere eurolanden. Deze nationale rekeneenheden dienen als rekeneenheid voor alle binnenlandse transacties terwijl de rekeneenheid van de euro blijft dienen voor grensoverschrijdende transacties binnen de eurozone.Voor de helderheid, we lopen dan dus niet met guldens, marken of francs in onze zak, maar overal gewoon met euro'sVoor de helderheid, we lopen dan dus niet met guldens, marken of francs in onze zak, maar overal gewoon met euro's. En in ieder euroland worden de prijzen weergegeven zowel in de betreffende nationale rekeneenheid als in euro. Met deze scheiding van de betaal- en rekenfunctie van geld kan er dus binnen de eurozone – dus gewoon met behoud van de euro als betaalmiddel – een wisselkoersmechanisme (door de ECB gemanagede vaste maar aanpasbare wisselkoersen) worden gevormd zodat er, waar en wanneer noodzakelijk, ‘monetair’ gedevalueerd kan worden. Hierdoor herstellen de aangetaste (internationale) concurrentieposities en de economieën van de Zuid-Europese probleemlanden, voor wie de euro nu veel te duur is, op de noodzakelijke korte termijn en op eigen kracht. De nationale rekeneenheden bieden bovendien de basis voor een noodzakelijk (door de ECB gemanaged) gedifferentieerd rentebeleid, toegespitst op de economische situatie van elk individueel euroland. Alle eerder hiervoor genoemde desastreuze gevolgen van het one-size-fits-all Euro Pact zullen dan al snel tot het verleden behoren. En omdat de introductie van deze nationale rekeneenheden niet strijdig is met het EU-Verdrag (de euro blijft immers het enig wettig betaalmiddel in alle eurolanden), zou dit systeem zonder Verdragswijziging (dus bij wijze van spreken morgen al) gerealiseerd kunnen worden. Met een Euro Pact op de leest geschoeid van TMS zal, door het directe sociaal economische herstel, het maatschappelijke en politieke draagvlak voor het doorvoeren van noodzakelijke hervormingen toenemen. Verder behoeft de ECB zich dan nooit meer in onmogelijke (waaronder onwettige) bochten te wringen om de munt in leven te houden. En de euro krijgt dan eindelijk de potentie om uit te groeien tot ’s-werelds belangrijkste reserve-valuta. Omdat bij TMS de euro het enig wettig betaalmiddel blijft in alle eurolanden, zijn de eenmalige transitiekosten van TMS – anders dan bij alle andere euro-alternatieven – zeer beperkt. Met een eenvoudige aanpassing van de softwaresystemen bij de financiële instellingen is die klus immers zo goed als geklaard.
Omdat bij TMS de euro het enig wettig betaalmiddel blijft, zijn de eenmalige transitiekosten van TMS zeer beperktTeneinde de hervormingsdiscipline echt goed in gang te zetten bepleit TMS het in ere herstellen van de ‘no-bail-out-bepalingen’. Verder dienen onhoudbare nationale staatsschulden, volgens de beproefde IMF-aanpak, tot een reëel houdbaar niveau te worden teruggebracht. Ter voorkoming van belangenverstrengeling, zou het bankentoezicht niet bij de ECB maar bij de EBA (European Banking Authority) ondergebracht moeten worden. De herkapitalisatie van Europese systeembanken wordt – waar nodig en waar lidstaten dat niet zelf kunnen – via een eveneens doordachte TMS-constructie gefinancierd door de ECB, met dien verstande dat die banken dit later zelf gaan terugbetalen uit toekomstige winsten en de factuur dus niet bij de belastingbetaler op de mat ploft. Na de presentatie daarvan heeft het prestigieuze Duitse IFO-Instituut (op initiatief van de prominente econoom Hans-Werner Sinn) TMS al snel gepubliceerd. Verbetering van het Euro Pact middels het scheiden van de betaal- en rekenfunctie van geld (de TMS-formule) is vervolgens voorgesteld door diverse vooraanstaande economen, zoals Thomas Mayer (Deutsche Bank), Dirk Meyer (Universiteit Hamburg), Willem Buiter (London School of Economics en CitiGroup), Ulrich van Suntum (Universiteit Münster) en Gerald Holtham (Cardiff University & Business School en voormalig hoofd Macro Economie OESO).
16 Bijdragen
Hans
Het onderliggende probleem wordt hierbij niet opgelost. Sterk vereenvoudigd komt het onderliggende probleem er op neer dat Griekenland olijven exporteert om auto's etc. te importeren. Zolang we dit probleem niet aanpakken zal Griekenland altijd een tekort op haar handelsbalans blijven houden. En zal bijvoorbeeld Duitsland altijd geld aan Griekenland moeten blijven "lenen" (geven) om daar in Duitsland auto's van te kunnen blijven "kopen"...
De wisselkoers met 10%, 20% of 50% aanpassen helpt hier niet bij. De lonen in Griekenland etc. zijn al veel lager dan in Duitsland en Nederland etc. Ondanks dat de lonen in Griekenland sinds 2008 met een derde of meer zijn verlaagd, is de werkgelegenheid van Noord Europa niet massaal naar Zuid-Europa verplaatst. Een kapper, boekhouder, arts, loodgieter etc. werkt echt niet veel minder hard / efficiënt dan in Nederland etc. En voor zover men dit wel doet wordt dit in eerste instantie gecompenseerd door het feit dat mensen in Griekenland gemiddeld ruim anderhalf keer zoveel uren per jaar werkt als in Nederland en Duitsland.
Het hele wisselkoersen verhaal gaat in essentie om een factor van afgerond ca. 10% van de economie, dat een land hier goed genoeg in presteert. Mijn inziens is het hoog tijd dat we dit inzien en hier serieus iets mee doen.
Jacob
Hans.
- Banken & verzekeringen; EU: Londen, VS: New York
- Alternative investment fondsen; EU: Luxemburg, VS: Greenwich (Connecticut)
- Auto- en machinebouwindustrie; EU: West-Duitsland, VS: Mid-West
- Retirement / pensionadoindustrie; EU: Spanje / Portugal, VS: Florida
- Logistiek en distributie; EU: Rijndelta, VS: New York voor de westkust, LA voor de oostkust
- (Luxe) modegoederen / fashion; EU: Frankrijk, Italie, VS: New York
- (Top) universiteiten; EU: steeds meer vooral het VK, VS: vooral in New-England
etc.
.
In de VS, maar ook in landen als bijvoorbeeld China (grote kuststeden) of Rusland (Moskou), werken de regios met de meeste economische activiteit en werkgelenheid als echte magneten op kapitaal en mensen van over het hele land. Wie in regio A geen baan kan vinden, vertrekt naar regio B. Binnen de EU is dit een stuk lastiger, vooral vanwege taal- en cultuurbarrieres, maar ook hier is het duidelijk dat relatief sterke landen als Duitsland en het VK enkele miljoenen migranten uit andere EU landen hebben aangetrokken. Als we het over kapitaal hebben geldt dit nog in veel grotere mate. De periferie loopt leeg.
.
Wie denkt dat het afschaffen van de Euro de oplossing voor dit 'probleem' is, zal bedrogen uitkomen. Wat voor soort economische activiteit zal een land aantrekken als het enige voordeel lage loonkosten zijn? Het antwoord: hetzelfde type werk wat in de VS wordt uitbest
Dawg
HansVan dat onderliggende probleem wisten we al voor de introductie van de euro: niet alle deelnemende landen hebben een economische structuur die voldoende gediversificeerd is en voldoende geintegreerd in de Europese economie om binnen het keurslijf van een munt te passen.
'Een kapper, boekhouder, arts, loodgieter etc. werkt echt niet veel minder hard / efficiënt dan in Nederland etc.'
Tsja. dit zijn in de context van internationale handel dan ook de minst relevante beroepen/activiteiten. De Nederlandse kapper is niet echt een concurrent van zijn Nederlandse collega lijkt me zo.
Jacob
DawgJoost Visser
jt
Zouden we de Euro opheffen maar het bestel niet veranderen, dan blijft een groot deel van het ongenoegen bestaan. Het volk moet veel meer betrokken worden, 1 kruisje in de zoveel jaar werkt niet meer. Of het Zwitserse model met referenda de oplossing is, in ieder geval kun je dan wel zeggen dat het volk heeft beslist.
Floris Kuiper
Het doen voorkomen dat er voor een buitengewoon complex systeem een eenvoudige pasklare oplossing is, en dat het eigenlijk een kwestie is van weldenkend zijn (zijn alle mensen die tot nu toe aan de Euro en het beleid daaromtrent hebben gesleuteld dan onweldenkend?) komt mij tamelijk populistisch over.
Er zijn grote verschillen in de EU. Geen enkel beleid zal deze verschillen overbruggen of doen verdwijnen. Het lijkt meer een kwestie te zijn van wat de juiste manier is om deze verschillen te accepteren. Devaluaties zijn één manier, overmakingen van Noord naar Zuid een andere. De verschillen zullen er in beide gevallen niet door verdwijnen.
De kans dat er in de Zuid-Europese landen plotseling een geavanceerde High-Tech industrie gaat ontstaan is buitengewoon gering. Niet alleen heeft er tijdens de afgelopen crisis een behoorlijke exodus plaatsgevonden van jonge getalenteerden, ook wordt er voor de komende decennia een grote (afhankelijk van het land, tussen de 10 en 20%) bevolkingskrimp verwacht in de mediterrane regio. Ook dit zal de economische groei parten gaan spelen. Helaas zijn olijven, feta, zon en zee niet schaars genoeg om economisch een flinke slag te kunnen slaan.
Een deelbijdrage aan een oplossing zou kunnen zijn om een prijsmechanisme te ontwikkelen waarbij gebruik van grondstoffen en verbruik van energie wordt verdisconteerd. Industriële productie wordt dan duurder door het hoge energie- en grondstoffen verbruik. De export vanuit technologisch geavanceerde landen zal dalen, het overschot op de betalings
ronald_mulder
Johan_Amsterdam
men verwijst vervolgens naar de onmogelijkheid van de 'one-size-fits-all' benadering. dit klopt op de korte termijn. In de USA onderscheidt men 4 dollar zones. In elke zone heeft de dollar een andere waarde terwijl het wel dezelfde dollar is. Dat maakt het mogelijk dat bepaalde goederen goedkoop in bepaalde gebieden gemaakt worden om vervolgens via de handel een aanvaardbare prijs te krijgen in koopkrachtige gebieden. Waarom men dat in de EU nog niet heeft is waarschijnlijk een kwestie van tijd. Het sociale economische systeem is nog aan het leren.
Het ingrijpen via de media, en de chaos en paniek berichtgeving vanuit de financiële sector, verstoort de ontwikkelingen alleen maar. Overheden voelen zich verplicht om in te grijpen, kapitaal vlucht weg om andere met de kosten te laten zitten en de EU grijpt in. Allemaal sociale, of sociaal-politieke, processen.
Wat nu het probleem is, lijkt me de wens van de schrijvers dat iets snel en goed en mechanisch afgestemd moet worden. Dat ontkent de sociale dynamiek. Het steeds opnieuw ingrijpen ook. En dan maakt het niet uit vanuit welke hoek wordt ingegrepen, handelaren, regulanten of overheden, allen verstoren het mogelijke sociale evenwicht ten gunste van een politieke factor.
Door het bestaan van gigantische financieeleconmische entiteiten is er per definitie geen gelijk speelveld. De arbeider en de boer, de bureaucraat en de handelaar in goederen zijn geen partij voor de vele velden overschaduwende financiële spelers. De overheden trouwens ook niet. Het enige dat zij k
Pietje
https://twitter.com/AFP/status/468371543647846400/photo/1
2] Als de euro wordt gehandhaafd, hoe zit het dan met de rentepolitiek, blijft de ECB als enige verantwoordelijk voor de hoogte hiervan? Hoezo; "one size fits all"
3] Ook deze heren onderkennen niet de ongekende macht van het private bankwezen, die uit het niets geld kan creëren. Zo lang hier niets aan gedaan wordt, is dit hele verhaal al bij voorbaat kansloos en nutteloos. De introductie van de euro viel samen met een veel langere wereldwijde kredietcyclus (lees; schulden creëren), waarvan de piek in 2000 eigenlijk al bereikt werd en sinds die tijd met alle mogelijke middelen is gerekt, zoals een extreem lage rente en een enorme kredietverruiming (bv. ook in de VS, denk aan de huizenbubble aldaar). Na 2008 werd dit alles zo mogelijk nog extremer, en moesten wereldwijd banken collectief aan het staatsinfuus en/of het Fed-infuus. De balansen van centrale banken zijn enorm toegenomen, en eigenlijk heeft dit nauwelijks een positief effect gehad, maar er zijn wel ongelooflijk veel (staats)schulden bijgekomen;
http://goldsurvivalguide.co.nz/wp-content/uploads/2014/01/Balance-sheets-as-percentage-of-GDP.jpg
http://www.bloomberg.com/news/2014-03-09/global-debt-exceeds-100-trillion-as-governments-binge-bis-says.html
Dit terwijl het idee was dat banken weer zouden gaan lenen aan de het MKB en particulieren (sowieso een slecht idee; tot over de oortjes in de schulden). Dit is het echte probleem, te hoge schulden wereldwijd. De euro heeft de zaken alleen maar verslechterd. Misschien dat de heren auteurs in een volgende analyse deze zaken ook eens mee willen nemen.
Alvast bedankt!
Roland Horvath
The Matheo Solution TMS is een poging om het buitenland los te maken van het binnenland. Alles is geprijsd in euro en in een binnenlandse munt. Bij een 'devaluatie' van de laatste blijven de prijzen in die munt gelijk en de prijzen in euro verlagen, ze worden herrekend. Bij een devaluatie is een prijzenstop van de binnenlandse prijzen een noodzaak. Of dat bij de TMS lukt is maar de vraag.
Bij de introductie van de euro had men de nationale munten moeten behouden. Maar door het feit dat de GMO/ de banken/ het grootkapitaal de almacht willen in de maatschappij kon dat zelfs niet in overweging genomen worden. Ze kunnen opnieuw ingevoerd worden met behoud van de euro. Maar die twee met men van elkaar losmaken dus geen conversie van de één in de andere, met euro kan men dan geen binnenlands geld kopen en omgekeerd, ook geen andere valuta. Zoals met Zwitserse WIR geen CHF Zwitserse frank kunnen gekocht worden. En zo'n binnenlandse munt is facultatief, men kan ze gebruiken als men wil. Alleen als giraal geld, banktegoeden zoals de WIR of ook als chartaal geld, als munten en bankbiljetten. In elk land is zo'n tweede complementaire munt nuttig. Als ten gevolge van een economische overcapaciteit in de industriële goederen de investeringen teruglopen, wordt er minder geld uitgedeeld door de ondernemingen aan de toekomstige klanten en is de koopkracht lager. Dan kunnen voedingswaren niet meer zo veel verkocht worden, falen de bakker en d
boer breekt klomp
Wim
PENTECOSTE
Even to the point: IMF heeft genoeg ervaring met hanteren van twee currencies naast elkaar: is al geopperd voor griekenland en dat hadden we wellicht moeten doen, aan het begin van de problemen met Griekenland: herintroductie van de drachme in Griekenland, NAAAST de euro. Good money drives out bad money is bekend concept.
Dit lijtk mij een clownesk idee, maar ik ben benieuwd naar de mening van IMF economen en bijvoorbeeld Sweder van Wijnbergen of Ivo Arnold of Casper de Vries economen die dit soort dingen hebben bestudeerd.
Richard
Albert - Nederland
Er blijft er een soort ECU-probleem over, met dit verschil dat er dan een heleboel nationale rekeneenheden zijn en maar 1 Euro.
Dat is wezenlijk niet heel anders dan de situatie tijdens het ECU tijdperk waar alle ECU landen hun eigen munt hielden naast de ECU. Toen werd al snel duidelijk dat niemand in ECU factureerde en dat handelstransacties op de termijnmarkt werden afgedekt zodat koper en verkoper beide de gewenste valuta konden boeken zonder ECU-omweg.
De introductie van de uitsluitend girale ECU had slechts invloed op de Europese instituten die hun boekhouding louter in ECU voerden, en uitsluitend ECU facturen accepteerden.
Terwijl de bevolking in alle ECU-landen weinig of niets met de ECU van doen had, en hun geld slechts wisselden wanneer zijn naar een ander land gingen, kregen de werknemers van Europese instituten hun salaris in ECU en werden tot hun grote ergernis iedere maand geconfronteerd met omwisselkosten*)
Het probleem van een European Currency Unit was van meet af aan duidelijk. De koers van de ECU sprak daarbij boekdelen. Het was zonneklaar dat de ECU koers daalde in Noord-Europa en steeg in Zuid-Europa. (Bij de Euro is het uiteraard niet anders, alleen kun je het niet meer zien aan de koers.)
Het valutarisico -dat je op de termijnmarkt eenvoudig kon afdekken- is verdwenen, maar daar is het debiteurenrisico voor in de plaats gekomen. En dat risico geldt niet alleen per land, maar uiteraard ook per individuele debiteur. Dat vereenvoudigt de internationale handel bepaald niet.
Integendeel, de situatie is nog nooit zo complex geweest. De rente op staatsobligaties van Zuid-Europese landen dreigt astronomisch te worden zodra de hulpverlening stopt.
Het grote gevaar is dat de hulpverlening zo onvoorstelbaar omvangrijk moet worden en blijven, dat niemand wil, of k