© ANP/Bart Maat

De politiek wordt steeds infantieler

3 Connecties

Relaties

paradox Infantilisering

Werkvelden

Politiek
4 Bijdragen

We leven in een hoogst paradoxale tijd, schrijft Hans Schnitzler. En daardoor infantiliseert het politieke discours, en niet, zoals vaak gedacht, het kiezersvolk. Vuur wordt met vuur bestreden en pathologie met pathologie. Gecombineerd met de kracht van sociale media ontstaat een gevaarlijke mix voor de stabiliteit van democratieën.

‘De paradox is de hartstocht van het denken’, aldus de filosoof Søren Kierkegaard. Voor zowel bezoldigde denkers als huis-tuin-en-keukenfilosofen is dat goed nieuws, want we leven in hoogst paradoxale tijden. Zo draaide het hoofd van menig denker en duider overuren nadat voormalig directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau Paul Schnabel enkele jaren geleden de ‘met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht’-paradox introduceerde.

Onlangs kwam Duider der Vaderlands Bas Heijne in NRC Handelsblad met een nieuwe interessante paradox op de proppen. De tegenstrijdige en soms ronduit infantiele verkiezingsuitingen van menig politicus, deed hem verzuchten of er misschien een nieuwe wet in werking was getreden: naarmate politici harder roepen dat ze naar de ongeziene burger luisteren, lijken ze diezelfde burger voor een ‘totale idioot’ te houden.

Nu zijn paradoxen uiteraard schijnbare ongerijmdheden. Zo valt niet uit te sluiten dat sommige (kandidaat-)volksvertegenwoordigers, in hun rondgang langs koopgoot, koffiehuis of kibbelingkot, tot de conclusie komen dat de kiezer een volslagen idioot is en als zodanig aangesproken wenst te worden.

Hijgerigheid

Er is evenwel voldoende aanleiding voor een omgekeerde conclusie. Onder invloed van nieuwe (massa)media, peilingenterreur en commercialisering leven we meer dan ooit in wat de Franse filosoof Guy Debord een spektakelmaatschappij noemt. Dat is een samenlevingsvorm waarin de hyperigheid en hijgerigheid regeren en waarin de feiten het afleggen tegen de ficties. Juist in een dergelijk post-waarheidsklimaat gedijt de politiek als een vorm van vermaak met de politicus als nar.

Het optreden van 50-plusser Henk Krol tijdens het bij tijd en wijle clowneske Carré-debat, spreekt wat dit aangaat boekdelen. De hofnar van dienst trok al zijn theatrale registers open en was daarmee de enige die het geschmier en gezuig van interviewster Diana Matroos onschadelijk wist te maken. Pathologie met pathologie bestrijden als teken des tijds. Al met al is er genoeg reden te veronderstellen dat er in de politieke arena iets gaande is wat ik het Jan Roos-effect zou willen noemen: niet het kiezersvolk infantiliseert, maar het politieke discours.

Niet het kiezersvolk infantiliseert, maar het politieke discours

Twitter-politici als Trump en Wilders zijn de minder onschuldige exponenten van deze infantilisering van de politiek. De eenkennigheid, eendimensionaliteit en impulsiviteit van hun politiek hooliganisme — even spectaculair als nihilistisch — is niet los te zien van het mediale speeltje waarmee zij hun ‘ik wil wat ik wil wanneer ik het wil’-boodschap verkondigen: Twitter. The medium is the message, wist Marshall McLuhan al. Kortom, we moeten ons niet laten verblinden door de inhoud van de boodschap, maar we moeten kijken naar de aard van het medium en de wijze waarop het structurele veranderingen aanbrengt in menselijke interactie en sociabiliteit.

Het techno-populisme van veel sociale media jaagt primaire driften aan

De mens is een politiek dier; een zoön politikon volgens Aristoteles, een begrip dat ook wel wordt vertaald als sociaal wezen. Veel sociale media entameren echter een vorm van techno-populisme dat in meerdere opzichten op gespannen voet staat met onze sociale en politieke inborst. Het gemak, de snelheid en impulsiviteit waarmee 'gecommuniceerd' kan worden, jagen de primaire driften aan en veranderen menig volwassene als bij toverslag in een narcistische dwingeland. Denk aan Trump of Wilders, en zie het jengelende en stampvoetende kind dat met niets minder genoegen neemt dan de onmiddellijke bevrediging van zijn behoeften.

Nuttige idioten

In Freudiaanse termen is deze infantilisering te begrijpen als een situatie waarbij het lustprincipe alle ruimte krijgt ten koste van het realiteitsprincipe, dat de driften juist in toom moet houden en de mens cultiveert. Wanneer het lustprincipe overheerst, verstoort dat de volwassenwording en het gevoel voor verantwoordelijkheidszin. Sociale media kunnen als een katalysator werken voor onvolwassen en onverantwoorde manifestaties van machtswellust die losgezongen raken van de sociale realiteit en die zich nauwelijks laten temmen. Voeg daarbij de mogelijkheid om met behulp van dergelijke ‘sociale’ media de kiezer vergaand te manipuleren, zoals onlangs bleek uit een ronduit huiveringwekkend stuk in The Guardian en dit stuk wat eerder op FTM verscheen, en begrijp dat het techno-populisme een ernstige bedreiging vormt voor de stabiliteit van democratieën.

Trump en Wilders worden weleens de ‘nuttige idioten’ van Poetin genoemd. Dat mag misschien zo zijn, maar dan niet zonder de gratis bemiddeling van Twitter en Facebook. Deze multinationals fungeren op hun beurt als nuttige idioten voor figuren als Trump en Wilders. Sterker nog, invloedrijke dwingelanden die met hun infantiele getwitter, getreiter en gejengel de sociale coherentie ondermijnen, zijn de monsters van Frankenstein voortgekomen uit de high tech-kraamkamers van Silicon Valley.

De paradox is de hartstocht van het denken, zullen we maar zeggen.