
Wie betaalt? En wie bepaalt? FTM zoekt uit hoe de politieke worst écht gedraaid wordt. Lees meer
Leven we in een lobbycratie of is lobbyen een wezenlijk element van een gezonde democratie? Zeker is dat de lobbywereld wordt gezien als een zeer invloedrijke factor in ons politiek bestel, maar beschrijvingen van die wereld komen doorgaans niet verder dan het woord ‘schimmig’. Follow the Money wil daar verandering in brengen en duikt de lobbywereld in om te zien hoe de worst écht gedraaid wordt.
Podcast | Vrijwillige diplomaten maken het bont
Nederlandse diplomaten verdacht van fraude, witwassen en afpersing
Boeren blokkeren via het waterschap opnieuw een belasting op vervuiling met mest en landbouwgif
Ondanks bedrijfsschandalen is Heineken-directeur nu voorzitter van anti-corruptiewaakhond
Prominente Eurocommissaris maakt dankbaar gebruik van gratis verwennerij in de Emiraten
Dry January? Niet nodig, volgens de alcoholindustrie
EU-parlementslid combineert aandelen Apple met meeschrijven aan techwet (en vindt dat geen probleem)
Cash uit Qatar: hoe kon dit gebeuren in het Europees Parlement?
Strafrechtelijk onderzoek naar hotelstrand richt zich ook op de bestuurders van Bonaire
De gaslobby maakte ons afhankelijk van Rusland en bepaalt nu wéér het beleid
© JanJaap Rypkema
Typisch Nederlands: de stille kracht van lobby-organisaties
De Dutch Trade and Investment Board (DTIB) beïnvloedt al dertien jaar de politiek, eigenlijk zonder dat de buitenwacht dat doorheeft. Maar dat vrijwel niemand deze raad kent, is niet vreemd. De invloed van bedrijfslobbyisten is namelijk gebaat bij onopvallendheid, stelt Oxford-hoogleraar Pepper D. Culpepper in dit sluitstuk van onze serie over de DTIB.
- Pepper D. Culpepper, hoogleraar politiek en openbaar bestuur te Oxford, heeft onder meer in Nederland onderzoek gedaan naar ‘stille politiek’ (quiet politics). Volgens hem gaat dat verder dan lobbyisten en politici die in achterkamertjes de politiek bedisselen. Culpeppers stelling: hoe onopvallender de beleidskwestie, hoe groter de politieke invloed van bedrijfslobbyisten.
- Stille politiek maakt doorgaans gebruik van drie instrumenten: de lobby, de informele raden en de media. In dit slotartikel over de DTIB passeren die alledrie de revue en worden ze getoetst aan de werkwijze van de DTIB. De DTIB blijkt een schoolvoorbeeld van stille politiek te zijn.
- Anders dan formele overlegorganen zijn informele raden, hoe invloedrijk ze ook mogen zijn, niet gebonden aan enige vorm van transparantie. Officiële, geïnstitutionaliseerde adviescolleges zijn echter wettelijk verplicht tot transparantie, onder andere via de Kaderwet Adviescolleges. Mede om zulke redenen heeft de DTIB ‘geen behoefte aan institutionalisering.’
-
Dit is een doodnormaal onderdeel van Nederland, aldus Culpepper. Gezien de grote invloed van ‘informele werkgroepen, waarin bedrijfsdirecteurs een belangrijke stem hebben en de stem van vakbonden ontbreekt,’ trekt hij het beeld van Nederland als polderland in twijfel. We zijn eerder een mistig klankbordland.
‘Hoe kan het dat ik die club nog nooit ben tegengekomen?’ vraagt Tweede Kamerlid Bram van Ojik (GroenLinks) zich af wanneer wij hem in februari op zijn kantoor spreken over de Dutch Trade and Investment Board (DTIB). ‘Ik heb niet het idee dat dit een heel zichtbare club is. Die conclusie durf ik eigenlijk wel te trekken’.
Juist van Van Ojik verwacht je dat hij bekend zou zijn met de DTIB. Van Ojik is al decennia betrokken bij ontwikkelingssamenwerking (OS), eerst als hoge ambtenaar binnen BuZa en later als Tweede Kamerlid, en was een luis in de pels van minister Ploumen (2012-2017). ‘Ploumen legt de rode loper uit voor het bedrijfsleven,’ zei Van Ojik in 2013. Ondertussen vindt binnen het overlegorgaan DTIB drie tot vier keer per jaar hoog beraad plaats tussen bewindslieden als Ploumen en bedrijfslobbyisten als Bernard Wientjes van VNO-NCW. De raad overlegt over mogelijke vormen van staatssteun aan ‘internationaal actieve ondernemers’ (zie kader) en juicht de door Van Ojik verguisde ‘modernisering’ van OS toe, blijkt uit hun notulen. De DTIB is in feite Van Ojiks ideologische opponent.
In 2004 wordt de Dutch Trade and Investment Board opgericht (de I van Investment werd pas tien jaar later toegevoegd). Overheid en bedrijfsleven overleggen er drie tot vier keer per jaar. De vraag die er centraal staat: hoe kan de overheid ‘internationaal actieve ondernemers’ ondersteunen en stimuleren? De staatssecretarissen en de ministers van Economische Zaken en Buitenlandse Zaken zijn lid van de raad, net als een aantal topambtenaren. Vanuit het bedrijfsleden schuiven de voorzitters van VNO-NCW, MKB Nederland en bestuurders van Randstad, Royal HaskoningDHV, Shell en andere bedrijven aan.
In het DTIB-dossier op FTM wordt uitvoerig beschreven in welke beleidskwesties de DTIB zich mengt en welke wensen van de DTIB terugkomen in het beleid van ministers. Onder andere de Nederlandse handelsmissies, de ‘modernisering’ van ontwikkelingssamenwerking, en het Nederlandse vestigingsklimaat staan hoog op de agenda.
Begin 2018 is de DTIB opgeheven en opgegaan in de International Strategic Board (ISB NL), die inmiddels een nieuwe naam kent: Internationaal Strategisch Overleg (ISO NL).
Van Ojik zegt wel gezien te hebben hoe BuZa na een ‘ideologische omslag’ begin deze eeuw de deuren steeds meer openzette voor het bedrijfsleven. ‘Het bedrijfsleven kwam voordien meestal bedelen om geld, om subsidies,’ en werd in de jaren negentig nog op afstand gehouden. Ontwikkelingssamenwerking werd toen beschouwd als een ‘publieke taak’, volgens Van Ojik. Vanaf het eerste kabinet Balkenende (2002-2003) zag hij de houding van BuZa veranderen. ‘Het bedrijfsleven is nu een soort boegbeeld van het Nederlandse buitenlandse beleid,’ zegt Van Ojik. Maar het gremium waarbinnen BuZa en bedrijfsleven overleggen kent hij niet. ‘Terwijl ik wel redelijk in dat wereldje zit,’ aldus Van Ojik.
Stille politiek: invloed door onopvallendheid
Het fenomeen van schimmige overlegorganen is niet bepaald nieuw. Al in 1922 hekelde Kamerlid Pieter Jelles Troelstra de adviserende colleges die ‘op hoogst willekeurige wijze door de Regeering zijn ingesteld, over de instelling, over de werkwijze, de bevoegdheid waarvan wij nimmer zijn gehoord’. Ze vormden ‘een soort van voorparlement’ waarin sociale kwesties worden ‘bedisseld’ waarna ‘het Parlement vrijwel voor een fait accompli staat,' meende Troelstra.
Pepper D. Culpepper, hoogleraar politiek en openbaar bestuur te Oxford, heeft onder meer in Nederland onderzoek gedaan naar deze ‘stille politiek’ (quiet politics). Volgens hem gaat dat verder dan lobbyisten en politici die in achterkamertjes de politiek bedisselen. Culpeppers stelling: hoe onopvallender de beleidskwestie, hoe groter de politieke invloed van bedrijfslobbyisten.
Het ontbreken van een publiek debat maakte de politiek vatbaarder voor de ‘stille politiek’ van bedrijfslobbyisten
In Nederland bestudeerde Culpepper de lobbypraktijken van de directies van Nederlandse beursgenoteerde bedrijven, sinds 1988 verenigd in de VEUO. De beleidskwestie waar zij zich druk om maakten: overnamebescherming, oftewel de verzameling wettelijk toegestane beschermingsmechanismes die Nederlandse bedrijven kunnen aanwenden tegen vijandige overnames. Liberalen als Bolkestein en Zalm hebben herhaaldelijk getracht die bescherming af te zwakken. Maar het lukte de VEUO – fervent voorstander van overnamebescherming – keer op keer om die pogingen te pareren. Op cruciale momenten ontbrak het de liberalen aan steun in het parlement, constateert Culpepper. Zijn verklaring: de kwestie ‘interesseert de meeste Nederlandse stemmers amper’. De media besteedde er volgens zijn media-analyse weinig aandacht aan; het ontbreken van een publiek debat maakte de politiek vatbaarder voor de ‘stille politiek’ van bedrijfslobbyisten.
Waarom politieke partijen meer ‘kneedbaar’ worden rond onopvallende beleidskwesties, legt de Amerikaan in een lezing uit. Ten eerste verzaken ze sterke standpunten te ontwikkelen over zulke ‘saaie’ beleidskwesties, want ze winnen er stemmers noch media-aandacht mee. Ten tweede hebben partijen ook voor zulke kwesties op enig moment beleidsplannen nodig, die ze dan zoeken via extern advies. De captains of industry die ‘wel weten hoe de politiek werkt,’ en voor wie zowel politiek als media groot ontzag hebben, mogen dan vaak het ideeënvacuüm opvullen, stelt Culpepper. Hoe onopvallender de beleidskwestie, hoe groter hun invloed.
In de praktijk banen zulke ideeën zich een weg naar de politiek via ‘drie instrumenten van de stille politiek’, constateert Culpepper: de lobby, de informele raden en de media. De Nederlandse bedrijfsdirecties gebruikten alledrie deze middelen om de aanvallen op overnamebescherming tegen te houden. De VEUO oefende druk uit op Kamerleden, had een stem in de commissies Peters (1997) en Tabaksblat (2003), en topmannen schilderden in de media vijandige overnames met succes af als een grote ‘dreiging’ voor Hollandse ondernemingen.
Het was met opzet een stille lobby; de VEUO-leden beseften terdege dat publieke aandacht voor de kwestie hun invloed kon ondermijnen, zo merkte Culpepper in zijn gesprekken met hen. ‘We komen veel meer vanuit een achtergrond van stille diplomatie,’ vertelde een VEUO-lobbyist; ‘we denken dat je dan meer invloed kunt hebben dan wanneer je elke dag op de voorpagina van het Financieele Dagblad staat’. Een ander zei: ‘Publiciteit kan helpen om een bepaalde atmosfeer te scheppen, maar daar moet je voorzichtig mee zijn.’
De stille politiek van de DTIB
Terug naar de DTIB: in hoeverre past haar werkwijze binnen de theorie van de stille politiek?
De DTIB richt zich op relatief onopvallende beleidskwesties: de Nederlandse handelsmissies, het internationale postennetwerk van diplomaten, ontwikkelingsfondsen als ORIO, de 30-procent regeling voor kenniswerkers, innovatiesubsidies. Hoewel met deze kwesties honderden miljoenen aan publieke middelen gemoeid zijn, is er relatief weinig aandacht voor. De wijze waarop Nederlandse ondernemingen profiteren van belastingvoordelen voor kenniswerkers of van ontwikkelingsuitgaven in derdewereldlanden haalde zelden de kranten.
Dat de DTIB de schijnwerpers mijdt, werd al eerder vastgesteld; er is publiekelijk amper iets over de raad bekend. Dat de DTIB-leden dat ook liefst zo willen houden, blijkt uit de notulen van 21 april 2010. Organisatieadviesbureau Berenschot presenteerde die dag een evaluatie van de raad en stelt dat ‘de bekendheid van de DTB te wensen’ laat. Maar aanwezige DTIB-leden vinden hun raad ook nu al krachtig, blijkt uit hun reacties. ‘Dhr. Van Schreven [BuZa] benadrukt dat de kracht zit in de lichtvoetigheid, en dat daarmee de profilering al is bereikt.’ Meiny Prins, directeur van Priva BV, is van mening dat ‘de kracht van de DTIB groter is dan je zou denken’.
Die ‘lichtvoetigheid’, het informele karakter van de raad, houdt de gordijnen enigszins gesloten
Bovendien houdt die ‘lichtvoetigheid’, het informele karakter van de raad die Van Schreven roemt, de gordijnen enigszins gesloten. Officiële, geïnstitutionaliseerde adviescolleges zijn wettelijk verplicht tot transparantie via onder andere de Kaderwet Adviescolleges. Dergelijke raden, zoals de Sociaal Economische Raad (SER) en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), zijn ‘zeer zichtbaar en moeten verantwoording afleggen,’ laat Han Polman, voorzitter van de Raad voor het Openbaar Bestuur, weten. De Kaderwet Adviescolleges geldt echter niet voor de vele niet-geïnstitutioneerde overleggen – waaronder de DTIB.
De DTIB-leden houden dat graag zo, laten de notulen zien. In de keuze tussen voortzetting van de huidige ‘lichtvoetigheid’, ‘institutionalisering’ of een ‘middenweg’ – de drie mogelijke toekomstscenario’s die Berenschot voorstelt – heeft ‘lichtvoetigheid’ sterk de voorkeur. ‘Dhr. Van Ee en dhr. Van Schreven geven aan dat de kracht van de DTB zit in de open discussies, gevoed door directe ervaringen. Om die reden is er geen behoefte aan institutionalisering,’ melden de notulen. Dat gesprekken ‘zo open mogelijk gevoerd kunnen worden’ is ook het argument waarmee minister Kaag afgelopen juni uitlegde waarom de opvolger van de DTIB, de International Strategic Board (ISB-NL), geen notulen maar alleen actieverslagen publiceert.
De DTIB kiest kortom bewust voor stille diplomatie. De raad vindt zijn lage bekendheid acceptabel en blijft graag informeel en daarmee intransparant naar buiten, met ruimte voor ‘open discussies’ intern. En ook de DTIB gebruikt, net als de hoeders van overnamebescherming, alledrie de ‘gereedschappen’ uit Culpepper’s lijstje: de lobby, de informele raad en de media.
De informele raad: ‘krachtenbundeling’
‘De DTIB is vrij informeel en daardoor effectief,’ vertelt Roderick van Schreven in een gesprek met ons. Hij was als hoge ambtenaar van Economische Zaken (Directeur-Generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen), tussen 2006 en 2010 lid van de DTIB. ‘Een ovale tafel met koffie’ en een open sfeer: zo schetst hij de bijeenkomsten. ‘Iedereen kan een voorstel doen om de volgende keer bijvoorbeeld een presentatie te krijgen over een sector, over OS of het diplomatieke postennet.’ De overheid luisterde goed naar suggesties van het bedrijfsleven in de DTIB, erkent Van Schreven, en nam die mee bij het vaststellen van handelsmissies, maar de overheid behield volgens hem altijd de regie. ‘De DTB zit niet aan de beleidsknoppen,’ benadrukt Van Schreven meermaals tijdens het gesprek. ‘Het is echt een uitwisseling van ideeën, en dan gaan wij als ambtenaren daarmee aan de slag.’
Maar in de loop der jaren heeft de DTIB ‘zeker invloed gehad,’ zegt Bertrand van Ee, voormalig topman van ingenieursbureau Royal HaskoningDHV en tussen 2009 en 2014 lid van de raad. Het bedrijfsleven is dan wel ‘altijd ongeduldig’, wil dingen sneller veranderen dan de overheid en ‘in welk deel van de afweging ze naar jou of naar een ander luisteren, dat weet je niet,’ zegt Van Ee. Maar ‘als men het als een mislukt project had gezien, zou het niet meer bestaan’.
Ook de eerder genoemde evaluatie van Berenschot uit 2010 erkende het succes van de DTIB en typeerde de raad als ‘een belangrijk afstemmings- en coördinatieoverleg, waarbij de meerwaarde ook in de indirecte sfeer zit (krachtenbundeling, versterken van relaties)’.
Die informaliteit en succesvolle samenwerking tussen publieke en private DTIB-leden is niet heel verrassend, aangezien er bepaald geen Chinese muur tussen de deelnemende partijen staat. Meerdere topambtenaren uit de DTIB maakten de overstap naar de andere kant, het bedrijfsleven. CDA-staatssecretaris van Economische Zaken Karien van Gennip, oprichter en lid van de DTIB, stapte in 2008, direct na haar vertrek uit de politiek, over naar de ING (ook lid van de DTIB). Haar opvolger, staatssecretaris Frank Heemskerk, stapte na zijn termijn over naar ingenieursbureau Royal HaskoningDHV (ook DTIB-lid). Chris Buijink bekleedde jarenlang topfuncties binnen Economische Zaken, werd in 2013 de voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Banken en in die hoedanigheid aangesteld als voorzitter van een belangrijke ‘stuurgroep’ van de DTIB. Het is de Haagse banencarrousel in volle werking.
De lobby: brieven en ‘zendingswerk’
Het volgende instrument uit Culpeppers lijstje: de reguliere lobby – de min of meer gestructureerde pogingen van belanghebbenden om bewindslieden en parlement om invloed op het overheidsbeleid uit te oefenen.
De DTIB schrijft lobbybrieven aan de politiek, ook al maken bewindslieden zelf deel uit van de raad
De DTIB zelf vindt zijn oorsprong in een lobbybrief van het bedrijfsleven. In 2004 richtte CDA-staatssecretaris van Economische Zaken Karien van Gennip (CDA) de DTIB op na schriftelijke aanbevelingen van ‘het georganiseerd bedrijfsleven' aan haarzelf en informateurs Piet Hein Donner en Frans Leijnse. Dat blijkt uit Van Gennips ‘actieplan internationaal ondernemen’.
Eenmaal opgericht blijft de DTIB lobbybrieven schrijven aan de politiek, ook al maken bewindslieden zelf deel uit van de raad. Deze brieven worden soms ondertekend door private leden, soms door bewindslieden. Rond de formatie van het kabinet-Rutte II in 2012 schrijven DTIB-leden een brief ‘voor de informateur/formateur’ over ‘het belang van internationaal ondernemen’, zo melden de notulen van 5 september 2012. Minister van Economische Zaken Maxime Verhagen (CDA) is bij het overleg hierover aanwezig, hoewel de brief wordt verstuurd ‘namens de private leden’. Het is kort voor de aanstelling van minister Ploumen, die later hulp met handel zou combineren. In 2014, na zorgen over de verhuizing van Starbucks’ Europese hoofdkantoor van Amsterdam naar Londen, schrijft de ‘Werkgroep Vestigingsklimaat’ van de DTIB een ‘two-pager’ met ideeën over het Nederlandse vestigingsklimaat ter bespreking in de ministerraad, het hoogste politieke overleg. De two-pager wordt in de DTIB met het bedrijfsleven besproken, maar in de ministerraad ingebracht ‘onder verantwoordelijkheid van de minister van Economische Zaken’.
Zodra de DTIB merkt dat in de Tweede Kamer het draagvlak voor de ideeën van de raad ontbreekt, wordt er samengewerkt om dit te verhelpen. Op 3 oktober 2007 merken DTIB-leden op dat ‘het klimaat in de Tweede Kamer nog steeds kritisch is als het gaat om internationaal ondernemen’. Als voorbeeld geven ze ‘de tegenbegroting van de VVD waarin opheffing van financiële ondersteuning t.b.v. internationaal ondernemen wordt voorgesteld’. Staatssecretaris Heemskerk reageert op de zorgen: hij zal de Kamer een brief sturen ‘waarin kort en krachtig het belang van internationaal ondernemen wordt neergezet’ en vraagt de DTIB-leden om input voor deze brief.
Andersom kan het ook: op 13 maart 2013 verzoeken de aanwezige bewindslieden om een bedrijfslobby aan het adres van het parlement, om zodoende draagvlak te creëren voor het beleid van minister Ploumen. De raad bespreekt op dat moment Ploumens beleidsnota ‘Wat de wereld verdient’, waarin hulp met handel wordt verweven. Ploumen zegt volgens de notulen ‘dat [het] bedrijfsleven (de leden van de DTB) zou kunnen investeren in de beeldvorming richting de Tweede Kamer’. De eveneens aanwezige burgemeester van Eindhoven, Rob van Gijzel, valt haar bij en ‘geeft aan dat de DTB zendingswerk zou moeten doen’. Wientjes, voorman van VNO-NCW, wil wel helpen in het creëren van draagvlak ‘voor de visie OS-handel’, melden de notulen.
De media: ‘rustiger vaarwater’
Ook het derde ‘instrument van de stille politiek’ haalde de DTIB uit de gereedschapskist: zorgen voor de juiste toon in de media. Dat gebeurde bijvoorbeeld toen de overheid in de crisisjaren na 2008 ook op ambassades wilde bezuinigen. De DTIB springt begrijpelijkerwijs in de bres voor het postennet; ambassades helpen Nederlandse bedrijven en krijgen, vooral na de jaren negentig, ‘steeds meer de opdracht om voor het Nederlandse bedrijfsleven te lobbyen,’ weet Van Ojik als ex-ambassadeur. DTIB-leden lobbyen tegen de bezuinigingen. Ze doen dat niet alleen tijdens hun eigen vergaderingen, maar ook via de media. ‘De voorzitter van de DTB concludeert dat de leden van de DTB via eigen kanalen aandacht vragen voor bezuinigingen op het postennet,’ melden de notulen van 19 september 2013. Eerder dat jaar werd de kritiek van Wientjes op de bezuinigingen in een uitzending van Nieuwsuur – ‘fnuikend voor het Nederlandse bedrijfsleven’ en ‘fundamenteel fout’ – al door meerdere kranten geciteerd.
En wie zich in de Nederlandse media voor deze bezuinigingen uitspreekt, kan een berichtje van de DTIB verwachten. Zoals het Amstelveense VVD-raadslid Kees Noomen. Hij leest op 3 december in het Financieele Dagblad de kritiek van Hans Biesheuvel (voorman van MKB Nederland en DTIB-lid) op de ambassadebezuinigingen, en besluit te reageren. Op 4 december 2012 schrijft hij in diezelfde krant dat de bezuinigingen ‘juist een goed idee’ zijn, met liberale argumenten tegen staatssteun. Daags erna wordt Noomens artikel in de opening van de DTIB-vergadering besproken, waaruit een actiepunt voortvloeit: ‘Vz. Zwarts neemt contact op met dhr. Noomen. Ook wordt dhr. Noomen door BZ uitgenodigd voor een gesprek.’
De overheid draait uiteindelijk enigszins bij. In november 2013 worden de bezuinigingen van 140 miljoen gehalveerd, na een motie van een vijftal kamerleden.
Dat te veel publieke aandacht voor een onderwerp echter ongunstig kan zijn, lijken DTIB-leden terdege te beseffen, net als de door Culpepper geïnterviewde lobbyisten van de VEUO. Dat blijkt uit een van de conclusies van een Catshuissessie op 19 mei 2015, waarin het Nederlandse fiscale vestigingsklimaat wordt besproken door een zestal hoge ambtenaren en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, waaronder DTIB-leden: ‘Om de discussie over dit onderwerp in een rustiger vaarwater te brengen is het van belang dat alle partijen – juist ook het bedrijfsleven – in de media een gematigde toon aanslaan en geen grote afstand creëren tot het kabinetsbeleid.’ Het ‘onrustige vaarwater’ waarover het vrijwel zeker gaat: een aantal maanden eerder kondigde de Europese Commissie aan te zullen onderzoeken of de ruling met koffieconcern Starbucks mogelijk verboden staatssteun was.
Een half jaar later, op 12 november 2015, wordt de kwestie Starbucks ook in de DTIB besproken en zegt minister Ploumen toe te ‘bezien hoe communicatie met de buitenwereld rondom arbitrage-tax ruling/starbucks case kan worden opgepakt’.
Polderland of klankbordland?
De DTIB is een publiek-private raad die de schijnwerpers mijdt, waarin topambtenaren en bedrijfsdirecteuren informeel overleggen over overheidssteun aan multinationals, over lobbypraktijken en over mediastrategieën om daar draagvlak voor te creëren. De DTIB vertoont daarmee alle kenmerken van wat Culpepper ‘stille politiek’ noemt.
Dat is een doodnormaal onderdeel van Nederland, aldus Culpepper. Gezien de grote invloed van ‘informele werkgroepen, waarin bedrijfsdirecteurs een belangrijke stem hebben en de stem van vakbonden ontbreekt,’ trekt hij het beeld van Nederland als polderland in twijfel. We zijn eerder een mistig klankbordland.
EZ kan geen overzicht geven van alle informele overlegraden waarmee het regelmatig overlegt, omdat het er ‘heel veel’ zijn
Het is voor het ministerie van Economische Zaken zelfs onmogelijk een ‘uitputtend overzicht’ te geven van alle informele overlegraden waarmee EZ regelmatig overlegt, omdat het er ‘heel veel’ zijn, meldde hun perswoordvoerder begin dit jaar telefonisch. Een vergelijkbaar antwoord gaf minister van Buitenlandse Zaken Sigrid Kaag afgelopen juni op een Kamervraag over de omvang van dit soort overlegraden bij alle ministeries: ‘Het verschaffen van een uitputtend overzicht zou een aanzienlijke inspanning van het ambtelijk apparaat kosten en acht ik niet opportuun.’
Wel is bekend dat de rol van private adviesraden gedurende afgelopen decennia is gegroeid. Volgens een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) uit 2006 wordt sinds de jaren tachtig het ‘monopolie van vaste colleges’ aangetast, ‘doordat de regering steeds vaker direct advies vraagt aan ad-hoc commissies,’ vaak ‘onder leiding van captains of industry’. Deze praktijk werkt burgerlijke onvrede in de hand; immers, ‘het is niet duidelijk op basis waarvan politieke beslissingen tot stand komen,’ stelt econoom Bas Jacobs in een artikel op FTM. Zo ‘zijn er overal clubs die lobbyen en invloed uitoefenen op beleid zonder enig democratisch mandaat’.
De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) adviseerde de overheid dan ook al in 2013 om meer transparantie te betrachten in de ‘ambtelijke voorfase’ – de fase waarin beleid en wetgeving worden ontworpen, waarna die in uitgewerkte vorm bij de Tweede Kamer belanden. Meer transparantie in de voorfase voorkomt fouten in beleid waarvan het herstel nadien ‘altijd meer tijd en energie’ kost, stelt de ROB. ‘In Finland en Slovenië is transparantie in de voorfase heel gewoon,’ meldt hun adviesbrief. De ROB kreeg geen reactie van de overheid, laat zijn woordvoerder weten. En of raden nu geïnstitutionaliseerd zijn of niet; overheden en overheidsbestuurders zijn altijd ‘verantwoording schuldig over wat ze daar doen, en hoe ze functioneren richting de gekozen volksvertegenwoordigers,’ laat ROB-voorzitter Han Polman telefonisch weten.
Maar er gloort een piepklein lichtje in de mist, een voorzichtige vorm van transparantie. De DTIB wordt opgevolgd door het Internationaal Strategisch Overleg (ISO NL), en onlangs maakte minister Kaag in een Kamerbrief de acht bestuurders ervan bekend. Nu hun notulen nog. En die van al die andere raden.
38 Bijdragen
Roland Horvath 7
In informele overleggroepen zitten de overheid en het bedrijfsleven. Geen vakbonden of andere groepen die de burgers vertegenwoordigen volgens het artikel. Dat verklaart heel veel. Dus de Nederlandse NL regering en parlement hebben uitsluitend oor voor de wensen en de grillen van de GMO. Dat wisten we al maar we zien nu een belangrijke reden daarvoor.
De overdreven bezuinigingen, NL belasting ontduiking- en vermijdingsparadijs.
Het is te wijten vooral aan de verrotte samenstelling van de informele -machtige- overlegorganen. Inhoudsloze windhanen in de politiek zoals de MP MR kunnen daar niet tegen op.
Ze hebben geen basis en kunnen dus geen tegenargumenten formuleren.
Informele groepen zullen er altijd zijn maar nu zijn ze onevenwichtig samengesteld.
Alsof het beleid uitsluitend door het bedrijfsleven kan en mag bepaald worden.
Er moet geëist worden dat ook informele groepen evenwichtiger samengesteld zijn.
Als alleen de bedrijven het voor het zeggen hebben, dan resulteert dat in de kortste keren in een laisser faire kapitalisme dat na verloop van tijd zichzelf blokkeert en in een langdurige depressie terecht komt zoals in 1873-1896 en 19029-WO2 door het feit dat niets geld mag kosten behalve dividenden. De depressie wordt veelal opgelost door een oorlog. NL is goed op weg naar een depressie en massale armoede door de DTIB en aanverwanten.
19e eeuws laisser faire kapitalisme heeft veel synoniemen, het wil zich verbergen: Af en toe een nieuwe naam maar dezelfde inhoud.
Sommige van die synoniemen zijn: Neoliberalisme, fascisme, corpocratie, kleptocratie, CEOcratie, lobbycratie.
[Verwijderd]
Roland HorvathAls het in de media maar lekker bekt, b.v. op de snelweg moet 130km/h makkelijk kunnen. Daar win je nog stemmen mee ook.
Maar de file zou bij 80km/h er helemaal niet zijn.
Een wegdeel, tunnel, brug heeft nl. bij ongeveer 80km de grootste verwerkingscapaciteit.
Voorbeeld:
Als er 80 gereden wordt zal er op een plek een stoom auto's passeren van 80 km lengte. Evenzo zou er als 120 gereden wordt die stroom auto's 120 km lang zijn. En laten er nou in die stroom van 120km lengte minder auto's passen dan in die stroom van 80km lengte. Datt is het gevolg van de onderlinge afstand die voor de veiligheid noodzakelijk is. Gebaseerd op de benodigde remweg die bij de verschillende snelheden past. Ooit heb ik er een programmatje voor geschreven met wat anngenomen variabelen v.w.b. de gemiddelde lengte van de autos. En de benodigde remweg bij de verschillende snelheden. Remvertraging op de wettelijke 5m/sec/sec. Gesteld. Keerpunt lag in mijn simulatie bij 72km/h. Bij hoger snelheden werd het aantal autos minder
De kreet; "houd 2seconden afstand" is daarmee een lachertje. Daarhebben we echt niet genoeg weg kilometers voor.
"
Martien van Dongen 4
[Verwijderd]80 km per uur en geen files meer en meer luchtkwaliteit.
Geen overlappende inritten en uitritten gebruiken en natuurlijk normaal toezicht door fysieke aanwezigheid van verkeerspolitie.
Met een informeel overleg is dat vast allemaal te regelen.
[Verwijderd]
Martien van DongenMartien van Dongen 4
[Verwijderd]Lydia Lembeck 12
Martien van DongenIk vraag me af, of bureaus niet meer bemand kunnen worden met burgerpersoneel, zodat de uniformen de straat op kunnen. Goed burgerpersoneel kan de administratieve rompslomp opvangen.
Willem Verhoeven 5
Jan Smid 8
https://www.youtube.com/watch?v=XVrxPufEc80&t=2461s
En dit zegt ook genoeg:
https://www.ad.nl/politiek/topman-unilever-afschaffen-dividendbelasting-was-onze-harde-eis~a51472e5/
Eveline Bernard 6
Jan SmidDe eerste komt uit Café Weltschmerz, is een echte aanrader!
Said Ajouaau 5
Met andere woorden, DTIB is/was een "stille politieke partij". Maar dan een zonder verkiezingsverplichtingen. Zij kunnen dus zonder inmenging van de bevolking invloed uitoefenen op het beleid. Een totale ondermijning van de democratie dus.
Ik heb altijd al mijn twijfels geuit over de huidige democratisch stelsel. Dan niet de democratie zelf, maar de vorm waarin die hedendaags wordt belijdt. In mijn beleving stond de politiek altijd als een soort buffer tussen de bevolking en invloeden van buiten waar wij als individu geen invloed op hebben, maar die buffer is, zoals nu wel herhaaldelijk wordt bewezen, naar boven geschoven en is er een vacuüm ontstaan waar van alles in gebeurt, waar wij én geen inzicht én geen invloed op hebben. Met alle gevolgen van dien.
Daarom ben ik blij met dit platform waar dit aan het licht komt. Nu rest ons alleen nog om het politieke establishment ter verantwoording te roepen. Hoe? ... choose wisely...
Nico Janssen 7
Said AjouaauIk zou zeggen dat het een "stille politieke partij" is die niet in den oppositie zit, maar direct gelieerd is aan de coalitie / het kabinet.
R. Eman 8
Said AjouaauJe raakt hiermee de kern van de zaak, denk ik. En we mogen zeker blij zijn met een platform als FTM waar dit aan het licht komt. Tegelijkertijd mogen we niet te hard juichen, omdat wat hier aan het licht komt slechts een minuscuul topje van de spreekwoordelijke ijsberg is. Het filmpje op Café Weltschmerz waar Jan Smid hierboven naar verwijst is ook zeker een aanrader.
Lydia Lembeck 12
Said AjouaauEn nietsdoen lijkt me dus juist geen optie. We moeten wel, als we DIT wat er nu is, niet willen behouden. Wobke zei in Buitenhof dat hij nog 5 kabinetten Rutte ziet in de toekomst en 3 kabinetten Buma. Als hij gelijk heeft stap ik de zee in en zwem ik naar Engeland. Halverwege trekken de twee loodgordels me wel naar beneden. Zoiets moet je trouwens alleen doen als het erg koud is. Dan is dit een zachte dood. Je raak bevangen door de kou en binnen enkele minuten zak je al weg, waarna je verdrinkt.
Waarom? Omdat ik niet nog een kabinet Rutte of Buma kan verdragen. De hardheid, het asociale, het tegen elkaar opzetten van mensen, de behandeling van nieuwe Nederlanders en ook die van kinderen met problemen en van vrouwen in het algemeen en de natuur maakt heel wat meer kapot dan ons allemaal lief zou moeten zijn.
REINIER VAN DRIEL 7
Lydia LembeckOh.. ironie, er is toch nog goed nieuws, ze, de Farizeeërs, hebben het licht gezien...
https://www.trouw.nl/democratie/buma-doet-een-nieuw-appel-op-de-verantwoordelijke-burger~a7637b7a/
Lydia Lembeck 12
REINIER VAN DRIELMarla Singer 7
De vraag is hoe deze voor de samenleving in het geheel ondemocratische infrastructuur afgebroken kan worden. Openbaarheid is een belangrijke eerste stap zodat het algehele bewustzijn groeit. Dan kan de politiek niet om het feit heen dat het democratisch gehalte van de samenleving een belangrijke peiler is om de ontwikkelingen in de samenleving in goede banen te leiden i.p.v. een klein groepje de grote lijnen uit te laten zetten.
[Verwijderd]
Dat de GMO zo gekoesterd wordt in Nederland wisten we al, maar nu weten we ook hoe dat komt. Het wachten is op partijen die in hun verkiezingsprogrammas zetten dat dit soort lobbyclubs geen toegang meer heeft.
Marla Singer 7
[Verwijderd]De partij die met name over het partijkartel heeft wordt anders door de establishment media uitgekotst en de linkerflank krijgt daar ook spontaan jeuk van. Of anders de partij van de grote blonde leider heeft vrij veel zetels in de 2e kamer maar doet vooralsnog niet mee met het verdelen van de baantjes in het land. De linksige familieclan partij heeft anders ook niet goed gelobbyed want die valt ook nog steeds buiten de boot qua verdelingen.
Keuze zat dus maar wie laten zich nog onder sociale druk zetten om tegen democratie vernieuwing te kiezen (leuke paradox an sich) of zich in te laten pakken door de deugende media.
Lydia Lembeck 12
Marla Singerwilag kater 5
Ter onderschrijving: Nederlanders staan natuurlijk al eeuwen aan de top in de hier beschreven stille, ondoorzichtige, zakelijk, pragmatische lobby-culturen en -structuren, resultaat: eindeloos (af)gedwongen handel o.b.v. wat Balkenende een 'VOC-mentaliteit' noemde; een keiharde boekaniersmentaliteit.
Het op die manier cultureel vormgegeven Nederland wordt tegelijkertijd benijd, 'the pragmatic smartdutch!', en gehekeld 'the devilish flying dutchmen!'; zijn de 'Chinezen van het Westen', goed in het cultiveren van stiekeme, vaak onethische en ondemocratische zakelijke lobby-cultuur.
Dat brengt enerzijids ondernemende zakenfamilies en bedrijven zoals Van Eeghen, Fenteners Van Vlissingen, Philips em Carvalho's etc onmetelijke rijkdom, invloed en Nederland technologische vooruitgang (nu, fintech- en agro-industrie). Keerzijde, het veroorzaakt al eeuwen peilloos diep onrecht als (neo)koloniale slavernij, oorlog en belastingontwijking ten opzichte van minder goed georganiseerden, minder rijken en minder machtigen.
Onze zakenelites lobbyen en opereren meestal onder de vlag van Nederlandse (recht)statelijke overheden en royalties met de bekende onwelriekende criminogene geuren van de tot uiterste juridische en ethische randen opgerekte speelruimtes die marktmacht optimale vrijheid gunt, onder pragmatische motto's, 'als wij het niet doen, doen anderen het wel...' en anderen buitensluiten: https://www.boomfilosofie.nl/product/100-721_Het-Kristalpaleis
Het vergde tot de jaren '70 dominee's en Multatuli's om hier paal en perk aan te stellen door schotschrift of afdracht. Tegenwoordig stellen, waar mogelijk, Bellincat, FTM en wetenschapper paal en perk aan de Nederlandse VOC-mentaliteit.
Aart Roelofsen 4
- wat is er nu precies tegen lobbyen? Jammer misschien dat bedrijfsleven dat handiger doet dan vakbond, maar dat komt misschien ook wel omdat de "gewone Nederlander" in meerderheid stemt voor partijen die daar meer sympathie voor voelt.
- waar blijkt nou uit dat dit typisch Nederland is? Denken we echt dat Siemens, Volkswagen, Total en Repsol thuis op de bank blijven zitten?
- en in reactie op Roland Horvath: ik werk zelf bij de overheid en ik vind dat je niet kunt hardmaken dat de overheid de burgers niet vertegenwoordigt.
Nico Janssen 7
Aart RoelofsenMaartenH 10
Aart RoelofsenAart, jij zegt zelf bij de overheid te werken en je bent zelfs een behoorlijk hoge ambtenaar. Ik schrik ervan dat je die vraag zo stelt. Zoals Nico al eerder reageert, het gaat om ondoorzichtigheid. Dat de overheid met verschillende belangengroepen praat is geen probleem, zelfs noodzaak. Alleen is daar openheid bij geboden. En dat is precies waar dit artikel over gaat. Maar dat jij de vraag zo stelt en blijkbaar blind bent voor het feit dat er ook kwalijke kanten, anti-democratische kanten aan lobbyen kunnen zitten, vind ik eerlijk gezegd schokkend.
Dat jij zegt:
"ik vind dat je niet kunt hardmaken dat de overheid de burgers niet vertegenwoordigt."
vind ik net zo schokkend. Als je als overheid toestaat dat bepaalde belangengroepen onevenredige invloed hebben, dan betekent dat per definitie dat de vertegenwoordiging van de burgers in het gedrang komt.
Het schokkende is wat mij betreft, dat je open en eerlijk reageert en dus klaarblijkelijk blind bent voor deze problematische zaken. Waarschijnlijk ben je niet de enige hoge ambtenaar die deze blindheid heeft ontwikkeld.
Ik denk dat dat ook arrogantie van de macht is. Je verkeert in kringen die dit normaal vinden. Kritiek is al gauw gezeur van mensen die er in jullie ogen te weinig vanaf weten. Wat jullie doen is gewoon goed en in het belang van ons allemaal.
Maar is dat zo?
Aart Roelofsen 4
MaartenHIk heb nooit beweerd dat dit gezeur is . Niemand in Den Haag trouwens. Daarom zijn er steeds verdergaande afspraken over transparantie over contact met lobbyclubs. Agenda's van bewindspersonen zijn volgens mij ook openbaar.
Maar het ging mij er vooral om dat we kritisch moeten blijven lezen. Dat is toch het hele idee achter FTM
MaartenH 10
Aart RoelofsenAls het geen gezeur is, vanwaar jouw vragen/opmerkingen?
Kritisch blijven lezen, zeker, maar geef dan antwoord op mijn kritische opmerkingen aan jouw adres.
Agenda's van bewindspersonen zijn dan misschien openbaar, maar als niet duidelijk is wat wordt besproken is dat een tekortkoming. Daarnaast heb je hoge ambtenaren waarvan de agenda niet openbaar is en die wel belangrijke invloed hebben.
Mijn vraag blijft, heb jij oog voor je eigen blindheid, ben je bereid daarnaar te kijken?
Aart Roelofsen 4
MaartenHMarla Singer 7
Aart RoelofsenKunnen en willen jouw collega's en jij hier wat aan doen?
Mijn idee daar over dat als je ook maar de suggestie geeft om daar iets aan te willen veranderen je het hele systeem tegen je krijgt en je binnen afzienbare tijd berouwd thuis zit met een wachtgeld regeling of wellicht bijstandsuitkering.
Nico Janssen 7
Aart RoelofsenSaid Ajouaau 5
Aart RoelofsenWat betreft het stemmen van die gewone burger. Naast het zorgelijke feit dat u het afschuift op het falende stemgedrag van de burger... Hoe kan de gewone burger een goede afweging maken, om op een partij te stemmen, waarbij er nooit helemaal helder wordt wat er achter de schermen wordt afgesproken en waarbij er bij de verkiezingscampagne belangrijke onderwerpen gewoonweg worden weggelaten. Recent nog... Het dividend debacle. Dat was prima lobbywerk, maar uitermate slecht beleidsvoering van het kabinet. Dit alles zorgt er gewoon voor dat het vertrouwen in de politiek in het geding komt en dat het volkomen terecht is dat er hier wordt "gezeurd". Helaas lukt het mij niet om positief te zijn over onze democratie en dito overheid. Ik had het ook liever anders gezien.
Lydia Lembeck 12
Aart Roelofsen- waar blijkt nou uit dat dit typisch Nederland is? Denken we echt dat Siemens, Volkswagen, Total en Repsol thuis op de bank blijven zitten?
- en in reactie op Roland Horvath: ik werk zelf bij de overheid en ik vind dat je niet kunt hardmaken dat de overheid de burgers niet vertegenwoordigt..
1. Alles. Rechtvaardigheid wordt geweld aangedaan en mensen, dieren en de natuur delven het onderspit. Dat is nooit goed.
2. Nee..niet typisch Nederland, maar we zijn er wel heel erg goed in geworden. De Amerikaanse school zeg maar. Dus als ze beter erin zijn dan in de buurlanden dan zegt dat iets over punt 1 : mens en dier en natuur wordt geweld aangedaan voor geld.
3. Helaas ben ik het met Roland eens. Wat u siert is uw opkomen voor de overheid. Maakt u ook wel een tikje naïef, helaas.
wilag kater 5
Aart RoelofsenPunt daarbij is wel dat bijvoorbeeld marktmacht in evenwicht moet blijven met andere machten en krachten in de maatschappij. Dat evenwicht in krachten raakte en raakt helaas steeds meer zoek in de achterliggende drie a vier decennia. De marktmacht is o.m. door teveel lobbykracht te fors gegroeid in de wereld en daardoor komt de rest van de mensheid in de knel en in verweer. Althans dat voelt, getuige de opkomst van het populisme, én onderzoekt 'de rest' van Nederland en de wereld langzamerhand steeds meer en beter.
En 'wij van FTM-WC-Eend' onderzoeken die genoemde onevenwichtigheid liefst meteen wat grondiger dan bijvoorbeeld Nieuwsuur vanavond ook nog weer eens toonde.
[Verwijderd]
https://www.youtube.com/watch?v=XVrxPufEc80&t=2461s
Nico Janssen 7
[Verwijderd]MaartenH 10
Nico JanssenWat er uit duidelijk wordt is, dat je voor democratie veel meer nodig hebt dan eens in de 4 jaar naar de stembus. We zullen betere manieren moeten vinden om de 'gekozen macht' bij de les te houden en te voorkomen, dat de 'grijze macht', de belangenverstrengeling, de netwerkcorruptie teveel invloed kan krijgen.
Peter van Onna 2
Jan 644 1
Heden: meer dan 25.000 asbestslachtoffers, enorme maatschappelijke kosten en nóg is het NIET gedaan.
Asbestdakenverbod en "overheidssteun" voor bedrijven en particulieren. 12.000.000 m2 ,te saneren daken vóór 2024.. Is aangenomen wet !! Wie betaald het saneren en het nieuwe dak? U.
Wie maakte het beleid: niet U.
Bedrijven mèt uw (..) overheid.
squarejaw 5
Leendert 14
squarejaw