
© Hollandse Hoogte / Laurens van Putten
De typisch Nederlandse strijd om een goed pensioen
Seniorenorganisaties Stichting Pensioenbehoud en KBO-Brabant hebben de Nederlandse Staat gedagvaard: de huidige pensioenwet zou op essentiële onderdelen strijdig zijn met Europese regels. Zij hopen met de uitspraak een stok in handen te krijgen om de gemiste indexaties en kortingen van pensioenen van de laatste twaalf jaar aan te vechten. De zaak is illustratief voor het gebrek aan vertrouwen in wat toch te boek staat als het beste pensioenstelsel ter wereld. ‘Zijn onze pensioenen nu wel of niet gegarandeerd?’
‘Als we weer terug zouden kunnen naar de systematiek van vóór 2007, dat zou een hoop problemen oplossen,’ verzucht Erik Daae door de telefoon. Hij is oprichter en voorzitter van de Stichting Pensioenbehoud, die sinds 2010 ijvert voor bescherming van toegezegde pensioenuitkeringen en toekenning van indexaties. De stichting, die zo’n 1.100 donateurs heeft, wordt bestuurd door onbetaalde, gepensioneerde vrijwilligers. Zij werken daarbij samen met andere organisaties als de Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen (NBP). Miljoenen deelnemers aan pensioenregelingen hebben al sinds 2008 geen of nauwelijks indexatie gehad en in 2013 en 2014 heeft een aantal fondsen de pensioenen zelfs gekort. De ouderenorganisaties wijzen er ook op dat de fiscus hierdoor miljarden aan inkomsten heeft gemist. De aanhoudende problemen met de pensioenen zouden voor een belangrijk deel veroorzaakt zijn door onnodig strenge, pessimistische rekenregels waaraan pensioenfondsen zich sinds 2007 moeten houden van de overheid. De Stichting Pensioenbehoud verzet zich hier al jaren tegen, vooral door middel van pogingen om de nationale politiek te beïnvloeden – vooralsnog zonder het gewenste resultaat. In 2019 besluit de stichting naar de rechter te stappen, voor het eerst in haar bestaan.
In september van dat jaar wordt de Nederlandse Staat gedagvaard. Dit gebeurt vanuit een nieuwe invalshoek: een Europese. Inmiddels heeft KBO-Brabant, een vereniging die de belangen van zo’n 125.000 senioren behartigt, zich als mede-eiser bij hoofdeiser Stichting Pensioenbehoud in deze zaak aangesloten. ‘Zij zijn van mening dat de Nederlandse pensioenwetgeving in strijd is met Europese regels, waardoor pensioenen ten onrechte al jaren niet meer geïndexeerd worden en er binnenkort zelfs (weer) gekort moet worden,’ aldus het gezamenlijke persbericht. De procedure wordt verder ondersteund door twaalf verenigingen van gepensioneerden, waaronder die van AkzoNobel en die van oud-medewerkers van de Hoogovens. Prof. dr. mr. Hans van Meerten, hoogleraar Europees Pensioenrecht aan de Universiteit Utrecht en ook advocaat namens de eisers, laat kort voor de dagvaarding in een interview met Pensioen Pro weten: ‘De Nederlandse regering heeft IORP [de Europese pensioenrichtlijn, red.] verkeerd omgezet in nationale wetgeving. En als een fonds op basis daarvan zou gaan korten, zou dat niet deugen.’
Miljoenen deelnemers aan pensioenregelingen hebben al sinds 2008 geen of nauwelijks indexatie gehad
Met andere woorden: de kortingen zijn volgens de eisers niet legaal. Inmiddels, zo’n veertien maanden later, kijken zij reikhalzend uit naar de eerste zitting waarbij de zaak behandeld zal worden, vandaag (27 november 2020) bij de rechtbank Den Haag.
Een historisch jaar
Het is niet zo verwonderlijk dat er geprocedeerd wordt. De afgelopen jaren zijn de debatten over pensioenen steeds scherper geworden. Net als elders in de samenleving is er sprake van polarisatie. Er zijn grofweg twee kampen te onderscheiden, met diametraal tegenover elkaar staande inzichten over de gezondheid van het huidige pensioenstelsel. Die leiden tot veel technische discussies met veel jargon, lastig te volgen voor miljoenen Nederlanders die er wel direct een groot belang bij hebben. Voor jongeren zijn pensioenen sowieso een ver-van-mijn-bed-show, maar ook veertig- en vijftigplussers verzuchten nog vaak dat ze zich er nu toch écht eens een keer in moeten verdiepen. Onderaan de streep gaat het bij discussies over pensioen vooral om de vraag of er wel of niet geïndexeerd kan worden en of kortingen op pensioenen wel of niet nodig zijn. En hoeveel risico bij die beslissing genomen kan worden.
Een elementair onderdeel bij die discussie is de zogenaamde ‘rekenrente’. Om beter te begrijpen hoe we hier beland zijn, en welke belangen hier tegenover elkaar staan, gaan we eerst dertien jaar terug. Naar 2007, het jaar waarin Rita Verdonk uit de VVD-fractie wordt gezet en Mark Rutte daarmee de strijd om het leiderschap van de VVD definitief wint, het jaar ook waarin Steve Jobs de eerste iPhone introduceert en waarin Roemenië en Bulgarije toetreden tot de Europese Unie.
Vóór 2007 hanteerden de meeste pensioenfondsen een vaste rekenrente van 4 procent. Met de rekenrente berekenen pensioenfondsen hoeveel ‘geld in kas’ ze moeten hebben (obligaties, aandelen, vastgoed, et cetera) om alle toegezegde pensioenbedragen (de ‘verplichtingen’), nu en in de toekomst, daadwerkelijk te kunnen betalen. De hoeveelheid geld in kas mag lager zijn dan de toegezegde (nominale) pensioenbedragen, omdat er nog tijd is om het geld te laten groeien door de beleggingen van het pensioenfonds. De rekenrente is daarbij de aanname van het groeipercentage. Hoe lager dat veronderstelde groeipercentage, hoe meer fondsen dus nu alvast in kas moeten houden.
De afgelopen jaren zijn de debatten over pensioenen steeds scherper geworden
Op 1 januari 2007 trad de huidige Pensioenwet in werking, en in het verlengde daarvan het Financieel Toetsingskader (FTK): een nieuwe set verplichte rekenregels voor pensioenfondsen, waarop DNB ook haar toezicht op het pensioenstelsel baseert. Een fundamentele wijziging daarbij, die grote gevolgen bleek te hebben die toen niemand vermoedde, werd zonder veel ophef doorgevoerd. De vaste rekenrente van 4 procent werd namelijk afgeschaft en vervangen door de variabele, risicovrije marktrente. Meer precies: de door DNB maandelijks vastgestelde ‘rentetermijnstructuur’ (RTS), gebaseerd op de actuele rentetarieven op de financiële markten.
Deze risicovrije rente wordt zo goed als zeker gehaald en past om die reden goed bij pensioentoezeggingen met een gegarandeerd karakter. En volgens DNB daarom ook bij de Nederlandse praktijk: ‘Nominale verplichtingen zijn gegarandeerd en indexatie wordt nagestreefd,’ aldus de inleiding van een wetenschappelijk rapport van DNB uit 2004 waarop het nieuwe toetsingskader werd gebaseerd. Dit sloot ook aan bij een brief die toenmalig staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mark Rutte in het voortraject van de nieuwe Pensioenwet al eerder in 2004 aan de Tweede Kamer had gestuurd. Hierin liet hij weten dat het nominale pensioen ‘onvoorwaardelijk’ is.
Ook veertig- en vijftigplussers verzuchten vaak dat ze zich nu toch écht eens een keer in pensioenen moeten verdiepen
Stilte voor de storm
‘Veel pensioenfondsen waren wel blij toen de nieuwe rekenrente werd geïntroduceerd,’ reageert Theo Kocken, hoogleraar Risicomanagement aan de Vrije Universiteit Amsterdam en tevens oprichter en mede-eigenaar van Cardano, een bedrijf dat pensioenfondsen en verzekeraars adviseert over de inzet van complexe financiële instrumenten om risico’s af te dekken. ‘Ook bij ABP, want daar verwachtten velen dat de rente zou gaan stijgen. Voor zo’n pensioenfonds is dat prettig, want als de rente omhoog gaat, gaat de dekkingsgraad omhoog en dan kunnen ze meer uitbetalen.’
De dekkingsgraad geeft aan of een pensioenfonds genoeg geld in kas heeft om alle toegezegde pensioenuitkeringen waar te kunnen maken. Daarvoor is een dekkingsgraad van minimaal 100 procent nodig. Met een vermogen van 466 miljard euro en 3 miljoen deelnemers eind 2019 is ABP, het fonds voor overheids- en onderwijspersoneel, niet alleen het grootste fonds, maar ook het meest invloedrijk.
Wat vermoedelijk eveneens heeft bijgedragen aan de tamelijk geruisloze overstap op de risicovrije rente: begin 2007 was deze vrijwel even hoog als de vaste rekenrente die toen verlaten werd. De overstap had daarom op dat moment geen directe grote gevolgen voor de dekkingsgraad. ‘De vaste rekenrente was 4 procent, en toen we overgingen was de marktrente ook ongeveer 4 procent,’ blikt Kocken hierop terug. ‘Dus toen we overgingen, was er geen verschuiving van waarde. Als dat niet zo was geweest, dan denk ik dat er wel heel veel commentaar was geweest van verschillende partijen.’ Maar begin 2007 veranderde er ogenschijnlijk dus niet zo veel. Het zou niet leiden tot afstel, maar eerder tot uitstel van een storm aan discussies over de rekenrente. De rente zou het komende decennium namelijk gaan dalen, en niet zo’n beetje ook.
2007 was tevens het jaar waarin veel Amerikaanse huiseigenaren hun hypotheek niet meer konden betalen. Daardoor raakten banken in de problemen en dreigde alle betalingsverkeer stil te vallen: het begin van de kredietcrisis, die zich vervolgens als een olievlek over de wereld verspreidde. Sinds de kredietcrisis is de rente, eerst in de Verenigde Staten en later ook in Europa, in rap tempo gedaald richting de nul procent. Ook het ruime monetaire beleid van de Europese Centrale Bank van de afgelopen jaren, waaronder opkoopprogramma’s van staatsobligaties, droeg hieraan bij. Lag de gemiddelde rekenrente voor een gemiddeld pensioenfonds begin 2007 nog boven 4 procent, inmiddels is deze gedaald tot bijna 0 procent.

Maar besefte men in de pensioenwereld in 2007 onvoldoende dat de nieuwe variabele rekenrente, in tegenstelling tot de oude vaste rekenrente, ook kon dalen? Met alle mogelijke gevolgen van dien als de dekkingsgraad te laag wordt, zoals verplichte bevriezing van pensioenen, of maatregelen als premieverhoging of korting van pensioenen. Er zijn meer factoren van invloed op de dekkingsgraad, waaronder de levensverwachting, omstandigheden op de arbeidsmarkt of de hoogte van de pensioenpremies, maar de invloed van de rekenrente is erg groot. ‘Veel mensen in de pensioenwereld konden zich rentedalingen toen helemaal niet indenken en gingen eerder uit van stijgingen tot 6 à 7 procent,’ zegt Kocken hierover. ‘Een daling tot onder de 2 procent? Dat was een scenario dat niet bestond in de hoofden van die mensen.’
2007 was tevens het jaar waarin veel Amerikaanse huiseigenaren hun hypotheek niet meer konden betalen
Toch dekte menig fonds zich in tegen het risico van een dalende rente, vooral met behulp van swaps. Het betrof hier rentederivaten, oftewel financiële instrumenten afgeleid van de rente, die meer waard worden als de rente daalt. Cardano, in 2000 door Kocken opgericht, was een van de bedrijven die pensioenfondsen daarbij begeleidde, net als partijen als ING Investment Management en Blackrock. Het waren vooral ondernemingspensioenfondsen die zich indekten tegen het risico van een dalende rente. De grote bedrijfstakpensioenfondsen, waar de meeste deelnemers aan Nederlandse pensioenregelingen verplicht bij zijn aangesloten, deden dit maar beperkt. Als je het risico van een dalende rente afdekt, dan kun je ook niet profiteren als de rente stijgt – en dat lijkt daarbij een belangrijke overweging te zijn geweest. Over het afdekken van het renterisico zegt Jean Frijns, dan waarnemend directievoorzitter van ABP, op 5 april 2005 tegen Het Financieele Dagblad: ‘Dan fixeer ik de renteopbrengsten op een te laag niveau. Ik denk dat de rente gaat stijgen en neem het extra risico op onderdekking.’
Enorme groei pensioenpotten
Volgens Martin Pikaart, pensioendeskundige en auteur van De Pensioenmythe (2011) en Wanbeleid, Algemeen Burgerlijk (2016), is de primaire doelstelling van pensioenfondsen echter om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen, niet om zoveel mogelijk kapitaal te vergaren, zo schrijft hij in zijn laatste boek. Als het renterisico wordt afgedekt en de rente stijgt, dan stijgt de dekkingsgraad weliswaar niet mee. Daar staat tegenover dat de dekkingsgraad óók stabiel blijft als de rente daalt. Vanuit een gezonde dekkingsgraad kan het fonds in beide gevallen zowel aan haar verplichtingen blijven voldoen als indexeren. ‘Dat is de kern van risicomanagement voor pensioenfondsen,’ aldus Pikaart.
De gestage rentedaling heeft de financiële positie van Nederlandse pensioenfondsen de afgelopen 12 jaar behoorlijk onder druk gezet. Dat stuit op veel onbegrip in de samenleving, omdat de pensioenpotten in diezelfde periode tot recordhoogte stegen. Aangezien pensioenfondsen nog steeds meer premie ontvangen dan zij uitkeren, en dankzij een hoog gemiddeld rendement van meer dan 6 procent, voornamelijk op beleggingen in aandelen en andere ‘zakelijke waarden’, groeide het vermogen van de Nederlandse pensioenfondsen van 684 miljard euro eind 2007 tot bijna 1.600 miljard euro in 2020. Dit is ongeveer tweemaal de waarde van het bruto nationaal product (BNP) van Nederland. Nederland neemt hiermee wereldwijd een tweede plaats in, na Denemarken waar het pensioenvermogen 220 procent van het BNP bedraagt (2019) en voor IJsland.
Maar ondanks die enorme groei van de pensioenpotten daalde de gemiddelde dekkingsgraad flink: van 144 procent eind 2007 tot 93 procent halverwege 2020. Tegenover de gestegen hoeveelheid geld in kas stond namelijk een nóg grotere stijging van de pensioenaanspraken. En dat heeft weer voor een belangrijk deel te maken met de extreem lage rekenrente. Anna Grebenchtchikova, die namens jongerenbonden over pensioenen onderhandelde, daarna op haar 25e de jongste pensioenfondsbestuurder van Nederland was en nu in de Londense City werkt in fixed income, plaatst wel een stevige kanttekening bij de rekenrente als zondebok: ‘De vraag die je kunt stellen is: heeft iedereen het slecht gedaan? Was het te voorkomen? En dan zie je dat verschillende pensioenfondsen het wel degelijk goed hebben gedaan, inclusief een aantal bedrijfstakpensioenfondsen. Gewoon omdat ze goed risicomanagement hebben gedaan en de impact van een dalende rente goed hebben begrepen. Het hangt dus af van je keuzes.’ Hiermee doelt Grebenchtchikova vooral op de mogelijkheid het renterisico af te dekken met rentederivaten.
U mag toch verwachten dat u krijgt wat u beloofd is?
De gevolgen van de gedaalde dekkingsgraden zijn hoe dan ook ingrijpend. Miljoenen deelnemers aan een pensioenregeling zijn aangesloten bij een fonds dat al sinds 2008 geen, of vrijwel geen indexatie meer heeft toegekend, en een aantal fondsen heeft ook pensioenen gekort. Eind vorig jaar meldde ABP dat gepensioneerden 19,1 procent achterliepen op de inflatie sinds de crisis van 2008. De langdurige bevriezing van de meeste pensioenen en (dreigende) kortingen leidden niet alleen tot grote onrust onder pensioenfondsdeelnemers, maar ook tot stevige en soms zelfs verhitte debatten in de politiek en in de academische wereld. Bij oproepen aan gedupeerden op internet om in actie te komen worden verantwoordelijke politici als minister Wouter Koolmees en minister-president Mark Rutte, maar ook DNB-directeur Klaas Knot als ‘pensioenrovers’ bestempeld.
Verwacht rendement
Ouderenorganisaties verzetten zich het meest tegen de gemiste indexaties en kortingen. Het zijn ook de mensen die al met pensioen zijn die dat koopkrachtverlies direct in hun portemonnee voelen. Volgens Rob de Brouwer, auteur van 21 mythes en onwaarheden over ons pensioen (2017) en ook kaderlid van KBO-Brabant, wordt met de risicovrije rekenrente geld achtergehouden voor toekomstige generaties – terwijl dat geld in de vorm van uitgesteld loon is ingehouden op de salarissen van deelnemers en gepensioneerden. Pensioenfondsen moeten zich volgens hem met de rekenrente onnodig arm rekenen, waardoor ze de pensioenuitkeringen niet kunnen aanpassen aan de inflatie. De Brouwer zet de rekenrente af tegen het verwachte rendement op basis waarvan de pensioenpremies worden berekend: de bedragen die werkgevers en werknemers maandelijks in de pensioenpot storten. De onderliggende rendementsverwachting die daarvoor wordt gebruikt, lag tot 2007 op 4 procent en is daarna geleidelijk gedaald tot iets boven de 2,5 procent. Dat is ruim hoger dan de tot bijna nul gedaalde rekenrente waarmee bepaald moet worden hoeveel geld de pensioenfondsen in kas moeten houden. ‘Als u altijd premie heeft betaald met als uitgangspunt een rendement van 2,5 procent tot 4 procent en als het pensioenfonds altijd een gemiddeld rendement heeft gemaakt van meer dan 4 procent, dan mag u toch verwachten dat u krijgt wat u beloofd is?,’ aldus De Brouwer.
Erik Daae van de Stichting Pensioenbehoud sluit zich hierbij aan. ‘De premies worden berekend met een rendementsverwachting tussen de 2,5 en 3 procent. Als je dat haalt, kun je de toegezegde uitkeringen waarmaken. Als je méér haalt, kun je uit dat overrendement de indexaties betalen.’ Vanaf de invoering van de Pensioen- en Spaarfondsenwet in 1952 tot aan de invoering van de Pensioenwet in 2007 was de gehanteerde rente voor de premieberekening ook steeds gelijk aan de rente waarmee de verplichtingen werden gewaardeerd, legt Daae uit. ‘Dat is in 2007 losgelaten.’
Er zijn in ons land nog maar heel weinig mensen te vinden die geloven dat zij een gegarandeerd pensioen hebben
De brief van 40 prominenten
Aanvankelijk bepleitten 50Plus, de SP en de PVV dat de rekenrente omhoog moet. In oktober 2019 stuurde ook een groep van 40 prominenten een brief aan de fractievoorzitters van de Tweede Kamer. Daarin stellen ze voor om een hogere rekenrente te gebruiken, zodat kortingen kunnen worden voorkomen en indexatie kan worden hervat. De brief is ondertekend door hoogleraren, mensen uit het bedrijfsleven en andere bekende bestuurders, onder wie Bernard Wientjes, Coen Teulings, Sylvester Eijffinger en Herman Wijffels. Ook drie voormalige topmannen van het ABP, dat in 2007 de overgang naar de risicovrije rekenrente nog verwelkomde, tekenen mee: Dick Sluimers, Jean Frijns en Elco Brinkman.
In de brief wordt onder meer gewezen op het verschil tussen het rendement dat de pensioenfondsen daadwerkelijk halen, gemiddeld 7 procent sinds het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw, en de verplichte aanname van het toekomstige rendement bij de berekening of er wel genoeg geld in kas is. ‘Nu zeggen resultaten van beleggingen uit het verleden inderdaad weinig over de toekomst, maar de omslag naar een verwacht rendement van 0 procent is wel erg groot,’ zo is in de brief te lezen.
De verklaring van dit grote verschil: het merendeel van de pensioenvermogens wordt aangehouden in aandelen, vastgoed, private equity, hedgefondsen en andere ‘zakelijke waarden’. De risicovrije rekenrente is evenwel gerelateerd aan het rendement op veilige staatsleningen. Maar die leningen maken over het algemeen een beperkt deel uit van de beleggingsportefeuille van pensioenfondsen, zo wordt in de brief benadrukt. ‘Maar op het rendement van dit beperkte deel rekenen we volgens de huidige rekenregels wel de hele portefeuille af.’ De briefschrijvers bepleiten dan ook een hogere rekenrente: voor een deel nog steeds gebaseerd op de risicovrije rente, maar voor een ander deel ook gebaseerd op de gerealiseerde rendementen.
Meer algemeen worden de huidige problemen met het pensioenstelsel door de prominente briefschrijvers toegeschreven aan ‘de huidige rekenregels die tot in extremis worden aangehouden’. Hierbij zou te sterk worden vastgehouden aan het idee van een gegarandeerde pensioenuitkering, die in 2006 door de politiek nog sterker verankerd werd met de risicovrije rekenrente: het rendement dat je immers zo goed als zeker haalt, maar dat inmiddels wel gedaald is tot bijna nul. Wijzend op de indexatieachterstand van 15 tot 20 procent bij veel fondsen merken de ondertekenaars op: ‘Er zijn in ons land nog maar heel weinig mensen te vinden die geloven dat zij een gegarandeerd pensioen hebben.’
In een reactie op de brief van de 40 prominenten waarschuwen tien hoogleraren, onder wie Sweder van Wijnbergen, Fieke van der Lecq en Theo Kocken, in oktober 2019 in Het Financieele Dagblad dat je met een verhoging van de rekenrente geld verschuift van jongeren naar ouderen. In ons pensioenstelsel wordt via de rekenrente collectief gespaard geld verdeeld tussen jongere en oudere generaties. De hoogleraren stellen dat als de rekenrente met 2 procent omhoog gaat, jongeren grofweg 20 tot 30 procent van hun opgebouwde pensioenvermogen inleveren voor ouderen. Zij benadrukken verder dat een rekenrente boven de risicovrije rente uitgaat van een beloning voor het nemen van risico. Zoals iemand ook kan verwachten dat aandelen meer opleveren dan geld op een veilige spaarrekening met een lage rente. Het betoog van de hoogleraren komt erop neer dat je met een hogere rekenrente een voorschot neemt op die nog onzekere, toekomstige beloning, en dat je dat voorschot alvast uit begint te delen. En dan alleen aan mensen die al met pensioen zijn, vanuit de pot geld die je nu hebt. Dat kan goed gaan, maar ook fout. En dan vissen jongeren later mogelijk achter het net. ‘Mogelijke extra beleggingsrendementen delen we pas uit nadat ze gerealiseerd zijn,’ stellen de tien hoogleraren. In de praktijk betekent dit dat indexeren ook kan bij een risicovrije rekenrente, maar alleen als de dekkingsgraad voldoende hoog is. Minstens 110 procent volgens toezichthouder DNB, en daar zitten heel wat fondsen onder.
Rechtszaak
Die notie van de 40 prominenten dat nog maar weinig mensen geloven in een gegarandeerd pensioen brengt ons ook weer bij de rechtszaak die de Stichting Pensioenbehoud en KBO Brabant aanspanden tegen de Staat der Nederlanden. Die dient vandaag (vrijdag 27 november 2020) voor de rechtbank Den Haag en draait eigenlijk vooral om de vraag of onze pensioenen nu wel of niet gegarandeerd zijn. De kern van hun aanklacht is dat vanuit de Europese pensioenrichtlijn bepalingen zijn overgenomen in de Pensioenwet van 2007 die niet van toepassing zijn voor de meeste Nederlandse fondsen: bepalingen over toereikende hoeveelheden geld in kas en financiële buffers. De EU schrijft deze bepalingen specifiek voor in geval van gegarandeerde pensioenuitkeringen. Maar van zo’n garantie is volgens de ouderenorganisaties bij Nederlandse pensioenfondsen geen sprake: ze hebben immers de wettelijke mogelijkheid pensioenen te korten. Een argument dat de seniorenorganisaties onderbouwen met twee eerdere uitspraken van de Hoge Raad uit 2012 en 2019. Volgens de Europese richtlijnen moet in geval van niet-gegarandeerde pensioenen overigens nog altijd een ‘hoge mate van zekerheid’ aan toekomstige gepensioneerden worden geboden. Volgens de ouderenorganisaties kan de rekenrente omhoog zonder dat daaraan getornd wordt.
De strategie van de seniorenorganisaties is een soort tweetrapsraket. De dagvaarding van de Nederlandse Staat beperkt zich tot de technisch-juridische vraag of EU-regels goed in de pensioenwet zijn verwerkt. ‘Je hoeft alleen aan te tonen dat dat niet zo is,’ zegt Hans van Meerten, advocaat namens de eisers. ‘En als de rechter daarin meegaat, dan kun je met die uitspraak in de hand bij je eigen pensioenfonds de eisen die zijn losgelaten op de pensioenregeling aanvechten.’ Eisen die ten onrechte zouden hebben geleid tot gemiste indexaties en (dreigende) kortingen. Mark Heemskerk, hoogleraar Pensioenrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen en advocaat-partner bij heldlaw, laat weten: ‘Er zijn al eerder rechterlijke uitspraken geweest waarvan de samenvatting is: de kortingen zijn overeind gebleven. Maar de Europese insteek zoals bij deze zaak, die is nieuw. Ik acht de kans klein dat dit gewonnen gaat worden, ondanks dat ik de dagvaarding zelf niet heb gezien. Dat voorbehoud moet ik maken. Maar de potentiële impact is wel erg groot.’
Volgens de ouderenorganisaties kan de rekenrente omhoog zonder dat daaraan getornd wordt
In juni van dit jaar bereikte het kabinet overeenstemming met vakbonden en werkgevers over de uitwerking van het akkoord over een nieuw pensioenstelsel dat een jaar eerder was gesloten. Nieuwe wetgeving hiervoor is nu in de maak. Mocht het allemaal doorgaan zoals het op de tekentafel ligt, dan zullen we na implementatie van het nieuwe stelsel, uiterlijk in 2026, verlost zijn van de rekenrente en discussies over de dekkingsgraad. Discussies die het gevolg zijn van een politiek besluit, ingevoerd in 2007 en waarover sindsdien, onder druk van een dalende rente, doorlopend is gevochten. Het nieuwe stelsel gaat er expliciet vanuit dat er dan geen sprake meer is van gegarandeerde pensioenuitkeringen. De strenge rekenrente voor het waarderen van de verplichtingen en de bijbehorende bevriezings- en kortingsregels zullen komen te vervallen. Maar de invoering van dat nieuwe stelsel is een enorme opgave. In rustig vaarwater is de pensioenwereld voorlopig nog lang niet.
75 Bijdragen
Henk Zoer 7
De gehanteerde rente voor het bepalen van het benodigde kapitaal in een pensioenpot móet enige relatie hebben met de behaalde en te verwachten rendementen. De risicovrije marktrente heeft geen enkele relatie meer met de gehaalde en te verwachten rendementen. Je moet die risicovrije marktrente dan ook loslaten en teruggaan naar die 4%. Of als je dat niet conservatief genoeg vindt reken dan met 2%. Dan kan er gewoon geïndexeerd worden. Met die 2% vliegen de dekkingsgraden omhoog en reken je nog steeds zeeeeer conservatief. De pensioenen van de jongeren staan dan ook totaal niet onder druk, die 10 laagleraren zouden zich moeten schamen!
Hetty Litjens 6
http://www.heliam.net/Gein/weblog/diefstal.html
Nu zijn er weer hoogleraren die met kromme op een onbekende toekomst geprojecteerde rekenrentemodellen willen aantonen dat als die rente nu omhoog gaat dat slecht is voor de virtuele ouderen van straks. Wat er nu bijkomt voor ouderen gaat er niet af van de jongeren van nu, dus de toekomstige ouderen, omdat elke verlaging van pensioenen in de toekomst (voor de jongeren van vandaag dus) daarmee ook moeilijker wordt. Wat er nu afgaat voor ouderen, blijft eraf voor de ouderen van de toekomst.
Gigi Bakker 3
Henk Zoer 7
Gigi BakkerJan Ooms 10
Henk ZoerYvon Preijer 3
Sjoerd De Vries
Nog eens wordt hier geïllustreerd dat er een hoogst inconsistent systeem is gemaakt, waar iedereen slachtoffer is. De gepensioneerden omdat zij minder krijgen dan waarvoor zij ingelegd hebben. En de (jongere) werkenden die inleggen o.b.v. een rendement van 2,5% waarna hun aanspraak wordt geherwaardeerd (naar beneden!) door de te lage rekenrente. Als een jongere de keus zou hebben zou zij/hij er goed aan doen zelf te beleggen voor zijn/haar pensioen, i.p.v. te storten in een fonds.
Laten we hopen op succes in de rechtszaak.
Wemke Veldhuijzen 1
marcel 7
Wemke VeldhuijzenWillem de Vroomen 4
marcel 7
Willem de VroomenMike Vis 3
marcelWillem de Vroomen 4
marcelonderwijs, infrastructuur enz. en betaalt die leningen met een fatsoenlijke rente weer terug aan de pensioenuitvoerder.
Jos Ouwehand 1
Willem de VroomenWillem de Vroomen 4
Jos Ouwehandklaas maas
Willem de VroomenKlaas Maas (een oude maat van de illegale collectes voor het Nationaal Bevrijdingsfront voor Zuid-Vietnam)
Henriette De Ruiter
Met vriendelijke groet,
Jan Gombert, Henriette de Ruiter
Henk Zoer 7
Henriette De Ruiter[Verwijderd]
Henk ZoerHenk Zoer 7
[Verwijderd]Willem de Vroomen 4
[Verwijderd][Verwijderd]
Willem de VroomenElsa Blok 1
Gerrit Zeilemaker 6
Het pensioenverhaal lijkt wel bewust ingewikkeld gemaakt te worden. Veel zinniger is om van het beeld van een stuwmeer uit te gaan met twee inkomende stromen: premies en beleggingsopbrengsten (min beleggingskosten) en een uitgaande stroom: pensioenuitkeringen.
De pensioenpot, het stuwmeer is dan de voorraadgrootte, die nauwkeurig in de gaten gehouden, de basis van de inkomende en uitgaande stromen is. Moeilijker hoeft het niet te zijn.
Als het moeilijker gemaakt wordt zit er naar mijn ervaring altijd een addertje onder het gras!
[Verwijderd]
Gerrit ZeilemakerJos Ouwehand 1
Gerrit Zeilemaker'Op de ongeveer 31 miljard euro pensioenuitkeringen per jaar wordt 8,4 miljard euro betaald aan uitvoeringskosten (één miljard), bonussen (twee miljard) en transactiekosten. De cijfers komen uit het boek Waar blijft mijn pensioen? Hoe ons pensioenstelsel uw pensioen ondermijnt van Martin ten Cate.
Een kwart van wat gepensioneerden ontvangen gaat dus naar vermogensbeheerders en adviseurs. Die bonussen komen bij misschien duizend mensen terecht, gemiddeld twee miljoen per persoon en reken maar dat de top er meer uitsleept. Allemaal voor ons pensioen. Het alternatief voor een kapitaaldekkingsstelsel is een omslagstelsel.'
Dirk Bezemer
24 juni 2020 – verschenen in nr. 26
https://www.groene.nl/artikel/pensioen
Hier ontpopt m.i. de enorme luis binnen de pensioenproblematiek.
Henriette De Ruiter
1. door de greep in de kas van ABP ;
2. door de verplichte aankoop van obligaties van verlieslijdende EU landen!
Mvg
Jan Gombert
Co Stuifbergen 5
Henriette De Ruiter(dat er geld van het ABP naar de overheid gegaan is, klopt wel).
Henriette De Ruiter
Co StuifbergenPensioenfondsen lopen miljarden mis door strenge regels
https://www.ad.nl/economie/pensioenfondsen-lopen-miljarden-mis-door-strenge-regels~aed6e5d0/
Zij zijn niet alleen verplicht euro-obligaties tegen (ook door DNB) verlaagde rente te kopen, maar worden straks ook geconfronteerd met bewuste pogingen om de waarde van die obligaties te verlagen ten opzichte van andere valuta.
https://www.ftm.nl/artikelen/dnb-benadeelt-nederlandse-pensioenfondsen?share=GMaJlEF98YMXkgUpKep3ix23lnkL8SKkDeQLFBxYZy1bIxqKe61mdvi9Y0ji7A%3D%3D
Pieter Jongejan 7
Volgens de OECD statistieken blijken hogere schulden en een lagere rente niet tot een hogere, maar tot een lagere economische groei te leiden.
In het eerste kwartaal 2020 stegen de overheidsschulden in de eurozone met 1,6%. Dit betekent dat de groei van de overheidsschulden globaal overeenkwam met de economische groei. In het tweede kwartaal stijgen de overheidsschulden met 13,5% en in het derde kwartaal met 18,9% (bron ECB) bij een geraamde economische groei van ongeveer -8%.
Tussen de verschillende eurolanden bestaan snel toenemende verschillen. De overheidsschulden van landen met een omslagstelsel voor de pensioenen en een sterke vergrijzing zoals Frankrijk en Italië lopen veel sterker op dan die van landen met een kapitaaldekkingsstelsel en een veel minder sterke vergrijzing.
Het gevolg is dat Frankrijk en Italië er via hun benoemingen bij de ECB (Lagarde en Draghi) alles in het werk stellen om de rente zo laag mogelijk te krijgen. (Frankrijk first en Nederland last). Het gevolg van dit eurobeleid is dat Nederlandse pensioenspaarders de geïndexeerde pensioenen van de Fransen en Italianen betalen. Dit pensioenoffer van de zgn vrekkige Nederlanders werkt totaal averechts omdat een lagere rente tot hogere assetprijzen, lagere netto investeringen en minder economische groei leidt. Of m.a.w. tot een onhoudbare situatie.
De rente én de rekenrente moeten bij een lagere bevolkingsgroei juist omhoog! Maar probeer dat politiek maar eens voor elkaar te krijgen, want dan dalen de assetprijzen.
Co Pater 7
Pieter JongejanIs dat dan niet het cruciale probleem ?
Pieter Jongejan 7
Co PaterEen veel te lage marktrente van 0% in combinatie met de euro zorgt ervoor dat Nederlandse pensioenspaarders 4% van hun normale rente-inkomsten per jaar inleveren. Het totale vermogen van de Nederlandse pensioenfondsen bedraagt in 2020 ruim 1600 miljard. Als hiervan 25% in staatsobligaties belegd moet worden dan levert dit alleen al 4% van 400 miljard = 16 miljard per jaar aan renteverlies voor vrekken op. (daar hoor je carolien de gruyter niet over in de Belgische NRC)
Vervolgens worden pensioenfondsen sinds 2007 door DNB gedwongen om hun verplichtingen tegen een uiterst lage nominale rente contant te maken. Hierdoor daalt de dekkingsgraad van de meerderheid van de pensioenfondsen tot onder de minimaal noodzakelijke 105% en lopen de pensioengerechtigden hun toegezegde inflatie correctie mis.
De onvermijdelijke conclusie is dat je beter kunt sparen voor je oude dag door gouden tientjes of onroerend goed te kopen dan te sparen via een pensioenfonds en vervolgens beroofd te worden door door DNB, die pensioenfondsen dwingt om in staatsobligaties met een rente van 0% te beleggen.
Ook een deposito bij een bank levert minder op dan een gouden tientje en is minder safe. In Italië weten mensen al lang dat de overheid niet te vertrouwen is en wordt er gespaard door onroerend goed te kopen en te verhuren. (Aap de maffia na!, want die worden ontzien door de overheid, sic)
De particuliere schulden van de Italianen liggen op een zeer laag niveau. De particuliere schulden van de Nederlanders liggen op een hoog niveau. Dat moet vooral zo blijven want dan kunnen de maffiosi DNB chanteren. (sic)
Henk Zoer 7
Pieter JongejanDe marktrente kun je omhoog krijgen door over te stappen op rentevrije geldschepping.
Pieter Jongejan 7
Henk ZoerAls we de euro willen behouden (volgens VVD, CDA, D66, GL en PvdA willen we dat) dan zullen de Nederlanders helemaal uitgekleed worden door de landen zonder 1600 miljard aan pensioenbuffer.
De grootheidswaanzin van Frankrijk is om van de euro een wereldreservemunt te maken om zo net als de USA blijvend begrotingstekorten te kunnen hebben. Volgens Arjan Klamer kunnen overheden die hun eigen munt houden nooit failliet gaan. Wat een onzin.
Alsof het hardwerkende China met 1,3 miljard inwoners en een enorm exportoverschot betaling in waardeloze euro's zou accepteren! Wen er maar aan dat we straks in Yuan moeten betalen en dat de euro net zo hard moet zijn als een Zwitserse frank om de concurrentie met de Aziaten (China en India) aan te kunnen.
Als Nederland in de euro blijft (wat oerdom is), de nominale korte rente 0% blijft en de overheidsschulden in Europa blijven oplopen door gratis geld te scheppen dan zal Europa en Nederland overlopen worden door het hardwerkende China en wellicht daarna het piepjonge India met lage pensioenkosten.
De feiten zijn dat de trendmatige Nederlandse groei vanaf 1999 (introductie van de euro) sterk positief gecorreleerd is met de korte nominale rente. Hoe lager de korte nominale rente hoe lager de economische groei. Klaas Knot (en jij en anderen, waaronder hoogleraren) moeten deze feiten ook kennen maar doen alsof deze feiten niet bestaan. Moet ik deze feiten (bron OECD GDP) en de statistische analyse van deze feiten op papier zetten of kun je dat zelf ook of ben je niet geïnteresseerd in de feiten?
Henk Zoer 7
Pieter JongejanVertel, welk geld wordt rentevrij geschapen? Want dan wil ik daar wel wat van.
Pieter Jongejan 7
Henk ZoerWat je op deze OECD site vindt is dat de korte rente van de eurolanden in 1995 nog op 6,82% lag en in 1999 bij de introductie van de euro tot 2,96% was gedaald. In 2000 en 2001 volgde onder Duisenberg een renteverhoging tot 4,39% en 4,26% (vertrouwenscrisis in de euro). De dotcomcrisis van eind 2001 dwong tot renteverlagingen in de USA en daarna ook in de eurozone onder de Fransman Trichet. De kredietcrisis leidde eerst tot een renteverhoging (4,63% in 2008) en daarna tot een noodzakelijke verlaging van de korte rente tot 0,81% in 2010. Toen brak door Griekenand de sovereign debt crisis uit.
In 2012 kwam Draghi met zijn whatever it takes of m.a.w. het doel heiligt de middelen, waardoor de korte rente voor alle eurolanden in 2015 voor het eerst onder de 0% (-0,02%) kwam te liggen. Sinds 2015 is de korte rente steeds verder gedaald tot -0,36% in 2019. Voor 2020 kun je -0,40% verwachten.
De conclusie is dat Nederlandse pensioenspaarders door de ECB worden beroofd om de hogere overheidsuitgaven van Frankrijk, Italië e.a. te betalen. Klaas Knot steunt dit beleid, dat tot chaos leidt.
De Nederlandse pensioenen zullen in de toekomst steeds opnieuw gekort moeten worden als de linkse en rechts Nederlandse politieke partijen de euro koste wat kost willen handhaven zonder de bestolen bevolking te raadplegen.
Henk Zoer 7
Pieter JongejanPieter Jongejan 7
Henk ZoerAl deze staatsleningen kunnen bij de ECB ingewisseld worden voor nieuw gecreëerd geld. Zo omzeilen de schuldenlanden met behulp van de gekaapte ECB het verbod op monetaire financiering. De grote winnaars zijn de grote internationaal opererende bedrijven. Niet alleen Europese, maar ook Amerikaanse en die uit andere Westerse landen. Het MKB kan geen bedrijfsobligaties uitgeven. Hierdoor verslechtert hun concurrentiepositie en kunnen ze voor een prikkie worden opgekocht.
Zo wordt de vrije markt door toedoen van de centrale bankiers een farce. De oligopolisten en monopolisten (ook de niet-Europese) worden door de ECB gesubsidieerd met gratis geld. Zwarte Piet is vervangen door de Europese slaaf.
Waarom zijn onze politieke partijen zo stom?
Het antwoord is dat je met een pleidooi voor een hogere rente geen stemmen kunt winnen.
Maar als je de rente laag wilt houden zal Nederland uit de euro moeten. De korte rente in Zwitserland is lager dan die van Nederland. (zie OECD tabel). Zij kopen goud ipv eurobonds en houden zo waardevast geld en waardevaste pensioenen.
Het gevolg van dit goedkoop eurogeld beleid is dat vooral Nederlandse spaarders met goedvinden van VVD, CDA, D66, CU, PvdA, GL en zelfs de SP worden kaalgeplukt.
Henk Zoer 7
Pieter JongejanPeter Damen
Pieter JongejanNederland moet zo snel mogelijk pensioenen flink verhogen, belastingen verlagen, staatsschuld verhogen of zo snel mogelijk het zinkende schip ( de €) verlaten .
Mike Vis 3
Pieter JongejanCo Pater 7
Pieter JongejanHet probleem is de euro dus. een andere oorzaak kan ik niet verzinnen. Elk land moet zijn eigen valuta hebben ( ja Amerika is dus een land ), met zijn eigen rentetarieven.
Door de buitenlandse handel moet er een verrekenmechanisme zijn. Dit verrekenmechanisme moet rechtvaardig en eerlijk zijn, in de zin dat handel evenwichtig moet zijn ( wat het nooit geweest is, uiteraard, zie artikel Thomas )
Die rentetarieven staan dan ook in verband met het devalutie/revaluatie principe dat als doelstelling heeft: Rechtvaardige en eerlijke handelverhoudingen. Nog een lange weg te gaan.
1ste stap is weer terug naar een Nederlandse Valuta , met eigen geldscheppingsbeleid en handelsbeleid. Dit handelsbeleid is internationaal en zal moeten voldoen aan het doel, zoals hierboven beschreven.
Pieter: in zekere zin snijdt je kritiek uiteraard hout, maar de oorzaak is niet de Nederlandse overheid maar het avontuur in de euro. En opkomen voor ons eigenbelang is prima, zoalang we ook zien dat Nederland een profiteur is van de handel zelf.
oplossingen zijn dus tweeledig:
1: Uit de Euro en terug naar Nederlandse valuta
2: Als Nederland ons hard maken voor eerlijke en rechtvaardige handel.
Pieter Jongejan 7
Co PaterOp het ogenblik is het voor veel economen duidelijk dat het huidige financiële bestel onhoudbaar is en in elkaar zal storten. De steeds lagere negatieve korte rente (waarbij banken geld toe krijgen) is een nog nooit eerder waargenomen ziektebeeld. Ik verwacht eerst een financiële wereldcrisis, dan chaos en dan een financiële reset. Hopelijk naar waardevast geld, maar ik vrees wat anders.
De vraag is hoe je je als klein land met een omvangrijke export/importsector kunt wapenen tegen het machtige geweld van de orkaan van de buitencategorie die op ons afkomt. Ik denk dat Zwitserland en ook de Scandinavische landen hebben laten zien hoe het wél moet en Nederland hoe het niet moet. Je moet op economisch gebied zoveel mogelijk samenwerken (Europees blok), maar je hebt een harde munt nodig en dus voldoende waardevaste financiële buffers. Zwitserland koopt waardevast goud als buffer en heeft daarom geen last van speculanten en een te hoge wisselkoers.
Nederland wordt door de Brusselse lobbyjournaliste Carolien de Gruyter (NRC) een vrek genoemd omdat we in 50 jaar 1600 miljard hebben opgespaard voor onze ouwe dag en die niet met andere landen willen delen.
Ons overschot op betalingsbalans en handelsbalans is het gevolg van onze verplichte besparingen en niet van oneerlijke handelspraktijken zoals Trump (en ook Piketty) beweert. De USA wilde de Bancor van Keynes niet, omdat ze alle voordelen van de wereldreservemunt voor de Amerikaanse elite wilden reserveren. Vervolgens zijn ze zo brutaal/slim om hun aanhoudende tekorten niet toe te schrijven aan hun petrodollar en veel te lage besparingen, maar aan onze "te hoge" besparingen. En onze pers (NRC, FTM) neemt die leugen ov
Co Pater 7
Pieter Jongejan1: Ieder land heeft zijn eigen valuta ( en mogelijk intern zelfs complementaire valatu )
2: voor de internationale handel is er een systeem van wisselkoersen, waarmee men dan devalueren etc. met als doek meer evenwichtige handel.
De euro moeten we dus vanaf, net zoals de dollar als waardestandaard. De Amerikanen maken al heel lang misbruik van het systeem ( zie eerder artikelen daarover op: http://www.courtfool.info/nl_home.htm ) en het weigeren van zoiets als de Bancor.
Pieter Jongejan 7
Co PaterOok voor eerlijke handel heb je waardevast geld nodig en geen fiatpetrodollar en evenmin een fiateuro, die steeds minder waard wordt. Het verrekenmechanisme bij internationale handel dient waardevast te zijn. Daarom voerde Venetië de gouden dukaat in, waarvan het gewicht en het goudgehalte altijd gelijk zijn gebleven. Dit bleek een gunstige uitwerking te hebben op de efficiency. en de welvaart.
Wat we nodig hebben voor eerlijke internationale handel is een waardevast verrekenmechanisme. Ideaal zou zijn om een prijsindex te construeren die zowel goederen, diensten als assets bevat en dan op een gemiddelde van 100 gehandhaafd blijft. Theoretisch is dit de beste oplossing (kun je theoretisch bewijzen), maar in de praktijk blijkt keer op keer dat machthebbers hun macht misbruiken voor hun eigen belang. Dit geldt niet alleen voor Trump en andere rechtse partijleiders, maar ook voor linkse partijen zoals bv GL.
De Groenen in het europarlement willen geen waardevast geld, maar willen koste wat kost (whatever it takes) hun groene doelen, klimaatdoelen en gezondheidsdoelen realiseren. Als geld hierdoor minder waard wordt dan moet dat maar. Ik zie hier geen verschil tussen Draghi en GL. Wel is er een verschil in doelstellingen, maar beide staan een inefficiënte (energieverspillende) aanpak voor.
Het resultaat van de benadering van zowel centrale bankiers (Draghi) als bv groen links is dat geld minder waard wordt, waar juist de lagere inkomens het meeste last van hebben.
Geldontwaarding is in het voordeel van de machthebbers. Anders zou het niet voorkomen!
Co Pater 7
Pieter Jongejan1: geld is per definitie waarde vast. "10€" vandaag is morgen nog steeds "10€" . en over een jaar is het nog steeds "10€".
2: wat is dan niet waardevast? . Dat zijn de prijzen van goederen en diensten. Doordat die veranderen krijg je minder of meer voor je 10€.
3: Maar hoe werkt dit dan internationaal ?. Door het duurder worden van bijvoorbeeld Duitse spullen, veranderd de verhouding Mark vs gulden. zodat het invloed heeft op de handel.
conclusie: geld is per definitie waardevast, tenzijn je een goed als geld hanteert, wat niet slim zou zijn. ( lees hoofdstuk 1/4 van het kapitaal van W. de Haan er maar op na !!!! ). Problemen zijn de prijzen die veel te volatiel zijn. Kijk alleen maar eens naar de olieprijs en de goudprijs !!!!
Dit stukje tekst zegt al genoeg:
Er is sprake van een goudstandaard als er een directe relatie aanwezig is tussen de geldeenheden in omloop en het edelmetaal goud. De waarde van de nationale geldeenheid wordt dan uitgedrukt in een vastgesteld gewicht aan goud. Geld bepaalt dan niet de waarde van goud – zoals vandaag de dag gebruikelijk is – maar goud bepaalt de waarde van geld.
En dit betekent dus extra onnodige volatiliteit omdat goud ook volatiel is. Hoe kan het geld dan ooit enigszins stabiel zijn ?
Oorzaak de machthebbers ? maar dat is zeer breed. en betreft niet alleen de politiek. Juist niet zou ik zeggen.
Pieter Jongejan 7
Co PaterHet is duidelijk dat jij taal wilt gebruiken als middel voor je politieke doelstellingen. Ik ben een econoom die energie-efficiency wil gebruiken om zoveel mogelijk welvaart te creëren. Prijsstabiliteit en waardevast geld vormen daarvoor het fundament.
Het probleem waar jij m.i. blind voor bent is dat de Europese schuldenberg door corona onhoudbaar is geworden en dat er dus een orkaan van de buitencategorie op Nederland en de Nederlandse pensioenpotten afkomt. Ondanks de negatieve economische groei en de enorme stijging van de overheidsschulden door Corona stijgen de aandelenkoersen en de onroerend prijzen naar historische hoogtepunten. De kranten zwijgen, maar staan gevuld met tien bladzijden over Corona . Is je ook opgevallen dat de landen met het meeste antibioticagebruik (AB) de meeste Coronadoden per inwoner hebben en dat dit vrijwel allemaal katholieke schuldenlanden zijn?
Heeft het zin om de schulden van deze sinners door onze spaarders te laten betalen? Dan worden wij arm en blijven zij veel te veel antibiotica gebruiken.
Nederlanders met een laag inkomen, een klein pensioentje en/of een klein spaartegoed dreigen door de corona crisis en de steunmaatregelen van de centrale banken beroofd te worden van het weinige dat ze nog hebben. Zij worden niet beschermd door rechts en niet door links. Ik word er misselijk van.
Co Pater 7
Pieter JongejanVoor mij een teken dat je oprecht bent in je bedoelingen. Die oprechtheid heb ik ook.
Mijn opzet is dat ik ook zelf e.e.a. wil begrijpen ( op het vlak van kennis en wat iemand bijvoorbeeld vindt ).
Mijn inzet kent geen politieke doelstelling. Ik ben gewoon kritisch en sta een beter werkend financieel systeem voor. En ook ik wordt misselijk van het systeem zoals het nu is.
Waar me elkaar misverstaan is nu wel duidelijk. De interpreatatie van begrippen en woorden.
Als jij het over waardevast geld hebt dan bedoel je niet het geld zelf maar de verhoudingen die geld heeft met ander geld, doordat geld nu eenmaal een link heeft met de prijs van goederen.
Ik interpreteer dit dus anders door te zeggen dat het geld gewoon is wat het is, dus 10€ is en blijft 10€. Maar wat wel verandert is de verhoudingen tussen deze valuta's. ( de verhouding tussen waarde systemen dus ).
Ook kan het zo zijn dat je minder kunt kopen voor je 10€,Logisch omdat prijzen nu eenmaal niet vastliggen. Jij zegt dan dat je geld minder waard wordt. Ik zeg dan dat goederen duurder zijn geworden. We beschrijven echter dezelfde realiteit.
Ben inmiddels een boek aan het lezen over de goudstandaard: the gold standard, perspectives in the austrian school. Von Mises institute 1992.
wat me al direct opvalt is dat zij heel politiek ideolgisch gekleurd naar de fin. realiteit kijken.
Ik vraag me echt oprecht af wat de toegevoegde waarde is van zo'n standaard en waarom geld gekoppeld moet zijn aan een goed, zoals goud ?
Deze vraag lijkt vooral door ideologie ( politiek ) en belangen verdoezeld te worden en dit verdringt een wetenschappelijke invalshoek.
Het systeem als zodanig kan niet zonder beleid functioneren. Dit betekent dat er altijd gezag toegekent zal ( moeten ) worden aan mensen of instituten die dat beleid gaan bepalen en regelen.
Wie gezag krijgt heeft macht. Wie vertrouw je dus dat gezag toe ?
Of kan het ook anders ?
Pieter Jongejan 7
Co Paterhttps://tlaib.house.gov/sites/tlaib.house.gov/files/ABCAct.pdf
De USA hebben een lage export/import quote en een heel grote binnenlandse sector en een eigen munt. Nederland heeft een heel grote export/importquote, een kleine binnenlandse sector en de euro in plaats van een eigen munt.
Geldontwaarding doet de Amerikaanse economie minder pijn dan de Nederlandse economie.
Bedenk dat West-Duitsland 60 miljoen inwoners had en Oost-Duitsland minder dan 20 miljoen. De Ossies kregen transfers, maar moesten zich wel aanpassen aan de normen en standaarden (harde D-mark) van de Wessies. Lange tijd hebben de Wessies krom moeten liggen om Oost-Duitsland er bovenop te helpen, wat ondanks 30 jaar transfers lang niet overal gelukt is.
Vergelijk dit nu eens met Nederland dat 17,3 miljoen inwoners telt tegen de Eurozone zo'n 350 miljoen inwoners. Nederland heeft wel een spaarpot van 1600 miljard die de andere eurolanden niet hebben. Zuid-Europa is binnen de eurozone in de meerderheid en bepaalt het beleid van de ECB. Nederland mag zijn spaarpotten inleveren en zal zich moeten aanpassen aan de de normen van de schuldenlanden.
De groenen in het europarlement (maar uiteraard ook alle schuldenlanden) steunen dit uitzichtloze beleid,
Uitzichtloos omdat het leidt tot inefficiency, waaraan de USSR kapot is gegaan. Niets geleerd?
Als je intrinsiek geld (goud, zilver, platina, groene stroom) afwijst als waardestandaard (wat ik niet doe) dan zou ik maar een yuan rekening openen bij de bank en daar mijn spaargeld parkeren. De dollar en de euro gaan het niet redden als de USA en Europa de USSR achterna gaan door te doen alsof efficiency onbelangrijk is.
Ieder land komt op voor zijn eigen burgers, behalve Nederland
Co Pater 7
Pieter JongejanNederland moet dus terug naar eigen valuta, en uit de euro.
Ben er inmiddels achter dat ik zelf twee begrippen niet goed begrepen heb.
Ik zag de gouden standaard als een soort van verrekenmechanisme ( wisselkoersen ) voor internationale handel.
Ben er achter dat dit niet juist is. Het heeft niks van doen met wisselkoersen.
De gouden standaard is niets anders dan de keuze voor intrinsiek geld, niets meer, niets minder.
Dit werpt nieuw licht op de zaak en genereert nieuwe vragen.
Waarom is intrinsiek geld beter dan Nominaal geld ?
Pieter Jongejan 7
Co PaterGroene stroom is geen voorraadgrootheid, maar een stroomgrootheid. Bij een krimp van de bevolking zal de productie worden aangepast aan de lagere vraag. Vermogensverliezen kunnen zo, op wat extra afschrijvingen op stilgelegde windmolens na, uitblijven. Dit geldt niet voor de voorraad fiatgeld.
Het Europese geboortecijfer ligt nu op ongeveer 1,6 tegen 2,1 voor een stabiele bevolking. Als de Europese bevolking straks gaat krimpen zal er fiatgeld vernietigd moeten worden. Het huidige geboortecijfer van 1,6 en een groeiende weerstand tegen immigratie en globalisering dwingen dit af. Volgens Rajan (2019) kunnen we meer lokaal en meer activiteiten gericht op de eigen lokale community met eigen cultuur, normen en waarden verwachten. Aangezien er niet gereserveerd is voor de onvermijdelijk geldvernietiging zal de waarde van het fiatgeld gaan dalen. Intrinsiek geld wordt dan duurder ten opzichte van fiatgeld. De grote winnaars van de te verwachten geldontwaarding zijn de boeren of beter de grootgrondbezitters , die hun land in waarde zien stijgen en hun schulden zien dalen en ook nog eens gesubsidieerd worden door de EU. De grote verliezers maar dat weet je nu wel zijn de lagere en middeninkomens in de grote steden.
De waarde van intrinsiek geld zal bij een krimp van de bevolking niet of veel minder dalen, omdat de vraag
naar goud, zilver, platina vrijwel oneindig is.
Het effect van een krimp van de bevolking op de waarde van de bitcoin is moeilijker in te schatten. Te verwachten is dat mensen bij een (verdere) krimp van de bevolking massaal uit het fiatgeld en dus ook het digitale centrale bankgeld zullen stappen en deels naar bitcoins zullen uitwijken. Dan stijgt de waarde van de bitcoin net als de waarde van goud, zilver en platina in termen van fiatgeld.
Co Pater 7
Pieter JongejanAls je goud kiest als intrinsiek geld dan moet je zorgen dat er genoeg gouden munten zijn, en dat is een illussie, want er zal nooit genoeg goud zijn. Dan moet je wel overstappen op een fiat vorm van geld die zegt gedekt te zijn ( 1 op 1 ) door goud.
Je hebt me niet overtuigd dus ik houd het op Nominaal geld als keuze.
Lees Geld maar eens van Felix Martin en dan ga je wel anders denken over intrinsiek geld. Het heeft alleen maar onnodige problemen gebracht.
Pieter Jongejan 7
Co PaterMijn conclusie is dat de Nederlandse politieke partijen het verwerven van macht voor hun partij belangrijker vinden dan het behartigen van de belangen van de Nederlandse bevolking. De gemaakte afspraken over prijsstabiliteit worden verkracht in de hoop hierdoor meer macht te krijgen.
Plato schreef het al: politiek is het verkopen van plausibele leugens. (geciteerd door Keynes)
Co Pater 7
Pieter JongejanMaar ik meen me te herrineren dat banken over de rente gaan. en dat geldschepping in dit systeem privaat gebeurd.
Hoe kun je dan de politiek verwijten maken ? zij gaan in het kartel ( centrale banken en overheid ) niet over het geld ( zie Felix Martin !! ), maar over de rechtstaat en de boel een beetje netjes houden.
Ik onderstreep je verwijten dus niet.
Je kunt de politiek niet iets verwijten als ze er niet over gaan.
Los hiervan ben ik tegen intrinsiek geld.
Co Pater 7
Henk ZoerMet je eens Henk.
Het is zaak om de zaken die verschilldend zijn ook gescheiden te beoordelen.
De rekenrente is een tarief die pensioenfondsen hanteren en de marktrente staat daar helemaal los van. Ook de wijze van geldschepping ( is een keuze ) staat hier volkomen los van.
Mike Vis 3
Pieter JongejanHelaas voor ons zitten we in t zelfde schuitje en als zij gaan, gaan wij ook. Er zal niets anders op zitten dan eruit stappen of failliet gaan. Dat zijn de 2 keuses die we hebben zonder optie 3: "enorme geldontwaarding" te accepteren om de schulden weg te inflateren. Ironisch genoeg hebben alle 3 de opties hetzelfde gevolg voor pensioenen en iedere vorm van (spaar) geld.
Jan Ooms 10
In 2007 was een vermogen van 219 miljard dus genoeg om 2,7 miljoen (toekomstige) pensioengerechtigden van een waardevast pensioen te voorzien (€ 81.111,11 per deelnemer in kas).
Het vermogen is in diezelfde periode (2007-2019) met bijna 213% (!!!!!) gestegen (van 219 miljard naar 466 miljard) en zou opeens niet voldoende meer zijn om met de extra 11,1% (300.000) deelnemers te delen (€155.333,33 per deelnemer in kas)?
Zelfs het bedrag per deelnemer is dus bijna verdubbeld!!
Iedereen kan toch zien dat die rekenrente de grootst mogelijke volksverlakkerij is.
Daar hoef je niet eens voor te kunnen rekenen...
Jan Ooms 10
https://www.maxvandaag.nl/programmas/tv/zwarte-zwanen/
Hoe pensioenfondsen met uw ingelegde premies omgaan en wat de rekenrente aanricht.
R. Eman 8
Dit lijkt mij toch wel een cruciale vraag. Zeker ten aanzien van de legitimiteit van de verplichte deelname aan een pensioenvoorziening. Indien pensioenen niet gegarandeerd zijn (zelfs geen ondergrens?) vraag ik mij af of daarmee ook de verplichting tot deelname juridisch is aan te vechten. Verplichting tot betaling zonder aanwijsbare tegenprestatie is nog slechter dan belasting betalen.
Adriaan van der Hoop
Het pensioenstelsel was het beste ter wereld omdat de bedrijven, organisaties, instellingen als werkgever met pensioentoezegging opdraaiden voor de verliezen van de pensioenfondsen. DEZE UITERMATE CRUCIALE bepaling in de pensioenwet werd later door nota bene de overheid misbruikt of met voeten getreden doordat de overheid en bedrijven als risicodrager NIET werd verboden om ook de te hoog geachte jaarlijkse "overwinsten" te onttrekken uit de pensioenfondsen. zo kon het plaatsvinden dat de regering vanaf 1970 meer dan 60 miljard euro onttrok uit het ABP-fonds. Bij multinationals en grote bedrijven was het niet anders. De overwinst in een jaar werd daardoor de spaarpot voor bedrijven en overheid om de winsten kunstmatig omhoog te stuwen als het salaris van een bestuursleden voor het volgend jaar moest worden betaald = kunstmatige verhoging salaris. Vergelijk dit eens met de ongerechtvaardigde zelfverrijking door CEO Kees Storm van Aegon, wiens salaris/bonussen werd bepaald door de diefstal van het onder zijn leiding "ontwikkelde" en wijd verspreide begrip woekerpolissen (totale schade burgers ongeveer 60 - 70 miljard).
Beide systemen gaan uit van winsten die op de lage termijn geen winsten zijn maar buffers voor slechte tijden.
Daarnaast speelt er nog iets anders.
Het ABP verzelfstandigen vond plaats omdat toen al bekend was dat er grote risico's aan het ABP zouden gaan kleven doordat het pensioen fondsen voortaan werd toegestaan in het buitenland in aandelen/obligaties/opties/futures, grondstoffen te mogen gaan beleggen. Dat risico wilde overheid niet lopen.
OPLOSSING: Neem alle onttrekkingen/bijstortingen door bedrijven/overheid over bijv. 30 jaar en voer die gemiddelde verliezen t/m 1995 in als pensioenbelasting bedrijven en overheid = storten in pensioenfondsen=herstel oorspronklijk pensioensysteem.
Ze vergeten de telkenmale desastreuze acties van de verstandeloze politici in Den Haag!
Pieter Jongejan 7
Adriaan van der HoopDe huidige "oplossing" om pensioenfondsen meer in aandelen te laten beleggen als de aandelenkoersen door een negatieve rente door het dak zijn gegaan is natuurlijk geen goede oplossing. De huidige schuldeneconomie is onhoudbaar. Er komt een reset in combinatie met een positieve nominale rente en dus een sterke daling van de assetprijzen. Dit is waar de gehaaide Amerikaanse investeringsbanken op af koersen. Goldman Sachs steunt de digitale currencies en is nauw betrokken bij de digitale currencies van China.
Zou het niet zo zijn dat je een hogere inflatie en dus meer geldontwaarding kunt verwachten als er meer digitale munten worden geïntroduceerd en gebruikt? Kortom zijn de centrale banken voorstanders van meer digitale munten teneinde zo tot een positieve nominale rente te komen en een hogere inflatie te komen? Dit beperkt de (reële) vermogensverliezen bij de banken, terwijl speculeren dank zij een negatieve reële rente heel winstgevend blijft.
De grote verliezers zijn dan opnieuw de Europese en vooral de Nederlandse en Duitse spaarders, die nog steeds geloven in een betrouwbare overheid met betrouwbare instituties.
Adriaan van der Hoop
Als het ABP en andere alle woningen/enz. in 1996-2000 niet verkocht had en belegd was gebleven in de woningmarkt in Nederland dan hadden ze geen tekorten gehad! Alleen al om die reden!
De oplossing is dat we een vervangend systeem voor pensioenfondsen hadden moeten introduceren toen de regering besloot om bedrijven niet meer te laten bijstorten in geval van beleggingsverliezen. De reden voor deze beslissing was dat bedrijven in slechte tijden verliezen leden en ook nog moesten bijstorten.
Destijds had de regering een pensioenbelasting voor bedrijven per pensioenfonds moeten invoeren om te voorkomen dat bedrijven in financieel zwaar weer zouden komen als ze moeste bijstorten en verlies leden. Voorbeeld: in te kiezen periode van 30 jaar per pensioenfonds alle onttrekkingen en bijstortingen optellen en het negatieve resultaat delen door 30 jaar.
Delen door de gemiddelde winsten p.j. van de bedrijven per pensioenfonds resulteert in een gemiddeld percentage over de winst. Bedragen betalen aan de pensioenfondsen.
Marco Fredriks 4
Henk Zoer 7
Marco FredriksMarco Fredriks 4
Henk ZoerHenk Zoer 7
Marco FredriksVoor u zou een huis kopen met een hypotheek een investering zijn die u het gebruiksrecht en zelfs het eigendomsrecht geeft voor wanneer u oud bent. Jammer alleen dat de rente zo laag staat zodat spaarders vluchten naar vastgoed waardoor de huizenprijzen stijgen en een hoop mensen geen huis meer kunnen kopen, ook veroorzaakt door een failliet geldstelsel...
Co Pater 7
Marco FredriksMet je eens Marco.
Het huidige systeem zit veel te speculatief in elkaar en genereert alleen maar verkeerde en perverse prikkels, omdat je geld moet renderen.
Mike Vis 3
Als ik het goed begrijp zijn er 2 "kampen":
Aan de ene kant hebt je de (grote) pensioenfondsen die heel dom aan een oud adagio vast hebben gehouden en (wellicht nog steeds) geloven dat de rente toch wel een keer weer omhoog moet en daardoor moet gaan korten op de pensioenen enzo.
En aan de andere kant zijn er pensioenpartijen die zich daar d.m.v. swaps en andere instrumenten daartegen hebben ingedekt en dat probleem dus niet zo hebben omdat zij wél gedegen (risico)management hebben gedaan.
Hoe komt t anders dat er partijen zijn die er wel gewoon goed mee uitkomen? Die volgen toch dezelfde regels?
Dus iedereen roept moord en brand en vervloekt het externe en wil een heel systeem veranderen en door de rechter afdwingen omdat er in de organisatie(s) zelf foute beslissingen zij gemaakt? Klinkt alsof de woede en onvrede zich niet op het juiste richt.
Henk Zoer 7
Mike VisJan Ilsink
Henk Zoer1. uit de rechtszaak van KBO-Brabant en Stichting Pensioenbehoud blijkt niet zozeer gebrek aan vertrouwen in het 'beste pensioenstelsel' maar wel het inzicht dat het stelsel door 'de politiek' (met de door hen vastgestelde belachelijke rekenrente), de toezichthouder DNB en de (aan de politiek en Klaas Knot) gehoorzamende pensioenfondsbesturen aan onbegrijpelijke en -voor de pensioendeelnemers- uiterst schadelijke banden is gelegd!
2. helaas gaat ook Casper mee in het 'frame' dat pensioenen voor jongeren een 'sowieso ver-van-mijn-bed-show is. Beste Casper, ook voor vele ouderen is dat het geval: kijk maar naar het -voorlopig- weinig animo bij hen (ouderen die pensioen opbouwen en gepensioneerden) om voor hun pensioen uit hun stoel te komen! En er zijn wel degelijk jongeren die zich hebben laten zien op pensioendemonstraties! Interessant zou zijn de leeftijd te weten van de 48 reagerenden op Casper's artikel?
3. jammer gaat ook Casper mee in de misvatting dat de collectieve pensioenvoorziening van die pensioenfondsen gegarandeerde uitkeringen leveren! Dat is niet het geval. Het door pensioenfondsen uitgekeerde pensioen komt niet van een commerciële pensioenverzekering maar het is de uitvoering van een arbeidsvoorwaarde, die o.a. door de Pensioenwet wordt beschermd. Daarin staat dat de fondsbesturen een 'inspanningsverplichting' hebben met het 'opgebouwde pensioen' 'welvaartsvaste' pensioenen uit te keren. Gaat dat volgens hun berekeningen of zij aan die 'verplichting' kunnen voldoen niet lukken, dan moet de premie omhoog of moet de uitkering worden aangepast: dat komt dan op de cao-tafel terecht!! En hier hebben de werkgevers natuurlijk ongelooflijk de pest aan. Die zij blij met het pensioenakkoord waarin het pensioenstelsel wordt gewijzigd van een uitkeringsstelsel in een premiestelsel: vast premie, onzekere uitkering!
Henk Zoer 7
Jan IlsinkMike Vis 3
Henk ZoerJos Felen 1
Het is jammer dat de FTM niet de dekkingsgraden overzicht erbij heeft gezet. Dan kan je zien dat het probleem vooral bij het ABP, PFZW, PMT ligt.
Pensioenfonds Bouw heeft namelijk een dekkingsgraad van 106
Co Stuifbergen 5
De dekkingsgraad is vooral van belang voor mensen die nog voor hun pensioen sparen. Als de dekkingsgraad te laag is, zullen de bijdragen omhoog moeten - niet de uitkeringen.
Wim Verver 5
Co Stuifbergen