De valkuil van het individuele pensioen

Ons collectieve pensioenstelsel ligt al jaren onder vuur omdat het ouderen zou bevoordelen ten koste van jongeren. Individuele pensioenpotjes zouden een oplossing bieden voor dit probleem. Rob Goedhart werkt deze vooronderstelling uit in een toegankelijk praktijkvoorbeeld.

Het systeem van individuele pensioenpotjes, dat door een aantal mensen bepleit wordt — onder wie politici van D66 — is niet nieuw. Integendeel, het bestaat al tientallen jaren. Mensen van wie de werkgever een pensioenregeling bij een commerciële verzekeraar heeft ondergebracht, krijgen hiermee te maken. Laten we kijken naar Watervast B.V., een consultancybureau dat zich bezighoudt met minerale wateren en  de werkgever is van onder anderen Annemarie en Jasper.

Omdat voor dit soort bedrijven geen bedrijfstakpensioenfonds bestaat, zoals dat er wel is voor de bouw, de zorg, de metaalwerkers, het onderwijs enzovoort én omdat Watervast B.V. geen ondernemingspensioenfonds in het leven heeft geroepen (zoals Philips, AkzoNobel of ABN Amro) heeft Watervast B.V. een contract moeten sluiten met een verzekeringsmaatschappij. De wet schrijft dit voor: het is óf onderbrengen bij een pensioenfonds, óf bij een commerciële verzekeringsmaatschappij. Watervast B.V heeft gekozen voor de tweede optie en is in zee gegaan met verzekeraar P. Om het allemaal eenvoudig te houden, heeft de werkgever gekozen voor een ‘beschikbare premieregeling,’ en heeft besloten om voor iedere werknemer jaarlijks 5000 euro aan de verzekeraar over te maken.

In maart 2008, vlak voor de borrel ter ere van het pensioen van Annemarie, laat zij aan haar vijf jaar jongere collega Jasper de brief van verzekeraar P lezen. ‘Uw pensioen wordt 8445 euro per jaar. Uit te keren in bedragen van 703 euro per maand.’ Annemarie zegt dat het haar wat tegenvalt. ‘Ik heb al die jaren wel brieven van die verzekeraar gekregen, maar die vond ik lastig te begrijpen en heb ik opzij gelegd. Maar ach, het gaat er uiteindelijk om wat ik nu ga krijgen. En ik krijg de AOW er nog bij.’

Jasper prent in zijn hoofd dat hij naast de AOW zo'n 700 euro per maand krijgt

Jasper vindt de informatie zeer interessant. Hij is precies vijf jaar later dan Annemarie bij Watervast gekomen en gaat ook over precies vijf jaar met pensioen. Ook hij vindt de brieven van de verzekeraar lastig te lezen, maar hij prent in zijn hoofd dat hij straks naast de AOW zo’n 700 euro per maand extra gaat krijgen.

Een halvering

Het is maart 2013. Jasper staat op het punt van pensioneren en krijgt een brief van verzekeraar P. ‘Uw pensioen wordt 3989 euro per jaar. Uit te keren in bedragen van 332 euro per maand,’ staat er in de brief. Jasper gelooft zijn ogen niet. Hij heeft precies even lang bij Watervast gewerkt als Annemarie. Watervast heeft altijd dezelfde bedragen aan verzekeraar P betaald. En hij krijgt maar de helft aan pensioen?

Hij belt met de verzekeraar. Die verwijst hem in eerste instantie naar de tussenpersoon. Maar de boekhouder van Watervast zegt hem dat de tussenpersoon, die ooit voor het contract bemiddeld heeft, op de fles is gegaan. En dus geeft de boekhouder steeds alle gegevens rechtstreeks door aan P.

Schoorvoetend staat de helpdeskmedewerker van P. Jasper dan toch maar te woord. ‘Hoe kan het dat ik de helft minder pensioen krijg dan mijn voormalige collega Annemarie?’ briest Jasper. De medewerker van P legt uit: ‘Dat zit als volgt. Uw werkgever heeft gekozen voor een pensioenregeling waarbij in feite voor iedere medewerker individueel een pensioenpot wordt opgebouwd. Die pot wordt op de pensioendatum in pensioenuitkeringen omgezet. Die uitkering gaan we u uitbetalen zolang u leeft.’

Terugslagen

De medewerker van P vervolgt: ‘U weet vast wel dat er na 2008 een financiële crisis is geweest. Die heeft behoorlijke invloed gehad op uw pensioenkapitaal. Ik mag het u eigenlijk niet vertellen vanwege de privacy, maar uw pensioenpot is op uw pensioendatum ongeveer 40.000 euro lager dan bij uw voormalige collega Annemarie.’ De economische omstandigheden hebben dus invloed op de grootte van het kapitaal. 

En verder: ‘Rond 2010 ontdekten wij — samen met andere verzekeraars — dat we de levensverwachting te voorzichtig hebben ingeschat. Stel dat er een pot is van 100.000 euro en we denken dat u gemiddeld 20 jaar leeft, dan zouden wij per jaar 5000 euro kunnen uitkeren. Maar als wij gaan bedenken dat u 25 jaar gaat leven, dan wordt de uitkering 4000 euro per jaar. Snapt u?' Jasper moet het even op zich laten inwerken, maar hij begrijpt het.

De rente

De rente is in de uitleg tot dusver buiten beschouwing gelaten, maar ook die komt aan bod. De medewerker vervolgt: ‘U weet vast ook wel dat de rente omlaag is gegaan. Dat ligt niet aan ons. Dat komt door de ECB. Maar als we een kapitaal om gaan zetten in pensioenuitkeringen, dan doen we alsof we tijdens de uitkeringsperiode geen hoger rendement maken dan de rente. Dat alles bij elkaar zorgt er voor dat u wat minder pensioen krijgt dan uw collega Annemarie.’

Jasper ontploft: ‘Wat minder pensioen? Het is minder dan de helft!’

Hij verbreekt de verbinding en blaast stoom af bij Annemarie. Jasper vertelt haar over zijn ervaringen met P. Annemarie snapt er ook niets van, maar ze vertelt dat het ook haar iets tegenvalt. ‘Het pensioen is al vijf jaar hetzelfde, terwijl de huur van mijn flat, de zorgkosten en allerlei andere dingen toch omhoog gaan.’ Jaspers verbijstering wordt steeds groter. ‘Dus die verzekeraar biedt levenslang hetzelfde bedrag, ondanks de stijging van de prijzen? Dus geen indexatie, zoals ze dat geloof ik noemen?’

Een indexatie-regeling zorgt voor een lager startbedrag

Hij belt verzekeraar P op en vraagt hoe dat zit. ‘Nee, meneer, uw uitkering gaat niet meer omhoog. Maar we hebben wel een product waarbij de uitkering ieder jaar met 3% stijgt.’ Jasper voelt zich wat gerustgesteld. ‘Maar,’ vervolgt de P-medewerker ‘dan beginnen met u op 2827 euro per jaar, ofwel 236 euro per maand uit te keren. In plaats van 332 euro. Echter, u weet dan zeker dat het jaar daarna er 3% bij komt. Het jaar erna ook. En zo steeds verder.’ Het duizelt Jasper. Als hij een stijgend pensioen wil, wordt zijn pensioen nog maar een derde van wat Annemarie krijgt. Bij ieder jaar 3% extra pensioen duurt het zo’n 12 jaar voordat hij hetzelfde pensioen gaat krijgen als wanneer hij kiest voor het pensioen dat niet stijgt. Hij gaat dan richting de 80. ‘Nee, dan maar beginnen met 332 euro per maand, zonder indexatie.’

Overdragen

Jaspers familie wijst hem er op dat hij helemaal niet bij P hoeft te blijven. Hij mag het kapitaal ook over laten dragen aan een andere verzekeraar. Maar hoe doet hij dat? Hij raadpleegt een pensioenadviseur. Die wil hem helpen, maar hanteert een starttarief van 795 euro. Een soort voorrijkosten. ‘Dat moet wel,’ zegt de adviseur, ‘want van de AFM, de Autoriteit Financiële Markten, moeten we bij u eerst “informatie inwinnen over uw financiële positie, kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid rondom pensioen” — zoals dat zo mooi in de wet staat — en daar gaat veel tijd in zitten.’

Jasper besluit met de adviseur in zee te gaan. ‘Heeft u behoefte aan een nabestaandenpensioen?’ vraagt de adviseur. Jasper is alleenstaand en wil dat niet. ‘Zijn er kinderen die nog een wezenpensioen moeten krijgen?’ De kinderen van Jasper zijn achter in de dertig, begin veertig. Nee dus. Daarmee is het onderzoek door de adviseur afgerond. Wat Jasper niet weet is dat de adviseur vervolgens kijkt op sites als Independer, MoneyWise.nl en 123Lijfrente. Vervolgens komt de adviseur met het verheugende nieuws dat er een verzekeraar is die per maand 7 euro meer wil geven dan verzekeraar P. ‘Zo weinig?’, vraagt Jasper de adviseur. ‘Ja, zegt de adviseur. Kijk, in wezen willen verzekeraars zich niet of nauwelijks branden aan dit soort uitkeringen. Daarom geven ze allemaal ongeveer hetzelfde. Er is nauwelijks concurrentie.’

Verzekeraars willen zich nauwelijks aan dit soort uitkeringen branden

Jasper duikt de papieren nog eens in. Hij vindt een opgave van verzekeraar P. uit 2008: ‘Uw pensioenkapitaal wordt 125.000 euro. Het levenslang pensioen wordt 8445 per jaar,’ staat daarin. ‘Aha’, denkt Jasper. ‘Nu heb ik ze. Zie je wel dat ik hetzelfde pensioen als Annemarie moet krijgen?’ Hij dient een klacht in bij de Ombudsman Pensioenen. Die zegt: ‘U leest niet goed. Er staat bij dat dit een indicatieve opgave is. Pas op de pensioendatum wordt het uiteindelijk pensioen berekend.’ De klacht wordt afgewezen. Maar Jasper is niet voor één gat te vangen. Hij dient ook een klacht in bij het Klachten instituut Financiële Dienstverlening. Het gaat hier immers om een commerciële verzekeraar. Het Kifid behandelt zijn klacht echter niet, omdat verzekeraar P. het instituut er fijntjes op wijst dat het niets meer mag doen als een consument al bij een andere klachtinstantie is geweest met dezelfde klacht.

Levenslang

Moegestreden legt Jasper het hoofd in de schoot. Hij tekent de brief van verzekeraar P. en stuurt deze op. En iedere keer als de verzekeraar hem geld overmaakt, denkt hij aan het feit dat hij een paar honderd euro meer zou hebben kunnen krijgen.

Twee jaar later leest Jasper dat staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Jetta Klijnsma bezig is om dit soort toestanden rond dit soort individuele pensioenpotjes beter te maken. Jasper informeert hier en daar of hij — als die verbeteringen zijn doorgevoerd — ook voor hem nog een ander pensioen op kan leveren. Maar nee, dat gaat niet gebeuren. Hij krijgt tweemaal levenslang: zijn uitkering staat vast en zijn verzekeraar ook.

Klaas, de tweelingbroer van Jasper, is heel zijn leven ambtenaar geweest en neemt met Jasper zijn pensioenopgaven van de laatste tien jaar door. Hij blijkt gewoon aan pensioen te krijgen wat hem door het ABP steeds in de brieven beloofd is. Weliswaar wordt zijn pensioen ook niet aangepast, maar hij heeft vorige week van een vertegenwoordiger van het pensioenfonds gehoord dat als in de toekomst de situatie verbetert, het ABP-pensioen best wel weer eens zou kunnen gaan stijgen.

Geen fictie

Bovenstaand verhaal is bedacht. Maar het is niet echt fictie. Het is gebaseerd op de werkelijkheid. Het geeft aan wat de effecten zijn bij individuele pensioenpotjes. Het is verstandig als het nieuwe kabinet nog eens goed over dit soort zaken nadenkt. Want de maatregelen die het kabinet heeft genomen rond de huidige individuele pensioenpotjes bij commerciële verzekeraars blijken de situaties van de huidige Jaspers en Annemaries niet veel verbeterd te hebben. Daar kom ik in een volgend artikel op terug.

Rob Goedhart neemt namens 50Plus deel aan de komende Tweede Kamerverkiezingen.