Sinds het einde van Koude Oorlog heeft Nederland fors gesneden in Defensie. De opeenvolgende kabinetten gebruikten de kaasschaaf om te beknibbelen op budgetten. Tegelijkertijd moest de gemankeerde krijgsmacht wel alles kunnen. Met de grote jongens meedoen, naar Afghanistan. De kaasschaafmethode raakte het bot van de krijgsmacht en Nederland maakt nog steeds geen echte keuzes op basis van visie.

Wat willen we met de krijgsmacht in de toekomst? De regering komt eerst met een budget en daarna volgt ‘visie’, in de praktijk een boekhoudkundige invuloefening. De kaalslag bij de Nederlandse krijgsmacht is inmiddels van vooroorlogse proporties.

33 artikelen

© ANP Xtra / Lex van Lieshout

Militairen op missie verdienen onder het minimumloon

Uitgezonden worden op missie naar een ver land, dagen achtereen op oefening: het is niet voor iedereen weggelegd. Daarom lokt Defensie potentiële militairen met de belofte van extra toelagen. Alleen, zo blijkt uit documenten in handen van Follow the Money: onder de streep kan het voor die militairen nog vies tegenvallen wat ze overhouden.

Dit stuk in 1 minuut
  • Van militairen wordt verwacht dat zij 24 uur per dag beschikbaar zijn en overuren maken. Omdat tijdens uitzendingen en oefeningen het meest risicovolle en zwaarste werk wordt verricht, worden militairen hiervoor gecompenseerd door (naast hun salaris) een uitzend- of oefentoelage te krijgen
  • FTM kreeg echter inzage in de loonstroken van medewerkers van de Marine. Daaruit blijkt dat zij in de weekenden niet worden doorbetaald, en alleen de oefentoelage krijgen uitgekeerd. Omgerekend naar uurloon komt deze compensatie neer op een bedrag dat onder het wettelijk minimumloon ligt.
  • Defensie noemt het huidige stelsel ‘ingewikkeld’ en ‘daardoor soms onduidelijk’; momenteel wordt gewerkt aan modernisering.
Lees verder

Met veel bombarie wordt eind maart de Defensienota gepresenteerd. De boodschap van de nieuwe minister Ank Bijleveld (CDA) en staatssecretaris Barbara Visser (VVD) is kraakhelder: Defensie moet weer betrouwbaar worden. Niet alleen als internationale partner, maar vooral als werkgever.

Dat laatste is hard nodig. Uit diverse peilingen onder militairen komt steevast naar voren dat de werknemers van Defensie structureel ontevreden zijn. Dit is ook terug te zien in de cijfers: militairen zoeken in toenemende mate hun heil buiten de krijgsmacht. Vorig jaar vertrokken 2800 mensen bij de organisatie, met als voornaamste redenen een gebrek aan perspectief en loopbaanmogelijkheden. Een nieuwe generatie militairen ziet het daarnaast niet zitten om voor langere periode te moeten leven op de kazerne, weg van familie en vrienden.

Defensie is daarom druk bezig met het werven van nieuw bloed: van speciale meidenvaardagen bij de marine, tot rode baretten die bij terugkomst uit Irak flyeren op het station.

Maar er is nog een andere, belangrijke factor: compensatie. Op wervingspagina’s stelt Defensie dat militairen een ‘goed basissalaris’ ontvangen, ‘met uitstekende secundaire arbeidsvoorwaarden’.

Uit een peiling die de militaire vakbonden in februari 2017 uitvoerden, blijkt echter dat meerdere militairen juist ontevreden waren over de lage financiële vergoeding voor hun werk. ‘Beloning dient niet alleen in de vorm van een lintje te bestaan, maar ook geldelijk’, zo liet één militair bijvoorbeeld weten. Ook bleek uit de enquête dat militairen hun loon vergelijken met dat in de burgermaatschappij en steevast tot de conclusie komen dat deze niet in verhouding staat tot wat er van ze gevraagd wordt.

Die twee zaken lijken tegenstrijdig. Hoe zit dat?

Op de momenten waar het meest van militairen wordt verlangd, 
is de financiële waardering het laagst

‘Bijzondere positie’

Een deel van de ‘secundaire arbeidsvoorwaarden’ die Defensie belooft bestaat uit toeslagen, die militairen bijvoorbeeld op uitzending of tijdens oefeningen ontvangen. Die toeslagen kun je zien als een compensatie voor de onregelmatige uren die militairen bovenop hun standaard werkweek moeten draaien, en de risico’s die ze daarbij op zich nemen.

Maar, zo blijkt uit een partij loonstrookjes van militairen, in het bezit van Follow the Money: waar dergelijke toeslagen in de burgermaatschappij normaliter bovenop het salaris komen, wordt het loon van militairen op oefening in de weekenden stopgezet. Met andere woorden: ze krijgen dus alleen de toeslag uitgekeerd.

Specifiek gaat het hier om de toelage die wordt uitgekeerd voor meerdaagse oefeningen, zoals de koudweertraining in Noorwegen of jungletraining in Belize. Deze vergoeding staat bekend als bekend onder de ‘vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid’ (VROB) en wordt uitgekeerd bij ‘meerdaagse activiteiten’ zoals varen, oefenen en bijzondere inzet die langer dan een etmaal duren. Per etmaal krijgen militairen — afhankelijk van hun rang — een compensatie die ligt tussen de 53 en 73,72 euro per etmaal, hetgeen neerkomt op een bruto uurloon tussen de 2,20 en 3,07 euro.

En dat wringt bij veel militairen: op de momenten dat het meest van ze wordt verlangd, blijkt de financiële waardering het laagst te zijn.

Maar dat is niet alles, want onder de streep blijft ook van die tweeënhalve euro maar weinig over. De toelagen worden door de belastingdienst gezien als extra inkomen en hierdoor zwaarder belast dan het salaris. Dat geldt overigens niet alleen voor de oefentoelage, maar ook voor de uitzendtoelage. Zo vertelt een militair in de vakbondenquête: ‘Bij mijn laatste uitzending naar Afghanistan ging mijn toelage grotendeels op aan het kinderdagverblijf omdat we extra opvang moesten inkopen. Die toelage werd ook nog eens gekort door de Belastingdienst’.

Aan twee volle werkdagen in een weekend houdt de militair netto 100 euro over

Uit de salarisstrookjes blijkt verder dat het aantal extra uren dat onbetaald blijft snel kan oplopen. Wanneer militairen een zaterdag, zondag of feestdag langer dan 8 uur werken, komt er een compensatie bij in de vorm van het zogeheten ZZF-component (Zaterdag, Zondag, Feestdag). Dat is een vast bedrag van 46,41 euro bruto per dag. Aan het uitkeren van het ZZF-component is te zien op welke momenten de militairen tijdens oefeningen in het weekend langer hebben gewerkt dan 8 uur op een dag. Hieruit is op te maken dat hoewel de militairen in deze weken minimaal 54 uur per week werken, er maar 38 uit worden betaald. 

Aangezien dergelijke oefeningen geen kwestie zijn van even een paar dagen bivakkeren op de Hollandse hei, kunnen het aantal weekenden dat militairen van huis zijn - met meerdere oefeningen per jaar - snel oplopen. Zo duren veelal trainingen tussen de 1,5 en 2 maanden en variëren van koudweertrainingen in Noorwegen en bergtrainingen in de Schotse Hooglanden tot zogeheten SOUT-trainingen (Special Operations Urban Terrain) in Denemarken.

Terug naar de werkweek van 54 uur. De minimaal 16 uur die extra worden gedraaid in het weekend (er van uitgaande dat militairen inderdaad een dag van 9 tot 5 draaien) worden financieel gecompenseerd door de VROB-vergoeding en (deels) het ZZF-component. Bij elkaar betekent dit dat een militair voor een volle werkdag van meer dan 8 uur in het weekend kan rekenen op een bruto vergoeding tussen de 198,82 en 240,26 euro. Op de loonstroken die wij hebben ingezien, bleef van dit bedrag onder de streep tussen de 101,40 en 122,54 euro per dag over. 

Doordeweeks verkrijgt de militair een basisloon van 8 uur per dag, de toelage voorziet in de resterende 16 uur van deze werkdag; In het weekeind verkrijgt de militair geen basisloon maar enkel een ZZF-component die voorziet in de eerste 8 uur, voor de resterende werkdag verkrijgt de militair toelage. Oftewel: als een militair de pech heeft om net in het weekend in onder extreme omstandigheden te moeten survivallen in bergachtig terrein, dan kan hij of zij rekenen op een compensatie van maximaal 5,10 euro per uur. Dit omdat - conform het regelement - de ZZF en de VROB op basis van inzet per etmaal worden berekend. Indien wij uitgaan van een werkdag van 9 tot 5 in het weekend, dan zou het neerkomen op 15,30 euro per uur. Helaas is dat niet de praktijk.

Werken voor een schijntje

Het probleem met de loonstrookjes is niet nieuw. Al in 2008 deed de geschillencommissie van de Koninklijke Luchtmacht een uitspraak in een zaak over dit onderwerp. Daarin is te lezen dat militairen het onacceptabel vinden dat de aanwezigheidsuren op de werkplek niet worden aangemerkt als arbeidsuren. De militairen werden destijds doorverwezen naar de vakbonden, omdat tenslotte met deze partijen de arbeidsvoorwaarden (zoals de VROB) worden vastgesteld. Maar wat de voorwaarden precies zijn, en waar militairen wanneer recht op hebben, is zelfs binnen de organisatie niet helemaal duidelijk. 

'Het is niet zo vreemd dat Defensie zoveel vacatures heeft'

Zo gingen twee medewerkers van de marine in beroep nadat zij in plaats van een oefentoelage een (lagere) vaartoelage kregen uitgekeerd. De bestuursrechter stelde hen maart 2017 in het gelijk: ze hadden recht op de (hogere) oefentoelage. In een interne nota — in bezit van FTM — is te lezen hoe dit zorgde voor discussie op de werkvloer: door de uitspraak van de rechter was het onduidelijk wanneer men recht heeft op welke toelage. Aan de medewerkers werd vervolgens verzocht de kwestie ‘niet te juridiseren’.

Problematisch

Militairen laten FTM weten dit meerdere malen aangekaart te hebben bij leidinggevenden en vakbonden, maar zich niet gehoord te voelen. Marc de Natris, voorzitter van de Gezamenlijke Officieren Vereniging (GOV), geeft aan dat tijdens de laatste CAO-onderhandelingen de prioriteit lag op loonsverhoging: ‘loonsverhoging is namelijk voor iedereen. Gezien jarenlange nullijn is het geld dat beschikbaar was, hier in gaan zitten’. Hoewel het probleem van de toeslagen dus al jaren speelt, hadden andere zaken tijdens de CAO-onderhandelingen voorrang.

Toch geeft ook De Natris aan de huidige situatie problematisch te vinden: ‘Als je deze toelage afzet ten opzichte van de extra uren die men per dag — ook in het weekend — werkt, dan kom je afhankelijk van het belastingtarief waarin iemand zich bevindt op ongeveer 30 euro netto per dag bovenop het normale salaris. Als je dus naast je normale werkweek een heel weekend 12 tot 14 uur per dag werkt, krijg je 60 euro netto en daarnaast één vrije dag. Vergelijk je dit met de markt, bijvoorbeeld "twee weken op, twee weken af", dan is deze compensatie een schijntje’. 

De Natris waarschuwt ervoor dat juist hierdoor banen in de burgermaatschappij in toenemende mate aantrekkelijk worden voor militairen: daar heeft men betere arbeidsvoorwaarden en militairen dus aanzienlijk meer te bieden. Hij vindt het dan ook niet vreemd dat Defensie zoveel vacatures heeft: ‘Defensie moet haar toelagesysteem gaan moderniseren. Een systeem waarin de balans tussen extra werkzaamheden en het van huis zijn niet alleen in het voordeel van Defensie uitslaat. In mijn ogen zal er dus zowel financieel als in vrije tijd moeten worden gecompenseerd.’

Het kan toch niet zo zijn dat personeel maanden op missie of oefening is en dat daar nauwelijks iets tegenover staat?

Defensie ‘is van mening dat wij goede arbeidsvoorwaarden kennen, die rekening houden met het militaire beroep. Op dit gebied biedt het bedrijfsleven inderdaad soms meer, maar dat probleem geldt voor de gehele overheid’, zo laat woordvoerder Klaas Meijer weten.

Anne Marie Snels van de militaire vakbond AFMP/FNV is het hier niet mee eens: ‘Defensie hanteert het motto dat het een eer en een roeping is om voor Defensie te werken en dat je dan blijkbaar geen marktconform salaris verdient. Dat zie je in Nederland overigens vaker bij beroepen waarbij mensen zich in dienst stellen van de samenleving. Alsof het liefdadigheidswerk is dat niet net zo goed betaald hoeft te worden als in de marktsectoren. Daar zijn veel mensen bij defensie helemaal klaar mee: kijk maar naar de uitstroomcijfers.’

Ook wijst Defensie erop dat militairen een vaste maandvergoeding krijgen, en niet per uur worden betaald: ‘Ze krijgen dus betaald voor de hele maand, ongeacht wanneer of hoelang ze werken. Naast dit vaste inkomen kent Defensie veel verschillende toelagen, zowel vaste toelagen als variabele.’ Een van deze vaste maandelijkse toelagen is ter vergoeding van mogelijke oproepbaarheid in het weekend, en ligt ‘tussen de 4,6 en 9,3 procent van het maandbedrag van de bezoldiging. Die toelage krijgt de militair iedere maand, of er nu sprake was van een maand met veel oefeningen of werk in het weekend of dat er sprake is van een maand met weinig belasting en vrije weekenden.’

Volgens Snels hangt de ontevredenheid onder militairen over het toeslagenstelsel ook samen met het inboeten op compensatie voor militaire inzet: ‘In het verleden was de extra beslaglegging voor militairen nog wel acceptabel omdat zij destijds met 50 jaar (Marine) of 55 jaar (Landmacht, Luchtmacht, Marechaussee) met pensioen gingen. Dat werd door velen als een soort compensatie in tijd gezien. Iedereen moet fors langer werken, maar daar heeft nooit een serieuze verbetering van de toelagen tegenover gestaan. Het kan toch niet zo zijn dat defensiepersoneel maanden op missie of oefening is, extra werkt, en dat daar nauwelijks iets tegenover staat?’

Wat de militair precies wanneer krijgt voor extra inzet, is onduidelijk. Door de jaren heen is een kerstboom van diverse toeslagen, compensaties en premies ontstaan. Het ministerie van Defensie geeft ook toe dat het toeslagensysteem ‘ingewikkeld’ is: ‘Om die reden is met de centrales van overheidspersoneel afgesproken dat we een vereenvoudigd model van toelagen zullen introduceren’.

Of zo’n versimpeld toeslagensysteem zich ook zal vertalen in maandelijks netto meer op de rekening, is nog maar de vraag. Een marktconform salaris voor militairen is vooralsnog toekomstmuziek.