Dijsselbloem: 'Of de cultuur bij banken is veranderd? Ehh....'

Hebben banken iets geleerd van de kredietcrisis en van de maatschappelijke onvrede die daardoor is ontstaan met de financiële sector? Die vraag stond maandag centraal bij een symposium met als thema 'Commissie De Wit, vijf jaar later', waarbij ook minister Dijsselbloem aanwezig was. 'Bij sommige bankiers heerst oprechte weerzin tegen het maatschappelijke debat.'

'We hebben al zoveel gedaan. Is het dan nog niet genoeg?' Het is een uitspraak die zo uit het repertoire van de gemiddelde Griek kan komen over de bezuinigingsdrift die hem wordt opgelegd door de internationale schuldeisers. Maar volgens een van de onderzoekers van de tussenbalans Commissie De Wit is het ook de gedachte die leeft bij Nederlandse topbankiers. We hebben al zoveel buffers verhoogd en bonussen verlaagd, is de maatschappij dan nooit tevreden? Vijf jaar geleden kwam de tijdelijke Tweede Kamer Commissie De Wit met het rapport Verloren Krediet, over het ontstaan van de kredietcrisis. Later volgde er nog een parlementaire enquête van De Wit naar de crisis en het ingrijpen van de overheid. Tijd voor een evaluatie en een bijbehorend symposium vonden SP'er Jan de Wit en zijn voormalig vicevoorzitter Jan Schinkelshoek (CDA). Is het 'verloren krediet' inmiddels weer herwonnen, wilden zij weten. Het antwoord was nee.

'Pacificatie ver te zoeken'

'Er zijn meer parlementaire enquêtes geweest over onderwerpen waar grote maatschappelijke onvrede over was,' zegt Schinkelshoek, die zelf jarenlang directeur communicatie was bij Rabobank. 'Maar meestal trad daarbij na een aantal jaar wel een soort pacificatie op: we gaan gezamenlijk weer door. Dat gebeurde bij de bouwfraude, de IRT-affaire, de scheepsbouw. Maar bij de banken is nog geen pacificatie [met de samenleving] te bespeuren.' Volgens minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem, die aanwezig was op het symposium, kwam dat mede door de acties van de banken zelf. 'Vertrouwen terugwinnen kost tijd. Maar als je dan dingen gaat doen die afbreuk doen aan dat vertrouwen, dan duurt het een hele lange tijd,' stelde de minister, die wees op de recente beloningsdiscussie bij ABN Amro, waar zes bestuurders een loonsverhoging van 100.000 euro was beloofd (die inmiddels van tafel is).
'Er zijn ook topbestuurders die denken: ik ben er even niet'
Dijsselbloem hekelde ook de afwezigheid van de bankiers in het maatschappelijk debat. 'Het debat niet aangaan, gaat niet werken. Doe iets met de kritiek, of ga er tegenin.' Hoewel de top van de Nederlandse grootbanken de laatste jaren is volgestopt met publieke figuren, zoals Dijsselbloems voorganger op Financiën Gerrit Zalm bij ABN Amro, en oud-SER-voorzitter Wiebe Draijer bij Rabobank, is er nog steeds weinig publiek tegengas van de banken. Dat ING-bestuurder Wilfred Nagel er recent voor koos de discussie met FTM-lezers wél aan te gaan, leverde dan ook veel positief verbaasde reacties op. Maar Nagel is nog steeds de uitzondering die de regel bevestigt. 'Er zijn ook topbestuurders die denken: ik ben er even niet [als er maatschappelijke onvrede is, red],' zei Dijsselbloem. 'Soms is dat vanuit een oprechte weerzin tegen het maatschappelijk debat. Bijvoorbeeld omdat ze worden weggezet als graaier. Maar het ligt voor de hand het debat juist wel aan te gaan.' De minister prees Chris Buijink, de oud-ambtenaar die nu voorzitter is van de branchevereniging van banken, de NVB, en die bijvoorbeeld recent zijn achterban opriep om meer pro-actief het rentederivatenprobleem in het mkb aan te pakken. 'Ik vind dat Chris het dapper doet, maar ik zou graag mensen uit de sector zelf horen in dit debat.' Ook de organisatie van het symposium benadrukte dat het moeilijk was om bankiers te vinden die aan een publieke paneldiscussie mee wilden doen: anonieme achtergrondgesprekken vonden ze prima, maar een paneldiscussie was een stap te ver. De enige bankmedewerker in het panel was Han de Jong, chief economist van ABN Amro.

Fundamenteler probleem: bankcultuur

Dijsselbloem liet echter doorschemeren dat de banken niet alleen een communicatieprobleem hebben, maar dat er ook een fundamenteler probleem is. De minister was rap in het beantwoorden van vragen, maar op de vraag of de cultuur bij de banken is veranderd sinds de crisis, bleef Dijsselbloem opvallend lang stil. '.......... ehm, .......... Dat is lastig. Het gaat om geld verdienen met geld. Daar zit altijd het risico in dat mensen meer risico gaan nemen dan je aankunt.' Volgens hem was het dan ook geoorloofd om als overheid te besluiten om de bonussen van bankiers flink in te beperken. 'Beloningen kunnen wel degelijk risicovol gedrag uitlokken. Het beperken van bonussen is een vergaande maatregel, je grijpt als overheid in in de private sector en in contracten tussen banken en hun werknemers. Maar ik vind het gerechtvaardigd.'
'Niemand heeft het over de 20.000 tussenpersonen die het land doorsjouwden en provisie kregen voor het aansmeren van hypotheken en verzekeringen'
Volgens oud-president van De Nederlandsche Bank Nout Wellink is de publieke belonings- en bonusdiscussie echter te veel gaan focussen op de topbestuurders, met hun miljoenensalarissen. 'Aan de top wordt behoorlijk veel verdiend. Maar de bonusdiscussie gaat veel dieper. Niemand heeft het over de tijd dat 20.000 tussenpersonen het land doorsjouwden en provisie kregen voor het aansmeren van hypotheken en verzekeringen.'

De Dijk

Naast de vraag of bankiers de laatste jaren zijn veranderd, was er op het symposium ook veel aandacht voor het veranderde toezicht en voor de aangescherpte buffereisen. Vrijwel alle sprekers gebruikten in dat opzicht het beeld van het 'ophogen van de dijk.' Iedereen was het met elkaar eens dat de dijken waren verstevigd, maar daarna liepen de analyses en woordspelingen van de sprekers uit elkaar. Niet iedereen vond dat 'de dijken voldoende waren verhoogd.' Hoogleraar Sweder van Wijnbergen waarschuwde:  'Als iedereen gaat zeggen dat we nu wel veilig zitten, dan moet je juist gaan oppassen.' Volgens hem was het de vraag 'of de dijken wel op de goede plaats zijn neergezet.' Hij wees er op dat de risico's niet uit het systeem waren verdwenen, maar in sommige gevallen simpelweg waren verschoven naar sectoren waarop minder toezicht is. Ook minister Dijsselbloem waarschuwde voor enkele 'riskante vormen' van het zogeheten schaduwbankieren. 'Voor een deel zijn we bezig de vorige oorlog te winnen,' zei de minister. 'We weten niet of bij een volgende dijkdoorbraak de dijken sterk genoeg blijken. De vorige storm was een westerstorm, misschien komt de volgende storm wel uit het oosten,' om daar meteen aan toe te voegen dat hij niet op Griekenland doelde.
'We hebben de vorige oorlog nog niet eens begrepen'
Wellink, die tijdens de vorige oorlog, annex storm, aan het roer stond van DNB, benadrukte dat de dijken misschien wel waren verhoogd, 'maar dat de waterstand ook hoger is geworden.' 'We moeten oppassen, we hebben de vorige oorlog ook nog niet begrepen. We proberen te begrijpen wat daar is gebeurd, maar ik denk dat we er nog steeds niet zijn.' En niet alleen weten bankiers nog steeds niet wat er in het verleden is misgegaan, ook van de toekomstige uitdagingen hebben de bankiers geen idee, benadrukte hij. 'Ik participeer in een groep van [internationale topbankiers, red] en elke keer weer valt mij op dat zij geen strategie hebben over hoe om te gaan met [de disruptie door, red] nieuwe technologie.'