FTM verdiept zich sinds 2013 de wijze waarop grote banken in Nederland vele duizenden ondernemers in het MKB met rentederivaten opzadelde. Complexe financiële producten waarvan MKB’ers niet begrepen wat voor schadelijke uitwerking ze konden hebben. Dat had voor vele ondernemers desastreuze gevolgen. FTM drong door tot de kleinste details van deze grote misstand in de financiële sector. De serie artikelen vormt ook het langst lopende dossier op FTM. Lees meer

FTM zat meer dan 3 jaar de banken op de hielen en er ligt nu een oplossing.

Banken verkochten derivaten niet alleen aan woningcorporaties als Vestia, maar ook op grote schaal aan kleine ondernemers waarvan iedereen wist dat zij een verwaarloosbare kennis hadden van complexe financiële producten. Wilden die ondernemers uit het MKB opeens zo graag derivaten als renteswaps afnemen? Nee, ze werden daar in vele gevallen toe gedwongen. Geen renteswap, geen lening, zo luidde een voornaam verkoopargument van de bankiers. Langzaam beginnen de nadelige gevolgen van deze verkooppraktijken duidelijk te worden. De rentederivaten blijken voor duizenden ondernemers het equivalent van wat de woekerpolis ooit voor consumenten waren. De grote vraag is: wat nu? Worden de banken tot de verantwoording geroepen of wordt het probleem vooruit geschoven en moeten benadeelde MKB'ers - net als woekerpolis-slachtoffers - eindeloos wachten op een halfbakken oplossing of zal de rechtspraak een vroegtijdig vonnis vellen? FTM volgt sinds 2013 deze kwestie op de voet en dringt door tot de voornaamste details. Het dossier en de lezers en experts die er in de afgelopen jaren hun bijdrage aan leverden, vormt een rijke bron aan kennis.

76 artikelen

Dit is wat er niet deugt aan de herbeoordelingen van mkb-derivaten

De AFM is vorige week door het stof gegaan voor haar gebrekkige toezicht op de herbeoordelingen van rentederivaten door banken. Maar waar ging het nu precies mis? Follow the Money graaft al jaren in dit dossier en zag enkele herbeoordelingsbrieven in. We sommen de fundamentele gebreken even voor u op.

Banken hebben jarenlang rentederivaten verkocht aan vele duizenden ondernemers in het midden- en kleinbedrijf die totaal geen ervaring hadden met complexe financiële producten. Toch werd de mkb'ers op het hart gedrukt deze derivaten te kopen wanneer zij een banklening wilden afsluiten, de bank stelde het vaak zelfs verplicht. Dit zorgde voor zoveel problemen bij de betrokken ondernemingen, dat de minister van Financiën, Jeroen Dijsselbloem, en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de banken in juli vorig jaar dwongen om ruim 17.000 van deze verkopen opnieuw na te lopen, om te kijken of er fouten waren gemaakt. De AFM vond deze herbeoordelingen in maart nog van 'voldoende' kwaliteit, maar voelde zich vrijdag genoodzaakt tot een complete ommedraai en een zelfkastijding: de herbeoordelingen waren helemaal niet voldoende en de AFM was tekortgeschoten in het toezicht. De meeste herbeoordelingen moeten overgedaan worden en de raad van toezicht van de AFM start een onderzoek naar wat er fout is gegaan bij het AFM-derivatenteam. Het was een pijnlijke mededeling om te te moeten doen voor de toezichthouder, die zich gedwongen zag het eigen falen naar buiten te brengen. Maar wat ging er precies mis? Follow the Money kon diverse herbeoordelingsbrieven inzien, die banken hebben verstuurd aan klanten (van elke grootbank minimaal een), op voorwaarde dat deze niet gepubliceerd zouden worden. Onderstaande punten tonen wat er fout is aan de herbeoordelingen.

1. De échte vraag wordt niet gesteld

Wat zijn rentederivaten en wat is er precies mis mee? Het lijkt een simpele vraag, maar veel ondernemers, en ook veel bankiers, hebben geen zin om zich er in te verdiepen. Zelfs niet bij de herbeoordelingen. Ondernemers waren vroeger gewend om te kiezen tussen twee soorten leningen: een met een vaste rente, of een met een variabele rente. That was it. Maar banken bedachten zich zo'n acht, negen jaar geleden dat het lucratiever was om geen lening met een vaste rente meer aan te bieden, maar in plaats daarvan renteswaps te slijten aan de ondernemers: dat zou een soort verzekering zijn die precies hetzelfde effect had als een lening met een vaste rente en het was vaak nog iets goedkoper ook! Tenminste, zo werden de derivaten aangeprezen bij ondernemers. Toen de rente na de kredietcrisis in 2008 flink begon te dalen, bleek het echter heel duur om een renteswap tussentijds af te kopen, iets wat de banken nooit duidelijk hadden verteld aan ondernemers. Ook bleek dat de rentelast wel degelijk kon stijgen. De swaps dekten namelijk wel het risico af dat de variabele rente zou stijgen, maar niet het risico dat de renteopslag zou stijgen.
De simpele vraag 'was dit wel het goede product om te verkopen' wordt in de herbeoordeling niet gesteld
Was dit indertijd wel het goede product om te verkopen aan de betreffende ondernemer, of was het misschien beter om een ander product te verkopen? Die simpele vraag werd in de herbeoordelingen niet gesteld. Had een ondernemer niet liever een lening met een variabele rente gewild en de risico's van een hogere rente aangekund? Waarom is de ondernemer niet de mogelijkheid geboden van vaste rente: dan konden de opslagen niet worden verhoogd en was het ook mogelijk geweest jaarlijks een deel van de lening boetevrij af te lossen, zonder dat de negatieve waarde van een derivaat moest worden afgetikt. En waarom heeft de bank niet geadviseerd of gesuggereerd om een zogeheten rentecap te nemen, een optie waarbij de ondernemer in ruil voor een premie de zekerheid krijgt dat zijn rente niet boven een bepaald rentepercentage kan uitkomen? Zo’n cap kost geld, maar een cap kan geen negatieve waarde krijgen terwijl de ondernemer wel kan profiteren van een dalende rente. Een afweging tussen al deze opties - die had moeten plaatsvinden op het moment dat de ondernemer het rentederivaat kocht - is indertijd vaak niet voldoende gemaakt. In de herbeoordeling wordt dit punt, opnieuw, niet genoemd.  Wat bekijken banken dan wel in de herbeoordeling? Meestal kijken ze simpelweg of het derivaat even groot is als de lening (is de looptijd hetzelfde? Is er geen sprake van een overhedge, waarbij het derivaat een grotere hoofdsom heeft dan de lening) en of alle formuliertjes braaf zijn ingevuld. Is dat het geval, dan is er vaak niets aan de hand, bezweren de banken in hun herbeoordelingsbrieven aan de ondernemers. De vraag of de bank de ondernemer überhaupt een rentederivaat had moeten verkopen, wordt niet gesteld. Adviseurs en advocaten die ondernemers bijstaan ergeren zich daar groen en geel aan. Hoe kun je nou ‘herbeoordelen’ of je wel een goed product hebt verkocht, als je niet bekijkt of het product indertijd wel passend was? Ook de AFM had al vanaf dag één kunnen constateren dat banken deze essentiële vraag niet stelden, maar deed dat kennelijk niet.

2. Opslagverhogingen niet altijd meegenomen

Het is een van de twee grootste pijnpunten van de rentederivaten. Ondernemers worden niet alleen plots met heel hoge kosten geconfronteerd als zij derivaten vroegtijdig willen afkopen, bijvoorbeeld omdat zij hun bedrijf verkopen, of leningen eerder willen aflossen. Maar ook als zij de derivaten wel door laten lopen, kan dat flink in de papieren lopen. Banken verhogen vaak de renteopslagen, terwijl ondernmers dachten dat dit niet kon: een swap was toch vrijwel hetzelfde als een lening met een vaste rente? Hoe kan mijn rente dan nu toch zomaar met een procent stijgen?
ING verloor vier rechtszaken over opslagverhogingen, toch wordt dat niet standaard meegenomen in alle herbeoordelingen
De banken beroepen zich daarbij op kleine lettertjes, maar daar gaan rechters vaak niet in mee. ING verloor recent vier rechtszaken op rij over de opslagverhogingen. De bank moet de teveel betaalde rente terugbetalen, en in een geval mocht de gehele swap zelfs door de shredder. Toch worden de opslagverhogingen niet standaard meegenomen in de herbeoordelingen van banken. Het kan ertoe leiden dat een bank met droge ogen beweert dat uit de herbeoordeling geen fouten zijn gebleken, terwijl de bank vervolgens stelt de klacht van de ondernemer over de opslagverhoging nog niet te hebben bekeken. Adviseurs en advocaten die ondernemers bijstaan stellen dat je vaak zélf moet vragen om de opslagverhogingen mee te nemen in de herbeoordeling. Als je dat doet heb je bij ABN en ING kans dat de opslagverhoging zonder veel morren  (deels) wordt teruggedraaid. Het zorgt ervoor dat niet alle mkb'ers hetzelfde worden behandeld, terwijl banken dat wel hadden toegezegd aan de AFM.

3. Herbeoordelingen zijn niet in te zien

Gaan de banken wel goed te werk bij de herbeoordelingen? De AFM vindt nu kennelijk van niet. Maar de toezichthouder is de enige die dat kan constateren, want alleen zij mogen de herbeoordelingsdossiers inzien. Als klant krijg je geen inzage in de overwegingen die de bank maakt. Banken houden de kaarten strak tegen de borst. Hoe moet je dan weten of de slager (de bank) zijn eigen vlees (het derivaat) wel goed heeft gekeurd?
De klant is goed geïnformeerd door Rabo, zegt Rabo zelf. Maar waar is die conclusie op gebaseerd?
Als mkb'er moet je genoegen nemen met een tamelijk standaard opgestelde brief van je bank. Zo zegt Rabo onder meer te hebben gekeken of ze de klant voldoende te hebben geïnformeerd, en of ze hebben gekeken hoeveel risico de klant wilde lopen. Een paar zinnen later krijgt de klant vervolgens te horen dat er niets aan de hand is: Rabo heeft voldoende geïnformeerd, zegt Rabo zelf. Maar waarop is die conclusie gebaseerd? Die informatie wil de bank om juridische overwegingen niet vrijgeven. De klant kan alleen maar op de blauwe ogen van de bank vertrouwen. De AFM kan de dossiers wel inzien en kwam na ruim een jaar dus tot de conclusie dat de banken hun werk niet goed hadden gedaan. Bij ABN krijgen klanten een summiere opsomming van hun derivaat (wanneer is het derivaat ingegaan, wanneer loopt het af, hoe groot is het derivaat), gevolgd door wat algemene uitleg over hoe derivaten werken, onder meer aan de hand van een plaatje waarbij twee poppetjes (een met een trui, de ondernemer; en een met een pak met een stropdas, de bankier) hun rente ruilen. Mocht ABN constateren dat er iets fout is gegaan, dan wordt dat klein in een kadertje gezet. ING geeft nog de meeste informatie aan de klant, al geeft ook die bank alleen maar de conclusies weer en geen de onderliggende feiten. De oranje bank geeft aan welke punten ze meeneemt in haar herbeoordeling, een soort afvinklijstje, en wat bij elk van die punten de bevindingen zijn. Ook ING baseert de beoordeling vooral op een controle of de benodigde brieven altijd netjes zijn verstuurd en de juiste formulieren zijn ingevuld. Is dat gebeurd, dan is er vaak niets aan de hand.

4. Hoe kun je herbeoordelen als het dossier niet compleet is?

ABN Amro kreeg vlak voor de beursgang twee boetes van de AFM: een van twee miljoen euro omdat de bank de dossiers niet op orde had van de ondernemers aan wie ze een derivaat hadden gesleten, en een omdat de bank 'insufficiently honest, fair and professional' zou zijn geweest tegenover ondernemers bij het verkopen van derivaten. Omdat banken voor de herbeoordeling vaak alleen op het dossier afgaan en geen gesprekken voeren met klanten, riep dat al vrijwel direct de vraag op: hoe moet ABNAMRO gaan herbeoordelen of ze indertijd een goed product hebben verkocht, als ze de benodigde documenten niet meer hebben? En hoe kan een bank die een boete heeft gekregen voor onvoldoende eerlijk en professioneel handelen, nu opeens wel betrouwbaar worden geacht in het geven van een oordeel over de eigen verkoop van de rentederivaten?
'Als je een standje krijgt, kun je daar juist van leren'
Als je een standje krijgt, kun je daar juist van leren, zegt een van de herbeoordelaars van ABNAMRO op voorwaarde van anonimiteit, die stelt dat de bank alle dossiers goed en fair beoordeelt. En ook van de kant van de mkb-advocaten en -adviseurs wordt benadrukt dat ABNAMRO, onder meer met het oog op de beursgang die netjes en zonder al te veel negatieve publiciteit moest verlopen, de herbeoordelingen beter aanpakt dan veel andere banken. Toch kijkt ook deze bank niet naar de essentiële vraag of het derivaat überhaupt verkocht had moeten worden en worden de verhoogde renteopslagen niet automatisch 100 procent vergoed. Ook Rabo heeft te maken met rommelige dossiers, benadrukken diverse adviseurs en advocaten. Bij Rabobank is het herbeoordelingsproces 'een drama', zoals een van hen het noemt. Niet alleen dat, volgens diverse adviseurs zou Rabobank in brieven beweringen doen die helemaal niet kloppen. Rabo zou in brieven aan ondernemers beweren dat de klant diverse malen met gespecialiseerde treasury-mensen van de bank heeft gesproken over het afgesloten derivaat, terwijl de ondernemers bij hoog en bij laag beweren dat daar nooit sprake van is geweest. Zo creëert de bank echter wel richting de toezichthouder het beeld dat Rabo altijd netjes heeft gecommuniceerd, terwijl dat door de klanten zelf in twijfel wordt getrokken. 'Bijna frauduleus', noemt adviseur Patrick van Gerwen dat. 'Je doet dat met opzet om je eigen aansprakelijkheid terug te dringen.' Een woordvoerder van Rabo zegt niet op individuele gevallen te willen reageren. 'Als een klant zegt dat een brief of een voorstel niet correct is, dan gaan wij in gesprek.'

5. Niet op tijd

De eerste prioriteit is het afronden van het herbeoordelingsproces, zo benadrukten ING-topman Ralph Hamers en Chris Buijink van de Nederlandse Vereniging van Banken twee weken geleden in antwoord op vragen van FTM. En Buijink was ervan overtuigd dat de herbeoordelingen goed gingen en dat dat ook zou gaan blijken uit het oordeel van de AFM, nadat alle herbeoordelingen waren afgerond. Het zou zelfs zó goed gaan, dat FTM positief zou gaan schrijven over de herbeoordelingen, lachte Buijink. Hoe anders staat de wereld er nu voor. Het snel afronden van de herbeoordelingen kunnen Hamers en Buijink wel vergeten. En de bankensector lag ook helemaal niet zo goed op schema als zij zelf beweerde. Eind dit jaar zouden de herbeoordelingen afgerond moeten zijn. Hamers benadrukte dat ING 'op schema' lag. ABN stelde vorige maand in het prospectus voor de beursgang hoorde dat alle herbeoordelingen in de eerste helft van dit jaar waren afgerond: alleen de gesprekken met ondernemers die gecompenseerd moesten worden, moesten nog plaatsvinden. Rabo stelde in oktober de herbeoordelingen te hebben afgerond van alle 1300 'kwetsbare' klanten, zoals bijvoorbeeld mkb’ers in Bijzonder Beheer, of met een overhedge, en dat voor het einde van het jaar met de andere 6700 dossiers te zullen doen.
Diverse Bijzonder Beheerklanten van Rabo zouden nog geen herbeoordeling hebben gehad
Diverse adviseurs en advocaten benadrukken klanten te hebben die bij Rabobank in Bijzonder Beheer zitten en die nog helemaal niets van de bank hebben gehoord. Als de bank de herbeoordeling al zou hebben afgerond, heeft de klant daar in ieder geval niets van gemerkt. Een woordvoerder van Rabo zegt dat beeld niet te herkennen. Uit correspondentie die FTM inzag, blijkt daarnaast dat Rabo en ABN gesprekken met klanten over een oplossing naar volgend jaar doorschuiven. Ook zonder ingrijpen van de AFM hadden deze banken de deadline van 31 december 2015 dus niet gehaald. Ondernemers die vorig jaar hun hoop hadden gevestigd op de herbeoordeling, moeten in sommige gevallen dus anderhalf jaar wachten op een voorstel van de bank om tot een deal te komen. Nu de AFM oordeelt dat een substantieel deel van de herbeoordelingen over moet, kan dat dus nog langer duren.

Verrassing of niet

De AFM gaat binnenkort met de banken in gesprek om aan te geven wat er precies mis was met de herbeoordelingen en welke herbeoordelingen opnieuw moeten gebeuren. De Nederlandse Vereniging van Banken zegt verrast te zijn door het oordeel dat het herbeoordelingsproces niet goed was. Toch kunnen de pijnpunten niet als een donderslag bij heldere hemel zijn gekomen bij banken. Zij hebben al diverse rechtszaken over rentederivaten verloren en hadden kunnen inzien dat de herbeoordelingen daardoor niet meer voldoende waren, bijvoorbeeld op het gebied van de opslagverhogingen. Ook de AFM, waar halverwege dit jaar 'intern signalen naar boven kwamen' dat er iets mis zou kunnen zijn met de herbeoordelingen, zoals een AFM-woordvoerder het noemt, had al vanaf dag één kunnen constateren dat de essentiële vraag 'had de bank wel een rentederivaat moeten adviseren' door de bank niet werd gesteld. En dat wie die vraag niet stelt, nooit tot de conclusie zal komen dat er iets mis was met de verkoop van de 17.000 rentederivaten aan middelgrote en kleine ondernemers.