
Econoom van morgen moet nú kritisch leren denken
Rethinking Economics is een internationale organisatie van economiestudenten die geen genoegen meer nemen met de vastgeroeste denkbeelden in hun universiteiten. De komende maanden zal Rethinking Economics samen met de FTM-lezer op telkens één bekend begrip een nieuw, kritisch licht werpen. Doen jullie mee?
Markten zijn efficiënt; de markt is een neutraal mechanisme waarmee wij welvaart kunnen genereren. De overheid springt in waar diezelfde markt tekort komt. Werkloosheid is slecht, werkgelegenheid is goed. Hoe meer we economisch groeien, hoe beter; bij een gebrek aan groei is er iets mis. Als je bankier bent, verdien je meer dan een vuilnisman. Als je geld leent, hoor je rente te betalen.
Ons denken over economie — en daarmee het beeld dat we van de maatschappij hebben — zit vol met dit soort vanzelfsprekend lijkende aannames. Op school leren we dat dit is hoe de wereld werkt. Als we het even vergeten, worden we eraan herinnerd in de journaals, politieke debatten, kranten en, niet te vergeten, door de experts die ons medicatie voorschrijven om groei te stimuleren en werkloosheid in te dammen. Over die laatste twee begrippen praten we voortdurend: het is een collectieve fixatie van ons geworden. Zodoende denken we dat we bezig zijn de economie standvastig te doorgronden.
Met de fixatie op deze fenomenen stoppen we tegelijkertijd echter ook de wortels ervan in een black box. Te veel praten we over werkloosheid en wat daar aan te doen is; te weinig staan we erbij stil waarom we überhaupt nog zoveel werken, nu robots een grotere rol spelen dan ooit.
"Waarom vinden we het normaal dat kinderen in Afrikaanse mijnen aan het begin staan van de productieketen van onze telefoons?"
Te vaak praten we over markten als vehikels voor investeringen of groei; te weinig kijken we naar wat een markt eigenlijk is en hoe ons denken over deze markt onze eigen ideeën over goed en kwaad blootlegt. Waarom vinden we het bijvoorbeeld normaal dat kinderen in Afrikaanse mijnen aan het begin staan van de productieketen van onze telefoons, terwijl we diezelfde markt voor kinderabeid in Nederland volledig hebben afgeschaft?
Kortom: we blijven in het denken over economie te vaak aan de oppervlakte. Niet alleen in de Tweede Kamer of op het journaal, maar ook op onze universiteiten en dan met name in de collegezalen. Deze oppervlakkigheid is een groot maatschappelijk probleem. De kiezer heeft misschien wel de moed om een fundamenteel kritische houding in te nemen tegenover hetgeen de mainstream politiek, media en experts hem dagelijks voorschotelt, maar heeft daar zelden voldoende theoretische middelen voor.
Gebrekkige economieopleiding
Minstens zo erg: de huidige generatie studenten economie — die in de wereld van morgen niet alleen sleutelposities gaat innemen als beleidsmaker of journalist, maar van wie ook verwacht mag worden dat ze grondig nadenken over onze economie — wordt in haar scholing ernstig tekort gedaan. Hun opleiding geeft hen te weinig middelen om dominante denkbeelden kritisch te belichten; er is te weinig aandacht voor het fundamenteel bevragen van economische verschijnselen en wanneer ze afstuderen zijn studenten onvoldoende in staat economische fenomenen vanuit verschillende perspectieven te analyseren.
Er is te weinig aandacht voor het fundamenteel bevragen van economische verschijnselen
De verliezer? De samenleving als geheel. Die produceert namelijk allerlei briljante technologische uitvindingen, maar ontbeert tegelijkertijd de inspiratie om diezelfde innovatie te tonen op sociaal en economisch vlak. John Maynard Keynes sprak bijna een eeuw geleden al over het potentieel van technologie om de menselijke arbeidslast te verlichten. Waarom maken smartphones en tablets onze relatie met dat werk dan alleen maar beklemmender? Hoe kan het dat we volgens vrijwel elke maatstaf welvarender zijn dan ooit, maar tegelijkertijd zo ongelukkig lijken te zijn?
Debatteer mee
Fundamenteel economisch denken in brede lagen van de samenleving: dat is wat nu gevraagd wordt. Het onderwijs moet studenten leren grondig na te denken over economie, zodat de huidige economiestudenten morgen de voorhoede van maatschappelijke verandering kunnen vormen. Burgers moeten tegelijkertijd in staat worden gesteld om moed, analyse en verbeelding te combineren, om zo de kritische tegenmacht te vormen die de samenleving zo hard nodig heeft.
Rethinking Economics, een wereldwijd netwerk van studenten en academici, is daarom niet alleen opgericht om het economieonderwijs te veranderen; ook willen wij het debat over economie toegankelijk maken. Alleen met breed gedragen bewustwording en begrip kan verandering bewerkstelligd worden.
Daarom gaat Rethinking Economics — samen met jullie, lezers van Follow the Money — op dit platform bevragen wat onbevraagd is gebleven. Elke maand zullen we een licht schijnen op een basaal economisch begrip of fenomeen.
Die black box breken we vervolgens open door een aantal fundamentele vragen te stellen: Wat houdt het fenomeen dat we bespreken precies in? Wat zijn de filosofische, culturele, historische en economische wortels van het begrip? Wat leert ons een grondige inspectie van een bepaald begrip of verschijnsel over het huidige denken? Is het mogelijk en/of nodig anders tegen het fenomeen aan te kijken? In februari trappen we af met ons eerste fenomeen: ‘de markt’. Hopelijk tot dan!
Over welk thema zou u meer willen lezen? Stuur een mail naar maarten@rethinkingeconomics.nl en laat het ons weten!
28 Bijdragen
Constance 4
Dit misschien omdat een roemrucht invloedrijk politiek econoom, de inspirator van de Reagan-Thatcher 'revolutie', ons uitnodigde het idee van sociale rechtvaardigheid te zien als een quasi-religieus bijgeloof?
"Die idee der socialen Gerechtigkeit ist ein quasi-religiöser Aberglaube" F.Hayek
En die stelde dat enkel totale onderwerping aan "das Befehlsmechanismus des Marktes" ons vrij en welvarend zal maken waarbij elke interventie (anders dan ten gunste van z'n financiers zoals Rockefeller) verboden is opdat wij niet zullen dwalen op de alternatieve 'Road to Serfdom' of liever gezegd de weg naar het alternatieve Serfdom, dat hij voor ons in gedachten had.
Jan-Marten Spit
ConstanceJe zal dus op zoek moeten naar een betere verklaring.
De mens is altijd al in strijd met elkaar over welvaart en grondstoffen. Die strijd leidt per definitie tot winnaars en verliezers. Dit kan je niet leuk vinden, net als ik, maar als je een probleem niet -begrijpt- kan je niet hopen het op te lossen. Het komt in ieder geval niet door een zestal mensen, maar door de mensheid, en wellicht het leven zelf. De natuur is immers mooi, maar ook niet al te vriendelijk.
bps
Jan-Marten SpitJan-Marten Spit
bpskortom, het is de vrije wil die ons daarin onderscheidt, wij hebben een keuze, en dat maakt het woord 'wreed' op ons wel toepasbaar maar op een 'machine' als een tarantula niet. daarom kan je ook moeilijk zeggen dat sommige mensen 'wreder' zijn dan de natuur, aangezien dat begrip op de natuur niet van toepassing is.
zullen we het er op houden dan mensen in staat zijn om zowel liefdadiger als kwaadaardiger te zijn dan de natuur?
bps
Jan-Marten SpitKwaadaardigheid zit alleen bij mensen tussen de oren bij keus of bij aandoening.
De natuur kent voorzieningen voor een snelle, pijnloze, genadige dood. Voor het Tarantula mannetje, voor de niet meer weerbare Chimpansee bejaarde en voor de prooi van een haai. Pijn is een signaal dat later komt na de shock en stress van de impact.
Jan-Marten Spit
bpsje hebt niet goed gelezen wat ik zeg, en gaat niet in op de argumenten, die dan ook nog staan als een huis.
bps
Jan-Marten SpitKen jij de verschillen tussen mens en dier?
Anton Van de Haar 8
bpsOverigens zal dit mechanisme ook weer gaan gelden voor ons mensen als we het tempo van onze aanwas niet onder controle weten te krijgen.
bps
Anton Van de HaarIk ben die wet nog niet tegengekomen in de kunde van de natuur of in de ecologie.
De natuur is hard en regelt zichzelf naar uitsluitend natuurwetten.
De mens heeft extra wetten en middelen tot zijn beschikking om zichzelf te regelen en in stand te houden. Het verstand is zo'n extra middel dat dieren niet hebben en veel mensen niet gebruiken om zichzelf en de wereld in stand te houden.
Daarom verschillen mensen niet veel van dieren en ondergaan inderdaad dezelfde mechanismen.
Jan Smid 8
Anton Van de HaarConstance 4
Jan-Marten SpitHet 'verhaal' was niet als stelling maar als vraag geformuleerd; hoe ontkracht je een vraag?
Maar het gaat hier om de bezinning op een norm (''waarom..normaal dat'') en normen worden beïnvloed door ideeën en zijn daarmee afhankelijk van de overtuigingskracht en inzet van haar protagonisten om deze ideeën salonfähig te maken. Slavernij werd ooit normaal gevonden maar nu overwegend niet meer, ondanks de cultuur-invariantie van onze 'natuurlijke' disposities.
En F.H staat natuurlijk voor de ideeën van de invloedrijkste lobbyclub van de vorige eeuw, de door hem opgerichte MPS, met in haar kielzog een groot netwerk van 'denktanks', alle specialisten in het inventief inzetten van het begrip "vrijheid" om de belangen van haar sponsoren (de grote multinationals en kapitaalgroepen) te waarborgen, die tot doel had een "spontaneous Order" te plannen en te installeren en die in belangrijke mate het politiek- economische denken van de laatste decennia heeft bepaald.
"A lot of planning to resist all planning", zoals Paul Samuelson ooit vrolijk opmerkte.
Waarbij overigens H. toch nog wat minder radicaal was dan z'n mentor , de compromisloze aartsreactionair Mises met diens puur ideologisch gedreven 'praxeologische' karikatuur van wetenschapsbeoefening ("I never accepted Mises's apriorism " F.H.) en haar sociaal-Darwinistische implicaties.
bps
'Daarom gaat Rethinking Economics — samen met jullie, lezers van Follow the Money — op dit platform bevragen wat onbevraagd is gebleven.'
Ik wil concrete antwoorden zien.
Jan-Marten Spit
"Die black box breken we vervolgens open door een aantal fundamentele vragen te stellen: Wat houdt het fenomeen dat we bespreken precies in? Wat zijn de filosofische, culturele, historische en economische wortels van het begrip? Wat leert ons een grondige inspectie van een bepaald begrip of verschijnsel over het huidige denken? Is het mogelijk en/of nodig anders tegen het fenomeen aan te kijken? In februari trappen we af met ons eerste fenomeen: ‘de markt’. Hopelijk tot dan!"
Is mens&samenleving niet een dieper fenomeen waarin technologieën als geld en markt ontstonden? Lopen we niet het risico een gemiste afslag over het hoofd te zien als we niet bij het begin beginnen?
Roland Horvath 7
Is er iets meer gestoord denkbaar dan de vorige paragraaf met kritiek op het denken over de economie maar ook een samenvatting van het getater, van de beweringen van de genoemde 3 waanzinnigen die zich uitsluitend met de machtigen identificeerden. De politici die enthousiast het roof en geweld kapitalisme aan de aanbod/productie kant en het armoede en uitsluiting kapitalisme aan de verdeling kant aanhangen lijden ook veelal aan grootheidswaanzin. In Nederland de VVD en D66, in België N-VA. De Leider van de laatste partij vergelijkt zich met Julius Caesar, Cicero en Octavianus Augustus.
De economie blijft hangen in onvolledigheid: De 6 W's: wie wat waar wanneer hoe en waarom worden niet beantwoord. Dood jammer, een verdere ontwikkeling dringt zich op. Of noem het onvolwassenheid of intimidatie. Ter vergelijking, 500 jaar geleden werd de sterrenkunde gestoord door het christendom.
Marla Singer 7
Roland HorvathNiet dat de Oostenrijkse school perfect is maar het is in ieder geval minder tenenkrommend asociaal dan wat tot het ongebreidelde neo-liberaal schrikbewind heeft geleid.
JR dB 1
Stelling: de enige manier om waarde te creëren is middels menselijke arbeid.
Uitleg: Niet goud, olie, graan of andere grondstoffen hebben enige waarde. Pas als mensen deze zaken gaan delven, gebruiken en er producten mee maken, krijgen ze waarde. Het onderling verhandelen van grondstoffen levert geen extra toegevoegde waarde op. Het stilt wel de hebzucht van velen.
Dus de vraag: Als ik 1 euro verdien bij mijn baas, hoeveel cent kan ik dan uiteindelijk netto in een winkel uitgeven?
Anton Van de Haar 8
JR dBHet netto gevolg daarvan is dat er steeds minder waarde wordt gecreëerd door werknemers, en steeds meer door (bezitters van) productiemiddelen. Het zal duidelijk zijn dat dit de onderhandelingspositie van de werknemers in de strijd om de verdeling van de opbrengsten van de economische productie er niet beter op maakt. Want uiteindelijk wordt die verdeling niet gedicteerd door de marginale opbrengst van arbeid en kapitaal, zoals mainstream economen denken, maar door de onderhandelingspositie van de werknemers en de bezitters van die productiemiddelen (werkgevers).
Matthijs 11
Anton Van de HaarAnton Van de Haar 8
MatthijsMatthijs 11
Anton Van de HaarAnton Van de Haar 8
MatthijsWat dat betreft vond ik het volgende citaat uit een interview met Rutger Bregman in de Volkskrant veelzeggend.
"Ik had vroeger de neiging om op Den Haag te focussen als het over veranderingen gaat. Maar mijn wereldbeeld is gekanteld. Het is andersom: als iedereen in Nederland iets doorheeft, pas dan beginnen ze in Den Haag of Hilversum erover na te denken."
bps
Anton Van de HaarJan Smid 8
Anton Van de Haarbps
Anton Van de HaarStravidarus 6
Ernest Jacobs 6
bps
Ernest JacobsErnest Jacobs 6
bps