Over de winnaars en verliezers van globalisering. Lees meer

Internationale handels- en investeringsverdragen als TTIP en CETA bevorderen de vrije handel tussen burgers, landen en continenten, leveren nieuwe banen op en geven het bedrijfsleven een impuls. Althans, dat is het idee. In werkelijkheid vinden de onderhandelingen achter gesloten deuren plaats en werken lobbygroepen hard om hun belangen veilig te stellen.

Er bestaan dan ook grote zorgen dat de verdragen niet de belangen van (EU-)burgers dienen, maar vooral die van grote ondernemingen. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen voor de kwaliteit van ons voedsel? Ons energiebeleid? Gaat de belastingbetaler straks opdraaien voor claims van Amerikaanse multinationals als we chloorkippen en -eieren uit onze schappen weren? Of als we kerncentrales sluiten? Follow the Money zoekt het antwoord op die vragen.

79 artikelen

Een #TTIP-diner bij de Amerikaanse ambassadeur

7 Connecties
158 Bijdragen

FTM-hoofdredacteur Eric Smit ging in een vers gestoomd pak op bezoek bij de Amerikaanse ambassadeur om te praten over het handelsverdrag TTIP. Hij trof er vertegenwoordigers en belangenbehartigers van grote corporates aan en veel eensgezindheid over het naderende handelsverdrag. 'This is off the record!'

Als FTM-journalist krijg je niet snel uitnodigingen uit de hoek van het establishment. Een eervolle uitnodiging van de Amerikaanse ambassade om in de ambtswoning tijdens een diner te praten over het inmiddels geruchtmakende TTIP handelsverdrag tussen de Verenigde Staten en Europa leek mij dan ook een buitenkans. Ambassadeur Timothy Broas wenste in een ‘gezelschap van Nederlandse opiniemakers en experts’ zijn begrip te vergroten over hoe TTIP in Nederland wordt beleefd. Het handelsverdrag beoogt de laatste handelsbelemmeringen tussen de twee economische machtsblokken weg te nemen. De economie zal daarvan profiteren - zo luidt de theorie althans.

'Off the record'

Voorafgaand had ik met de medewerker van de ambassade besproken op welke voorwaarden ik bij het diner aanwezig kon zijn. Ik wilde er in het publieke domein mededelingen over kunnen doen, zo luidde mijn voorwaarde. Want wat zou ik anders als journalist waard zijn? Daar ging hij mee akkoord, zolang aanwezigen maar niet door mij zouden worden geciteerd. Mensen moesten vrijuit kunnen spreken. Dat leek mij een aanvaardbare tegemoetkoming en dus toog ik op de zonnige avond van 10 juni met mijn uitnodiging en paspoort in de binnenzak naar Den Haag. Dresscode: business. Hoewel ik mijn zaakjes doorgaans in spijkerbroek en zwartleren cowboylaarzen pleeg af te handelen, leek het mij gepaster om in een vers gestoomd pak, gepoetste schoenen, dasloos en fashionably late bij de Amerikanen aan te bellen. In de hal van de ambtswoning schudde ik de hand van de ambassadeur die mij allerhartelijkst verwelkomde, maar mij niettemin nog even serieus toesprak: ‘everything is off the record tonight’. ‘Of course it is’, verzekerde ik hem.

Gepocheerde kwarteleitjes

De aanwezigen waren onder andere afkomstig van bedrijven en instellingen als Philips, ABN Amro en ING. Ook aanwezig: Simon Smits, de huidige directeur-generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken en Winand Quaedvlieg hoofd van het Brusselse kantoor van werkgeversorganisatie VNO-NCW. De enige andere aanwezige journalist was Mathijs Bouman. Naast mij aan tafel zat Willem-Jan Laan, director global affairs van Unilever, precies tegenover mij Andy Klom, het traag en zalvend sprekende hoofd van de vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland.
Barack Obama had het een paar dagen eerder nog met Weißwurst en Weizenbier moeten doen
Ik liet mijn blik even over het menu dwalen en constateerde dat de traditionele Amerikaanse lekkernijen daarop geen plek hadden gekregen. Het eerste gerecht: een worteltartaartje omwonden met gerookte wilde Alaskazalm en twee gepocheerde kwarteleitjes in een komkommer gazpacho. Verrukkelijk. Barack Obama had het een paar dagen eerder bij de G7 in de Beierse Alpen nog met Weißwurst en Weizenbier moeten doen. De Amerikaanse president ijvert hard voor TTIP. Hij wil dat het handelsverdrag nog in zijn ambtstermijn wordt geratificeerd. Een dag na de Duitse kroegmaaltijd mocht hij de uitgesproken instemming van de G7 in ontvangst nemen: in de komende zes maanden moet er een raamovereenkomst over TTIP liggen.

Emotioneel en redeloos

Het optimisme over TTIP was ook bij sommige gasten in de ambtswoning merkbaar. Bij de eerste rondgang aan tafel werd mij ook al snel duidelijk dat ik de enige aanwezige was die zich kritisch zou tonen over het op handen zijnde verdrag. De weerzin van vele burgers tegen TTIP werd door de meesten afgedaan als emotioneel. Het verweer tegen het ISDS (het Investor State Dispute Settlement): volkomen redeloos. De ene na de andere gast bracht dit in variërende staten van opwinding naar voren.

Uitnodiging US De uitnodiging van de Amerikaanse ambassadeur

Waarom zouden Europeanen, Nederlanders in het bijzonder, zich zo verzetten tegen een verdrag dat zulke evidente voordelen heeft? En waarom werd de wijze van juridische arbitrage, zoals in ISDS vervat, nog steeds schimmig genoemd? Critici wisten niet waar ze het over hadden, hun kennis van de feiten schoot ernstig tekort. Het zat hem in de boosheid van mensen, merkten enkelen op, het archetypische wantrouwen tegen Amerikanen en populisten die daar misbruik van maken. Er werd instemmend geknikt en gebromd.
ALS DE HARDE BEWIJZEN VOOR HET FUNDAMENT VOOR TTIP ONTBREKEN, WAAR BERUST UW BRAVOURE DAN OP?
Het werd tijd om de boel een beetje op te schudden zonder dat daarbij de chloorkippen over tafel vlogen. Ik vroeg de aanwezigen waar alle zelfverzekerdheid op was gestoeld, toch zeker niet op de grandioze voorspelde economische voordelen van TTIP? Economische modellen (Bertelsmann, Ecorys) voorspellen in het voordelige geval dat er over tien jaar een half procent groei van het Europese nationale inkomen wordt geboekt. In het nadelige geval een half procent krimp (Capaldo). De uitkomsten van economische modellen zijn tegen elkaar weg te strepen, we weten het gewoon niet zeker, concludeerde ik. Als de harde bewijzen voor het fundament voor TTIP ontbreken, waar berust uw bravoure dan op? Mijn argument maakte weinig indruk. De cijfers waren misschien niet indrukwekkend, maar een positieve invloed mocht ik niet ontkennen. Immers, het wegnemen van handelsbelemmeringen door het gelijktrekken van standaarden en wegnemen van invoertarieven zal de handel doen toenemen en dat is goed voor de productie en dat levert banen op. Daar kon geen zinnig mens tegen zijn.

De één procent

Dat kon ik dus wel. Want over welke hoeveelheid handel hadden we het precies? Hoeveel exporteerde Europa eigenlijk naar de Verenigde Staten? Één miljard euro per dag, klonk het over de tafel. Inderdaad, zei ik, terwijl een bediende mij een bord met getrancheerde lamsbiefstuk met een puree van aubergines voorschotelde. En dat dagelijkse miljard maakt aan het einde van het jaar één procent van het Europese nationale inkomen uit. En welke bedrijven vertegenwoordigen met name deze ene procent? Dat zijn de corporates die hier ook aan tafel zitten. En deze bedrijven zullen als gevolg ook het meest van TTIP profiteren. Profiteert de motor van de Europese economie – het midden- en kleinbedrijf (mkb) – gelijkwaardig mee? Jawel, het verdrag zou beslist positief uitwerken voor het mkb, zo werd beweerd. Het mkb was tenslotte de grote toeleverancier van het corporate bedrijfsleven, de positieve effecten zouden aanzienlijk zijn.
HET GEVAAR VAN TOENEMENDE ONGELIJKHEID WAS SOWIESO GEEN TAFELGESPREK
En zo ging het verder. Ik bleef hameren op het ontbreken van harde bewijzen, maar dat haalde weinig uit. Ik argumenteerde vervolgens dat er neerwaartse druk zou ontstaan op de Europese arbeidslonen die hoger zijn dan die in Amerika. De Amerikanen was bovendien hetzelfde overkomen door het Noord-Amerikaanse handelsverdrag NAFTA. Dat feit werd weliswaar beaamd, maar daar mocht niet de conclusie uit worden getrokken dat dit door het handelsverdrag was veroorzaakt. Ik zag het voorhoofd van de bekende DWDD-econoom fronsen, maar niemand zei wat op deze economische kletspraat. Het onderwerp toenemende ongelijkheid was sowieso geen tafelgesprek. Dat gold in iets mindere mate voor het idee van een onafhankelijk arbitrage-hof dat in de plaats moest komen voor het controversiële ISDS. Maar, zo bleek, zelfs zo’n relatief eenvoudige maatregel die transparantie van de rechtsspraak rondom het eventuele TTIP enorm zou kunnen vergroten, stuitte al op weerstand.

Een trein op stoom

Er moesten vooral succesvoorbeelden van bedrijven die profiteren van handel in de Verenigde Staten in de media naar voren worden gebracht, opperde een aanwezige. Want dat was de teneur; we zaten bij elkaar om een bijdrage aan de doorgang van TTIP te leveren, niet om wezenlijke vraagstukken over nog meer vrijhandel te bespreken. En trouwens; we moeten als Europeanen wel, want wat als de Aziatische variant van TTIP (TPP) er wel komt? Dan kunnen de Aziaten tegen het nultarief in de Verenigde Staten zaken doen! De belangen zijn ook van geopolitieke aard, zo werd duidelijk. Het is noodzaak om met de Amerikanen aan de bal te blijven door een economisch machtsblok te vormen. Alleen zo valt straks nog iets af te dwingen. TTIP is een trein die op stoom is gekomen, zo concludeerde ik aan het einde van de avond toen ik me over het tot hoogglans geboende parket naar de uitgang begaf. Het diner had me een boeiende inkijk geboden in het denken van direct betrokkenen en belanghebbenden. Meer vrije markt, meer vrije markt, meer vrije markt, luidt nog steeds het bezwerende mantra. Twijfels daarover zijn er niet. Ook niet bij de mee-denkende overheidsinstanties. In kringen van corporates wordt überhaupt niet getwijfeld. Wie deze mensen nog van iets anders wil overtuigen, zal een enorm kanon in stelling moeten brengen.   Hereby the English translation of the article.