
Onze economie is in zijn wezen niet duurzaam. Was ze dat wel, dan zou de wereld er een stuk beter uitzien. Het goede nieuws is dat dat mogelijk is, als de economie een echte wetenschap wordt. Maar daar is nogal wat voor nodig. Een omslag in denken, om te beginnen. En een boek. Lees meer
Onze wereld wordt geteisterd door grote structurele problemen. Klimaatverandering, armoede, instortende economieën, om er een paar te noemen. We beschikken over tal van middelen om deze op te lossen. Dat de problemen desondanks blijven bestaan, is volgens wetenschapper Niko Roorda een kwestie van economie. Vrijwel alle grote tragedies in de wereld, meent hij, zijn er doordat we economisch gezien niet begrijpen wat we doen. We moeten toe naar een economisch systeem dat intrinsiek duurzaam is, en hebben een economische wetenschap nodig die dat ontwerpt en invoert. Hierover schrijft Niko Roorda zijn nieuwste boek, en dat wil hij samen met de lezers van FTM doen.
Het achtvoudige pad naar de wetenschap
Een andere economie begint met anders denken over geld
Kunnen we vooruitgang meten?
Waarheid en werkelijkheid
Is winst hetzelfde als motivatie?
Groei moet, zegt de economie
Groei en rechtmatig eigendom
Economische impetuswoorden
Gekopieerde methoden
Vanzelfismen en andere mythen
Beeld © CC0 (via Unsplash)
Een andere economie begint met anders denken over geld
Voor de laatste paar artikelen in het dossier over een duurzame economie focust Niko Roorda zich op enkele onderwerpen die hem bijzonder aan het hart gaan. Deze keer: een paar voorbeelden om daadwerkelijk anders na te denken. Over geld, om precies te zijn
Dag FTM-leden en -lezers, in de vorige aflevering die ik schreef voor FTM in het dossier Duurzame Economie, die van 23 juni, kondigde ik het al aan: de verkorte afronding van het project waarin het boek dat ik over omniconomie schrijf en dat op FTM gepubliceerd wordt.
Na 23 juni werd het even stil van mijn kant, afgezien van een losse inzending – buiten het dossier – op 8 juli over de Nationale Omgevingsvisie, de NOVI. Mocht je die gemist hebben, dan weet je nu waar die te vinden is. Het werd stil, enerzijds omdat ik mezelf een paar broodnodige weken vakantie gunde, anderzijds omdat ik heel hard heb gewerkt aan het halen van een deadline: het inleveren van de vierde, wederom grondig herziene editie van mijn Basisboek Duurzame Ontwikkeling. Ik had Uitgeverij Noordhoff beloofd het manuscript voor 1 oktober in te leveren omdat het rond 1 april volgend jaar in de winkels moet liggen. (Ja, dat traject kost zes maanden.) Ik heb het gehaald, maar moest daar erg hard voor werken, 7 dagen per week, 12 uur per dag: het leven van een schrijver kan zwaar zijn. Daardoor moesten jullie langer wachten dan ik hoopte: ook het leven van een lezer kan zwaar zijn.
Omdat ik nog slechts een paar afleveringen in het dossier Duurzame Economie ga plaatsen, kies ik een paar bijzondere onderwerpen, die me na aan het hart liggen en die jullie volgens mij erg boeiend zullen vinden. Samen zijn ze tamelijk kenmerkend voor wat ik met het boek beoog.
Anders denken
Zoals je weet, indien je mijn afleveringen gevolgd hebt, gaat mijn boek over anders denken in de economie. In feite zelfs over het compleet herontwerpen van het economisch denken, aangezien economie nog in de verste verte geen wetenschap is, hetgeen zeer grote schadelijke gevolgen heeft: van klimaatverandering tot en met economische crises en armoede. Ik heb het je in de loop van het dossier allemaal laten zien.
In deze aflevering geef ik een paar voorbeelden van hoe je daadwerkelijk anders kunt denken. Over geld, om precies te zijn, op een paar manieren die je als verrassend zult ervaren.
Denk nu alsjeblieft niet dat, als we de ideeën die ik hier aanbied maar gewoon gaan invoeren, we de economie direct duurzaam maken. Zo eenvoudig ligt het echt niet. De voorstellen die ik hier ga doen zijn vooral bedoeld om je los te schudden uit het vastgeroeste denken over economie en geld. De werkelijk belangrijke ideeën, die de wereld in een omniconomisch duurzame staat kunnen brengen, zullen moeten voortkomen uit een grondig vernieuwde economische wetenschap, die tot stand zal moeten komen door bijdragen van velen: wetenschappers, beleidsmakers, bestuurders, ‘gewone’ mensen. Wat je hier gaat lezen is bedoeld om je creativiteit op te wekken (en wellicht hier en daar een lach).
Geld, anders (nummer 1): Het gemiddeld inkomen
In het eerste voorbeeld gaat het over het bbp, het bruto binnenlands product. Ik begin met een verhaaltje.
Het hoe en waarom daarvan ontgaat de regering. Jou ook, lieve lezer? Om het risico te vermijden dat je weldra gaat afhaken vanwege rekenangst of wiskundevrees, sla ik de rest van het betoog van de geleerde buurlander over. In plaats daarvan vat ik zijn woorden samen en vertel je dat er zelfs nog een derde wiskundige methode bestaat om een gemiddelde uit te rekenen, en die wordt het ‘harmonisch’ gemiddelde genoemd. In dit pdf-bestand kun je de wiskundige details allemaal vinden. Ik geef je hier alleen de resultaten.

Terzijde: de drie gemiddelden bestonden in de wiskunde al jaren, maar de toepassing ervan op inkomens met als uitkomst de begrippen AMI, GMI en HMI is aan mijn fantasie ontsproten. Je zult ze niet in de literatuur vinden, sorry.
Het rekenvoorbeeld laat zien dat het in het beginjaar 948 nauwelijks uitmaakt welk gemiddelde je hanteert. De inkomens liggen redelijk dicht bij elkaar, met als gevolg dat het AMI, het rekenkundig gemiddelde inkomen, bijna gelijk is aan het GMI en het HMI, de beide andere gemiddelden.
Maar kijk nu naar het jaar 949, waarin veel grotere inkomensverschillen zijn ontstaan. Het AMI gaat fors omhoog dankzij het succes van inwoner 1, waarbij de tragische omstandigheden van de overigen nagenoeg geheel irrelevant zijn. Maar het GMI daalt flink ten opzichte van vorig jaar en het HMI nog veel meer: zij zijn zichtbaar gevoeliger voor ongelijkheid dan het AMI.
In het jaar dat daarop volgt vindt een ontwikkeling plaats die in de wereld buiten Friesmark natuurlijk te absurd is om echt voor te komen: inwoner 1 voegt meer dan een miljoen aan zijn inkomen toe, terwijl zijn landgenoten niet voor- of achteruitgaan, kun je het je voorstellen? Het traditionele AMI, dat keurig in het nationaal jaarverslag wordt gebruikt, gaat evenredig omhoog met (bijna) een factor 100 en de regering constateert dat het fantastisch gaat. Maar het GMI wordt niet 100 maar slechts 10 maal zo hoog, terwijl het HMI niets stijgt. Dat betekent:
De hoogte van het AMI wordt vooral bepaald door de rijksten in een land en negeert de ongelijkheid en de aanwezige armoede vrijwel geheel. De AMI-methode wordt in het echte leven door alle landen gebruikt.
Het GMI weegt armen en rijken ongeveer in gelijke mate.
Het HMI wordt grotendeels bepaald door de armen en is ongevoelig voor de toename van de rijkdom van de absurd rijken.
Het GMI is altijd lager dan het AMI, terwijl het HMI de laagste van alle drie is. Dat is een wiskundige noodzaak, met één uitzondering: als alle bedragen gelijk zijn. Dat blijkt, want in het jaar 951 pikt de armoedige onderklasse van ons kleine Friesmark het niet langer en besluit met een tweederde meerderheid van de stemmen tot een herverdeling van de inkomsten: voortaan krijgt iedereen hetzelfde. Het gevolg is dat de drie gemiddelden nu eveneens allemaal hetzelfde zijn, zoals de tabel laat zien.
De logische vraag is nu: welk gemiddelde is nu het ware gemiddelde? Het juiste, het beste?
Het antwoord is: er is geen beste antwoord. Elk van de drie gemiddelden is bruikbaar, maar voor verschillende doeleinden. Een regering die vooral belang hecht aan de welvaart van de rijkere burgers kiest voor het AMI, dat wil zeggen: voor het traditionele bruto binnenlands product (bbp). Een regeringsbeleid waarin alle mensen meetellen kan met het GMI werken, maar voor zover mij bekend gebeurt dat nergens. Dat geldt ook voor het HMI, waar een regering voor zou kunnen kiezen om het beleid vooral te richten op het opheffen van de armoede.
In eerdere afleveringen op Follow the Money, die van 3 februari en 10 februari van dit jaar, schreef ik over de Vier Sferen: die van Woorden, Verhalen, Beleid en Effecten. De figuren die je daar zag, heb ik nu ingevuld voor HMI, GMI en AMI: zie de onderstaande figuur.

Je ziet hier een helder voorbeeld van hoe de keuze van een woord (AMI, GMI of HMI) bepalend is voor welk verhaal verteld wordt (‘wat is vooruitgang?’), waarna dat verhaal bepaalt welk politiek beleid gevoerd wordt en dus welke effecten er bereikt worden, zoals toename van de ongelijkheid of juist verlaging van de armoede.
Dat is althans de theorie, want in de praktijk is er helemaal geen keuze, worden de woorden gekozen door de rijkste en machtigste mensen en ondernemingen en is de door hen gewenste uitkomst dus bepalend voor het verhaal en het beleid. Dat is de reden waarom ieder land het AMI gebruikt.
Nogal wat economen en politici zullen vermoedelijk de schouders hierover ophalen, omdat ze ervan overtuigd zijn dat het AMI de enige juiste, logische, ware methode is om de welvaart van een land te meten. Ik kan hier niet verwijzen naar een literatuurbron die dat onderzocht heeft, want voor zover ik weet is zo’n onderzoek nooit uitgevoerd. (Mocht je wel zo’n onderzoek kennen, wil je me dat dan vertellen?) Maar als dat inderdaad zo is, illustreert dat een belangrijk feit, namelijk dat de meeste economen onbewust veronderstellen dat hun economische wetten noodzakelijk zijn en niet veranderd kunnen worden. Dat is natuurlijk niet waar, want de economische wetten zijn door mensen gemaakt en kunnen dus door mensen veranderd worden. De economische wetten verschillen daarmee fundamenteel van de natuurkundige wetten, zoals het volgende experiment laat zien.
Natuurwetten zijn niet vrij te kiezen: ze zijn ontdekt (zoals de bronnen van de Nijl ontdekt zijn).
Politieke en juridische wetten zijn bedacht, dus ze zijn vrij te kiezen. Sinds ze zijn vastgesteld bestaan ze echt (zoals televisies echt bestaan sinds we ze bedacht hebben). We kunnen ze naar wens veranderen, en dat gebeurt ook: tv’s worden steeds beter. Politieke en juridische wetten ook?
Economische wetten zijn ook bedacht, maar veel ervan zijn mythen of sprookjes (zoals Sneeuwwitje bedacht is maar nog steeds niet echt bestaat). Ik heb daarover uitvoerig geschreven in de aflevering van 24 maart van dit jaar. Drie van die mythen tref je aan in de afbeelding: de ‘Perfecte Markt’, het ‘Opkomend Tij’ en het ‘Trickle Down Effect’.
De keuze voor bepaalde economische wetten, zoals de schijnbare ‘waarheid’ van het AMI, wordt bepaald door de waarden die je koestert. Waardenvrije economie bestaat derhalve niet.
Geld, anders (nummer 2): Behoudswetten
Laat ik nu een ander voorbeeld bekijken van hoe je op een verrassende alternatieve manier kunt kijken naar ‘geld’.
Als ik jou een tientje betaal, ben jij tien euro rijker en ik tien euro armer. Opgeteld bezitten we dus nog evenveel. Dat suggereert dat er een soort Wet van Behoud van Geld is. Zo vreemd is dat niet, want het is een voor de hand liggend idee dat geld de materie is waaruit de economie is opgebouwd, net zoals energie (of massa, wat hetzelfde is) de materie is waaruit het universum is opgebouwd. Energie is een behouden grootheid: het kan niet meer of minder worden, want energie is ‘spul’. Geld is ook spul, en alle spul is, zoals we in onze peutertijd allemaal ontdekt hebben, behouden: het ontstaat niet vanzelf en het verdwijnt niet vanzelf.
En toch is dat niet waar. Geld kan wel degelijk verdwijnen, en dat kun je helemaal zelf doen. Opdracht: neem een tientje uit je portemonnee; je mag het tientje gebruiken dat ik je zojuist betaalde. Pak een aansteker en verbrand het tientje. Helemaal. En kijk: de hoeveelheid geld in de wereld is zojuist met tien euro afgenomen. Géén behoudswet dus.
De geldhoeveelheid kan ook spontaan toenemen. Als jij of ik dat doen worden we valsemunters genoemd en gestraft. Het verbranden van het tientje is overigens niet strafbaar, althans in de Europese Unie, maar we mogen het niet te gek maken, want dan zijn we volgens de Europese Commissie de sigaar:
“Lidstaten mogen de totale vernietiging van kleine hoeveelheden eurobankbiljetten of -munten door particulieren verbieden noch bestraffen. Zij dienen evenwel de ongeoorloofde vernietiging van grote hoeveelheden eurobankbiljetten of -munten te verbieden.”
Particulieren mogen dus de Wet van Behoud van Geld een beetje overtreden in neerwaartse richting, voor de rest moeten we het hoofd in nederigheid buigen en het geld eerbiedigen. Dat geldt echter niet voor de banken. Banken mogen bijna onbeperkt geld creëren, en dat telt dan niet als valsemunterij. Ze doen dat iedere keer als ze een lening uitschrijven, bijvoorbeeld een hypotheek of een investeringslening. Bijna al het geld dat in omloop is, is gecreëerd door commerciële banken. Dat mag, ze overtreden er geen wet mee. Wordt een lening afgelost, dan verdwijnt het geleende geld weer. Niet in een kluis: in het niets.
Als dit misschien vreemd voelt en een beetje ongemakkelijk: ik had het in de aflevering van 20 januari al gezegd; geld is namelijk helemaal geen spul. Geld kun je niet eten en je kunt er geen huis mee bouwen. Geld is een sprookje. Geld is Sneeuwwitje.
Niet alleen in banken wordt geldwaarde gecreëerd of vernietigd, het gebeurt ook voortdurend op de effectenbeurzen. Soms op een heftige wijze, zoals op 23 april 2013. Op die dag werd het Twitteraccount van Associated Press gehackt, waarna een nepbericht de wereld werd ingestuurd dat het Witte Huis was aangevallen en dat President Obama gewond was. Prompt brak een flash crash uit, een flitskrach, waardoor binnen twee minuten in de S&P 500 Index een waarde van 136 miljard dollar ‘verdampte’ doordat zomaar ineens de koersen van veel aandelen instortten. Een vermogen verdween in het niets. Gewoon: weg…!
Het grootste deel daarvan kwam later overigens spontaan terug uit niet-zijn.
Toch zou het misschien zo gek nog niet zijn als we wat meer regels zouden invoeren die in de buurt komen van een behoudswet, zo niet van geld, dan toch van geldstromen. Hier zijn een paar nieuwe, leuke regels waar je aan zou kunnen denken:
(1) De totale loonsom in een land staat vast. Als iemand meer gaat verdienen, gaan anderen dus minder verdienen. Welke politieke gevolgen zou dat hebben?
(2) Het minimuminkomen is een vast percentage van het maximale inkomen. Kies zelf of dat geldt binnen bedrijven en/of in een land. Of de hele wereld.
Je kunt er ook voor kiezen om juist het hele idee van een behoudswet aan de kant te schuiven. Dat kun je bijvoorbeeld doen door geld eenzelfde status te geven als tegoedbonnen: het verliest na verloop van tijd vanzelf, wettelijk bepaald, zijn waarde. Dat kan in één keer na een jaar, of na tien jaar, maar het kan ook geleidelijk, bijvoorbeeld doordat alle geld vanaf het jaar van uitgifte een vast percentage van zijn waarde afschrijft. Tien procent per jaar bijvoorbeeld: als dat briefje van tien euro van zojuist is gedrukt in 2015 (en daarna niet is verbrand), dan is het in 2016 nog 9 euro waard, in 2017 8,10 euro enzovoorts. Het zal even wennen zijn, maar er is geen technisch bezwaar om zoiets te realiseren. Het lost direct een probleem op waarmee de banken momenteel worstelen: de inflatie wil maar niet komen.
Inflatie is belangrijk, melden economen, omdat anders de mensen hun geld te lang oppotten en te weinig kopen waardoor de economie stagneert. Journalist Peter de Waard vroeg tijdens een interview in 2019: “Waarom lukt het niet om meer inflatie te bewerkstelligen?” Het antwoord kwam van de Groningse hoogleraar en voormalig directeur van de Nederlandsche Bank Lex Hoogduin. “De economische wetenschap weet dat eigenlijk zelf niet.” Waarna de interviewer nuchter toevoegde: “Daar worden door economen – en inmiddels ook psychologen – veel redenen voor genoemd.” Met onze talrijke economische scholen hoeft dat niemand te verbazen: zie de aflevering van 10 maart. En dat hoeft dus allemaal niet meer indien je de waardevermindering bij voorbaat in de definitie van ‘geld’ opneemt. Die vrijheid hebben we, want geld is immers een sprookje dat we zelf schrijven.
Geld, anders (nummer 3): Relativistische vermogensgroei
Als Bill Gates gisteren 80 miljard dollar bezat, en hij maakt vandaag 10 miljard dollar winst, hoeveel bezit hij dan vanavond? 90 miljard dollar, vanzelfsprekend.
Waarom is dat vanzelfsprekend? Omdat anders de Wet van Behoud van Geld wordt overtreden (zullen sommige mensen vermoeden). Dan raakt Bill zomaar ergens geld kwijt waar hij recht op heeft.
Echter. Als Bill vanavond in een ruimteschip stapt dat prompt door de kosmos gaat bewegen met een snelheid van 200 duizend kilometer per seconde, en dat ruimteschip zet morgen zijn raketmotoren aan en voegt nog eens 200 duizend km/s aan zijn snelheid toe, hoeveel snelheid bezit Bill dan morgenavond? Je zou verwachten: 400 duizend. Maar dat is het niet: het is slechts 277 duizend km/s.
Vreemd? Dankzij Albert Einstein weten we sinds 1905 dat je snelheden niet zomaar bij elkaar mag optellen. Want er is een maximumsnelheid. Die snelheid bedraagt ongeveer 300 duizend kilometer per seconde, en het is de snelheid waarmee lichtstralen door vacuüm bewegen. Geen enkel voorwerp kan harder bewegen dan het licht. Sterker: alle dingen die massa hebben, dus onder meer jij en Bill en ik, moeten onder die snelheid blijven. Dat is een natuurkundige wet, dus die mogen we niet zelf kiezen of veranderen.
Als je twee snelheden optelt, zoals Bill deed in zijn ruimteschip, dan mag je niet de normale optelsom maken. In plaats daarvan moet je een ingewikkelder formule gebruiken, die de liefhebbers kunnen vinden in dit pdf-bestand. Die formule levert Bill een resulterende snelheid op van bijna 277 duizend km/s, dus ruim onder de lichtsnelheid.
Nu beweegt het licht nogal snel. Daarom merk je pas duidelijk effecten van de maximumsnelheid als je zelf ook erg hard beweegt. Ga je met alledaagse tempo’s door het leven, dan merk je er niets van, en dat is ook de reden waarom het tot 1905 duurde voordat iemand in de gaten kreeg dat er iets niet klopte. Als jij morgen een trein in stapt die over het spoor gaat rijden met een snelheid van 144 km/u, dat is 40 meter per seconde, en je loopt tijdens het rijden door de trein in voorwaartse richting met een snelheid van 7,2 km/u oftewel 2 meter per seconde, hoe hard ga je dan ten opzichte van de buitenwereld? Minder dan 42 m/s, maar het scheelt niet veel: 41,999999999999963 m/s. (Voor wie zelf hogeprecisie berekeningen wil maken: ik heb ze gedaan met de online calculator van Casio.)
Hoe dichter je snelheid bij het maximum komt, hoe meer je van dit relativistische effect merkt. Ik geef een paar rekenvoorbeelden. Het bovenste en het onderste voorbeeld heb je zojuist in de tekst gezien. Let op het verschil tussen m/s en km/s.

Terug nu naar de inkomsten van Bill Gates. En die van jou en mij. Als de natuur geregeld heeft dat er een universele maximumsnelheid is, waarom zou de mens, die zelf zijn economische wetten kiest, dan niet een maximumvermogen vaststellen? Laten we de waarde daarvan gemakshalve gelijkstellen aan de lichtsnelheid (300 miljoen meters per seconde), maar dan uitgedrukt in dollars. Dat wil zeggen: niemand kan meer bezitten dan 300 miljoen dollar. Een mooi bedrag, toch? Als je van dat geld 80 jaren zou willen leven zonder te werken, kun je tienduizend dollar per dag uitgeven – als ik gemakshalve inflatie, vermogensbelasting, rente en dividenden tegen elkaar wegstreep. Dat is toch voldoende voor wie dan ook?
Door de handige keuze van het maximumvermogen kun je de getallen van het rekenvoorbeeld mooi recyclen. Wie op 1 januari een bedrag van 200 miljoen dollar bezit, dus 200.000 kilodollars, en er in de loop van het jaar nog eens zo’n zelfde bedrag bij ontvangt, heeft aan het eind van het jaar 276.923 kilodollars, afgerond: 277 miljoen dollar. Ik noem dat: relativistische vermogensgroei. Die is voelbaar voor de zeer rijke mensen maar niet voor de armen, want wie slechts 40 dollar bezit en er 2 bijkrijgt, heeft 41,999999999999963 dollar. Zou jij van dat gemis wakker liggen?
Natuurlijk kun je je afvragen: kan dat dan? Het antwoord is verrassend simpel. Natuurlijk kan dat! Overheden kunnen eenvoudig de banken instrueren dat ze bij het bijboeken van geld op het account van een rekeninghouder niet de gewone maar de relativistische optelling hanteren. De wiskundige formule kunnen de bankklerken zoals gezegd vinden in de genoemde uitklapper; indien nodig help ik wel even. Goed, het wordt wat ingewikkelder als iemand geld op meerdere banken heeft staan, wellicht in verschillende landen. Het wordt nog wat lastiger als je andere soorten vermogen gaat meetellen, bijvoorbeeld de financiële waarde van aandelen, onroerende goederen en patenten. Fraudebestrijding zal ook niet zo eenvoudig zijn. Maar dat zijn allemaal slechts technische problemen, die moeten de financieel economen maar oplossen: dat moet in een tijd van big data en internetverbondenheid te doen zijn. Het gaat om het idee: waarom zouden we het goed moeten vinden dat er mensen zijn die zomaar onbeperkt vermogen op vermogen stapelen en dus ook macht op macht?
Een andere tegenwerping tegen mijn voorstel zou kunnen zijn: Het kan niet, want: waar blijft het ontbrekende geld? Maar nu stel je eerlijk gezegd geen slimme vraag, want de Wet van Behoud van Geld is immers maar schijn.
Ter illustratie is het aardig om te kijken wat er gebeurt als een snelheid of een financieel vermogen met een vaste regelmaat aangroeit. In een tempo van, laat ik zeggen, 10 miljoen per jaar. (Meters per seconde of dollars.) Je krijgt dan een grafiek zoals in de volgende afbeelding.

Als deze regel niet alleen geldt voor individuen maar ook voor ondernemingen, heeft dat consequenties voor fusies. Stel: een bedrijf met een waarde van 250 miljoen dollar koopt een bedrijf van 140 miljoen. De opgetelde waarde is dan niet 390 miljoen maar slechts 280,8 miljoen dollar. Dat is zo’n 72% van de klassiek opgetelde waarde. Dat betekent, dat de aandelenkoers automatisch naar 72% van de oorspronkelijke waarde gaat. Aandeelhouders zullen dat wellicht niet zo prettig vinden, en dus heb je daarmee vanzelf een middel dat de vorming van al te grote en dominante multinationale ondernemingen tegengaat. Een antiklonteringsmiddel, een emulgator.
Anders, maar niet voldoende
Ik sluit het anders over geld denken af met een herhaling van de opmerking die ik aan het begin maakte. Want het zijn misschien best aardige ideeën die je hier gezien hebt. (Of ze realistisch zijn mag je zelf bepalen.) Maar ik zei het aan het begin al: denk alsjeblieft niet dat deze en vergelijkbare voorstellen voldoende zijn om het wereldwijde economische systeem intrinsiek duurzaam te maken. Ik heb geen voorstellen gedaan voor complete oplossingen, het zijn slechts voorbeelden om je geest te openen. Voor een grondig herontwerp van de economie is veel meer nodig.
Wat er nodig is, heb ik verteld in de aflevering van 10 februari, waarin ik het woord ‘omniconomie’ introduceerde. De nieuwe omniconomische wetenschap dient ontwikkeld te worden als een vervanging van de huidige economische protowetenschap, een term die ik op 3 maart voor het eerst gebruikte.
In de volgende (en laatste) aflevering vertel ik hoe dat gaat: de ontwikkeling van een gloednieuw wetenschapsgebied. Ik doe dat aan de hand van historische en huidige voorbeelden, waaronder de natuurkunde, de medische wetenschap en de neuropsychologie. Daarna laat ik zien wat dat betekent voor het economisch denken en de economische werkelijkheid. Samen vormen die onderwerpen een waardig slot van mijn verhaal op Follow the Money in het dossier Duurzame Economie.
Binnenkort verschijnt die slotaflevering. Hou de berichten in de gaten, of kijk zo nu en dan even in dit forum. Tot gauw!
83 Bijdragen
Barry Voeten
Daarboven mis ik dan nog 'doelen'. Impliciet zien we groei als doelen, totdat je dit expliciet bijstelt. Wat anders kan het doel van een duurzame economie zijn, dan balans zelf ?
Michiel van der Haagen
Barry Voeten[Verwijderd]
Het resultaat is dan dat het geen zin heeft om meer bezit te vergaren dan een mens bij leven kan benutten/opmaken.
Het Engelse erfrecht spant (spande) de kroon met erop gebaseerd te zijn om het grote kapitaal in stand te houden.
Zo wordt dood gaan nog eenrechtvaardige zaak.
Hetty Litjens 6
[Verwijderd][Verwijderd]
Hetty LitjensMaar als de uitgangspositie is dat bij dood alles weer gemeenschappelijk bezit wordt???
Mz59 7
[Verwijderd][Verwijderd]
Mz59Jean Klijnen 2
[Verwijderd][Verwijderd]
Jean KlijnenAls er 1 land mee begint om te trachten tot rechtvaardige bezitvoming te komen en het ertoe leidt dat dat land gemiddeld steenrijke bewoners krijgt. Loop je zomaar de kans de botste egoist ontdekt dat het helemaal nog niet zo vervelend is om te wonen tussen mensen die het allemaal goed hebben.
Jean Klijnen 2
[Verwijderd]Anko Mulder 1
Jean KlijnenEdit: Oh nee, het wordt alleen maar slechter.
Hetty Litjens 6
[Verwijderd]Met huizen ligt het wel anders. Maar ook hiervoor geldt dat de wetten afspraken zijn die gewijzigd kunnen worden. Waarom wordt een huis in Japan automatisch met het verstrijken van de tijd minder waard? Logisch toch, omdat het ouder wordt. Dat de waarde in het Westen stijgt is vrij onlogisch en door inbreng in een nalatenschap gaat de waardestijging onbeperkt verder. Gevolg: waardenbubbels en waardeverhogingen die niets met de feitelijke waarde te maken hebben.
Lydia Lembeck 12
Hetty Litjens[Verwijderd]
Lydia LembeckLydia Lembeck 12
[Verwijderd]Offe... snap jij het niet? Zou zomaar kunnen. Dag meneer Hoogkamer.
Jean Klijnen 2
Lydia Lembeck[Verwijderd]
Lydia LembeckIk vermoed dat je in ieder geval teveel tijd hebt.
Lydia Lembeck 12
[Verwijderd]Hetty Litjens 6
Lydia LembeckUit de voorwaarden van Apple: "Tenzij toepasselijke wetgeving anders vereist, aanvaard je dat je Account niet overdraagbaar is en dat alle rechten op je Apple ID of Materiaal in je Account vervallen bij je overlijden."
Er is een groot verschil tussen digitale bestanden die onder je eigen copyright vallen (zoals een eigen website) en andere bestanden (die onder het copyright van anderen vallen) die weinig waarde hebben als digitale muziek en boeken (omdat die oneindig veel gekopieerd kunnen worden).
Feit blijft dat digitale bestanden (muziek en boeken bvb) die je koopt - vergeleken bij cd's of gedrukte boeken - veel te duur aangeboden worden, waardoor de indruk gewekt wordt dat ze net zoveel waarde vertegenwoordigen als cd's en gedrukte boeken. Maar ook hier geldt dat gegevensdragers ook gebonden zijn aan een houdbaarheidsdatum.
Even voetjes op de grond, Lydia.
Lydia Lembeck 12
Hetty LitjensDe mensen die de boel moeten uitmesten en opruimen hebben een broertje dood aan wetgeving, Die moeten de puinhopen uitmesten en opruimen. Ook niet wettelijk. Gek he?
[Verwijderd]
Lydia LembeckDat er dan vanalles nader ingevuld moet worden snap ik zelf ook wel..
Lydia Lembeck 12
[Verwijderd]Reden dat ik de cursus gedaan heb bij Sr Web en het boek gekocht heb en daarvan vind dat dit boek eigenlijk bedoeld is voor iedereen. Reuze handig. Als alleenstaande kan je toch veel regelen, zoals de digitale nalatenschap. Wachtwoorden bv...
Peter 472
Puur abstract proeft dit interessant want zoals in het leven, wordt het geboren (kiemt etc.), het groeit op, bereikt een stadium waar het een evenwicht bereikt, of moet zien te bereiken. Vervolgens gaat het een keer terug waar het vandaan komt. Het is mooi om te zien dat je daar een wiskundig (abstract) model voor hebt gevonden, want het geeft wat mij betreft iets essentieels aan. Zelfde voor het harmonische gemiddelde inkomen.
Daarnaast is het de kunst zoals Barry Voeten ook aangeeft wat zijn de maatschappelijke prioriteiten: water, voedsel, kleding, huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg binnen een ecologisch kader dat individu en samenleving begrijpt, ziet. !? Een soort Donut-economie benadering van Kate Raworth !?
Of simpelweg de rekensom zoals vandaag in praktijk brengen van:
Opbrengsten
- Kosten
______________
= Winst (of kiet of verlies)
...... maar dan ingekaderd binnen het model van relativistische vermogensgroei ................ !? ;-) :)
ps Beste Nick Roorda, te weinig je artikelen gelezen om te zien binnen welk kader/context je je boek over duurzame economie hebt opgetuigd, maar het proeft interessant vanuit abstract oogpunt. Wanneer je/we dit combineert met de rol/interactie van individu en samenleving heb je/we goud in handen.
Verandering of 'noodzaak tot harmonieuze duurzame verandering' wordt pas mogelijk wanneer een flink deel van de samenleving van laag tot hoog begrijpt en ziet wat er 'aan de hand is'.
Ken Wilber heeft een interessant integraal (ontwikkelings-bewustwordings-)model beschreven om beter onze (menselijke) evolutie in de loop der tijd en op dit moment beter te doorgronden.
Kan niet meer schrijven hier dus laat het maar hierbij.
Lydia Lembeck 12
Peter 472https://www.ted.com/talks/kate_raworth_a_healthy_economy_should_be_designed_to_thrive_not_grow?language=nl
Peter 472
Lydia LembeckRare manier om het samen leven inhoud proberen te geven! :-) We hebben het paard achter de wagen ingespannen omdat we door de mensen de samenleving niet meer zien.
Hetty Litjens 6
En bij nader inzien, Nederland is toch het land van de arithmétique hollandaise?
Kunnen we daar niet een zinniger draai aan geven?
Bijvoorbeeld, wij kunnen de lasten beter gaan verdelen door normen te stellen voor wat mensen betalen voor zorg en openbaar vervoer op basis van de inkomsten van die mensen. Wie 100.000 euro per jaar verdient betaalt dan hetzelfde percentage als mensen die maar 20.000 euro per jaar aan inkomsten hebben. Als iemand bvb 5% van dat inkomen besteed aan een zorgverzekering dan zou een rijker iemand minstens 5% van zijn/haar inkomen moeten afdragen aan die verzekering. Een verzekering is toch een solidair iets. Daarmee kun je toch een goede zorg blijven garanderen.
Pieter Jongejan 7
Dit is je basisveronderstelling. Als "bewijs" voer je aan dat je een tientje kunt verbranden en dat het geld dan foetsie is.
Dit is echter niet het gehele verhaal. Op een bankbiljet van 10 gulden staat immers een verplichting namelijk dat de Nederlandse bank tien gulden uitbetaald aan toonder.
Dit betekent dat DNB tien gulden rijker wordt als jij een tientje verbrandt.
Op een eurobankbiljet kom je deze verplichting van de centrale bank niet meer tegen. Er heeft m.a.w. bij de introductie van de euro een stille structuurverandering plaatsgevonden, die doet voorkomen alsof de ECB geen verplichting heeft om de koopkracht in goud of zilver te handhaven. Deze stille structuurverandering is begonnen in 1971 met het afschaffen van de goudwisselstandaard.
Kennelijk is de gedachte van de FED, de ECB en DNB dat geld geen intrinsieke waarde (bestaande uit energie) heeft en dat je de geldvoorraad (en daarmee de reële rente) onbeperkt naar eigen inzicht kunt vergroten of verkleinen..
Bij een gouden of zilveren of broodstandaard kun je de geldvoorraad of energievoorraad niet onbeperkt uitbreiden of inkrimpen. Wat je wel kunt is de entropie vergroten, ofwel de chaos vergroten. Graag verwijs ik naar de zandloper van N. Georgescu-Roegen. Zijn werk uit ongeveer 1970 The entropy law and the economic process laat de nauwe relatie zien tussen natuurkunde en economie.
Ik raad je aan om dit boek goed te bestuderen, want dan weet je welke kritiek je kunt verwachten.
Mz59 7
Pieter JongejanPieter Jongejan 7
Mz59N. Georgescu-Roegen was wiskundige/statisticus en heeft zijn economie-kennis in de jaren dertig opgedaan op Harvard bij Joseph Schumpeter. Volgens Paul Samuelson had N. Georgescu-Roegen de nobelprijs moeten krijgen, maar die heeft hij nooit gekregen. N. Georgescu-Roegen is de grondlegger van ecologische economie, kringloopeconomie of wat daarvoor door moet gaan.
Op mij komt het heel vreemd over dat zijn baanbrekend hoofdwerk uit 1971 niet door Nico wordt genoemd. Herman Daly was een leerling van N Georgescu-Roegen. Het rapport van de club van Rome (limits to growth) dateert uit 1972 en is dus pas een jaar na de publicatie van Georgescu's hoofdwerk in 1971 gepubliceerd.
Mz59 7
Pieter JongejanJean Klijnen 2
Mz59Theo van Ingen 4
bps 12
Je zet de mensen voor duurzame economie op het verkeerde been.
Relativiteit gaat alleen spelen bij heel grote afstanden en heel grote snelheden buiten onze aarde.
Als opsteller van de relativiteitstheorie, stelde Einstein dat alles relatief is. Dat is begrijpelijk, maar niet waar. Voor relativiteit is een verschil nodig en een afstand t.o.v. een gegeven zwaartekrachtpunt of waarnemingspunt. Dat betekent ook dat de wetten van Newton op het aardoppervlak op dezelfde afstand van het zwaartekrachtpunt van onze ronde aarde uitstekend voldoen.
Relativiteitswetten en theorie zijn niet aan de orde op het aardoppervlak.
Wat ik maar zeggen wil, relativiteitstheorie is niet voor de alledaagse wereld en het alledaags leven.
Economie is dat wel.
Dus houd op met je dwalingen.
Geld begeleidt economische transacties, in tegengestelde richting weliswaar.
Voor een duurzame circulaire of cyclische economie, zal geld ook moeten circuleren. Niet waar?
Dat doet het niet.
Geld ontstaat met nieuwe schuld in het reële circuit van de reële economie en wordt uiteindelijk opgepot in de financiële economie ofwel het financiële circuit van banken, beurzen, etc.
Het vloeit onvoldoende terug naar de reële economie middels investeringen, rente, salaris, dividenden, etc. om schulden af te lossen en om met dat geld nieuwe schulden aan te gaan. Spaargeld levert immers niets meer op. Er is geen vraag naar spaargeld. Banken belemmeren de vraag naar spaargeld en circulatie door de eigen productie van geld en schuld. Geld komt terecht in het financieel economisch circuit en schulden nemen toe in de reële economie.
We hebben nu een eindige, schuld gedreven economie dat leidt naar een eindig bestaan. Geen eeuwige kringloop.
De ongelijkheid of de kloof tussen arm en rijk, is de kloof tussen het reële circuit en het financiële circuit.
Er is te weinig circulatie. Moeilijker is het niet.
Bemoei je daar maar eens mee.
Lydia Lembeck 12
bpsbps 12
Lydia LembeckIn de FTM sectie voor commentaar en discussie nog wel!
En Nico hoort als wetenschapper te weten: 'Zonder kritiek en discussie, geen vooruitgang.'
Alleen nu even niet.
Niko Roorda 6
bpsAls het geld beter circuleert, stopt het klimaat met veranderen. Dan sterven er geen planten- en diersoorten meer uit. Het stikstofprobleem is opgelost: de boeren en de bouwers kunnen opgelucht ademhalen.
Dan ontwikkelen de megarijken respect voor de armen en delen hun vermogen met hen. Dan storten de beurzen nooit meer in, is het energie- en grondstoffenvraagstuk opgelost en verdwijnen haat en oorlog. Misschien blijft het VK dan wel in de EU.
Wauw!
Neem me alsjeblieft niet kwalijk dat ik het allemaal veel te moeilijk heb gemaakt. Dankzij jou zie ik mijn dwaling in.
O ja: als je nu ook nog even meedeelt HOE we het geld beter laten circuleren, dan is de oplossing helemaal compleet, en gaan we dankzij bps op weg naar een mooie wereld.
bps 12
Niko RoordaOmdat geldstromen samengaan met goederen en diensten stromen.
Circulaire economie draagt bij aan klimaat- en milieudoelstellingen en hergebruik van grondstoffen.
Dat is duidelijk. Dank je.
Om de kloof tussen rijk en arm te verkleinen is er meer circulatie nodig tussen het financiële circuit en het reële circuit om de schuldengroei in het reële circuit terug te dringen. Moeilijker is dat niet.
Toen spaargeld nog rente waard was, was de waardegroei groter dan de schuldengroei.
Dat heeft successievelijk een omslag gemaakt omtrent 1971. De schuldengroei is nu groter dan de waardegroei en spaargeld is niks meer waard.
HOE het geld beter kan circuleren is in de reactie gegeven.
Ik zou zeggen; verdiep je er eens in.
Co Pater 7
bpsMaar Bps,
Er zijn toch veel meer manieren om de kloof tussen arm en rijk te dichten.
Denk bijvoorbeeld alleen al aan de wijze waarop geld geschapen wordt. In die tak van sport valt al ontzettend veel te bereiken op dat vlak.
Stap eens uit je eenzijdige benadering en begrijp de veelzijdigheid van denken die Niko ons aanreikt.
bps 12
Co PaterCo Pater 7
bps[Verwijderd]
bpsK. Frnkn 8
[Verwijderd]bps 12
[Verwijderd]bps 12
Niko RoordaIk stelde als discussiepunt:
'We hebben nu een eindige, schuld gedreven economie dat leidt naar een eindig bestaan. Geen eeuwige kringloop.'
'De ongelijkheid of de kloof tussen arm en rijk, is de kloof tussen het reële circuit en het financiële circuit. Er is te weinig circulatie. Moeilijker is het niet.'
Jij rukt dat totaal uit het verband en betrekt er van alles en nog wat bij dat elk om totaal andere aanpak en oplossingen vraagt:
'Als het geld beter circuleert, stopt het klimaat met veranderen. Dan sterven er geen planten- en diersoorten meer uit. Het stikstofprobleem is opgelost: de boeren en de bouwers kunnen opgelucht ademhalen.'
'Dan ontwikkelen de megarijken respect voor de armen en delen hun vermogen met hen. Dan storten de beurzen nooit meer in, is het energie- en grondstoffenvraagstuk opgelost en verdwijnen haat en oorlog. Misschien blijft het VK dan wel in de EU.'
Dat heb ik zo helemaal niet gesteld. Lees mijn reactie er op na.
Je dedain en agressie tegen niet-academici zoals ik, zijn nog niet verminderd. Hoe komt dat?
De problemen die je erbij sleept zijn evenwel niet onoplosbaar, maar staan ver van geldcirculatie af. Die problemen vragen allicht om een andere benadering en alzijdige oplossing dan nu eenzijdig uitpakt (voor natuur en tegen economie).
De óf-óf kwestie nu moet omgezet worden in een én-én kwestie.
Dat kan. Voor het CO2 probleem bestaan systemische oplossingen. Het stikstofprobleem kan ook systemisch opgelost, is mijn overtuiging en visie. Alleen wordt het nu nog niet gezien en gedaan.
Geldcirculatie staat daar in elk geval ver vanaf.
Niko Roorda 6
bpsHet is waar: mijn reactie op je commentaar was stevig. Maar dat gold ook voor je commentaar op mijn artikel, dus mijn reactie was daarmee in stijl. Wie kaatst moet de bal verwachten, en als je niet tegen een stevig commentaar kunt moet je eerst zelf je toon matigen.
Je opmerking over dedain en agressie tegen niet-academici slaat echt nergens op. Zo'n dedain heb ik niet. Ik heb van de commentatoren in dit forum doorgaans geen idee of ze academisch gevormd zijn of niet: van jou weet ik dat sinds je het gisteren vertelde, dus pas na mijn eerste, stevige reactie.
Je verwijt me dat ik het te moeilijk maak en dat ik afdwaal. Ik heb je naam (d.w.z. je pseudoniem op FtM) al een hoop keren gezien in dit forum. Dus je weet heel goed dat ik werk aan een ambitieus, breed programma, waarin klimaatverandering, uitsterven, ongelijkheid en instortende beurzen allemaal hoofdonderwerpen zijn. Aangezien je in je commentaar stelde dat ik het allemaal veel te moeilijk maakte, en je eindigde met 'moeilijker is het niet', mocht ik dus aannemen dat jouw slotopmerking betrekking had op al die thema's. Dat is de reden waarom ik die thema's in mijn eerste reactie noemde.
Afdwalen doe ik dus niet: ik heb vanaf het begin, maanden geleden, voortdurend duidelijk gemaakt over welke problematiek ik schrijf, en mijn nieuwste artikel hoort daar geheel bij. Je wist dat, dus je klacht is niet terecht.
Michel Fleur heeft uitstekend uitgelegd waarom ik de relativiteitstheorie erbij haalde. Daar hoef ik niets aan toe te voegen.
bps 12
Niko RoordaEen verbeterde geldcirculatie tussen het reële en financiële circuit van bij voorkeur minder geld van meer waarde dan van steeds meer geld met steeds minder waarde, heeft in eerste instantie toch betrekking op het verkleinen van de kloof tussen arm en rijk, en dan bottom-up, van onder af.
Onze wegen en visie verschillen meer dan onze doelen.
Dus succes met je werk.
Niko Roorda 6
bpsDe circulaire economie heeft in de eerste plaats als doel om kringlopen te sluiten en daarmee grondstoffen en de natuur te sparen. Dat leidt helaas niet vanzelfsprekend tot afname van de kloof tussen rijk en arm, al is er zeker een kans dat dat als een soort 'bijproduct' eruit voortkomt.
Om de ongelijkheid drastisch te verminderen is veel meer nodig dan circulaire economie. Ik weet het niet, maar het zou kunnen dat je 'circulair' tot de kern van je denken maakt, waarbij het risico bestaat dat het voor jou een soort van 'geloof' wordt. Als je dat laat gebeuren, vernauwt je denken zich en verlies je andere cruciale dingen uit het oog. Laat dat je niet gebeuren, het zou jammer zijn. Over de doelen zijn we het vermoedelijk inderdaad best eens.
Mz59 7
Niko RoordaWeet je wel zeker dat dit "eenvoudig" zou zijn? Wie brengt zijn geld nu naar een bank als er zo mee wordt omgegaan? Kapitaalvlucht, dus. Of een burgeroorlog.
Co Pater 7
Mz59De meeste burgers zouden zo'n benadering juist toejuichen, vermoed ik, vanwege het realistische karakter ervan.
Mz59 7
Co PaterCo Pater 7
Mz59Dus jouw reactie hield daar al geen rekening mee.
bps 12
Niko RoordaVan een cirkel kun je geen kringloop maken. De factor tijd maakt er een helix van (kurketrekker) of een toe- of afnemende vortex (spiraal, bijv. boom en bust). In elk geval verandert er iets in de omgeving (vgl. entropie) waardoor begin- en eindtoestand niet hetzelfde zijn. Het is de kunst om economisch de boom en bust meer naar de helix vorm te brengen. Keynes had daar al uitgebreide ideeën over.
Ik ga niet in op de speculaties die je maakt met mijn persoon.
Wat dat betreft ben ik geen geschikte discussiepartner voor je.
Sorry.
nick 4
bpsGeld geeft waarde aan!
Het is een maat voor waarde.
bps 12
nickZo heeft een sterkere munt meer waarde dan een zwakkere munt.
Het is niet zo dat geld één (of géén) waarde heeft.
Geld is wel een maat voor een tegenwaarde bij een ruil c.q. koop.
In die context heb je gelijk; een tegenwaarde is ook een waarde.
nick 4
bpsEr zijn inderdaad mensen te vinden, die voor een € 1,00 € 1,03 willen betalen of € 1,05 of......
De waardemeter 'geld' geeft voor € 1 aan dat deze verkregen kan worden voor (bijv.) € 1,03.
Is de waarde van € 1 dan € 0,03 of € 1,03?
(Vergelijk de gewichtmeter 'kilo' geeft aan dat kilo 1 = kilo 1.
Geef mij even de gewichtmeter door. Goh, dat ding weegt niks.)
Maar hoe zit het dan met het volgende: Als er geen vraag naar geld is, heeft geld dan geen waarde?
Bij je zin : "Zo heeft een sterkere munt meer waarde dan een zwakkere munt." , stel ik wel een vraag. Sprekend over een sterkere munt hebben we het over een valuta van een economie. Zo ook hebben we het bij een zwakke over een andere valuta, betrekking hebbend op een andere economie.
De eigenlijke vergelijking betreft dus de economieën. De waarde van de ene economie is niet hetzelfde als de waarde van een andere economie. De waarde van valuta a kan dus verschillen van de waarde van valuta b. Maar of valuta an sich waarde heeft is dan nog niet beantwoord. De valuta vertegenwoordigt, zij vervangt de waarde van het concrete artikel in de reële economie.
bps 12
nickDan heeft geld in elk geval minder waarde. Dat kan voor komen als er teveel geld is. Zie bijv. de negatieve rente op sommige staatsobligaties.
De lener geeft dan geld toe om het uitgeleende geld in een veilige staatsobligatie te kunnen onderbrengen.
'De eigenlijke vergelijking betreft dus de economieën. ...'
Dat klopt. Een sterke, exporterende en importerende economie heeft meer vraag naar z'n munt om mee te handelen. De munt heeft dan meer koopkracht.
'Maar of valuta an sich waarde heeft is dan nog niet beantwoord.'
Fiatgeld an sich heeft niet de waarde die het voor de tegenwaarde vertegenwoordigt.
Een antwoord zou te vinden zijn in hoeverre de geldhoeveelheid in een reëel circuit gedekt is door concrete goederen en diensten als tegenwaarde in het economisch verkeer in dat circuit.
Het overschrijden van die geldhoeveelheid zou geldontwaarding of inflatie veroorzaken. Het verkleinen ervan juist (foute) deflatie door bijv. verplaatsing van geld naar het financiële circuit zonder aanvulling of retour. Dan volgt crisis.
Dat antwoord is slecht te vinden, want het is niet goed te meten.
En inflatie is niet algemeen, maar vaak lokaal, of in een markt. Zie bijv. de vastgoedprijs verschillen over het hele land, of andere bubbles.
'De valuta vertegenwoordigt, zij vervangt de waarde van het concrete artikel in de reële economie.'
Dat klopt ook. Geld is een middel voor een concreet artikel, geen concreet artikel zelf. Daarom kan er wel vraag zijn naar het middel om mee te handelen.
De waarde van iets, van geld of van een product, wordt bepaald door de beschikbaarheid voor een vraag op een plaats en op een tijd.
Of ook wel: wat een 'gek' er voor geeft op die plaats of omstandigheden op dat moment.
Als je het mij vraagt. En dat heb je gedaan.
Van een ander krijg je misschien een ander antwoord.
nick 4
bpsHet overschrijden van die geldhoeveelheid zou geldontwaarding of inflatie veroorzaken. Het verkleinen ervan juist (foute) deflatie door bijv. verplaatsing van geld naar het financiële circuit zonder aanvulling of retour. Dan volgt crisis."
Dit is al geruime tijd mijn punt. Ik pleit voor een hoeveelheid geld die in overeenstemming is met de waarde die in de reële economie te vinden is. Ook ik realiseer mij dat daarin nooit precisie is te behalen. Menselijk gedrag in de economie is te onvoorspelbaar.
Dus moet er met schattingen en aannames gewerkt worden.
Dit vraagt dus regulatie.
T.a.v. teveel geld, overmatig teveel geld: " Zie bijv. de negatieve rente op sommige staatsobligaties."
Komt de prijs van negatieve rente tot stand door de markt?
Of door regulatie? Draghi verruimt de hoeveelheid geld (wat mij betreft overmatig) door met negatieve rentes te werken. Is dit geen regulatie?
(Wie zijn geld veilig wil stallen kan ook voor een kluis kiezen in plaats van voor 'veilige' staatsobligaties. De negatieve rente wordt dan vermeden. Je hoeft dan alleen de kosten van de huur van een kluis te vergelijken met de negatieve rente om te kijken wat beter uitkomt. Maar zo gaan die zaken niet. De grote beleggers kunnen echter wel op zoek naar rekeningen die geen negatieve rente eisen. Of is ook dit niet juist? Moeten bijv. pensioenfondsen delen van hun vermogen verplicht in staatsobligaties beleggen. Dit zou dan weer terug te voeren zijn op regulatie.)
nick 4
bpsOver inflatie heb ik wellicht een afwijkende mening.
Ik ben er niet voor om te spreken over geldontwaarding.
Eén euro is één euro (waard) maar door inflatie zou € 1 op enig moment € 0,97 zijn of € 0,95 of enz....
Het artikel wat ik wens te kopen met mijn euro is duurder geworden. Zie bijv. de huizenprijzen in Amsterdam.
Mijn inspanningen ter verwerving van euro's moet opgevoerd worden ten einde toch een duurder geworden huis te kunnen kopen. Dus of mijn uurloon moet omhoog of ik moet meer uren gaan werken.
Het medium tussen mijn arbeidsprestatie en het duurder wordende huis, geld, blijft onveranderd. Mijn arbeid is minder waard na de prijsstijging van het huis.
Zou het willen wonen in Amsterdam (en nu ga ik het woord ook gebruiken) aan inflatie onderhevig zijn, -heel weinig mensen willen er nog maar wonen-, dan zouden de prijzen van huizen in Amsterdam niet stijgen.
Michel Fleur 6
bpsVerder ben ik het wel met je eens dat de "relativistische" benadering van Nico meer een symptoombestrijding is dan een oplossing.
bps 12
Michel FleurJa, dat is wel zo, maar bij satellietbanen in de ruimte, is er een verschil en een afstand t.o.v. het aardoppervlak en waarnemingspunt dat dan al een rol speelt, en dus is relativiteit daarbij dan van toepassing.
Michel Fleur 6
bpsHet bij relativiteit om de relatieve waarneming van gebeurtenissen door verschillende waarnemers in verschillende toestanden. Tijd is relatief: verschillende waarnemers kunnen gebeurtenissen met een ander tijdsverschil of zelfs in een andere volgorde zien. Maar niet alles is relatief!
Over causaliteit - welke gebeurtenis kan een andere beïnvloed hebben - zijn alle waarnemers het eens.
Algemene relativiteit gaat dan weer over de geometrie, zeg maar de "vorm" van die causaliteit.
De GPS satelliet bevindt zich in vrije val en jouw GPS hopelijk niet: de satelliet ondervindt feitelijk geen valversnelling. Dit effect is groter dan het verschil in valversnelling op het aardoppervlak en ter hoogte van de satelliet. Het gevolg is dat de klok van de satelliet sneller loopt dan die van jouw GPS. Maar de satelliet heeft ook een snelheid die met zulke nauwkeurige klokken een rol speelt: die laat de klok van de satelliet weer langzamer lopen.
Maar goed. Daar ging dit artikel dus niet over ;-)
bps 12
Michel Fleur‘verschil’ betreft het verschil tussen twee objecten die relatief zijn tot elkaar.
Eén en hetzelfde object kan niet relatief en verschillend zijn tot zichzelf.
Met ‘afstand’ bedoel ik de afstand tussen die twee verschillende objecten of althans het afstandsverschil tussen de sferen waarin zij zich bewegen rondom het waarnemingspunt (de locatie van de waarnemer) en het zwaartekrachtpunt (het zwaartepunt van de massa met zwaartekracht van waaruit een radiaal de relatieve sferen doorsnijdt).
Een waarnemingspunt t.o.v. die objecten kan maar één punt zijn, want een waarnemer kan zich niet delen. Wel kunnen er meerdere waarnemers zijn in meerdere posities.
Maar daar had ik het niet over en betrek jij dat wel.
Sorry als ik daarover niet duidelijk was.
Naast verschil en afstand is er nog een derde randvoorwaarde voor relativiteit; er moet een verband, een relatie en verhouding bestaan tussen objecten en waarnemers. Anders is er ook geen sprake van relativiteit. Bijv. er is geen relatie met het onbekende zoals mogelijk donkere materie en donkere energie, of met iets voorbij de waarnemingshorizon van een zwart gat, of voorbij het waarneembare universum, of Schrödinger's kat onder het gesloten deksel.
Misschien is waarneming ook nog wel een voorwaarde. Maar niemand die dat kan vertellen.
Zonder verschil, afstand (in ruimtetijd) en relatie, is er tenminste geen relativiteit.
Op grond daarvan stel ik dat niet alles relatief is.
Maar goed. Daar ging dit artikel dus niet over ;-) Dank je wel voor je insteek.
Niko Roorda 6
Michel FleurJe hebt helemaal gelijk in: relativistisch vermogens optellen is symptoombestrijding, en door mij niet eens bedoeld als een serieus voorstel: meer als een ironische opmerking. Wie goed over relativistische vermogens nadenkt ontdekt dat het helemaal niet helpt. Want wie vermogens relativistisch optelt, moet ze idem aftrekken. Dus als Bill Gates 277 miljoen dollar bezit, en daar 200 miljoen van uitgeeft, heeft hij even later nog 200 miljoen over. Feitelijk is er dan dus niets veranderd.
Bovendien: ik doe erg gemakkelijk over de technische problemen: 'die moeten de financieel economen maar oplossen'. In werkelijkheid is dat natuurlijk volkomen onmogelijk en veel te fraudegevoelig.
Eigenlijk is dit voorstel een grapje.
Mijn eerdere voorstel, over AMI, GMI en HMI, mag je wat dat betreft veel serieuzer nemen. Dit is echt realiseerbaar, regeringen en onderzoeksinstituten kunnen er morgen voor kiezen om het GMI en/of het HMI in de beleidsvorming te betrekken.
Ik zou graag willen dat over dat idee in dit forum meer wordt gediscussieerd.
Maar zelfs dan blijft de conclusie van mijn artikel recht overeind: 'denk alsjeblieft niet dat deze en vergelijkbare voorstellen voldoende zijn om het wereldwijde economische systeem intrinsiek duurzaam te maken. Ik heb geen voorstellen gedaan voor complete oplossingen, het zijn slechts voorbeelden om je geest te openen. Voor een grondig herontwerp van de economie is veel meer nodig.'
bps 12
Niko Roordahttps://www.scientias.nl/waarom-statistiek-niet-te-vertrouwen-is/
Elke statistische methode geeft maar een beperkt beeld.
GMI en HMI verbreden en verbeteren het beeld.
bps 12
Algemene geldontwaarding of inflatie algemeen, is niet te verwachten bij te weinig circulatie of te weinig nieuw geld van nieuwe schulden, ook al gaat de rente beneden 0.
Alleen in bepaalde markten zoals de vastgoedmarkt is de inflatie hoog.
De waarde van iets waar vraag naar is, ook van geld, wordt altijd nog bepaald door de mate waarin het voorkomt en verkrijgbaar is. Moeilijker is het niet. Geldontwaarding is daarom nu laag.
Het is een niet-maakbare economische wet met de eigenschappen van een natuurwet.
Economie (systeem) is stuurbaar, maar niet maakbaar.
Pieter Jongejan 7
bpsarachnid.biosci.utexas.edu/courses/THOC/Readings/Boulding_SpaceshipEarth.pdf
Eveline Bernard 6
Niko Roorda 6
Wat de inzenders niet beseffen, is dat ik op die manier geen reactie kan sturen, want ik heb van hen beiden geen emailadres of naam of wat dan ook. Ik weet niet wie jullie zijn.
Jammer!
Als je op die manier aan mij een bericht stuurt, wil je dan alsjeblieft je naam en je emailadres in de tekst van je bericht opnemen, tenminste als je een reactie van mij wil ontvangen?
marcel horsthuis 1
nick 4
marcel horsthuisOmdat een geldtegoed zich in praktische zin gedraagt als geld, wordt er gemakshalve steeds gedaan of er geen verschil zou zijn tussen geldtegoed en geld.
Pas als banken omvallen of dreigen om te vallen, vallen de schellen van de ogen.
Dan realiseert men zich het verschil wel.
Antwoord op de vraag van Marcel:
Het scheppen van geld, noch het scheppen van geldtegoed maakt de schepper eigenaar.
Als een private bank geld(tegoed) schept kan die dat niet zonder vrager.
Er moet iemand zijn die bij de bank wil lenen.
Alleen dan komt er op de balans van de bank aan beide zijden een bedrag bij.
Een bezitting en een verplichting jegens de lener. De lener gaat gebruik maken van hetgeen hij als bedrag leent. Hij is dus degene die door gebruik te maken van het geldtegoed dit in omloop brengt.
Hans Potters 1
Laten we eens denken vanuit de reële economie en even dat geld vergeten. Want als we als mensen menselijk willen leven dan hebben voedsel, woningen, zorg, onderwijs, cultuur, wetenschappen enz. nodig.
Dat tot stand brengen vormt de reële economie. daar gaat het om. En omdat de schoenmaker ook nog aardappelen moet kunnen krijgen als de aardappelboer genoeg schoenen heeft, hebben we als hulpmiddel geld nodig, een soort ruilhandelfaciliteit. De reële economie als doel en het geld als hulpmiddel daarbij.
Nu hebben we doel en middel omgekeerd: geld is doel en de reële economie een middel. Bijgevolg zijn mens, milieu en arbeid 'externaliteiten'. De reële economie wordt GEKOLONISEERD door de financiële markten. Geld verdienen, hoe dan ook, wordt hoofdzaak, alle andere dingen alleen maar een middel daartoe. Dat is de oorzaak van de ellende waar we nu in zitten.
Dat wordt nog versterkt door het misverstand dat geld en materie vereenzelvigd: Als je een materialist bent, dan ben je 'dus' alleen op geld uit. Erger nog: 'geestelijke' waarden worden in stelling gebracht tegen dit 'materialisme', waardoor die arme uitgebuite materie nog meer in het verdomhoekje komt te zitten.
We moeten vragen als 'hoe bereiken we een duurzame economie in de huidige economie?' omkeren en vragen 'hoe moet ons geld eruit zien om dienstbaar te zijn aan een duurzame economie?' Geld moet dienstbaar zijn aan de doelen van de reële economie. Dat is de invalshoek van B. Lietear et al 'Geld en Duurzaamheid; Van een falend geldsysteem naar een monetair ecosysteem'. Dit is een rapport van de Club van Rome EU Chapter. We hebben gewoon het verkeerde geld, en dat is nog een monopolie ook!
Niko Roorda 6
Hans PottersIk vind alleen dat je stelling dat geld er anders moet gaan uitzien nog net iets te kort door de bocht is. Iets te veel 'jumping to conclusions' vanuit een nauwelijks beredeneerde stelling: 'Ieder economisch systeem heeft geld nodig.'
Ik vind dat die stelling nog niet voldoende bewezen is. Ik kan me voorstellen dat er een economisch systeem denkbaar is dat prima functioneert zonder geld. Hoe dat systeem er uitziet: geen idee. Maar volgens mij moeten we 100% open-minded zoeken naar de beste economie. Als dan overtuigend bewezen wordt dat daar geld voor noodzakelijk is: prima, dan ga ik mee. Maar zover zijn we nog niet.
Als bron van inspiratie: de hersencellen in je hoofd wisselen informatie uit zonder dat daarvoor zoiets als neuraal geld betaald wordt. Je hersenen functioneren prima. In een mierennest kent men ook geen geld; mieren zijn wellicht de meest succesvolle soort op aarde. Wij mensen hebben nog een hoop te leren over samenleven.
Hans Potters 1
Niko RoordaTegelijkertijd zijn pogingen om tot een meer wetenschappelijke benadering te komen altijd waardevol. Ik denk echter - maar dat is puur intuïtief - dat we qua methode meer hebben aan de geschiedwetenschappen dan aan de exacte wetenschappen (die trouwens kwantitatief gericht zijn en dus het beste met geld overweg kunnen). We moeten toch zien te verklaren wat er echt gebeurt en waarom. Voorspellen wordt dan geregeerd door een uitspraak van Mark Twain: De geschiedenis herhaalt zich nooit, maar ze rijmt wel.
nick 4
Niko RoordaIn het oog gehouden moet worden dat geld vervangt. Het vervangt alles wat je maar kunt bedenken. Je bioscoopkaartje = € 9,50. Je aspirientjes van Kruidvat = € 0,95 enz., enz. Alleen daarom is geld zo gewild. Met geld is alles verkrijgbaar.
Ons huidige probleem is niet geld, maar VEEL TE VEEL geld(tegoed).
Er is veel te veel 'meer vervangingsmiddel' tegenover hetgeen 'vervangen moet worden'. Dat laatste bestaat namelijk helemaal niet in dezelfde mate en zal ook niet binnen afzienbare tijd bestaan. De beloften in de toekomst DE ECHTE DINGEN (de reële economie) te leveren, kan niet waargemaakt worden.
Ruwweg zijn er 3 wijzen waarop mensen onderling relaties met elkaar kunnen onderhouden.
1. Geef relaties. Geen geld nodig. Ik geef elke ander. Elke ander geeft mij. Geeft elkander.
2.Machtsrelaties. Er wordt gepakt (geroofd) wat men hebben wil. De sterkste wint altijd. Geen geld nodig.
3. Ruilrelaties. Geld is dan super handig.
Roelf van der Laan 3
nick1. Ruilgeld om goederen en diensten te kopen of verkopen.
2. Leengeld. Dit geld moet op de één of andere manier geïnvesteerd worden zodat het terug betaald kan worden.
3. Schenkgeld. Schenken (van goederen of diensten) kan weliswaar zonder geld, maar meestal zal het met geld plaatsvinden. Belastingen kan je ook als (gedwongen, of democratisch afgesproken) schenking beschouwen.
Co Pater 7
Hans PottersE.e.a. komt feitelijk op het volgende neer.
hoe coördineer je het economische proces op dermate wijze dat het goed en op rechtvaardige wijze functioneert, ook rekening houdende met zaken die niet direct vallen binnen het economische ?
Veel van dit soort vraagstukken en problematiek wordt overgelaten aan:
1: geld zelf als iets wat e.e.a. in gang zet.
2: Een soort van denkwijze die het proces lijkt te verklaren en naar behoeven laat functioneren : en dit geval het vrije markt denken etc.
3: politiek beleid die zorgt voor datgene dat 1 & 2 niet kan volbrengen. In dit geval een politiek dat blind staart op het geloof in de denkwijze die punt 2 oplevert. De Neoliberale politieke denkwijze dus.
conclusie: Dit geheel als realiteit, is niet echt wetenschappelijk. Het is eerder onsamenhangend gedoe wat de te verwachten uitkomsten niet gaat genereren, tenzij het wel de verwachte uitkomst is van een bepaalde groep.
Roelf van der Laan 3
Co PaterRoelf van der Laan 3
Hans PottersGeld is nodig in de reële economie om goederen en diensten te kunnen ruilen tussen meer dan twee personen. Als representant van de waarden die worden uitgewisseld. In die handelseconomie, waarbij ieder uit is op eigen voordeel, zal de “onzichtbare hand” van Adam Smith inderdaad ten goede komen aan de grootst mogelijke welvaart voor de gehele maatschappij. Echter geld wordt niet alleen gebruikt om goederen en diensten te kunnen uitruilen. Het wordt ook gebruikt om bijvoorbeeld grond te kopen en verkopen. Maar daarmee kopen we niet een waar of dienst, maar we kopen het recht om de grond te bewerken. Dat recht kunnen we vervolgens verpachten, zodat het ons geld oplevert zonder dat wij er iets voor hoeven te doen. Dat onverdiende inkomen werd door Adam Smith als “rent” bestempeld en als onwenselijk beschouwd. Het is een vorm van waarde extractie in plaats van waarde schepping (zoals bij de productie van goederen en diensten plaats vindt). Maar ook bij de koop en verkoop van ondernemingen worden geen goederen of diensten geruild, maar wordt het recht op het uitbaten van de onderneming verhandeld. De waarde wordt niet bepaald door vraag en aanbod, maar door de te verwachten toekomstige winsten. Het speculeren in aandelen, het kopen of verkopen van (een deel van) een onderneming, is dus weer een vorm van waarde extractie. Waarde schepping vindt alleen plaats door investeringen die de productiviteit daadwerkelijk verhogen. En tenslotte is ook “arbeid” geen waar of dienst, maar met het “loon” wordt het recht op het eindproduct van de arbeid afgekocht. Alweer een vorm van waarde toe-eigening, geen waarde schepping.
Door op deze manier geld te gebruiken voor de uitwisseling van grond, arbeid en kapitaal is de “onzichtbare hand” van Adam Smith volkomen verstoord geraakt. De financiële wereld wordt in toenemende mate gedreven door waarde extractie en steeds minder geconcentreerd op waarde schepping in de reële economie. Een duurzame economie... (zie vervolg)
Roelf van der Laan 3
Hans PottersEen duurzame economie zal alleen dan tot stand kunnen komen als we de waarde extractie kunnen uitbannen. Winst en concurrentie blijft wel nodig om de efficiëntie op pijl te houden en te verhogen. Maar als waarde extractie (in jouw woorden: geld met geld verdienen) wordt uitgebannen wordt het winststreven geen doel op zich, maar een middel om maatschappelijke waarde schepping (het voldoen aan de reële behoeften, ook rekening houdend met het milieu) mogelijk te maken. De focus komt dan te liggen op het creëren van maatschappelijke waarden, het maken van zoveel mogelijk winst (rendement) krijgt niet langer prioriteit. Al stellen we nog zulke mooie normen om naar te streven (het akkoord van Parijs of de sustainable development goals), die zullen we nooit bereiken met een op winstmaximalisatie en eeuwige groei gebaseerde economie. We moeten toe naar een intrinsiek duurzame economie. Daarvoor is een eerste voorwaarde dat we een onderscheid weten te maken tussen waarde extractie en waarde schepping. Dat onderscheid is door de neoklassieke economie onder tafel geveegd door waarde gelijk te stellen aan de prijs die 'de markt' ervoor geeft. 'De markt' heeft zich daarmee in toenemende mate kunnen toeleggen op waarde extractie, zich legitimerend doordat 'een vrije markt' nodig is voor waarde schepping. Zo is in de 80er jaren 'de kapitaalmarkt' geliberaliseerd en ook 'de arbeidsmarkt' (door flexwerk, tijdelijke contracten, ZZP'rs en outsourcing naar lage lonen landen).
Waarde extractie uitbannen is niet het enige wat nodig is om tot een duurzame economie te komen, maar het onderscheid is volgens mij essentieel om de impasse in de economische wetenschap te doorbreken.
We hebben niet het verkeerde geld, maar we gebruiken het verkeerd. We gebruiken het niet alleen om goederen en diensten uit te ruilen, maar kunnen er ook rechten mee kopen en kunnen daarmee een sturende macht over de economie verkrijgen. Niet in één hand, maar wel in handen van de rijken als geheel.
nick 4
Roelf van der LaanBedankt voor je bijdrage Roelf 2. Geeft weer meer inzicht.
'Rechten' zijn niet in de natuur te vinden, het is een door mensen in het leven geroepen iets. Dus kunnen mensen er iets aan veranderen.
Andere rechten! Andere eigendomsrechten wellicht?
Roelf van der Laan 3
nickInderdaad. Volgens mij moeten aandelen niet beschouwd worden als een aandeel in het eigendom van een onderneming, maar als een lening. Dat is stap één. Uiteindelijk kunnen ondernemingen niet voor geld worden gekocht of verkocht (dat kan alleen met de fysieke productiemiddelen). Ze dienen volgens rechtsregels te worden overgedragen aan diegenen die het beste in staat zijn om de onderneming voort te zetten. Dat is de manier om winst niet als middel voor waarde extractie te gebruiken, maar als nodig om de onderneming te kunnen voortzetten (als waarde schepping).
Co Pater 7
Je geeft ondubbelzinnig aan dat onze kijk op geld en economie vooral een wereldvreemde is. En economie is inderdaad nu een wereldvreemde exercitie van wereldvreemde economen. die met verkeerde ogen naar hun vakgebied kijken.
petros 4