
Op de Hogeschool van Amsterdam wordt een nieuwe generatie wereldverbeteraars klaargestoomd. Een verhaal over studenten en docenten die samen de wereld rondom ons voedsel duurzamer maken.
‘Wij vinden het belangrijk dat studenten zich vanaf de start van hun opleiding gaan afvragen waar hun eten vandaan komt.’ Aan het woord is Janne Mulders, docente van het vak Eten en Herkomst aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Samen met haar collega Freek Morren probeert Mulders jaarlijks zo'n 250 studenten bewuster te maken van hun rol in en impact op de verduurzaming van voedselproductie. Tijdens de opleiding ontwikkelen studenten namelijk meerdere voedingsmiddelen en daarbij moeten ze rekening houden met allerlei criteria op het gebied van gezondheid en duurzaamheid. Eten en Herkomst stimuleert studenten om de herkomst van ingrediënten te achterhalen en de impact ervan op milieu, dierenwelzijn en mensenrechten in kaart te brengen. Dit allemaal in de hoop dat diezelfde studenten, wanneer zij gaan werken als voorlichter, diëtist of productontwikkelaar, bijdragen aan de verduurzaming van onze voedselketen.
‘Hoe duurzaamheid werkt kun je studenten wel uitleggen, maar ze moeten het ook ervaren’
Collega-docent Freek Morren legt uit hoe dat in zijn werk gaat. ‘Studenten ontwikkelen bijvoorbeeld in hun eerste studiejaar een tussendoortje. Als je dan een product met cacao wilt maken, dan moet je ook weten waar het cacaopoeder vandaan komt en of er geen kinderarbeid aan te pas is gekomen.’ Morren haalt het voorbeeld van een student aan, die een sportreep wilde maken met pecannoten. Bij zijn onderzoek naar de herkomst van ingrediënten kwam hij erachter dat de samenstelling van zijn product niet duurzaam was en daardoor moest hij de ingrediënten aanpassen. ‘Hoe duurzaamheid werkt kun je studenten wel uitleggen, maar ze moeten het ook ervaren,’ vindt Morren.
Wanneer studenten de duurzaamheidsaspecten van ingrediënten onderzoeken, maken ze geen gebruik van vaste modellen, maar werken ze met allerlei materialen en artikelen. Als voorbeeld noemt Morren het rumoer dat ontstond naar aanleiding van een televisie-uitzending van Zondag met Lubach. De uitzending over keurmerken op voedingsmiddelen (de zogenoemde ‘vinkjesdiscussie’) leidde bij zijn studenten tot nogal wat flinke discussies, die vervolgens het pad vrijmaakten voor een experiment. Mulders en Morren lieten hun studenten verschillende duurzaamheidskeurmerken van voedingsmiddelen met elkaar vergelijken en op duurzaamheid toetsen. ‘Onze studenten kwamen erachter dat veel van de duurzaamheidseisen onvindbaar waren of bleken opgesteld door de fabrikant van het product,’ licht Morren toe.
‘Groen’ bewustzijn
Mulders en Morren zien dat de betrokkenheid onder leerlingen rondom het thema duurzaamheid toeneemt. Mulders: 'Bij de [afgelopen] Tweede Kamerverkiezingen bleek vooral GroenLinks onder onze studenten populair.’ Morren: ‘Verder merken we dat studenten ons vak steeds meer waarderen en dat er andere vragen worden gesteld. Dat geeft de les een enorme boost.’
Toch zijn er ook studenten die weinig interesse tonen voor duurzaamheid. Zij zien het vak louter als ‘verplichte kost’. Morren: 'Eén van de oorzaken is dat studenten vooral interesse hebben in de voedingswaarde van producten en daaraan gerelateerde gezondheidseigenschappen. Dit komt doordat het merendeel op de opleiding Voeding en Diëtetiek nog steeds kiest voor een carrière als diëtist.’ Die beroepspraktijk richt zich vooral op de gezondheid van cliënten en heeft daarmee minder aandacht heeft voor duurzame aspecten van het beroep. Al zien de docenten ook dat bij diëtisten het tij aan het keren is. Diëtisten worden namelijk steeds vaker geconfronteerd met vragen over voedingsmiddelen in relatie tot dierenwelzijn. Mulders verklaart dit aan de hand van toename van het aantal vegetariërs en flexitariërs in Nederland.
Ook vierdejaars studente Voeding en Diëtetiek Lisanne Wilsmit was in eerste instantie geen fan van het vak Eten en Herkomst: ‘Ik was gewoonweg niet geïnteresseerd in verhalen over de herkomst van ingrediënten, want ik wilde vooral mijn eigen producten ontwikkelen. Als ik er nu op terugkijk vind ik het wél nuttig, maar dat komt omdat ik inmiddels stage loop bij een duurzame startup. Hierdoor ervaar ik hoe belangrijk duurzaamheid voor het milieu is. En natuurlijk is het ook gewoon een trend in het bedrijfsleven.’
In het bedrijfsleven is duurzaamheid een groeiende trend, maar met een traag karakter
‘Groene’ stages
‘Voor veel bedrijven is duurzaamheid inderdaad een trend,' beaamt Mulders. Bijna iedere producent heeft wel een paar duurzame producten’. Ze vervolgt: ‘Maar we zien ook dat de markt voor duurzame producten en ‘groene’ stages blijft groeien.’ Morren vult aan: ‘Al vinden onze studenten wel dat de veranderingen in het bedrijfsleven langzaam gaan.’ Bij Follow the Money kwamen we eerder ook tot deze conclusie.
Het trage tempo van het bedrijfsleven heeft invloed. ‘Veel van onze studenten lopen daarom liever stage bij een start-up’, zegt Mulders. 'Deze bedrijven zijn kleiner, kunnen sneller schakelen en studenten zien hier eerder resultaat van hun inzet.’ Al valt een bedrijf als Unilever, volgens Morren, nog steeds bij veel studenten in de smaak. ‘Maar dat komt omdat Unilever goed aansluit bij de visie van onze opleiding en een vak als Eten en Herkomst.’ Morren doelt daarmee op de ‘duurzame’ visie van Unilever: het Sustainable Living Plan. Hiermee probeert de multinational onder andere de impact van de eigen productieprocessen op het milieu in te dammen. Al valt daar volgens De Groene Amsterdammer, dat de multinational vijf maanden lang volgde, nog wel wat op af te dingen. Ook bij Eten & Herkomst worden studenten gewezen op de impact van bepaalde productieomstandigheden op het milieu.
Morren herkent de kritiek en beaamt dat duurzaamheidsvisies bij grote bedrijven het vaak moeten afleggen tegen de korte-termijn belangen van aandeelhouders. Hij noemt als voorbeeld de dreigende overname van Unilever door Kraft Heinz. ‘Ook bij Unilever speelt het ‘snelle’ geld een rol. Het concern heeft niet voor niets besloten om de ‘margarinetak’ af te stoten en daarmee aandeelhouders tevreden te houden.’ Morren pleit daarom voor meer aandacht voor duurzaamheid op het niveau van de rijksoverheid. 'Niet in de vorm van een ministerie van Voedsel, maar zorgen dat duurzaamheid belandt in ál ons overheidsbeleid. Dat gaat de juiste uitwerking hebben op het bedrijfsleven.' Tot het zover is, proberen Morren en Mulders, samen met hun studenten, de wereld een stukje duurzamer te maken. Kennis van de oorsprong van onze voeding is daarin een eerste stap.
2 Bijdragen
[Verwijderd]
Sowieso is de huidige landbouw nogal gefocust op monocultuur met alle problemen van dien. En men lijkt het maar niet te leren. In een podcast met Rob Dunn, auteur van het boek Never Out of Season: How Having the Food We Want When We Want It Threatens Our Food Supply and Our Future, werd aangegeven hoe de commercie eerst de Gros Michel banaan en binnenkort de Cavendish banaan om zeep heeft geholpen.
Floor Verkerke 2
[Verwijderd]Dat verhaal over de banaan is ook bij mij bekend.